Ezechiël 36:27 En Ik zal Mijn Geest geven in het binnenste van u; en Ik zal maken, dat gij in Mijn inzettingen zult wandelen, en Mijn rechten zult bewaren en doen.
Lukas 11:13 Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader den Heiligen Geest geven dengenen, die Hem bidden?
Als de Heilige Geest alleen in de belofte gegeven is, maar Zelf niet Zijn toepassende werk doet, helpt het mij niet. Als ik Zelf de Geest tegenhoud, Die mij in de belofte gegeven is, is voor mij de zaligheid onmogelijk, want van nature zal ik de Geest tegenwerken. Er is dus meer nodig dan de Geest in de belofte. We hebben de Geest van de toepassing nodig.
We worden opgeroepen tot geloof en bekering en niet tot wedergeboorte. Het accent op de wedergeboorte is dus misplaatst, als het ten koste gaat van onze verantwoordelijkheid.
Dus eigenlijk had de Heere Jezus dat maar beter niet kunnen zeggen tegen Nicodemus? Nicodemus kon daar toch niks mee.
Wat jij zegt mag zeker gezegd worden en ontken ik niet...... mijn vraag blijft: Als de Geest dit belooft aan alle gedoopten, maar niet alle gedoopten zullen in de gemeente van de uitverkorenen een plaats ontvangen, dan geeft dat toch aan dat er ook (met de nadruk op ook) menselijke verantwoordelijkheid met daarbij consequenties is? Want als de beloften echt zijn en de mens heeft totaal geen invloed hierop maar die verandering vindt voor de 100% van buitenaf plaats, van God, dan zouden toch alle gedoopte kinderen ook wedergeboren worden, dat wordt toch immers met de doop bedoeld? We kunnen dan dus toch de Geest tegenwerken en bedroeven en de beloften verspelen?
Dit is nu precies het heikele punt. Want wat jij nu zegt, betekent dat zalig worden ten diepste afhangt van onze beslissing. Dat zou betekenen dat er niemand zalig wordt, want niemand neemt de goede beslissing. Zelfs niet al zou God aan een mens een zgn. mogelijkheid hebben gegeven om goed te beslissen.
De sleutel voor dit probleem vinden we in Rom. 9:8: “Niet de kinderen des vleses (gold voor Israël, geldt nu voor de gemeente), die zijn kinderen Gods; maar de
kinderen der beloftenis worden voor het zaad gerekend.”
We komen hier weer op het punt, dat er tweeërlei kinderen des verbonds zijn.
We moeten misschien eens wat meer het OT gaan lezen in plaats van de DL. Zegen en vloek wordt daar het volk gepredikt. Telkens weer. De zegen was bestemd voor wie Zijn inzettingen hield. De vloek voor de anderen. Het beloofde land was alle Israelieten TOEGEZEGD: Ik zal u brengen in een land, vloeiende van melk en honing. Dat was bestemd voor iedereen! Dan zeg je toch ook niet: ach, dat kan God nou wel zeggen, maar dat heeft toch geen waarde, die belofte. God is God en de beloften krijgen geen waarde omdat een mens ze op een gegeven moment gaat waarderen.
Het OT staat niet tegenover de DL (al zijn er die dat beweren). Verder is er niemand die zegt dat beloften van God ‘geen waarde’ hebben. Het merendeel van de Israëlieten is in de woestijn gestorven, ondanks de belofte, omdat ze geen geloof hadden (let wel, dat lezen we in het OT). Had de belofte dan geen waarde? Jawel, in zichzelf, maar niet voor degenen die ongelovig waren. Het feit dat we uit christelijke ouders geboren zijn en dus tot het verbond behoren, vergroot onze verantwoordelijkheid, maar geeft ons niet alvast een voorsprongetje, in die zin dat we zelf onze zaligheid kunnen uitwerken of zo. Onze natuur moet veranderd worden, of we dat nu willen horen of niet.
Maar ik snap niet hoe je die beloften en de natuurlijke mens zomaar aan elkaar kan koppelen. De beloften van de doop omvatten immers ook dat God dat verandert, je vernieuwt.
