GG willen gesprekken over eenheid voortzetten

[Wilhelm]

Ik zit net de SB te lezen, maar daar staan foto's in van de laatste predikantenvergadering en daar zitten "links" en "rechts" gebroederlijk naast en door elkaar. Dat doet me goed

[Auto]

Ik zit net de SB te lezen, maar daar staan foto's in van de laatste predikantenvergadering en daar zitten "links" en "rechts" gebroederlijk naast en door elkaar. Dat doet me goed

eeeuh Wilhelm, dat heb je toch altijd op een foto dat links en rechts gebroederlijk naast elkaar zit????? (En DIA wil dus maar de helft van de foto)

[Luther]

Dat dit geesteloos is wil ik het niet over hebben, maar om met zulke woorden met elkaar om te gaan, vind ik niet passend.

Gijs, er is al vele malen over dit onderwerp gesproken en DIA is er ook eerder op aangesproken dat je heel voorzichtig moet zijn om zulke standpunten in te nemen. Nu wordt weer op zo'n manier geschreven of een deel van de GG niet deugd, omdat naar zijn insziens er iets niet zit in de prediking. Dit deugd niet om dit zo neer te zetten. Dan kan ik begrijpen dat Luther die al vele malen geprobeerd heeft om aan te geven dat je zoiets niet moet posten dan nu voor de zoveelste keer dan maar zo reageert. Wie het ook is, je moet voorzichtig zijn in je postings.

Wat mij raakte is dat iemand een groot deel van zijn eigen kerkverband afschrijft. Of vind jij dat het moet kunnen en dat het normaal is?

Precies, ik viel DIA niet op de persoon aan, maar om de inhoud van zijn posting, want die was geesteloos!
Maar het is tegen dovemansoren gericht, dus ik dacht: Laat ik het lettertype wat groter maken.

[Luther]

Nee, maar omdat nu 'gezwets' te noemen vind ik wat ver gaan. Misschien is Luther even uit z'n slof geschoten, dan vergeef ik het hem.

ik denk dat je die vergeving maar weer moet intrekken, want ik schoot niet uit mijn slof. Dit was beredeneerd en overwogen. Als iemand zonder grond, gebaseerd op emoties een oordeel velt over de mate waarin bepaalde predikanten werkelijk Gods knechten zijn, een half kerkverband afschrijft, maar dat die iemand op geen enkele wijze daarop aanspreekbaar is, dan moet je even op een wat andere wijze laten blijken dat je inhoudelijk gebelgd bent door dergelijke uitspraken.

[Ander]

Ik zit net de SB te lezen, maar daar staan foto's in van de laatste predikantenvergadering en daar zitten "links" en "rechts" gebroederlijk naast en door elkaar. Dat doet me goed

eeeuh Wilhelm, dat heb je toch altijd op een foto dat links en rechts gebroederlijk naast elkaar zit????? (En DIA wil dus maar de helft van de foto)

dan moet je wel heel goed kunnen knippen!!!!!

[Gijs83]

Ik zit net de SB te lezen, maar daar staan foto's in van de laatste predikantenvergadering en daar zitten "links" en "rechts" gebroederlijk naast en door elkaar. Dat doet me goed

Ja, ze waren er zo goed als allemaal geweest, volgens het stukje. Links en rechts ja, want ik zag bv. Ds.Vreugdenhil en Ds.Hogchem zitten.

[Jo-Ann]

Ja, ze waren er zo goed als allemaal geweest, volgens het stukje. Links en rechts ja, want ik zag bv. Ds.Vreugdenhil en Ds.Hogchem zitten.

[-DIA-]

Dat dit geesteloos is wil ik het niet over hebben, maar om met zulke woorden met elkaar om te gaan, vind ik niet passend.

Gijs, er is al vele malen over dit onderwerp gesproken en DIA is er ook eerder op aangesproken dat je heel voorzichtig moet zijn om zulke standpunten in te nemen. Nu wordt weer op zo'n manier geschreven of een deel van de GG niet deugd, omdat naar zijn insziens er iets niet zit in de prediking. Dit deugd niet om dit zo neer te zetten. Dan kan ik begrijpen dat Luther die al vele malen geprobeerd heeft om aan te geven dat je zoiets niet moet posten dan nu voor de zoveelste keer dan maar zo reageert. Wie het ook is, je moet voorzichtig zijn in je postings.

Wat mij raakte is dat iemand een groot deel van zijn eigen kerkverband afschrijft. Of vind jij dat het moet kunnen en dat het normaal is?

Precies, ik viel DIA niet op de persoon aan, maar om de inhoud van zijn posting, want die was geesteloos!
Maar het is tegen dovemansoren gericht, dus ik dacht: Laat ik het lettertype wat groter maken.

