huisman schreef:Marco schreef:Posthoorn schreef:Er is geen geloof mogelijk zonder bijzondere openbaring. Dat is de inwendige roeping. Zonder deze kan er geen sprake zijn van geloof. Is dat 'zonder of buiten het Woord'? Nee, maar zij is wel nodig bij het Woord.
Dit verklaart een boel.
Ik ben het bijna met Posthoorn eens maar het is niet nodig bij het Woord maar door het Woord.
@Marco de juiste seperatie binnen de verbondsgemeente kun je leren uit het onderwijs van Jezus.
Wijze en dwaze maagden,vierderlei uitwerking van het zaad,wijze en dwaze bouwer, gelijkenis van het visnet enz.
Of de brieven aan de gemeenten van klein-Azie in Openbaring 2&3.
Uit het gesprek met Nicodemus kun je leren dat alle "geloof" buiten de wedergeboorte om ons buiten Gods koninkrijk zal houden.
Deze separatie wordt toch ten enemale gemist binnen de GKv, de NGK, linkerkant van de CGK en helaas ook al in veel bondsgemeenten binnen de PKN.
Tijd om dan dat 'geloof' eens te toetsen. Eens kijken, wat er over de wedergeboorte in bijvoorbeeld de DL staat:
DL III/IV schreef:
Artikel 11
Wanneer God dit welbehagen in de uitverkorenen uitvoert en in hen de ware bekering tot stand brengt, laat Hij hun niet alleen het evangelie door middel van de prediking horen en hun verstand door de Heilige Geest zo sterk verlichten, dat zij goed begrijpen en onderscheiden wat Gods Geest hun wil leren1. Maar Hij dringt ook door tot in het diepst van de mens met de krachtige werking van diezelfde Geest, die wedergeboorte werkt2; Hij opent het gesloten hart3, Hij maakt het harde zacht, Hij besnijdt het onbesnedene4, Hij vernieuwt de wil: van dood maak Hij hem levend, van slecht goed, van onwillig gewillig, van weerbarstig gehoorzaam. Hij brengt de wil zover en geeft deze zoveel kracht, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen5.
1 Heb. 6:4, 5; 1Kor. 2:10.
2 Heb. 4:12.
3 Hand. 16:14.
4 Jer. 4:4.
5 Mat. 7:18.
Artikel 12
Dit is de wedergeboorte, de vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking uit de dood en levendmaking, die God zonder ons in ons tot stand brengt en waarover in de Schrift zo indrukwekkend gesproken wordt1. God brengt deze wedergeboorte niet tot stand door alleen te laten prediken of een appel op ons te doen. Zij geschiedt niet op zo'n manier dat de mens, wanneer God voor zijn deel het werk voltooid heeft, nog steeds bij machte is al dan niet wedergeboren en bekeerd te worden. Nee, het is een volstrekt bovennatuurlijke, zeer krachtige en tegelijk zeer liefdevolle, wonderbare, verborgen en onuitsprekelijke werking. Deze is naar het getuigenis van de Schrift, die ingegeven is door dezelfde God die dit bewerkt, niet minder krachtig dan zijn werk bij de schepping of de opwekking van doden2. Daardoor worden allen bij wie God op deze bewonderenswaardige wijze in het hart werkt, volstrekt zeker en met kracht wedergeboren en gaan zij metterdaad geloven. En wanneer de wil vernieuwd is, wordt hij niet alleen door God geleid en bewogen; maar door God in beweging gebracht, werkt hij ook zelf3. Daarom wordt terecht gezegd dat de mens zelf gelooft en zich bekeert door de genade, die hij ontvangen heeft.
1 Joh. 3:3; 2Kor. 4:6; 5:17; Ef. 5:14.
2 Joh. 5:25; Rom. 4:17.
3 Fil. 2:13.
Artikel 13
Hoe dit in zijn werk gaat, kunnen de gelovigen in dit leven niet volledig begrijpen1. Intussen vinden zij rust in de wetenschap en ervaring, dat zij door deze genade van God van harte geloven en hun Verlosser liefhebben2.
1 Joh. 3:8.
2 Rom. 10:9.
Artikel 14
Het geloof is dus een gave van God1. Dat wil niet zeggen dat God het de mens aanbiedt, die met dit aanbod vervolgens doen kan wat hij wil, maar dat Hij het metterdaad de mens schenkt, ingeeft en instort. Evenmin is het zo, dat God alleen maar de kracht om te geloven zou geven en daarna de toestemming of het daadwerkelijk geloven verwacht van de vrije wil van de mens. Want Hij die zowel het willen als het werken in ons werkt2, ja alles in allen tot stand brengt, Hij is het immers die zowel de wil om te geloven als het geloof zelf in de mens bewerkt.
Cursief uiteraard van mijzelf. De rust en de verzekering zitten niet in het feit van de wedergeboorte, maar in het geloof zelf (en de vruchten daarvan). Lees ook artikel 17 eens..
God separeert naar wie in Hem gelooft, en wie in Hem gelooft is wedergeboren, anders kan je niet in Hem geloven. Wij moeten ondertussen niet scheiden wat Hij heeft samengevoegd. Separerende prediking die slechts onderzoekt op de wedergeboorte leidt tot twijfel en onzekerheid. Prediking die confronteert met ongeloof maar oproept tot geloof leidt de andere kant op. Dan zit de scheiding niet tussen verzekerde gelovigen en hen die het heil graag willen aannemen, maar dat om wat voor reden dan ook niet durven (lees: categorie 2 en categorie 1). Die zit dan tussen categorie 3 (oud genoeg om belijdenis te doen, maar gelooft eigenlijk niet) en categorie 1 en 2. Dat is ook de boodschap van bijvoorbeeld de brief aan Laodicea: wie lauw is, moet zich afvragen of hij niet in categorie 3 zit.
Wat ik zo verontrustend vind, is dat dat confronterende inderdaad wat naar de achtergrond verdwenen is in sommige kerkverbanden, terwijl in andere kerkverbanden wel geconfronteerd wordt, maar dan net op een andere grond dan ooit de bedoeling was. Waarbij uitverkiezing van iets moois ('God heeft mij uitgekozen!') iets engs is geworden ('zou God mij wel uitgekozen hebben?'), en de wedergeboorte van een grote bron van blijdschap ('ik geloof in God, dat doe ik niet uit mijn oude ik, maar door de vernieuwing van mijn wezen') is veranderd in een bron van twijfel ('zou mijn geloof wel echt zijn?').
We zouden hier elkaar enorm mee kunnen helpen, maar ook dat wil maar niet van de grond komen.