Re: Waar ging de preek van afgelopen zondag over? [3]
Geplaatst: 07 jan 2019, 13:07
Oudjaarsdienst:
1 PETRUS 4:7a
En het einde aller dingen is nabij.
DE EINDIGENDE TIJD
1. De boodschap van het einde
2. De inhoud van het einde
3. De tijd van het einde
Nieuwjaarsmorgen:
1 PETRUS 4:7b
Zijt dan nuchter, en waakt in de gebeden.
DE OVERIGE TIJD
1. De aansporing tot de strijd!
2. De aansporing tot nuchterheid en waken!
3. De aansporing tot de liefde
Beide preken stonden in het teken van de tijd.
Ook het verband werd behandeld.
Het eerste deel van dit hoofdstuk:
Niet meer leven als de heidenen
1 DEWIJL dan Christus voor ons 1in het vlees 2geleden heeft, azo 3wapent gij u ook met dezelfde gedachte, bnamelijk dat 4wie in het vlees geleden heeft, die heeft 5opgehouden van de zonde;
1 Dat is, in Zijn menselijke natuur, gelijk 1 Petr. 3:18. verwijsteksten
2 Namelijk tot verzoening en wegneming onzer zonden.
a Hebr. 12:1. verwijsteksten
3 Dat is, sterkt u, namelijk tegen alle aanvechtingen en verleidingen des vleses, des duivels en der wereld.
b Rom. 6:7. verwijsteksten
4 Dat is, wie der zonde gestorven is, of wie zijn vlees en verdorven natuur gekruist en gedood heeft; zodat het woord vlees en het woord lijden hier anders worden genomen dan in de voorgaande woorden, door een wijze van spreken bij de Grieken genaamd antanaclasis, die in de Schrift zeer gebruikelijk is.
5 Namelijk om die voortaan niet meer te dienen. Zie hiervan breder Rom. 6:3, enz., gelijk ook het volgende vers verklaart.
2 cOm nu niet meer naar de begeerlijkheden 6der mensen, maar naar den wil van God den tijd 7die overig is in het vlees, te leven.
c Rom. 14:7. 2 Kor. 5:15. Gal. 2:20. Ef. 4:24. 1 Thess. 5:10. Hebr. 9:14.
6 Dat is, der natuurlijke en onwedergeboren mensen. Zie Ef. 2:3. verwijsteksten
7 Namelijk na onzen doop en bekering.
3 dWant het is ons genoeg dat wij 8den voorgaanden tijd des levens 9der heidenen wil volbracht hebben, en gewandeld hebben in ontuchtigheden, begeerlijkheden, wijnzuiperijen, brasserijen, drinkerijen en 10gruwelijke afgoderijen;
d Ef. 4:17. verwijsteksten
8 Namelijk die onze bekering in onze onwetendheid voorgegaan is.
9 Dat is, hoewel wij Joden waren, nochtans geleefd hebben naar de gewoonte of lusten der heidenen, waaronder wij woonden; niet dat de apostel zelf alzo juist geleefd had, maar hij spreekt alzo bij een wijze van spreken die communicatie wordt genaamd.
10 Of: ongeoorloofd, onbehoorlijk. Dit wordt daar niet bij gedaan alsof er enige afgoderij ware die niet gruwelijk of ongeoorloofd is, maar om uit te drukken de afgrijselijkheid der afgoderij, waartoe de Joden zich van de heidenen, waaronder zij woonden, ook dikmaals lieten verleiden om hun te behagen.
4 Waarin 11zij zich vreemd houden, als gij niet medeloopt tot dezelfde uitgieting der overdadigheid, 12en u lasteren;
11 Namelijk onbekeerde Joden en heidenen.
12 Dat is, schelden of lasteren u, en de leer, omdat gij dezelve navolgende, niet doet gelijk zij.
5 Dewelke zullen rekenschap geven Dengene Die bereid staat om te oordelen 13de levenden en de doden.
13 Dat is, alle mensen. Zie Hand. 10:42. verwijsteksten
6 eWant daartoe is ook den 14doden 15het Evangelie verkondigd geworden, opdat zij wel zouden 16geoordeeld worden 17naar den mens 18in het vlees, maar 19leven zouden 20naar God 21in den geest.