Het is met onnoemelijk veel pijn in het diepste van mijn hart dat ik moet constateren dat niet
alles Israël is was zich Israël noemt. Wie zo hard kan denken zal ook geen echt leed dragen
over de breuken der kerk. Denk eens aan de tijd van Jeremia, en lees zijn Klaagliederen eens.

Ook Jeremia 17 mag wel eens ernstig overdacht worden.
Daar spreekt het Woord. Er waren weinig vromen overgebleven in zijn dagen.
12 Een troon der heerlijkheid, een hoogheid van het eerste aan, is de plaats onzes heiligdoms.
13 O HEERE, Israëls Verwachting! allen, die U verlaten, zullen beschaamd worden; en die van mij afwijken, zullen in de aarde geschreven worden; want zij verlaten den HEERE, den Springader des levenden waters.
14 Genees mij, HEERE! zo zal ik genezen worden, behoud mij, zo zal ik behouden worden; want Gij zijt mijn Lof.
15 Ziet, zij zeggen tot mij: Waar is het woord des HEEREN? Laat het nu komen!
16 Ik heb toch niet aangedrongen, meer dan een herder achter U betaamde; ook heb ik den dodelijken dag niet begeerd, Gij weet het; wat uit mijn lippen is gegaan, is voor Uw aangezicht geweest.
17 Wees Gij mij niet tot een verschrikking; Gij zijt mijn Toevlucht ten dage des kwaads.
18 Laat mijn vervolgers beschaamd worden, maar laat mij niet beschaamd worden; laat hen verschrikt worden, maar laat mij niet verschrikt worden; breng over hen den dag des kwaads, en verbreek hen met een dubbele verbreking.
19 Alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Ga henen en sta in de poort van de kinderen des volks, door dewelke de koningen van Juda ingaan, en door dewelke zij uitgaan, ja, in alle poorten van Jeruzalem;
20 En zeg tot hen: Hoort des HEEREN woord, gij koningen van Juda, en gans Juda, en alle inwoners van Jeruzalem, die door deze poorten ingaat.

Lees verder heel Jeremia eens door. En zie hoe de bestraffende man in de poort werd gehaat. Waarom? Was dat zijn doel?
Om de mensen te kwetsen? Nee, echt niet... Hij was innerlijk verbroken. En dat zegen ze niet.
En kijk nu onze tijd eens. Is die vruchtbaarder dan de tijd van Jeremia? Nee. Dat moeten we helaas wel allemaal toegeven. Maar de ellende is dat we er niet onder verbroken worden.
Dat is het oordeel in het oordeel.

Ook Micha roept het uit in hoofdstuk 7:
Ai mij! Want ik ben, als wanneer de zomervruchten zijn ingezameld; als wanneer de nalezingen in den wijnoogst geschied zijn; er is geen druif om te eten; mijn ziel begeert vroegrijpe vrucht.
En lees hoofdstuk 6 van Micha eens: over de twist des HEEREN met Zijn volk. Maar dat volk kwam ook niet op de rechte plaats... En zou het nu beter zijn? Nee toch, dat moeten we allemaal wel toegeven.

