Geplaatst: 01 feb 2002, 12:41
Deze reactie plaats ik voor Ereunao.
Rinie,excuseer mij dat ik mij ongevraagd in deze discussie meng, maar je vroeg om een persoonlijke toepassing en ervaring n.a.v. Markus 2. Voor mij is de geschiedenis van de genezing van de verlamde onlosmakelijk verbonden met de herinnering aan een ongeneeslijk zieke, oude man uit onze gemeente, nu ruim vijf jaar geleden. Ik had hem twee maanden lang iedere week bezocht in het verpleeghuis, hij was erg opstandig en foeterde op alles en iedereen. Op het laatst was hij zo dement dat hij soms zijn vrouw niet herkende. Geestelijk een hopeloos geval, hij reageerde nergens op. Op een morgen, circa veertien dagen voor zijn dood, bond de Heere de nood van deze man op mijn ziel, hij moest sterven en hij kon zo niet sterven. Toen deze nood de mijne werd heb ik de Heere aangeroepen en Hij kwam mij voor met Markus 2, hoe die vier vrienden een verlamde bij Jezus brachten en Hij beloofde mij dat als wij dit ook met deze man deden Hij hem aan zou nemen.
Ik heb toen zijn vrouw opgebeld en voorgesteld dat wij met nog een paar vrienden bij haar samen zouden komen om voor haar man te bidden. Zij is een vrouw die in oprechtheid de Heere vreest en was hier dadelijk toe bereid . Wij waren die morgen precies met ons vieren, al geloof ik niet dat dat persé moet in zo’n geval, de vrouw, een van de zoons van de man en nog een vriendin van die vrouw. Wij zijn begonnen met Ps.86:6: neig o,Heer Uw gunstig oren, om mij in mijn angst te horen enz. Daarna heb ik uit Jes.65:17-gelezen "eer zij roepen, zo zal Ik antwoorden; terwijl zij nog spreken, zo zal Ik horen" en vervolgens Markus 2: 1-6. Daarna hebben mijn vriend ( die zoon )en ik gebeden. En de Heere goot Zijn Geest over ons uit, zo als ik daar gebeden heb had ik nog nooit gebeden en ik geloof niet dat ik ooit zo nog eens bidden zal: " Heere Jezus, Wij leggen een zondaar voor U neer waar niets goeds van te zeggen is, maar wij hebben gehoord en ervaren dat U gekomen bent om de zondaren zalig te maken, hier is werk voor U, was hem in Uw bloed en neem hem in genade aan" En God gaf onder het gebed de zekerheid in ons hart dat Hij ons gebed verhoord had. In die zekerheid mochten wij voor wij uit elkander gingen nog zingen: Hij kan en wil en zal in nood, zelfs bij het naadren van de dood, volkomen uitkomst geven. En het bloed van Christus kwam over de ziel van deze demente man en bracht een totale verandering in zijn gehele wezen. Als je bij hem kwam en hij was even bij lag hij je met een stralend gezicht aan te kijken. "Wat een wonder, wat een wonder, dat zoiets kan, kun jij dat nou begrijpen?" "Nee, pa" zei mijn vriend, dat kan ik ook niet begrijpen" De verpleegsters begrepen er niets van, alle opstandigheid was verdwenen," eerst mopperde hij altijd, nu is hij dankbaar voor een glas water" Dat had zo al bijna een week geduurd toen ik onze wijkpredikant ontmoette op een gemeenteavond. Hij is een kind Gods en een dienstknecht van Christus die met heel zijn hart het evangelie verkondigt met al de gaven van hoofd en hart die hem God geschonken heeft. Maar qua karakter heeft hij één ongeluk; hij is net als ik en dat zegt genoeg voor allen die mij en hem kennen. Toen ik hem vertelde wat er gebeurd was keek hij mij vol verbazing en ongeloof aan. Want hij