DDD schreef:@Luther:
Dit is echt niet eerlijk.
Je citeert via Google books één foute uitdrukking in een boek van S.D. Post. Terwijl als je zoekt er twee alternatieven van vindt.
Indien je zoekt op betekende zaak vind je 123 resultaten, allemaal uit de tijd dat mensen het oud-Nederlands nog wel beheersten. Dat zegt toch genoeg, nog even los van de vraag of je het zelf ook kunt begrijpen? Ik begrijp best dat op een forum iedereen mag meepraten, maar soms denk ik wel eens: beperkte iedereen zich maar tot onderwerpen waar hij of zij verstand van heeft.
Pas op voor je hart...
Ik wilde alleen maar aangeven dat mijn redenering (van catechisatie destijds) niet alleen bij mij voor komt. En ja, het tegenovergestelde heb ik ook gezien. Ds. Kersten spreekt in zijn catechismusverklaring stelselmatig van 'betekende zaak'; bij hem kon ik de uitdrukking 'betekenende zaak' weer niet vinden.
Ik heb catechisatie gehad van een niet onvermaard predikant, die ons zelfs zei dat de uitdrukking 'betekende zaak' helemaal niet klopt en niet gebruikt moet worden; hij onderscheidde 'teken' en 'betekenende zaak'.
En ja @Marco, we weten allemaal wat we bedoelen, maar wat mij betreft - en ik meen dat serieus - toont deze discussie echt aan dan deze woorden niet meer gebruikt moeten worden. Het gaat om teken versus betekenis. Ik heb de uitleg van @refo en @Tiberius net nog eens doorgelezen. Als ik het goed begrijp, bedoelen zij dat het water het teken aanbrengt, en daarom aan het betekenen is. En dat het water daarmee 'de betekenende zaak' is. En datgene wat dan getekend wordt, heeft een betekenis en is dus 'de betekende zaak'. Dus de betekenende zaak beeldt de betekende zaak af? Heb ik het zo goed?
Als bovenstaande taalkundig juist is, dan heb ik het altijd verkeerd geleerd. Tegelijk zeg ik dan temeer dat we deze uitdrukking beter niet kunnen gebruiken.
(Daarnaast blijf ik het in die uitleg vreemd vinden dat 'de betekenende zaak' nog als uitdrukking bestaat, want dat volstaat het woord 'teken'.)
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)