vragensteller schreef:1. De liefde, die zichzelf niet meer het belangrijkste vindt, de volledige overgave, ook aan de tijd die de Heere je laat wachten. Het buigen ook voor Zijn soevereiniteit. Het besef dat we ons moeten richten op Gods eer en Zijn barmhartigheid (deze volgorde! kun je ook nalezen in de Institutie, boek III, 16,3);
Ik wilde de volgende opmerkingen maken:Afgewezen schreef:Je verwart hier zaken. Inderdaad laat de Heere de zondaar wel eens lang wachten vóór Hij deze het geloof in Christus schenkt. Daar zit ook een andere kant aan: het is voor die zondaar nog niet onhoudbaar geworden, en dáárom ‘wacht’ God als het ware met het schenken van Zijn heil, tot de zondaar als een gans ontledigde aan Zijn voeten wordt gebracht. Maar ik zou dit proces niet willen plaatsen onder de noemer van ‘liefde die niet zichzelf zoekt, buigen voor Gods soevereiniteit, enz., want dat is hier gewoonweg niet aan de orde.
1. Jij beperkt jezelf in je beeld van wat geloof is door het raster van rechtvaardiging en heiligmaking. Wanneer de wedergeboorte plaatsvindt, en instorting geloof plaatsvindt (herstelling beeld Gods in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid), dan omvat dat rechtvaardiging en in beginsel de heiligmaking. Ik las net vanmorgen op Prekenweb een stukje van Ryle:
(zie ook ktt. 25 bij Rom. 8:9) Dus al neem je nog zoveel aan, en je hebt de Geest van Christus niet, je komt Hem dan niet toe. Wanneer iemand de eerstelingen van de Geest heeft, Rom. 8:21 en ktt 61, is de hele massa geheiligd.Hij is gestorven opdat wij niet alleen gelukkig, maar ook heilig zouden worden. Hij heeft genade verworven, niet alleen om te verlossen, maar ook om te heiligen — en nu mogen we nooit de vergeving der zonden en de verandering van het hart van elkaar scheiden. ‘Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet’ (met een variant op Matth. 19:6 en Mark. 10:9). Het fundament van God staat vast: ‘Maar zo iemand de Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe’ (Rom. 8:9).
2. Het onderscheid (niet scheiding) tussen wedergeboorte en geloof komt ook nadrukkelijk naar voren in de 2 sacramenten die wij gebruiken, Heilige Doop en Heilig Avondmaal. Als je de HC erbij leest, wordt dat duidelijk. Vr/a 69: wijst op de wassing door Gods Geest; vr/a 70 zegt dit nog veel duidelijker
En ook 73 (alzo ook onze zonden door het bloed en den Geest van Jezus Christus weggenomen worden). Net als in de ‘echte’ doop, is de mens in het bad der wedergeboorte passief, maar ontvangt wel wegwassing der zonden (vr/a 74: Heilige Geest Die het geloof werkt). Dan krijg je het sacrament van het H.A. In vr/a 76 gaat het over wat jij bedoelt. Dan ontvang je (metterdaad) de vergeving van zonden en het eeuwige leven. Wedergeboorte: de wegwassing van Gods kant, vergeving van zonde aan Gods kant. Geloof: jij stond in de schuld bij God, die schuldvergeving (door God geschonken in de wedergeboorte) ontvang je, neem je aan met een gelovig hart. Dan verkrijg je het metterdaad en bewust.(70. Vr. Wat is dat, met het bloed en den Geest van Christus gewassen te zijn?
Antw. Het is vergeving der zonden van God uit genade te hebben om des bloeds van Christus wil, hetwelk Hij in Zijn offerande aan het kruis voor ons uitgestort heeft (a); daarna ook, door den Heiligen Geest vernieuwd en tot lidmaten van Christus geheiligd te zijn, opdat wij hoe langer hoe meer der zonden afsterven, en in een godzalig, onstraffelijk leven wandelen (b).)