En lees ook eens het klaaglied van Amos eens door. Vergelijk dat eens met deze tijd, en zouden wij dan ook niet bitterlijk moten klagen. Wij hebben God op het hoogst misdaan?
Zijn we dan zó verhardt? Merken we niet meer als het goede of als het kwade komt?
1 Hoort dit woord, dat Ik over ulieden ophef, een klaaglied, o huis Israëls!
2 De jonkvrouw Israëls is gevallen, zij zal niet weder opstaan; zij is verlaten op haar land, er is niemand, die haar opricht.
3 Want zo zegt de Heere HEERE: De stad, die uitgaat met duizend, zal honderd overhouden, en die uitgaat met honderd, zal tien overhouden, in het huis Israëls.
4 Want zo zegt de HEERE tot het huis Israëls: Zoekt Mij, en leeft.
5 Maar zoekt Beth-el niet, en komt niet te Gilgal, en gaat niet over naar Ber-seba; want Gilgal zal voorzeker gevankelijk worden weggevoerd, en Beth-el zal worden tot niet.
6 Zoekt den HEERE, en leeft; opdat Hij niet doorbreke in het huis van Jozef als een vuur, dat vertere, zodat er niemand zij, die het blusse in Beth-el;
7 Die het recht in alsem verkeren, en de gerechtigheid ter aarde doen liggen.
8 Die het Zevengesternte en den Orion maakt, en de doodsschaduw in den morgenstond verandert, en den dag als den nacht verduistert; Die de wateren der zee roept, en giet ze uit op den aardbodem, HEERE is Zijn Naam.
9 Die Zich verkwikt door verwoesting over een sterke; zodat de verwoesting komt over een vesting.
10 Zij haten in de poort dengene, die bestraft, en hebben een gruwel van dien, die oprechtelijk spreekt.
11 Daarom, omdat gij den arme vertreedt en een last koren van hem neemt, zo hebt gij wel huizen gebouwd van gehouwen steen, maar gij zult daarin niet wonen; gij hebt gewenste wijngaarden geplant, maar gij zult derzelver wijn niet drinken.
12 Want Ik weet, dat uw overtredingen menigvuldig, en uw zonden machtig vele zijn; zij benauwen den rechtvaardige, nemen zoengeld, en verstoten de nooddruftigen in de poort.
13 Daarom zal de verstandige te dier tijd zwijgen, want het zal een boze tijd zijn.
14 Zoekt het goede, en niet het boze, opdat gij leeft; en alzo zal de HEERE, de God der heirscharen, met ulieden zijn, gelijk als gij zegt.
15 Haat het boze, en hebt lief het goede, en bestelt het recht in de poort, misschien zal de HEERE, de God der heirscharen, aan Jozefs overblijfsel genadig zijn.
16 Daarom, zo zegt de HEERE, de God der heirscharen, de Heere: Op alle straten zal rouwklage zijn, en in alle wijken zullen zij zeggen: Och! och! en zullen den akkerman roepen tot treuren, en rouwklage zal zijn bij degenen, die verstand van kermen hebben. 17 Ja, in alle wijngaarden zal rouwklage zijn; want Ik zal door het midden van u doorgaan; zegt de HEERE.
18 Wee dien, die des HEEREN dag begeren! Waartoe toch zal ulieden de dag des HEEREN zijn? Hij zal duisternis wezen en geen licht.
19 Als wanneer iemand vlood voor het aangezicht eens leeuws, en hem ontmoette een beer; of dat hij kwam in een huis, en leunde met zijn hand aan den wand, en hem beet een slang.
20 Zal dan niet des HEEREN dag duisternis zijn, en geen licht? En donkerheid, zodat er geen glans aan zij?
21 Ik haat, Ik versmaad uw feesten, en Ik mag uw verbods dagen niet rieken.
22 Want ofschoon gij Mij brandofferen offert, mitsgaders uw spijsofferen, Ik heb er toch geen welgevallen aan; en het dankoffer van uw vette beesten mag Ik niet aanzien.
23 Doe het getier uwer liederen van Mij weg; ook mag Ik uwer luiten spel niet horen.
24 Maar laat het oordeel zich daarhenen wenden als de wateren, en de gerechtigheid als een sterke beek.
25 Hebt gij Mij veertig jaren in de woestijn slachtofferen en spijsoffer toegebracht, o huis Israëls?
26 Ja, gij droegt de tent van uw Melech, en den Kijun, uw beelden, de ster uws gods, dien gij uzelf hadt gemaakt.
27 Daarom zal Ik ulieden gevankelijk wegvoeren, ver boven Damaskus henen, zegt de HEERE, Wiens Naam is God der heirscharen.

Nee, ik begeer niet een rebel te zijn om tegen de kerk aan te schoppen. De breuk der kerk doet zo onnoemelijk pijn. En soms lijkt het of niemand dat ziet… We hebben een ontdekkende prediking nodig, maar God is rechtvaardig als Hij ons die onthoudt… Soms ben je toch bij dat er staat: Er is een gedenkboek voor Gods aangezicht… Dat Hij de hartenkenner, nierenproever en buikendoorwandelaar is…

Een gezegende zondag, voor allen die Sion niet gram zijn. En dat Gods Kerk nog bewaard en vermeerderd mag worden.

[vriend-en-metgezel]

Dat dit geesteloos is wil ik het niet over hebben, maar om met zulke woorden met elkaar om te gaan, vind ik niet passend.

Gijs, er is al vele malen over dit onderwerp gesproken en DIA is er ook eerder op aangesproken dat je heel voorzichtig moet zijn om zulke standpunten in te nemen. Nu wordt weer op zo'n manier geschreven of een deel van de GG niet deugd, omdat naar zijn insziens er iets niet zit in de prediking. Dit deugd niet om dit zo neer te zetten. Dan kan ik begrijpen dat Luther die al vele malen geprobeerd heeft om aan te geven dat je zoiets niet moet posten dan nu voor de zoveelste keer dan maar zo reageert. Wie het ook is, je moet voorzichtig zijn in je postings.

Wat mij raakte is dat iemand een groot deel van zijn eigen kerkverband afschrijft. Of vind jij dat het moet kunnen en dat het normaal is?

Precies, ik viel DIA niet op de persoon aan, maar om de inhoud van zijn posting, want die was geesteloos!
Maar het is tegen dovemansoren gericht, dus ik dacht: Laat ik het lettertype wat groter maken.

