Oorspronkelijk gepost door Afgewezen
Het land Kanaän hoort m.i. bij de schaduwen van het Oude Testament. Er is nu geen specifieke landbelofte meer voor het Joodse volk.
Hij, de Here is onze God, Zijn oordelen gaan over de ganse aarde; Hij gedenkt voor eeuwig aan Zijn verbond, - het woord dat Hij gebood aan duizend geslachten- dat hij met Abraham sloot, en aan Zijn eed aan Isaak; ook stelde Hij het voor Jacob tot een inzetting, voor Israël tot een eeuwig verbond, toen Hij zeide: U zal Ik het land Kanaän geven als het u toegemeten erfdeel.
Psalm 105:7-11
Het kan zijn dat dit slechts een schaduw is van het O.T. maar eeuwig is niet eindig, noch is de kerk i.p.v. Israël gekomen, zoals de door jouw gewaardeerde schrijver beweert.
Dit is eigenlijk al voldoende om alles wat deze beste man en jij beweren. God zweert bij Zichzelf dat Hij het land Kanaän voor eeuwig aan Israël geeft.
In het N.T. worden de beloften vervuld gezien in het geestelijk nageslacht van Abraham.
Dat is niet wat ik lees. Rom. 11: 11-12. Hier wordt duidelijk onderscheid gemaakt door Paulus tussen Joodse en niet-Joodse gelovigen.
Allen, die hetzelfde geloof als Abraham hebben, vormen zijn geestelijk nageslacht (Rom. 4:11vv., 16 vv.; Gal. 3:7 vv., 29).
Het geloof van Abraham staat centraal. De mate waarin Abraham zijn geloof stelde op God is navolgenswaardig, en in die zin zijn allen die op alles in God vertrouwen kinderen van Abraham.
De schare die niemand tellen kan is de schare van alle gelovigen uit alle volken (Openb. 7:9).
Wanneer je vers 1-8 van dit hoofdstuk leest dan gaat het over Israël, evenals het over Israël gaat in vers 11. De vier dieren staan symbool voor Israël, zie ook Openb. 4:7-8 en Ez. 1:5-10. Voor uitleg, zie het onderstaande citaat:
Wanneer het vroegere volk Israël stond opgesteld dan werd het in vier groepen opgesteld. Dit staat bijvoorbeeld in Numeri 2 dat gaat over de legering van de stammen van Israël rond de tabernakel. In vers 2 staat: De kinderen Israels zullen zich legeren, een ieder onder zijn banier, naar de tekenen van het huis hunner vaderen; rondom tegenover de tent der samenkomst zullen zij zich legeren. Het woord dat is vertaald met ‘tekenen’ is in het Hebreeuws ttoao (otot). Dit staat ook voor ‘letter, sein, insigne, eerbewijs, decoratie, vaantje’. Elke stam had zo’n teken. Deels staan deze tekens vermeld in Genesis 49 waar Jakob zijn zonen zegent. Verder had elke groep van drie stammen een banier. De Joodse mondelinge overleveringen geven een beschrijving van de banieren. De vier banieren bevatten afbeeldingen van een leeuw, een mens, een stier en een adelaar. Deze vier groepen zijn rond de tabernakel opgesteld. Binnen de omheining die rond de tabernakel stond, zijn de verschillende geslachten van de stam Levi geplaatst. De vier groepen lagen op dezelfde wijze rondom de tent der samenkomst gelegerd als de vier wezens rondom de troon. Zo zien we dat de instelling Gods voor het aardse Israël een afspiegeling is van de hemelse werkelijkheid. De sleutel tot het verstaan van deze dingen is hetgeen Adonai al heeft geopenbaard in de Tenach. (uit: Het bijbelboek Openbaring,
een boek van troost en bemoediging, Peter Steffens.
Heel de gemeente uit joden en heidenen is Israël geworden (1 Petr. 2:9).
Dat is niet wat ik lees in dit vers, enkel dat er heidenen zijn die ook uitverkoren zijn.
De belofte van het land heeft in het N.T. een nieuwe wending gekregen. Het gaat niet meer om het aardse stukje Kanaän. De belofte van het land wordt vervuld gezien in het rijk van Christus (Lofzang van Maria en van Zacharias). De gelovigen ontvangen de hele aarde (Matth. 5:5). Het land wordt de hele wereld.
Het gaat hier niet om de gelovigen, maar om de zachtmoedigen.
Paulus zegt dat de belofte, die Abraham ontving de hele wereld gold. Hij noemt hem een “erfgenaam der wereld” (Rom. 4:13).
Dat zegt Paulus niet. Paulus zegt dat het geloof van Abraham de basis van deze belofte is.
De Hebreeënbrief richt zich ook niet op het aardse vaderland, maar op het hemels Kanaän.
Dat is wel een hele korte samenvatting van deze brief.