huisman schreef:Wat een woorden en gedachten worden mij toegedicht. Ik zou onbekeerden rustig onbekeerd willen laten enz.
Even een persoonlijke ontboezeming. Sommige reacties doen echt pijn.
Maar nu inhoudelijk.
Volgens mij heb je 3 scholen als het gaat over belijdenis des geloofs.
1.Betrokken jongeren die in leer en leven oppassend zijn en de middelen vlijtig gebruiken plus een verlangen hebben om de HEERE te vrezen,vergeving der zonde te ontvangen en Christus te leren kennen mogen belijdenis doen al hebben ze geen vrijmoedigheid om zich voor bekeerd te houden. (Dit is mijn keus die ik door schade en schande heb geleerd)
2.Alleen die de zekerheid des geloofs in waarheid bezitten mogen belijdenis doen. Consequent doorgevoerd betekent dat een groot deel van de gemeente lang of altijd dooplid blijft. Dr op 't Hof (en ook JGW,Samanthi e.a.?) bepleit deze praktijk.
3.De belijdeniscatechisanten worden voor waar gelovigen gehouden en vieren dus ook het H.A. In deze gemeenten wordt dan ook nauwelijks separerend gepreekt, zijn de avondmaalstafels vol en is de gedachte dat een mens van dood levend moet worden door het wonder van de wedergeboorte verdwenen.
Deze drie hebben alle drie gevaren.
1.Als een kerkenraad dit niet zorgvuldig toepast kun je het doen van belijdenis uithollen tot louter belijdenis van de waarheid.
2.Pastoraal loop je grote risico's om de kleinen in de genade te vertrappen en de worstelingen van het ware geloofsleven te verachten
Ook loop je het risico de onbekeerde jongeren pastoraal voorbij te gaan.
3.Dit is m.i. verreweg de gevaarlijkste variant die helaas in veel gemeenten in onze gezindte de praktijk is. De naam dat men leeft maar gij zijt dood.
Als je er over nadenkt, liggen deze keuzes dichter bij elkaar dan je wellicht zou vermoeden.
Keuze 1: Aan deze jongeren moet verteld worden dat ze de belofte moeten geloven:
Artikel 10
Deze zekerheid komt dus niet voort uit een of andere speciale openbaring zonder of buiten het Woord, maar uit het geloof in Gods beloften, die Hij in zijn Woord zo overvloedig tot onze troost geopenbaard heeft. Zij komt ook voort uit het getuigenis van de Heilige Geest, die met onze geest getuigt, dat wij Gods kinderen en erfgenamen zijn, en tenslotte hieruit, dat de gelovigen zich met heilige ernst toeleggen op een goed geweten en goede werken. En als Gods uitverkorenen in deze wereld de vaste troost dat zij de overwinning zullen behouden, moesten missen en zonder dit onbedrieglijke onderpand van de eeuwige heerlijkheid moesten leven, dan zouden zij de beklagenswaardigste van alle mensen zijn.
Keuze 2: ..en aan iedereen die niet van die zekerheid niet durft te getuigen moet verkondigd worden, dat men moet vertrouwen op de beloften.
Keuze 3: Het is niet goed om geloof te veronderstellen als het individu niet van geloof kan getuigen.
Ik ben bang dat wat 'separerend' genoemd wordt vaak de scheiding op de verkeerde plek legt: alleen wie vanuit een of andere speciale openbaring kan getuigen van wedergeboorte wordt dan voor wedergeboren gehouden. Maar zo spreken Schrift en belijdenis daar niet over.
De belijdenis is veel pastoraler:
Artikel 16
Nu zijn er mensen die het levend geloof in Christus of het vertrouwen met hart en ziel, een goed geweten voor God, het leven in de kinderlijke gehoorzaamheid en het roemen in God door Christus nog niet zo sterk bij zichzelf opmerken. Toch gebruiken zij de middelen, waardoor God naar zijn belofte dit alles in ons bewerkt. Zij moeten zich niet laten ontmoedigen, wanneer zij over de verwerping horen spreken en evenmin zichzelf tot de verworpenen rekenen. Integendeel, zij moeten de middelen trouw blijven gebruiken, vurig verlangen naar de tijd van overvloediger genade en die eerbiedig en ootmoedig verwachten.
Zij die ernstig verlangen zich tot God te bekeren, Hem alleen te behagen en uit het lichaam des doods verlost te worden, maar toch nog niet zo ver in het gelovig leven voor de Here kunnen komen, als zij wel wilden, behoren voor deze leer van de verwerping al helemaal niet bevreesd te worden. De barmhartige God heeft immers beloofd, dat Hij de walmende vlaspit niet zal uitdoven en het geknakte riet niet zal verbreken. Maar deze leer is wel degelijk schrikaanjagend voor hen die met God en Christus de Verlosser geen rekening houden, opgaan in de zorgen van de wereld en zich laten beheersen door zondige begeerten - tenminste zolang zij zich niet ernstig tot God bekeren.
Optie 1 en optie 2 vloeien dus samen. Met hopelijk volle avondmaalstafels als gevolg!