Het is met onnoemelijk veel pijn in het diepste van mijn hart dat ik moet constateren dat niet
alles Israël is was zich Israël noemt. Wie zo hard kan denken zal ook geen echt leed dragen
over de breuken der kerk. Denk eens aan de tijd van Jeremia, en lees zijn Klaagliederen eens.

Ook Jeremia 17 mag wel eens ernstig overdacht worden.
Daar spreekt het Woord. Er waren weinig vromen overgebleven in zijn dagen.
12 Een troon der heerlijkheid, een hoogheid van het eerste aan, is de plaats onzes heiligdoms.
13 O HEERE, Israëls Verwachting! allen, die U verlaten, zullen beschaamd worden; en die van mij afwijken, zullen in de aarde geschreven worden; want zij verlaten den HEERE, den Springader des levenden waters.
14 Genees mij, HEERE! zo zal ik genezen worden, behoud mij, zo zal ik behouden worden; want Gij zijt mijn Lof.
15 Ziet, zij zeggen tot mij: Waar is het woord des HEEREN? Laat het nu komen!
16 Ik heb toch niet aangedrongen, meer dan een herder achter U betaamde; ook heb ik den dodelijken dag niet begeerd, Gij weet het; wat uit mijn lippen is gegaan, is voor Uw aangezicht geweest.
17 Wees Gij mij niet tot een verschrikking; Gij zijt mijn Toevlucht ten dage des kwaads.
18 Laat mijn vervolgers beschaamd worden, maar laat mij niet beschaamd worden; laat hen verschrikt worden, maar laat mij niet verschrikt worden; breng over hen den dag des kwaads, en verbreek hen met een dubbele verbreking.
19 Alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Ga henen en sta in de poort van de kinderen des volks, door dewelke de koningen van Juda ingaan, en door dewelke zij uitgaan, ja, in alle poorten van Jeruzalem;
20 En zeg tot hen: Hoort des HEEREN woord, gij koningen van Juda, en gans Juda, en alle inwoners van Jeruzalem, die door deze poorten ingaat.

Lees verder heel Jeremia eens door. En zie hoe de bestraffende man in de poort werd gehaat. Waarom? Was dat zijn doel?
Om de mensen te kwetsen? Nee, echt niet... Hij was innerlijk verbroken. En dat zegen ze niet.
En kijk nu onze tijd eens. Is die vruchtbaarder dan de tijd van Jeremia? Nee. Dat moeten we helaas wel allemaal toegeven. Maar de ellende is dat we er niet onder verbroken worden.
Dat is het oordeel in het oordeel.

Ook Micha roept het uit in hoofdstuk 7:
Ai mij! Want ik ben, als wanneer de zomervruchten zijn ingezameld; als wanneer de nalezingen in den wijnoogst geschied zijn; er is geen druif om te eten; mijn ziel begeert vroegrijpe vrucht.
En lees hoofdstuk 6 van Micha eens: over de twist des HEEREN met Zijn volk. Maar dat volk kwam ook niet op de rechte plaats... En zou het nu beter zijn? Nee toch, dat moeten we allemaal wel toegeven.

