Beste mensen,
Wat een discussie zeg.... en waar gaat het over.
De bijbel spreekt duidelijk dat wij allen kinderen van God zijn (Lukas 3:38 "Den zoon van Enos, den zoon van Seth, den zoon van Adam, den zoon van God."). Als we nu wel of niet als kind gedoopt zijn, we missen allen de heerlijkheid van God (Rom. 3:23 "Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods;").
Volgens het doopformulier worden wij gewassen van de zonden? Welke zonde is dan mijn vraag? Volgens het doopformulier neemt God ons aan als Zijn kinderen? Dit zou betekenen dat allen die als kind gedoopt zijn, behouden worden.
Als een kind geboren wordt, dan nemen de ouders dat kind aan als hun kind. Wat dat kind ook overhoop haalt, dat kind is en blijft het kind van de ouders. Dit zou dus ook zo zijn bij de Heere God. Als Hij ons aanneemt als Zijn kind, zoals het doopformulier beschrijft, dan zullen we dat altijd zijn. En de kinderen van God, wonen in het huis met de vele woningen als ze komen te sterven, dat zegt de Heere Jezus (Johannes 14:2 "In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden.").
Schrik niet van wat ik nu ga zeggen:
Is de door Rome (330 na Chr.) ingestelde kinderdoop wel de bijbelse doop?
De bijbel beschrijft heel duidelijk de volgende dingen.
Op de 8ste dag werd de Heere Jezus besneden (Lukas 2:21 "En als acht dagen vervuld waren, dat men het Kindeken besnijden zou, zo werd Zijn Naam genaamd JEZUS, welke genaamd was van den engel, eer Hij in het lichaam ontvangen was.").
De Heere Jezus kwam zo in het "Oude Verbond" en dus onder de wet. Dit was ook nodig, want de Heere Jezus zou de eerste zijn de de wet ging vervullen. Zonder Zijn besnijdenis zou Hij niet onder de oude bedeling vallen.
Als de Heere Jezus Zijn rondgang begint op aarde, dan vermelden alle evangeliën het volgende: Jezus werd door Johannes gedoopt (onderdompeling) in de Jordaan. Mattheüs zegt zo treffend: (Mattheüs 3:15 "Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij van Hem af." Mattheüs 3:16 "En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water; en ziet, de hemelen werden Hem geopend, en hij zag den Geest Gods nederdalen, gelijk een duive, en op Hem komen." Mattheüs 3:17 "En ziet, een stem uit de hemelen, zeggende: Deze Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb!").
Het is duidelijk dat de doop door onderdompeling nodig is (ondanks de besnijdenis) om alle gerechtigheid te vervullen.
Kolossenzen 2:10-14 zegt: "10 En gij zijt in Hem volmaakt, Die het Hoofd is van alle overheid en macht; 11 In Welken gij ook besneden zijt met een besnijdenis, die zonder handen geschiedt, in de uittrekking van het lichaam der zonden des vleses, door de besnijdenis van Christus; 12 Zijnde met Hem begraven in den doop, in welken gij ook met Hem opgewekt zijt door het geloof der werking Gods, Die Hem uit de doden opgewekt heeft. 13 En Hij heeft u, als gij dood waart in de misdaden, en in de voorhuid uws vleses, mede levend gemaakt met Hem, al uw misdaden u vergevende; 14 Uitgewist hebbende het handschrift, dat tegen ons was, in inzettingen bestaande, hetwelk, zeg ik, enigerwijze ons tegen was, en heeft datzelve uit het midden weggenomen, hetzelve aan het kruis genageld hebbende;
De doop door onderdomeling is een uiterlijk symbool van de besnijdenis van het hart (dit volgt na de bekering).
Fillipus zegt verder het volgende tegen de moorman:
Handelingen 8:36-38 "36 En alzo zij over weg reisden, kwamen zij aan een zeker water; en de kamerling zeide: Ziedaar water; wat verhindert mij gedoopt te worden? 37 En Filippus zeide: Indien gij van ganser harte gelooft, zo is het geoorloofd. En hij, antwoordende, zeide: Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is. 38 En hij gebood den wagen stil te houden; en zij daalden beiden af in het water, zo Filippus als de kamerling, en hij doopte hem.").
Hier komt weer duidelijk naar voren dat men pas gedoopt mag worden, op grond van het geloof in Jezus Christus. Het is een openbare belijdenis van het geloof. Een afwassing van zonden en een vraag van een goed geweten tot God.
1 Petrus 3:21 zegt: "Waarvan het tegenbeeld, de doop, ons nu ook behoudt, niet die een aflegging is der vuiligheid des lichaams, maar die een vraag is van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus.").
Zo laat u dan met God verzoenen en laat u dopen, tot afwassing der zonden. Handelingen 2:37-38 "37 En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen mannen broeders? 38 En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen."
Eerst bekering, dan doop!!
Als u verder vragen of reacties heeft, kunt u ook mailen naar:
jpvanooijen@hotmail.com
Gods zegen,
Johan van Ooijen