refo schreef:Kortom: alle hoorders zijn in de preek gelijk.
Ja en nee.
Ja, omdat alle hoorders mensen zijn. Ze worden allemaal geconfronteerd met hun eindigheid. Ze hunkeren allemaal naar vrede, geluk en goedheid. Elk mens heeft liefde nodig en er is geen mens, voor wie God geen oog en hart heeft. Kenmerkend voor de omgang van Jezus met de mensen in zijn omgeving was dat Hij geen enkel onderscheid maakte op grond waarvan Hij wel of niet met hen wilde omgaan. Hij ontving ze allemaal en peilde de nood en dood van elk mens. Vanuit die houding van innerlijke bewogenheid zal de prediking ook ruim en uitnodigend moeten worden gedaan. Met grote halen het zaad van het Woord, het Evangelie onder de mensen zaaien. Zonder aanziens des persoons, maar wel met een grondig oog voor de individuele noden. Sommigen zijn ziek, anderen zijn ongelovig. Zowel genezing als terechtwijzing moeten een plaats hebben in de verkondiging. Maar ten diepste moet het voortkomen vanuit dezelfde liefde als waarmee God de wereld heeft liefgehad.
Nee, de mensen zijn niet gelijk als het er om gaat of iedereen op hetzelfde moment dezelfde reactie op het Woord geeft. Er zijn oppervlakkige reacties (geen diepgang), er zijn ongelovige reacties, er is onverschilligheid, maar er is ook de reactie van overgave en verbrokenheid. Dat kan gepaard gaan met een diep en scherp ingeleefd schuldbesef. In één keer wordt duidelijk hoe onvoorstelbaar slecht en zondig men geweest is. Ook dat moet een prediker voor ogen hebben. Hij kan en mag inspelen op al die verschillende houdingen onder zijn gehoor.
Maar let op. Wat is de grondhouding van de prediking. Wat was de grondhouding van Jezus, toen hij ook ongeloof en onverschilligheid ontmoette. Was dat een fatalistische houding, waardoor zijn prediking steeds minder overtuigd en vurig werd. Bekoelde Zijn liefde voor de mensen, toen Hij tegenstand ondervond. Legde hij zich neer bij het ongeloof (omdat dat nu eenmaal de realiteit was)? Helemaal niet. Des te indringender en uitnodigender koos Hij zijn woorden. Denk eens aan wat Hij zij over Jeruzalem, zelfs toen Hij het onheil voor die stad voelde aankomen.
En kijk, daar gaat het nu om. Hebben predikanten wel door hoezeer zwaarmoedigheid en somberheid (vanwege al dat ongeloof) de liefde en vurigheid in hun prediking aantasten? Snappen zij wel dat een houding die helemaal lijkt voort te komen uit de onvermijdelijkheid van het aantal gezaligden hen remt om dezelfde onstuitbare verkondiging van het Koninkrijk van God door te zetten, zoals Jezus deed?
Heeft Hij het opgegeven? Heeft Hij ook maar één keer gesuggereerd, dat Gods liefde en aandacht definitief van de mensen zou zijn afgekeerd vanwege hun ongelovigheid. In alle strengheid die Jezus kenmerkte bleef Hij op behoud en verlossing gericht. Niemand wilde Hij verloren laten gaan.
Het is een mysterie, die uitverkiezing (want daar gaat het natuurlijk over), maar nooit mag het de volle, indringende, door mededogen en barmhartigheid gedreven prediking doen verzanden.
En naar mijn mening is het juiste dit gebrek aan menslievende en op het hart van de mens gerichte passie, die mensen zo moeilijk kunnen verteren in sommige vormen van rechtzinnigheid. Het is een emotionele kwestie geworden. Men weet best wel dat men zondig is en onwaardig om een kind van God te heten, maar men krijgt soms de indruk, dat het heil waarnaar ze toch verlangen hen niet gegund wordt. Dat er geen mededogen is. Dat de worstelingen die zij moeten doormaken op allerlei gebied soms als ontoereikend worden neergezet. Dat men zich maar moet neerleggen bij een sombere werkelijkheid, waarin elke troost met argwaan moet worden bekeken. Zo kan het vertrouwen op een genadige ommekeer worden weggenomen.
Dat is de dodelijke vrucht van een prediking, die zich niet meer laat corrigeren door de prediking van de Meester.
Mensen moeten niet alleen weten hoe het heil zich over het algemeen bij een anonieme ander voltrekt. Men moet door de prediking zelf voelen en ervaren, dat het Koninkrijk niet ver weg is. De Heer is nabij !! Horen dat het Hem ernst is, wanneer Hij vriendelijk en uitnodigend op de mensen afkomt. De prediking mag zich nooit afwenden van de mensen. En dat gebeurt onvermijdelijk, wanneer mensen de indruk krijgen, dat hun rechtsgeding al is beslist. Zij voelen zich als de mensen die (met al hun onkunde en zonde) toch naar Jezus willen gaan, maar door de discipelen worden teruggestuurd.
Dat was bij Jezus anders !! Wat een onvoorstelbare openheid en liefde moet er onder Zijn prediking zijn uitgegaan: "komt allen tot Mij die vermoeid en belast zijt..en Ik zal u rust geven". Die boodschap geeft hoop en wordt als een geschenk van God ervaren. Aan deze omgang met hoorders moeten wij ons spiegelen.
Jezus is onze enige mogelijkheid om ons God op de juiste wijze voor te stellen.
Hij heeft de onsterfelijke woorden gesproken dat liefde de vervulling is van de wet.
Daarom: de navolging van Jezus ! Dat zal het moeten zijn voor prediker en hoorder !!
Dat in Zijn Naam gesproken en gehoord moge worden tot genezing en bevrijding van arme mensen !!
gravo