Ik ga even op je laatste alinea in:Afgewezen schreef:Ik ga even in op het vetgemaakte gedeelte. Ons probleem, zolang we nog zoekende zondaars zijn, is nu juist dat we niets van de aangeboden genade begrijpen. Juist DAARVOOR moet de Heilige Geest onze ogen nu openen. We zijn blind, juist ook voor de weg van zaligworden. Je kunt dus nooit stellen dat iemand die Christus niet kent, de aangeboden genade heel graag wil hebben, want dat klopt niet. Hij wil graag zalig worden, dat wel.vragensteller schreef:Het zal idd zo zijn, dat dit de heiligmaking betreft. Waar het mij om gaat, is dat vertrouwen in een belovende God niet voor ongeloof moet worden gehouden (en al helemaal niet "de aangebode genade afwijzen" moet worden genoemd, zoals je in je vorige post deed, want je wilt die aangeboden genade heel graag hebben, vandaar je gebed). Of je nu wel of geen bewuste rechtvaardiging hebt doorgemaakt, in welk dogmatisch stuk je ook zit. Vandaar het citaat van boek 3,II,15: het GELOOF is niet tevreden met een twijfelachtige mening. Hij noemt het al 'geloof'. Dat is mijn punt.
Het is misschien goed om temidden van alle citaten eens met een stukje Bijbeltekst te komen.
Hand. 2: 37 En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen mannen broeders?
38 En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.
39 Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal.
40 En met veel meer andere woorden betuigde hij, en vermaande hen, zeggende: Wordt behouden van dit verkeerd geslacht!
41 Die dan zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt; en er werden op dien dag tot hen toegedaan omtrent drie duizend zielen.
42 En zij waren volhardende in de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden.
In vs. 37 zie je dat de hoorders verslagen zijn in het hart. Zij geloven Petrus’ woord, zij geloven het oordeel dat hun aangezegd is.
Maar in vs. 38 zegt Petrus tegen hen: “Bekeert u…” en wat daar volgt.
In vs. 40 lezen we dat hij ‘met veel meer andere woorden’ betuigde en hen vermaande.
Dan komt vs. 41 en daar lezen we waar het op aankomt om behouden te worden (vs. 40!): “Die dan zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt…” Zij waren behouden, zij traden tot de kerk van het Nieuwe Testament, zij behoorden nu Jezus toe.
In vs. 42 lezen we hoe hun leven er daarna uitzag, de heiligmaking.
In feite lees je hier in korte trekken de bekering van een zondaar. Heel vaak beslaat datgene wat er gebeurt van vs. 37 tot 41 een veel langere periode dan hier in Handelingen 2. Over die periode hebben we het in deze discussie. En de vragen die steeds weer opkomen, zijn: Is de mens hier al bekeerd, is hij al een gelovige? Zo nee, waar komt dat roepen om genade vandaan? Zo ja, kan hij dan al een gelovige zijn, terwijl hij Christus nog niet in het geloof omhelsd heeft (wat pas in vs. 41 gebeurt)?
Allemaal vragen die in feite ‘onopgelost’ blijven. Het gaat erom dat die mensen het Woord gaarne (vol vreugde, gewillig) aannamen. Pas toen waren ze behouden, toen mochten ze gedoopt worden en zo tot discipelen van Christus worden verklaard.
Zou het niet beter zijn dat we terughoudendheid bewaren als het gaat om datgene wat er gebeurt vóór vs. 41 en te benadrukken dat het gaat om wat er in vs. 41 zelf gebeurt?
Je vragen heb ik geprobeerd te beantwoorden. Reageer daar nu eens inhoudelijk op.
Als Gods Geest werkt, zou ik me over het vetgedrukte maar geen zorgen maken, dat gebeurt zeker op Gods tijd. Gods kinderen gaan dan niet rustig afwachten, maar staan daarnaar, omdat Christus gezegd heeft: "Die tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen." Dat geloven ze van Hem, daaraan geven ze zich over en dát nemen ze aan. Dát is geloof! En als je eerst de vervulling wilt zien, voordat je je aan Hem overgeeft, komt dat op mij veel ongeloviger over.
Verder moet je niet doen alsof jij de eerste bent die de Bijbel erbij betrekt, als ik je het e.e.a. met ktt heb gepost.