En lees ook eens het klaaglied van Amos eens door. Vergelijk dat eens met deze tijd, en zouden wij dan ook niet bitterlijk moten klagen. Wij hebben God op het hoogst misdaan?
Zijn we dan zó verhardt? Merken we niet meer als het goede of als het kwade komt?
1 Hoort dit woord, dat Ik over ulieden ophef, een klaaglied, o huis Israëls!
2 De jonkvrouw Israëls is gevallen, zij zal niet weder opstaan; zij is verlaten op haar land, er is niemand, die haar opricht.
3 Want zo zegt de Heere HEERE: De stad, die uitgaat met duizend, zal honderd overhouden, en die uitgaat met honderd, zal tien overhouden, in het huis Israëls.
4 Want zo zegt de HEERE tot het huis Israëls: Zoekt Mij, en leeft.
5 Maar zoekt Beth-el niet, en komt niet te Gilgal, en gaat niet over naar Ber-seba; want Gilgal zal voorzeker gevankelijk worden weggevoerd, en Beth-el zal worden tot niet.
6 Zoekt den HEERE, en leeft; opdat Hij niet doorbreke in het huis van Jozef als een vuur, dat vertere, zodat er niemand zij, die het blusse in Beth-el;
7 Die het recht in alsem verkeren, en de gerechtigheid ter aarde doen liggen.
8 Die het Zevengesternte en den Orion maakt, en de doodsschaduw in den morgenstond verandert, en den dag als den nacht verduistert; Die de wateren der zee roept, en giet ze uit op den aardbodem, HEERE is Zijn Naam.
9 Die Zich verkwikt door verwoesting over een sterke; zodat de verwoesting komt over een vesting.
10 Zij haten in de poort dengene, die bestraft, en hebben een gruwel van dien, die oprechtelijk spreekt.
11 Daarom, omdat gij den arme vertreedt en een last koren van hem neemt, zo hebt gij wel huizen gebouwd van gehouwen steen, maar gij zult daarin niet wonen; gij hebt gewenste wijngaarden geplant, maar gij zult derzelver wijn niet drinken.
12 Want Ik weet, dat uw overtredingen menigvuldig, en uw zonden machtig vele zijn; zij benauwen den rechtvaardige, nemen zoengeld, en verstoten de nooddruftigen in de poort.
13 Daarom zal de verstandige te dier tijd zwijgen, want het zal een boze tijd zijn.
14 Zoekt het goede, en niet het boze, opdat gij leeft; en alzo zal de HEERE, de God der heirscharen, met ulieden zijn, gelijk als gij zegt.
15 Haat het boze, en hebt lief het goede, en bestelt het recht in de poort, misschien zal de HEERE, de God der heirscharen, aan Jozefs overblijfsel genadig zijn.
16 Daarom, zo zegt de HEERE, de God der heirscharen, de Heere: Op alle straten zal rouwklage zijn, en in alle wijken zullen zij zeggen: Och! och! en zullen den akkerman roepen tot treuren, en rouwklage zal zijn bij degenen, die verstand van kermen hebben. 17 Ja, in alle wijngaarden zal rouwklage zijn; want Ik zal door het midden van u doorgaan; zegt de HEERE.
18 Wee dien, die des HEEREN dag begeren! Waartoe toch zal ulieden de dag des HEEREN zijn? Hij zal duisternis wezen en geen licht.
19 Als wanneer iemand vlood voor het aangezicht eens leeuws, en hem ontmoette een beer; of dat hij kwam in een huis, en leunde met zijn hand aan den wand, en hem beet een slang.
20 Zal dan niet des HEEREN dag duisternis zijn, en geen licht? En donkerheid, zodat er geen glans aan zij?
21 Ik haat, Ik versmaad uw feesten, en Ik mag uw verbods dagen niet rieken.
22 Want ofschoon gij Mij brandofferen offert, mitsgaders uw spijsofferen, Ik heb er toch geen welgevallen aan; en het dankoffer van uw vette beesten mag Ik niet aanzien.
23 Doe het getier uwer liederen van Mij weg; ook mag Ik uwer luiten spel niet horen.
24 Maar laat het oordeel zich daarhenen wenden als de wateren, en de gerechtigheid als een sterke beek.
25 Hebt gij Mij veertig jaren in de woestijn slachtofferen en spijsoffer toegebracht, o huis Israëls?
26 Ja, gij droegt de tent van uw Melech, en den Kijun, uw beelden, de ster uws gods, dien gij uzelf hadt gemaakt.
27 Daarom zal Ik ulieden gevankelijk wegvoeren, ver boven Damaskus henen, zegt de HEERE, Wiens Naam is God der heirscharen.

Nee, ik begeer niet een rebel te zijn om tegen de kerk aan te schoppen. De breuk der kerk doet zo onnoemelijk pijn. En soms lijkt het of niemand dat ziet… We hebben een ontdekkende prediking nodig, maar God is rechtvaardig als Hij ons die onthoudt… Soms ben je toch bij dat er staat: Er is een gedenkboek voor Gods aangezicht… Dat Hij de hartenkenner, nierenproever en buikendoorwandelaar is…

Een gezegende zondag, voor allen die Sion niet gram zijn. En dat Gods Kerk nog bewaard en vermeerderd mag worden.

Het klinkt zo vroom... Ik weet niet wat ik er van moet denken.
Maar dit soort opmerkingen zijn funest voor een kerkverband.
Ik vind het absoluut niet passend dat zulke opmerkingen (verdachtmakingen) op een reformatorisch forum gemaakt worden.
Wanneer het met de GG inderdaad zo is, zoals DIA het schetst (nl. dat predikanten binnen het kerkverband een valse boodschap verkondigen / niet bekeerd/geroepen zijn), dan moet de kerkelijke weg bewandeld worden.
Bovendien heeft het weinig zin om zonder concreet te worden dit soort opmerkingen te poneren.

Wordt het niet tijd dat een moderator ingrijpt?

Goede zondag!

[hervormde]

We bidden allelezers een gezegende zondag toe morgen.

Dia,

Je woorden uit Jeremia of Amos zijn Schriftwoorden. En het zijn ontdekkende woorden. Daarover geen enkel misverstand.

