memento schreef:(...)
Alle wie weet teksten in de Schrift staan, voor zover ik weet, in het teken van de mens die het verzondigd heeft, en vanuit dát besef het wie weet uitspreekt. Het wie weet moet niet een dooddoener zijn om een vraag mee te beantwoorden, het moet een schuldbelijdenis zijn!
Dat geldt toch ook zeer zeker voor de zaligheid. God is een gaarne vergevend God, maar Hij is mij niets verplicht. Desalnietemin is God goedertieren en vol van genade. Dit zijn geen tegenpolen, maar eigenschappen Gods. God zorgt ervoor dat wij een keer uitgewerkt en uitgeredeneerd raken. Dat we gewoon niet meer weten hoe het moet. Dan is er pas plaats voor Christus.
memento schreef:
Ander vraagje, is het op zich niet positief dat iemand verlangt om bekeerd te worden?
Daar heb ik mn twijfels bij. Omdat dat verlangen vaak een stil verwijt is aan God, waarmee we aangeven dat wij wel willen, maar dat God het nog niet gedaan heeft. Velen die best wel bekeerd wilden worden zijn nu in de hel. Bij de bekering moeten we leren dat niets van mij, ook mijn goede bedoelingen, ook mijn zogenaamde verlangen naar bekering, voor God kan bestaan, ja dat God er van walgt. Zalig worden is uit genade voor zondaren, niet voor goed-bedoelende mensen die best wel bekeerd willen worden. Niets uit ons!
Ik ben wel (voorzichtig) positief als ik dat verlangen bij iemand tegen kom. Ik kom juist zoveel hardigheid en onverschilligheid tegen. Of, zoals Jezus Christus in Openbaring schrijft aan Loadicea, zoveel lauwheid. Ik ben dan (voorzichtig) positief, zonder dat ik er iets van maak. Ik wijs zo iemand dan wel altijd op het feit dat, als hij/zij nog niet in Christus geborgen is, hij/zij nog voor eeuwig omkomt. Voor zo iemand geldt net zo goed: Haast u en spoed u, om uws levens wil.
Ik begrijp overigens je zorg wel, als je bemerkt dat er een stil verwijt aan God is, zo van, ik wil wel, maar het is nog niet gebeurd, dan is dat verlangen inderdaad niet goed. En dat kom ik helaas ook best regelmatig tegen. God verzoent vijanden met Zichzelf, en daarbij heeft Hij inderdaad niets van die vijand nodig. Naarmate ik meer van de Heere mag leren, ga ik des te meer zien dat werkelijk alles uit Hem is. Er zit werkelijk niets van mij bij. Het gezang (ik meen van Horatius Bonar) "Alle roem is uitgesloten", is mij dan ook zeer lief.
Hoe minder van den Sabbat in de week, hoe meer van de week in den Sabbat. (I. Ambrosius)