3. Door geloof te beperken tot aannemen, ga je voorbij aan de wedergeboorte, betekenis van de doop, en richt je je met name op wat volgt (wat het HA uitbeeldt). Lees Titus 3 eens, vers 5 en 6 (en ktt 11 en 12):
Nee, ik verwar hier niets (jij concludeert zulke zaken m.i. te snel). De Heere laat de zondaar niet lang wachten, voordat Hij het geloof in Christus schenkt (je bedoelt wellicht: voordat Hij de wetenschap geeft van het in Christus behouden te zijn, want van nature zit geen enkele zondaar op geloof te wachten).Wat jij zegt, vind ik een vrij onaannemelijke verklaring voor de reden, waarom God wacht met de ‘ontknoping’ voor de zondaar. Dan zou Hij voor Paulus geen 3 dagen nodig hebben gehad, want die viel al op weg naar Damascus: in vers 6 van hoofdstuk 9 was hij al helemaal aan Gods kant gevallen. Dat lijkt me terugblikkend geen werk van het vlees, er is duidelijk iets veranderd in die man. Het idee, dat het eerst onhoudbaar moet worden, is niet het mijne (kijk maar naar Zacheüs en Levi). Paulus moest niet 3 dagen wachten, omdat zijn nood houdbaar was (ik vind houdbare en onhoudbare nood trouwens een onzinnig onderscheid). Dat was Gods soevereiniteit. Hij klaagde daar ook niet over, hij had geen enkel recht meer. Uit de gs van de Kananese blijkt dat Jezus dit deed om haar geloof te beproeven. Maar als het wel nood is, en dat is wel vaak zo in de Schrift, zorgen juist de hoop en de uitgestorte liefde (als wezenlijke onderdelen van het geloof) er mede voor dat je het bidden, roepen uit de nood volhoudt. (Even tussendoor: waar ikzelf veel van geleerd heb is de preek van Jonathan Edwards over Rom. 3: 19 opdat alle mond gestopt worde, absoluut een aanrader!). Rom. 3:19 gaat in de Schrift overigens vooraf aan de rechtvaardiging door de aannemende geloofsdaad. Er is NIEMAND, die God zoekt (Rom. 3:11 en ktt. om Hem recht te dienen, van mij: om Hem recht te dienen is iets anders dan dat je Hem hoofdzakelijk zoekt voor je eigen behoud, wat op zich natuurlijk niet verkeerd is). Juist omdat hij geen enkel recht heeft, kan een wedergeborene niet anders dan aanhouden, aan Zijn voeten blijven. Een natuurlijk mens doet dit dus niet (Rom. 3:11). Als de wedergeborene vanuit de nood aanhoudt, en dat zoeken door de liefde en hoop volhoudt, heeft hij al helemaal geen ideeën meer over hoe snel dat ‘moet’ gaan. Hij onderwerpt zich echter aan Gods soevereiniteit, ingegeven door het geloof, dat zich uit in o.m. hoop en liefde.5 Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes;
6 Denwelken Hij over ons rijkelijk heeft uitgegoten door Jezus Christus, onzen Zaligmaker;
11 Namelijk niet alleen voor onze bekering en rechtvaardigmaking, alsof wij ons door dezelve daartoe zouden bereid hebben; maar ook die na de bekering zijn gedaan, alzo tegen deze werken niet gesteld worden de werken na de bekering, maar de barmhartigheid Gods, die alle werken uitsluit, Rom. 9:16; 11:6.
12 Dat is, door de wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes, die als een waterbad is, waardoor de vuiligheden onzer zonden gewassen en gereinigd worden, Ez. 36:25, 26, 27, waarvan het waterbad van den Doop een teken en zegel is. Zie dergelijke wijze van spreken Rom. 4:11.
Nogmaals:
De vruchten van de Geest (Gal. 5:22 en zie ktt)
Citaat:
22 Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.
ktt 79 Dat is, de werken die de Geest Gods in de wedergeborenen werkt; en uit welke de wedergeboorte bekend wordt.
ktt 80 Namelijk door den Heiligen Geest, Rom. 14:17, ontstaande uit de verzekerdheid dat wij vrede met God hebben.