De discussie gaat niet over de ernst van de tijd, maar of het door jouw gemaakte onderscheid tussen 'Woord en Geest' Bijbels is. De omschrijving 'schriftuurlijk-bevindelijke prediking' houdt hiermee direct verband.

Prediking die de Schriften uitlegt is altijd bevindelijk. Omdat de Schrift bevindelijk is. De bevinding is niet zoiets als een extra plus, die afhankelijk van de 'stand' of 'staat' van de prediker wordt gehoord.

Wel ben ik van mening dat de prediking vuur mist als de prediker niet blijvend put uit de schat van het Woord.

Maar nu jouw onderscheid. Kom nu eens met een aantal Schriftplaatsen die het door jouw gemaakte onderscheid funderen.

[-DIA-]

Gijs, er is al vele malen over dit onderwerp gesproken en DIA is er ook eerder op aangesproken dat je heel voorzichtig moet zijn om zulke standpunten in te nemen. Nu wordt weer op zo'n manier geschreven of een deel van de GG niet deugd, omdat naar zijn insziens er iets niet zit in de prediking. Dit deugd niet om dit zo neer te zetten. Dan kan ik begrijpen dat Luther die al vele malen geprobeerd heeft om aan te geven dat je zoiets niet moet posten dan nu voor de zoveelste keer dan maar zo reageert. Wie het ook is, je moet voorzichtig zijn in je postings.

Wat mij raakte is dat iemand een groot deel van zijn eigen kerkverband afschrijft. Of vind jij dat het moet kunnen en dat het normaal is?

Precies, ik viel DIA niet op de persoon aan, maar om de inhoud van zijn posting, want die was geesteloos!
Maar het is tegen dovemansoren gericht, dus ik dacht: Laat ik het lettertype wat groter maken.

Het is met onnoemelijk veel pijn in het diepste van mijn hart dat ik moet constateren dat niet
alles Israël is was zich Israël noemt. Wie zo hard kan denken zal ook geen echt leed dragen
over de breuken der kerk. Denk eens aan de tijd van Jeremia, en lees zijn Klaagliederen eens.

Ook Jeremia 17 mag wel eens ernstig overdacht worden.
Daar spreekt het Woord. Er waren weinig vromen overgebleven in zijn dagen.
12 Een troon der heerlijkheid, een hoogheid van het eerste aan, is de plaats onzes heiligdoms.
13 O HEERE, Israëls Verwachting! allen, die U verlaten, zullen beschaamd worden; en die van mij afwijken, zullen in de aarde geschreven worden; want zij verlaten den HEERE, den Springader des levenden waters.
14 Genees mij, HEERE! zo zal ik genezen worden, behoud mij, zo zal ik behouden worden; want Gij zijt mijn Lof.
15 Ziet, zij zeggen tot mij: Waar is het woord des HEEREN? Laat het nu komen!
16 Ik heb toch niet aangedrongen, meer dan een herder achter U betaamde; ook heb ik den dodelijken dag niet begeerd, Gij weet het; wat uit mijn lippen is gegaan, is voor Uw aangezicht geweest.
17 Wees Gij mij niet tot een verschrikking; Gij zijt mijn Toevlucht ten dage des kwaads.
18 Laat mijn vervolgers beschaamd worden, maar laat mij niet beschaamd worden; laat hen verschrikt worden, maar laat mij niet verschrikt worden; breng over hen den dag des kwaads, en verbreek hen met een dubbele verbreking.
19 Alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Ga henen en sta in de poort van de kinderen des volks, door dewelke de koningen van Juda ingaan, en door dewelke zij uitgaan, ja, in alle poorten van Jeruzalem;
20 En zeg tot hen: Hoort des HEEREN woord, gij koningen van Juda, en gans Juda, en alle inwoners van Jeruzalem, die door deze poorten ingaat.

Lees verder heel Jeremia eens door. En zie hoe de bestraffende man in de poort werd gehaat. Waarom? Was dat zijn doel?
Om de mensen te kwetsen? Nee, echt niet... Hij was innerlijk verbroken. En dat zegen ze niet.
En kijk nu onze tijd eens. Is die vruchtbaarder dan de tijd van Jeremia? Nee. Dat moeten we helaas wel allemaal toegeven. Maar de ellende is dat we er niet onder verbroken worden.
Dat is het oordeel in het oordeel.

Ook Micha roept het uit in hoofdstuk 7:
Ai mij! Want ik ben, als wanneer de zomervruchten zijn ingezameld; als wanneer de nalezingen in den wijnoogst geschied zijn; er is geen druif om te eten; mijn ziel begeert vroegrijpe vrucht.
En lees hoofdstuk 6 van Micha eens: over de twist des HEEREN met Zijn volk. Maar dat volk kwam ook niet op de rechte plaats... En zou het nu beter zijn? Nee toch, dat moeten we allemaal wel toegeven.