Kijk, dat is nu precies het punt. Jij denkt dat als je gedoopt bent, dat je dan geen natuurlijk mens meer bent op grond van de belofte. Dan begrijp je dus niks van het beloftekarakter van het heil. Voor de belofte is geloof nodig. Van nature hebben we geen geloof en verspelen we de belofte. Tot die erkenning moet de Heilige Geest ons brengen (zie de titel van deze topic). Jij en ik moeten aanvaarden dat we van nature vijanden van God zijn. Al zijn we gedoopt, dat betekent niet dat we een betere natuur hebben dan een wereldling.
Het is dus niet zo dat je gedoopt bent maar dat als zondig mens niet van belang vindt, er niks mee wil... want de belofte omvat ook dat God je wast en reinigt van de zonde... en je denken verandert.
En dan nog gaan er gedoopte mensen verloren.
Want…. ze hadden een vernieuwde natuur, maar zijn die kwijtgeraakt?? Zoiets lijk je te willen zeggen. En dat kan dus niet. Wie levend gemaakt is, zal in eeuwigheid niet sterven (zie Joh. 11:26).
Kortom, je behoud is dus ook afhankelijk van wat jij met die beloften van God doet. Lap je ze aan je laars, dan golden ze wel voor jou maar krijg je er geen deel aan.... Dan ben je ten dele toch zelf verantwoordelijk voor je lot? Volgens mij probeer ik dat hier aan te geven?
Je bent niet ten dele verantwoordelijk voor je lot, je bent 100% veranwoordelijk voor je lot!
Als gedoopte kinderen de eis die bij de beloften horen aan hun laars lappen (en daarin hebben ze een eigen keuze, want van nature zijn ze slecht maar God werkt in ze en vernieuwt ze, dat beloofde Hij immers bij de doop) hebben ze geen deel aan de beloften.
Er klopt iets niet in deze redenering. Als de vernieuwing door de Geest onderdeel is van de belofte (en dat is zo), dan ontvang je die vernieuwing pas als de belofte aan jou persoonlijk wordt toegepast. Niet als je die belofte blijft verwerpen.
Jij stelt eigenlijk dat God gedoopte kinderen alvast bij voorbaat vernieuwt, als het ware om ze een handje te helpen om de belofte te aanvaarden. Maar dan span je het paard achter de wagen. Wie de beloften ‘aan zijn laars lapt’, is niet vernieuwd. Pas wanneer je de beloften niet meer aan je laars lapt, blijkt daaruit dat je vernieuwd bent.
Als het geloof puur iets is wat God geeft en waar je je als mens niet tegen zou kunnen verzette, zouden er geen gedoopte mensen verloren gaan.
Dat vat ik niet. Geeft God het geloof aan iedereen of biedt de God de belofte aan iedereen aan? Dat is wel een verschil. Voor het aanvaarden van dat laatste is geloof nodig en dát is weer een vrucht van het werk van de Geest.
Dan zou de oproep om te gaan geloven zoals die vaak in de bijbel staat, ook een zijn waar je niks mee kan.... en het gevolg zou zijn dat het verschil tussen gelovigen en ongelovigen dit is, namelijk dat gelovigen wel geloof hebben gekregen en ongelovigen niet geloven omdat God ze dat niet geeft.
Ten diepste is dat ook zo. Dat is het geheim van de uitverkiezing. Maar dat mag nooit een beschuldiging aan Gods adres zijn, want God is niemand verplicht het geloof te geven!
En zo blijft het: verloren gaan is 100% eigen schuld; zalig worden is 100% Gods genade. Deze stelling zal echter wel altijd verzet blijven oproepen, maar toch is het precies wat de Bijbel zegt, ook al kunnen wij dat niet kloppend krijgen.
Ook komt het niet uit de mens zelf als hij goed kiest, het komt van God en het werk van de Geest die mensen verandert... en dán komt pas die keuze in het spel... waarbij we wel de mogelijkheid hebben om de Geest te bedroeven en tegen Hem te zondigen.
Ook dit vat ik niet. Betekent dit dat iemand die gedoopt is, al op de smalle weg wandelt, maar daar weer van af kan raken? En betekent dát dan weer, dat op de smalle weg wandelen niet hetzelfde is als wedergeboren zijn? En dat roept dan weer de vraag op, wanneer ben je dan wél wedergeboren?