Afgewezen schreef:Zonderling schreef:Afgewezen schreef:En ik heb erop gewezen dat dit bij de twee 'positieve geboden' verschillend is: een infinitivus absolutus, inderdaad een 'sterk' gebod, maar ook een gewone imperatief.
O.k., maar
a) dat impliceert nog niet dat het niet uitmaakt om dat als een 'sterk' of 'zwak' gebod/verbod weer te geven.
b) bovendien reageerde jij zojuist op mijn stukje over de VERboden ("u mag niet"), niet op de GEboden.
a) Dat is nog maar de vraag. Als het blijkbaar inwisselbaar is, om een imperatief en een inf. abs. te gebruiken bij de géboden, kun je je afvragen of we niet te veel gewicht hechten aan een bepaalde constructie bij de vérboden.
Ik maak het onderscheid in de constructies helemaal niet zo nadrukkelijk. Wat mij betreft blijven we in alle geboden en verboden bij 'zullen'. Dat is krachtig en ik zie geen aanleiding om bepaalde Hebreeuwse vormen als veel minder krachtig te zien. Volgens mij verschillen we dus wat het Hebreeuws betreft niet echt. Alle geboden en verboden moeten we zeer ernstig nemen. Ik zie niet in dat er een legitimatie kan zijn om (soms) zwakker te vertalen. Je erkent zelf dat "u mag niet" in het Nederlands in de HSV zwakker is dan het "gij zult niet" in de Statenvertaling. Op grond van wat je hierboven zegt, zou ik dan verwachten dat je eveneens zou concluderen dat een zwakkere vertaling geen grond heeft.
b) Dat klopt, maar ook daarbij blijft de vraag staan: Is het wáár dat in sommige gevallen de Hebreeuwse vorm een interpretatie van zowel een belofte als een gebod toelaat? Mogelijk is dat in bepaalde gevallen zo - maar ook dat is niet 100% te bewijzen - maar is dat in álle gevallen zo waar de SV met 'zullen' heeft vertaald?
Inderdaad is het zo in
sommige gevallen ('alle' heb ik nimmer gezegd) beide betekenissen in de tekst liggen opgesloten. Laat ik nog wat voorbeelden geven (waarbij ik de HSV citeer):
* Genesis 4:7: "u moet over hem heersen".
Kaïn als oudste broer MOET over Abel als jongere broer heersen? Of is het een toezegging aan Kaïn dat hem de eerste rechten toekomen en dat Abel zich aan hem zal onderwerpen? Volgens mij vooral het laatste.
(Wanneer de HSV bedoelt dat Kaïn over de zonde moet heersen (ipv van: over Abel), dan wijkt de HSV nog veel sterker af van de Statenvertaling, zie de kanttekening, en ook van de grondtekst die hier mannelijke woorden gebruikt, terwijl zonde in het Hebreeuws vrouwelijk is.)
* Genesis 17:10: "Dit is mijn verbond dat u moet houden".
Ook hier ligt een belofte in. Want dit 'moeten' suggereert alsof de mens dit in eigen kracht doen zal. Het is een 'zullen', en dat houdt in een gebod/opdracht, maar ook een belofte.
* Exodus 12:14: "U moet hem vieren als een eeuwige verordening, al uw generaties door."
Ook hier ligt een belofte in, die door de keuze voor 'U moet' niet tot uitdrukking komt.
* Exodus 14:14: "De HEERE zal voor u strijden, en ú moet stil zijn."
Het tweede deel van het vers is primair een belofte. "gij zult stil zijn" is daarom verre te verkiezen boven "u moet".
* Psalm 32:8: "Ik onderwijs u en leer u de weg die u moet gaan; ik geef raad, mijn oog is op u."
Ook hier ligt een belofte in. 'zullen' is beter.
* Verder is het nogal inconsequent om de ene keer te vertalen met 'zullen' en de andere keer met 'moeten'.
Trek dan één lijn, namelijk 'zullen'. Daarin liggen beide betekenissen opgesloten zoals ook in het Hebreeuws.
Het is nogal inconsequent om verschillend te vertalen zoals de HSV gedaan heeft. Waarbij ze - bovenstaande voorbeelden tonen dat aan - diverse beloften hebben wegvertaald.
Wat mij betreft genoeg over dit 'moeten' of 'zullen'.
Wat mij opvalt is dat niet (meer) gereageerd wordt op de andere voorbeelden die zijn aangedragen.
Zoals Psalm 119:5 en de vertaling van het woord 'almah' (SV 7x maagd, in de HSV 1x maagd, 6x meisje).