En lees ook eens het klaaglied van Amos eens door. Vergelijk dat eens met deze tijd, en zouden wij dan ook niet bitterlijk moten klagen. Wij hebben God op het hoogst misdaan?
Zijn we dan zó verhardt? Merken we niet meer als het goede of als het kwade komt?
1 Hoort dit woord, dat Ik over ulieden ophef, een klaaglied, o huis Israëls!
2 De jonkvrouw Israëls is gevallen, zij zal niet weder opstaan; zij is verlaten op haar land, er is niemand, die haar opricht.
3 Want zo zegt de Heere HEERE: De stad, die uitgaat met duizend, zal honderd overhouden, en die uitgaat met honderd, zal tien overhouden, in het huis Israëls.
4 Want zo zegt de HEERE tot het huis Israëls: Zoekt Mij, en leeft.
5 Maar zoekt Beth-el niet, en komt niet te Gilgal, en gaat niet over naar Ber-seba; want Gilgal zal voorzeker gevankelijk worden weggevoerd, en Beth-el zal worden tot niet.
6 Zoekt den HEERE, en leeft; opdat Hij niet doorbreke in het huis van Jozef als een vuur, dat vertere, zodat er niemand zij, die het blusse in Beth-el;
7 Die het recht in alsem verkeren, en de gerechtigheid ter aarde doen liggen.
8 Die het Zevengesternte en den Orion maakt, en de doodsschaduw in den morgenstond verandert, en den dag als den nacht verduistert; Die de wateren der zee roept, en giet ze uit op den aardbodem, HEERE is Zijn Naam.
9 Die Zich verkwikt door verwoesting over een sterke; zodat de verwoesting komt over een vesting.
10 Zij haten in de poort dengene, die bestraft, en hebben een gruwel van dien, die oprechtelijk spreekt.
11 Daarom, omdat gij den arme vertreedt en een last koren van hem neemt, zo hebt gij wel huizen gebouwd van gehouwen steen, maar gij zult daarin niet wonen; gij hebt gewenste wijngaarden geplant, maar gij zult derzelver wijn niet drinken.
12 Want Ik weet, dat uw overtredingen menigvuldig, en uw zonden machtig vele zijn; zij benauwen den rechtvaardige, nemen zoengeld, en verstoten de nooddruftigen in de poort.
13 Daarom zal de verstandige te dier tijd zwijgen, want het zal een boze tijd zijn.
14 Zoekt het goede, en niet het boze, opdat gij leeft; en alzo zal de HEERE, de God der heirscharen, met ulieden zijn, gelijk als gij zegt.
15 Haat het boze, en hebt lief het goede, en bestelt het recht in de poort, misschien zal de HEERE, de God der heirscharen, aan Jozefs overblijfsel genadig zijn.
16 Daarom, zo zegt de HEERE, de God der heirscharen, de Heere: Op alle straten zal rouwklage zijn, en in alle wijken zullen zij zeggen: Och! och! en zullen den akkerman roepen tot treuren, en rouwklage zal zijn bij degenen, die verstand van kermen hebben. 17 Ja, in alle wijngaarden zal rouwklage zijn; want Ik zal door het midden van u doorgaan; zegt de HEERE.
18 Wee dien, die des HEEREN dag begeren! Waartoe toch zal ulieden de dag des HEEREN zijn? Hij zal duisternis wezen en geen licht.
19 Als wanneer iemand vlood voor het aangezicht eens leeuws, en hem ontmoette een beer; of dat hij kwam in een huis, en leunde met zijn hand aan den wand, en hem beet een slang.
20 Zal dan niet des HEEREN dag duisternis zijn, en geen licht? En donkerheid, zodat er geen glans aan zij?
21 Ik haat, Ik versmaad uw feesten, en Ik mag uw verbods dagen niet rieken.
22 Want ofschoon gij Mij brandofferen offert, mitsgaders uw spijsofferen, Ik heb er toch geen welgevallen aan; en het dankoffer van uw vette beesten mag Ik niet aanzien.
23 Doe het getier uwer liederen van Mij weg; ook mag Ik uwer luiten spel niet horen.
24 Maar laat het oordeel zich daarhenen wenden als de wateren, en de gerechtigheid als een sterke beek.
25 Hebt gij Mij veertig jaren in de woestijn slachtofferen en spijsoffer toegebracht, o huis Israëls?
26 Ja, gij droegt de tent van uw Melech, en den Kijun, uw beelden, de ster uws gods, dien gij uzelf hadt gemaakt.
27 Daarom zal Ik ulieden gevankelijk wegvoeren, ver boven Damaskus henen, zegt de HEERE, Wiens Naam is God der heirscharen.