had juist enkele dagen tevoren op zijn verjaardag tegen zijn ouderlingen gezegd dat de Heere aan oude en demente mensen niets meer doet, die hadden het leven en hun kansen gehad. "Maar, broeder, je kunt toch voor een ander niet geloven?" Ik zei "dominee, er staat toch niet en Jezus zijn maar hun geloof ziende zei tot de geraakte uw zonden zijn u vergeven?" Hij kon dat niet overnemen, maar het was genoeg om de andere morgen direct in zijn auto te stappen en er naar toe te rijden, hij wou dat dan wel eens zien. En toen heeft hij het gezien en hij kreeg de schuldbrief thuis, want de Heere toonde hem dat Hij dit deze mensen geschonken had omdat zij Hem in het geloof gebeden hadden. En hij had in de kerk slechts plichtmatig voor deze man gebeden: "Heere, wilt U de oude broeder I gedenken, wij kunnen hem niet meer bereiken, maar U wel" Maar nu moest hij tot zijn beschaming erkennen dat hij dat niet geloofd had, voor hem was dit al voorbij. Als kind Gods moest hij zich nu schuldig kennen en zeggen: "Heere, als dit van U is en het gaat aan mij voorbij, dan heb ik dat verdiend" Hij is toen dadelijk naar de familie van die man gegaan om vergeving te vragen dat hij hier als pastor tekort geschoten was en te klein van de Heere gedacht had. Drie dagen later raadde de dokter aan om de familie bijeen te roepen want het kon ieder ogenblik aflopen. De vrouw van de stervende zei:" zouden wij de dominee niet roepen?" Mijn vriend stond op om te gaan bellen toen er op de deur geklopt werd en daar stond de dominee: "Ik geloof dat ik hier moet zijn:" zei hij. "ja, dominee, dat klopt, ik zou u juist gaan bellen" zei mijn vriend. Toen hij met de familie bad kwam de Heere over en kreeg hij te geloven dat de Heere ook tegen deze man gezegd had: "mijn zoon uw zonden zijn u vergeven" Zoals hij toen in de rouwdienst gepreekt heeft over Markus 2! Onvergetelijk, al de registers van het evangelie van Gods genade voor zondaren gingen open en het was meer een dank- dan een rouwdienst. Dit alles kwam weer bij mij boven toen ik de verschillende posters op deze topic las en ik hoop dat het voor ieder die dit leest een aansporing mag zijn om wel aan zichzelf, maar nooit aan Gods genade te wanhopen.
Looft, looft de Heer de Hoorder der gebeden.
Vergeet nooit één van Zijn weldadigheden.
Vergeet ze niet, ’t is God Die z’ u bewees.
Ereunao
Rinie,excuseer mij dat ik mij ongevraagd in deze discussie meng, maar je vroeg om een persoonlijke toepassing en ervaring n.a.v. Markus 2. Voor mij is de geschiedenis van de genezing van de verlamde onlosmakelijk verbonden met de herinnering aan een ongeneeslijk zieke, oude man uit onze gemeente, nu ruim vijf jaar geleden. Ik had hem twee maanden lang iedere week bezocht in het verpleeghuis, hij was erg opstandig en foeterde op alles en iedereen. Op het laatst was hij zo dement dat hij soms zijn vrouw niet herkende. Geestelijk een hopeloos geval, hij reageerde nergens op. Op een morgen, circa veertien dagen voor zijn dood, bond de Heere de nood van deze man op mijn ziel, hij moest sterven en hij kon zo niet sterven. Toen deze nood de mijne werd heb ik de Heere aangeroepen en Hij kwam mij voor met Markus 2, hoe die vier vrienden een verlamde bij Jezus brachten en Hij beloofde mij dat als wij dit ook met deze man deden Hij hem aan zou nemen.