e Joh. 5:25. 1 Petr. 3:19. verwijsteksten
14 Namelijk die ten tijde van Noach geleefd hebben, en nu dood zijn, van dewelke hij hiervoor 1 Petr. 3:19, 20 heeft gesproken; die Noach ook lasterden omdat hij niet deed gelijk zij, namelijk huwen, eten, drinken, enz., zonder nadenken over Gods toekomende straf, gelijk Christus daarvan ook spreekt Matth. 24:37, 38. verwijsteksten
15 Namelijk door Noach, den prediker der gerechtigheid, namelijk om hen daardoor tot bekering van zulk zorgeloos leven te brengen.
16 Dat is, gestraft of gekastijd worden; gelijk 1 Kor. 11:31, 32. Namelijk door den zondvloed, dien God over het gehele menselijke geslacht wilde doen komen. Anderen verstaan dit van de doding des vleses, en van het geestelijk leven des geestes. Doch de eerste verklaring komt met de woorden alhier en met vers 19 van het voorgaande hoofdstuk beter overeen. verwijsteksten
17 Gr. naar de mensen, dat is, naar den uitwendigen stand des mensen in deze wereld.
18 Dat is, in het lichaam, door het benemen van hun tijdelijk leven.
19 Namelijk zo zij Noach hoorden en zijn vermaning waarnamen, en zich daarover bekeerden.
20 Dat is, voor God, of naar Gods genade, die hun werd aangeboden.
21 Dat is, naar de ziel en in hun geestelijken stand; gelijk het kan zijn, hoewel Petrus dit niet klaarlijk zegt, dat enigen zich in het einde nog bekeerd hebben, ziende dat God Zijn straf alrede over hen zond. Immers blijkt hieruit dat God daarom Noach hun tot een prediker heeft gezonden, om hen tot bekering te noden, opdat, zo hun lichamen vergingen, tenminste hun zielen behouden werden.
Onze tijd is als de tijd van Noach, en Lot. De tekenen der tijden spreken duidelijker dan ooit.
Zondagmorgen:
Leesdienst, preek van ds. A.J. Gunst
MATTHEUS 4:1-4
TOEN awerd Jezus van den Geest weggeleid in de woestijn, om verzocht te worden van den duivel.
2 En als Hij veertig dagen en veertig nachten gevast had, hongerde Hem ten laatste.
3 En de verzoeker tot Hem gekomen zijnde, zeide: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dat deze stenen broden worden.
4 Doch Hij antwoordende zeide: Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord dat door den mond Gods uitgaat.
CHRISTUS IN DE WOESTIJN
1. Hongerend
2. Verzocht
3. Overwinnend
Zondagmiddag:
Leesdienst, Bijbellezing van ds. P. Blok
1 SAMUËL 19:19-24
9 Doch de boze geest des HEEREN was over Saul, en hij zat in zijn huis en zijn spies was in zijn hand; en David speelde op snarenspel met de hand.
10 Saul nu zocht met de spies David aan den wand te spitten, doch hij ontweek van het aangezicht van Saul, die met de spies in den wand sloeg. Toen vlood David en ontkwam in dienzelven nacht.
11 Maar Saul zond boden heen tot Davids huis, dat zij hem bewaarden en dat zij hem des morgens doodden. Dit gaf Michal, zijn huisvrouw, David te kennen, zeggende: Indien gij uw ziel dezen nacht niet behoedt, zo zult gij morgen gedood worden.
12 En Michal liet David door een venster neder, en hij ging heen en vluchtte en ontkwam.
13 En Michal nam een beeld en zij legde het in het bed, en zij legde een geitenvel aan zijn hoofdpeluw, en dekte het met een kleed toe.
14 Saul nu zond boden om David te halen. Zij dan zeide: Hij is ziek.
15 Toen zond Saul boden om David te bezien, zeggende: Brengt hem in het bed tot mij op, dat men hem dode.
16 Als de boden kwamen, zo zie, er was een beeld in het bed, en er was een geitenvel aan zijn hoofdpeluw.
17 Toen zeide Saul tot Michal: Waarom hebt gij mij alzo bedrogen en hebt mijn vijand laten gaan, dat hij ontkomen is? Michal nu zeide tot Saul: Hij zeide tot mij: Laat mij gaan, waarom zou ik u doden?