Nee, ik begeer niet een rebel te zijn om tegen de kerk aan te schoppen. De breuk der kerk doet zo onnoemelijk pijn. En soms lijkt het of niemand dat ziet… We hebben een ontdekkende prediking nodig, maar God is rechtvaardig als Hij ons die onthoudt… Soms ben je toch bij dat er staat: Er is een gedenkboek voor Gods aangezicht… Dat Hij de hartenkenner, nierenproever en buikendoorwandelaar is…

Een gezegende zondag, voor allen die Sion niet gram zijn. En dat Gods Kerk nog bewaard en vermeerderd mag worden.

Het klinkt zo vroom... Ik weet niet wat ik er van moet denken.
Maar dit soort opmerkingen zijn funest voor een kerkverband.
Ik vind het absoluut niet passend dat zulke opmerkingen (verdachtmakingen) op een reformatorisch forum gemaakt worden.
Wanneer het met de GG inderdaad zo is, zoals DIA het schetst (nl. dat predikanten binnen het kerkverband een valse boodschap verkondigen / niet bekeerd/geroepen zijn), dan moet de kerkelijke weg bewandeld worden.
Bovendien heeft het weinig zin om zonder concreet te worden dit soort opmerkingen te poneren.

Wordt het niet tijd dat een moderator ingrijpt?

Goede zondag!

Als iemand kan aanwijzen waar ik zeg dat er een VALSE BOODSCHAP wordt verkondigd... dat gelukkig niet.... Maar dat maakt het wel erg moeilijk voor de doorsnee oppervlakkige luisteraar om het verschil tussen een voorwerpelijke en onderwerpelijke waarheid te horen en te herkennen...

[Hendrikus]

Als iemand kan aanwijzen waar ik zeg dat er een VALSE BOODSCHAP wordt verkondigd... dat gelukkig niet.... Maar dat maakt het wel erg moeilijk voor de doorsnee oppervlakkige luisteraar om het verschil tussen een voorwerpelijke en onderwerpelijke waarheid te horen en te herkennen...

DIA, hou toch eens op met je rookgordijnen van woorden.

Is het wel verantwoord om nog langer gescheiden op te trekken?

Laten we trachten naar eenheid:

Ik pleit voor een samengaan (hereniging) van de GGiN en de
rechterflank van de GG.
Intussen is er meer overeenkomst van beide groepen als tussen de
linker- en rechterflank in de GG.

Met deze woorden geef je heel duidelijk aan dat je verlangt naar eenheid met de GGiN en dat de linkerflank van de GG er niet bijhoort.
En dan maar zeggen dat het niet verantwoord is om nog gescheiden op te trekken en "Laten we trachten naar eenheid".

Je draait er omheen, -nogmaals- je trekt rookgordijnen op van vrome woorden, maar ten diepste ben je bezig om mensen gewoon af te schrijven. Stop daarmee!!! Denk daan dat gedenkboek, weet je nog?

[-DIA-]

Als iemand kan aanwijzen waar ik zeg dat er een VALSE BOODSCHAP wordt verkondigd... dat gelukkig niet.... Maar dat maakt het wel erg moeilijk voor de doorsnee oppervlakkige luisteraar om het verschil tussen een voorwerpelijke en onderwerpelijke waarheid te horen en te herkennen...

DIA, hou toch eens op met je rookgordijnen van woorden.

Is het wel verantwoord om nog langer gescheiden op te trekken?

Laten we trachten naar eenheid:

Ik pleit voor een samengaan (hereniging) van de GGiN en de
rechterflank van de GG.
Intussen is er meer overeenkomst van beide groepen als tussen de
linker- en rechterflank in de GG.

Met deze woorden geef je heel duidelijk aan dat je verlangt naar eenheid met de GGiN en dat de linkerflank van de GG er niet bijhoort.
En dan maar zeggen dat het niet verantwoord is om nog gescheiden op te trekken en "Laten we trachten naar eenheid".

Je draait er omheen, -nogmaals- je trekt rookgordijnen op van vrome woorden, maar ten diepste ben je bezig om mensen gewoon af te schrijven. Stop daarmee!!! Denk daan dat gedenkboek, weet je nog?

Het is duidelijk genoeg... Onder een prediking als in de linkerkant verkommert het volk.
En toch zijn er ook daar vaak nog bidders die biden geleerd hebben, en het goede voor Jeruzalem zoeken...
En dat Gedenkboek mag me wel eens tot troost zijn... Dat ik de dodelijke dag van mijn naaste, van niemand begeer...

[Hendrikus]

Natuurlijk jongen, je hebt helemaal gelijk. Welterusten en een goede zondag gewenst.

[-DIA-]

Natuurlijk jongen, je hebt helemaal gelijk. Welterusten en een goede zondag gewenst.

Leg het niet naast je neer... Overdenk het...