Ik heb toen zijn vrouw opgebeld en voorgesteld dat wij met nog een paar vrienden bij haar samen zouden komen om voor haar man te bidden. Zij is een vrouw die in oprechtheid de Heere vreest en was hier dadelijk toe bereid . Wij waren die morgen precies met ons vieren, al geloof ik niet dat dat persé moet in zo’n geval, de vrouw, een van de zoons van de man en nog een vriendin van die vrouw. Wij zijn begonnen met Ps.86:6: neig o,Heer Uw gunstig oren, om mij in mijn angst te horen enz. Daarna heb ik uit Jes.65:17-gelezen "eer zij roepen, zo zal Ik antwoorden; terwijl zij nog spreken, zo zal Ik horen" en vervolgens Markus 2: 1-6. Daarna hebben mijn vriend ( die zoon )en ik gebeden. En de Heere goot Zijn Geest over ons uit, zo als ik daar gebeden heb had ik nog nooit gebeden en ik geloof niet dat ik ooit zo nog eens bidden zal: " Heere Jezus, Wij leggen een zondaar voor U neer waar niets goeds van te zeggen is, maar wij hebben gehoord en ervaren dat U gekomen bent om de zondaren zalig te maken, hier is werk voor U, was hem in Uw bloed en neem hem in genade aan" En God gaf onder het gebed de zekerheid in ons hart dat Hij ons gebed verhoord had. In die zekerheid mochten wij voor wij uit elkander gingen nog zingen: Hij kan en wil en zal in nood, zelfs bij het naadren van de dood, volkomen uitkomst geven. En het bloed van Christus kwam over de ziel van deze demente man en bracht een totale verandering in zijn gehele wezen. Als je bij hem kwam en hij was even bij lag hij je met een stralend gezicht aan te kijken. "Wat een wonder, wat een wonder, dat zoiets kan, kun jij dat nou begrijpen?" "Nee, pa" zei mijn vriend, dat kan ik ook niet begrijpen" De verpleegsters begrepen er niets van, alle opstandigheid was verdwenen," eerst mopperde hij altijd, nu is hij dankbaar voor een glas water" Dat had zo al bijna een week geduurd toen ik onze wijkpredikant ontmoette op een gemeenteavond. Hij is een kind Gods en een dienstknecht van Christus die met heel zijn hart het evangelie verkondigt met al de gaven van hoofd en hart die hem God geschonken heeft. Maar qua karakter heeft hij één ongeluk; hij is net als ik en dat zegt genoeg voor allen die mij en hem kennen. Toen ik hem vertelde wat er gebeurd was keek hij mij vol verbazing en ongeloof aan. Want hij had juist enkele dagen tevoren op zijn verjaardag tegen zijn ouderlingen gezegd dat de Heere aan oude en demente mensen niets meer doet, die hadden het leven en hun kansen gehad. "Maar, broeder, je kunt toch voor een ander niet geloven?" Ik zei "dominee, er staat toch niet en Jezus zijn maar hun geloof ziende zei tot de geraakte uw zonden zijn u vergeven?" Hij kon dat niet overnemen, maar het was genoeg om de andere morgen direct in zijn auto te stappen en er naar toe te rijden, hij wou dat dan wel eens zien. En toen heeft hij het gezien en hij kreeg de schuldbrief thuis, want de Heere toonde hem dat Hij dit deze mensen geschonken had omdat zij Hem in het geloof gebeden hadden. En hij had in de kerk slechts plichtmatig voor deze man gebeden: "Heere, wilt U de oude broeder I gedenken, wij kunnen hem niet meer bereiken, maar U wel" Maar nu moest hij tot zijn beschaming erkennen dat hij dat niet geloofd had, voor hem was dit al voorbij. Als kind Gods moest hij zich nu schuldig kennen en zeggen: "Heere, als dit van U is en het gaat aan mij voorbij, dan heb ik dat verdiend" Hij is toen dadelijk naar de familie van die man gegaan om vergeving te vragen dat hij hier als pastor tekort geschoten was en te klein van de Heere gedacht had. Drie dagen later raadde de dokter aan om de familie bijeen te roepen want het kon ieder ogenblik aflopen. De vrouw van de stervende zei:" zouden wij de dominee niet roepen?" Mijn vriend stond op om te gaan bellen toen er op de deur geklopt werd en daar stond de dominee: "Ik geloof dat ik hier moet zijn:" zei hij. "ja, dominee, dat klopt, ik zou u juist gaan bellen" zei mijn vriend. Toen hij met de familie bad kwam de Heere over en kreeg hij te geloven dat de Heere ook tegen deze man gezegd had: "mijn zoon uw zonden zijn u vergeven" Zoals hij toen in de rouwdienst gepreekt heeft over Markus 2! Onvergetelijk, al de registers van het evangelie van Gods genade voor zondaren gingen open en het was meer een dank- dan een rouwdienst. Dit alles kwam weer bij mij boven toen ik de verschillende posters op deze topic las en ik hoop dat het voor ieder die dit leest een aansporing mag zijn om wel aan zichzelf, maar nooit aan Gods genade te wanhopen.
Looft, looft de Heer de Hoorder der gebeden.
Vergeet nooit één van Zijn weldadigheden.
Vergeet ze niet, ’t is God Die z’ u bewees.
Ereunao