18 Alzo vluchtte David en ontkwam, en hij kwam tot Samuël te Rama en hij gaf hem te kennen al wat Saul hem gedaan had; en hij en Samuël gingen heen en zij bleven te Najoth.
19 En men boodschapte Saul, zeggende: Zie, David is te Najoth bij Rama.
20 Toen zond Saul boden heen om David te halen; die zagen een vergadering van profeten profeterende, en Samuël staande over hen gesteld; en de Geest Gods was over Sauls boden, en die profeteerden ook.
21 Toen men het Saul boodschapte, zo zond hij andere boden, en die profeteerden ook; toen voer Saul voort en zond de derde boden, en die profeteerden ook.
22 Daarna ging hij ook zelf naar Rama en hij kwam tot den groten waterput die te Sechu was, en hij vraagde en zeide: Waar is Samuël, en David? Toen werd hem gezegd: Zie, zij zijn te Najoth bij Rama.
23 Toen ging hij derwaarts naar Najoth bij Rama; en dezelve Geest Gods was ook op hem, en hij al voortgaande, profeteerde, totdat hij te Najoth in Rama kwam.
24 En hij toog zelf ook zijn klederen uit en hij profeteerde zelf ook voor het aangezicht van Samuël; en hij viel bloot neder dienzelven gansen dag en den gansen nacht. Daarom zegt men: Is Saul ook onder de profeten?
GODS BIJZONDERE LEIDING DOOR DE HEILIGE GEEST
1. Tot een daad des behouds
2. Tot ontwapening van de hellenacht
3. Tot vernedering van Saul
Zondagavond:
Leesdienst, preek van ds. J. Spaans
OPENBARING 20:11-12
11 En ik zag een groten witten troon, en Dengene Die daarop zat, van Wiens aangezicht de aarde en de hemel wegvlood, en geen plaats is voor die gevonden.
12 En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is; en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken.
DE GROTE WITTE TROON
1. Wie op de troon zit
2. Wie voor de troon staan
3. De boeken die geopend worden
4. Het oordeel dat plaats zal vinden.
Deze preek was een zeer ernstig woord voor de tijd waarin wij leven. Aansluitend op de oudjaars- en nieuwjaarspreek.
De tijd waarin wij leven wordt getekend. En de antichrist doet zijn laatste pogingen om te verleiden, zo het mogelijk ware ook de uitverkorenen.
De nieuwjaarstekst kwam ook weer ter sprake: Zijt dan nuchter en waakt! want vijand gaat om om te verslinden wat het zal kunnen.
Vraag: Weet iemand in welk boek de preek van ds. Spaans staat?
1 PETRUS 4:7a
En het einde aller dingen is nabij.
DE EINDIGENDE TIJD
1. De boodschap van het einde
2. De inhoud van het einde
3. De tijd van het einde
Nieuwjaarsmorgen:
1 PETRUS 4:7b
Zijt dan nuchter, en waakt in de gebeden.
DE OVERIGE TIJD
1. De aansporing tot de strijd!
2. De aansporing tot nuchterheid en waken!
3. De aansporing tot de liefde
Beide preken stonden in het teken van de tijd.
Ook het verband werd behandeld.
Het eerste deel van dit hoofdstuk:
Niet meer leven als de heidenen
1 DEWIJL dan Christus voor ons 1in het vlees 2geleden heeft, azo 3wapent gij u ook met dezelfde gedachte, bnamelijk dat 4wie in het vlees geleden heeft, die heeft 5opgehouden van de zonde;
1 Dat is, in Zijn menselijke natuur, gelijk 1 Petr. 3:18. verwijsteksten
2 Namelijk tot verzoening en wegneming onzer zonden.
a Hebr. 12:1. verwijsteksten
3 Dat is, sterkt u, namelijk tegen alle aanvechtingen en verleidingen des vleses, des duivels en der wereld.
b Rom. 6:7. verwijsteksten
4 Dat is, wie der zonde gestorven is, of wie zijn vlees en verdorven natuur gekruist en gedood heeft; zodat het woord vlees en het woord lijden hier anders worden genomen dan in de voorgaande woorden, door een wijze van spreken bij de Grieken genaamd antanaclasis, die in de Schrift zeer gebruikelijk is.
