albion schreef:Ik dacht dat het ds. Ledeboer was, die lopend naar de kerk ging en zijn knapzak alvast meenam omdat hij toch langs zijn werk kwam waar hij de volgende dag moest werken. Maar halverwege kreeg hij het zo benauwd dat hij zijn knapzak terugbracht. Hij kreeg een tekst en ik weet niet meer precies welke. Of hij is een huichelaar, of hij leefde zo nauw dat het hem tot zonde was.
Even terzijde, dus NIET bedoelt als argument in de discussie, maar wel een aardig verhaal wat ik eens hoorde (schijnt waar gebeurt te zijn, ik vertel het zoals het mij uit betrouwbare bron is overgeleverd):
Het verhaal speelt enkele tientallen jaren geleden af. Een oud vrouwtje, een gezelschapsvrouwtje, in de 90 jaar, wonend in dé stad, had altijd de gewoonte om lopend naar de kerk te gaan. Eigenlijk was het haar te veel, maar principe is principe, dus stapte het dappere vrouwtje elke zondag 2 maal naar de kerk. Maar elke zondag werden haar benen zwaarder. Ze wierp weleens een steelse blik naar de tram, die vlak bij haar huis een halte had, en ook één vlak bij de kerk. Sommige gemeenteleden, zelfs enkele gezelschapsmensjes, maakten er wel eens gebruik van op zondag (zo ging dat in die tijd), maar hoezeer zij die kinderen Gods daarin vrijliet, en hoezeer haar benen ook tegensputterde, zij kon zich dat voor haar geweten niet veroorloven. Tot op een gegeven moment dit vrouwtje elke zondag vrolijk met de tram ter kerke ging. Dat kon natuurlijk niet onopgemerkt gaan, en enkele kerkmensen vroegen haar ook: Maar mevrouwtje, u was toch tegen het gebruik van de tram op den zondag. Ja, antwoorde het vrouwtje kwieks, dat was ik ook. Maar mijn benen, weet je, die hielden het niet meer, en elke zondag als ik liep, en de tram kwam voorbij, bad ik: "Heere, mijn arme benen houden het haast niet meer, mag ik niet, net als die andere kinderen van U, met de tram." En opeens kwam daar een antwoord in mijn ziel: "Ga heen, en voeg u bij deze wagen." En sindsdien kwam het vrouwtje altijd met de tram ter kerke.
Nogmaals, ik bedoel dit niet als argument in de discussie (je beroepen op de bevinding van kinderen Gods is immers een oneigenlijk argument in een discussie, nog even daargelaten dat een kind van God er ook wel eens naastzit), maar ik moest er, in het kader van deze discussie en in het kader van de opmerking van Albion over ds. Ledeboer, aan denken.