5 Namelijk om die voortaan niet meer te dienen. Zie hiervan breder Rom. 6:3, enz., gelijk ook het volgende vers verklaart.
2 cOm nu niet meer naar de begeerlijkheden 6der mensen, maar naar den wil van God den tijd 7die overig is in het vlees, te leven.
c Rom. 14:7. 2 Kor. 5:15. Gal. 2:20. Ef. 4:24. 1 Thess. 5:10. Hebr. 9:14.
6 Dat is, der natuurlijke en onwedergeboren mensen. Zie Ef. 2:3. verwijsteksten
7 Namelijk na onzen doop en bekering.
3 dWant het is ons genoeg dat wij 8den voorgaanden tijd des levens 9der heidenen wil volbracht hebben, en gewandeld hebben in ontuchtigheden, begeerlijkheden, wijnzuiperijen, brasserijen, drinkerijen en 10gruwelijke afgoderijen;
d Ef. 4:17. verwijsteksten
8 Namelijk die onze bekering in onze onwetendheid voorgegaan is.
9 Dat is, hoewel wij Joden waren, nochtans geleefd hebben naar de gewoonte of lusten der heidenen, waaronder wij woonden; niet dat de apostel zelf alzo juist geleefd had, maar hij spreekt alzo bij een wijze van spreken die communicatie wordt genaamd.
10 Of: ongeoorloofd, onbehoorlijk. Dit wordt daar niet bij gedaan alsof er enige afgoderij ware die niet gruwelijk of ongeoorloofd is, maar om uit te drukken de afgrijselijkheid der afgoderij, waartoe de Joden zich van de heidenen, waaronder zij woonden, ook dikmaals lieten verleiden om hun te behagen.
4 Waarin 11zij zich vreemd houden, als gij niet medeloopt tot dezelfde uitgieting der overdadigheid, 12en u lasteren;
11 Namelijk onbekeerde Joden en heidenen.
12 Dat is, schelden of lasteren u, en de leer, omdat gij dezelve navolgende, niet doet gelijk zij.
5 Dewelke zullen rekenschap geven Dengene Die bereid staat om te oordelen 13de levenden en de doden.
13 Dat is, alle mensen. Zie Hand. 10:42. verwijsteksten
6 eWant daartoe is ook den 14doden 15het Evangelie verkondigd geworden, opdat zij wel zouden 16geoordeeld worden 17naar den mens 18in het vlees, maar 19leven zouden 20naar God 21in den geest.
e Joh. 5:25. 1 Petr. 3:19. verwijsteksten
14 Namelijk die ten tijde van Noach geleefd hebben, en nu dood zijn, van dewelke hij hiervoor 1 Petr. 3:19, 20 heeft gesproken; die Noach ook lasterden omdat hij niet deed gelijk zij, namelijk huwen, eten, drinken, enz., zonder nadenken over Gods toekomende straf, gelijk Christus daarvan ook spreekt Matth. 24:37, 38. verwijsteksten
15 Namelijk door Noach, den prediker der gerechtigheid, namelijk om hen daardoor tot bekering van zulk zorgeloos leven te brengen.
16 Dat is, gestraft of gekastijd worden; gelijk 1 Kor. 11:31, 32. Namelijk door den zondvloed, dien God over het gehele menselijke geslacht wilde doen komen. Anderen verstaan dit van de doding des vleses, en van het geestelijk leven des geestes. Doch de eerste verklaring komt met de woorden alhier en met vers 19 van het voorgaande hoofdstuk beter overeen. verwijsteksten
17 Gr. naar de mensen, dat is, naar den uitwendigen stand des mensen in deze wereld.
18 Dat is, in het lichaam, door het benemen van hun tijdelijk leven.
19 Namelijk zo zij Noach hoorden en zijn vermaning waarnamen, en zich daarover bekeerden.
20 Dat is, voor God, of naar Gods genade, die hun werd aangeboden.
21 Dat is, naar de ziel en in hun geestelijken stand; gelijk het kan zijn, hoewel Petrus dit niet klaarlijk zegt, dat enigen zich in het einde nog bekeerd hebben, ziende dat God Zijn straf alrede over hen zond. Immers blijkt hieruit dat God daarom Noach hun tot een prediker heeft gezonden, om hen tot bekering te noden, opdat, zo hun lichamen vergingen, tenminste hun zielen behouden werden.
Onze tijd is als de tijd van Noach, en Lot. De tekenen der tijden spreken duidelijker dan ooit.
Zondagmorgen:
Leesdienst, preek van ds. A.J. Gunst
MATTHEUS 4:1-4
TOEN awerd Jezus van den Geest weggeleid in de woestijn, om verzocht te worden van den duivel.
2 En als Hij veertig dagen en veertig nachten gevast had, hongerde Hem ten laatste.
3 En de verzoeker tot Hem gekomen zijnde, zeide: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dat deze stenen broden worden.
4 Doch Hij antwoordende zeide: Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord dat door den mond Gods uitgaat.
CHRISTUS IN DE WOESTIJN
1. Hongerend
2. Verzocht
3. Overwinnend
Zondagmiddag:
Leesdienst, Bijbellezing van ds. P. Blok
1 SAMUËL 19:19-24
9 Doch de boze geest des HEEREN was over Saul, en hij zat in zijn huis en zijn spies was in zijn hand; en David speelde op snarenspel met de hand.
10 Saul nu zocht met de spies David aan den wand te spitten, doch hij ontweek van het aangezicht van Saul, die met de spies in den wand sloeg. Toen vlood David en ontkwam in dienzelven nacht.
11 Maar Saul zond boden heen tot Davids huis, dat zij hem bewaarden en dat zij hem des morgens doodden. Dit gaf Michal, zijn huisvrouw, David te kennen, zeggende: Indien gij uw ziel dezen nacht niet behoedt, zo zult gij morgen gedood worden.
12 En Michal liet David door een venster neder, en hij ging heen en vluchtte en ontkwam.
13 En Michal nam een beeld en zij legde het in het bed, en zij legde een geitenvel aan zijn hoofdpeluw, en dekte het met een kleed toe.
14 Saul nu zond boden om David te halen. Zij dan zeide: Hij is ziek.
15 Toen zond Saul boden om David te bezien, zeggende: Brengt hem in het bed tot mij op, dat men hem dode.
16 Als de boden kwamen, zo zie, er was een beeld in het bed, en er was een geitenvel aan zijn hoofdpeluw.
17 Toen zeide Saul tot Michal: Waarom hebt gij mij alzo bedrogen en hebt mijn vijand laten gaan, dat hij ontkomen is? Michal nu zeide tot Saul: Hij zeide tot mij: Laat mij gaan, waarom zou ik u doden?
18 Alzo vluchtte David en ontkwam, en hij kwam tot Samuël te Rama en hij gaf hem te kennen al wat Saul hem gedaan had; en hij en Samuël gingen heen en zij bleven te Najoth.
19 En men boodschapte Saul, zeggende: Zie, David is te Najoth bij Rama.
20 Toen zond Saul boden heen om David te halen; die zagen een vergadering van profeten profeterende, en Samuël staande over hen gesteld; en de Geest Gods was over Sauls boden, en die profeteerden ook.
21 Toen men het Saul boodschapte, zo zond hij andere boden, en die profeteerden ook; toen voer Saul voort en zond de derde boden, en die profeteerden ook.
22 Daarna ging hij ook zelf naar Rama en hij kwam tot den groten waterput die te Sechu was, en hij vraagde en zeide: Waar is Samuël, en David? Toen werd hem gezegd: Zie, zij zijn te Najoth bij Rama.
23 Toen ging hij derwaarts naar Najoth bij Rama; en dezelve Geest Gods was ook op hem, en hij al voortgaande, profeteerde, totdat hij te Najoth in Rama kwam.
24 En hij toog zelf ook zijn klederen uit en hij profeteerde zelf ook voor het aangezicht van Samuël; en hij viel bloot neder dienzelven gansen dag en den gansen nacht. Daarom zegt men: Is Saul ook onder de profeten?
GODS BIJZONDERE LEIDING DOOR DE HEILIGE GEEST
1. Tot een daad des behouds
2. Tot ontwapening van de hellenacht
3. Tot vernedering van Saul
Zondagavond:
Leesdienst, preek van ds. J. Spaans
OPENBARING 20:11-12
11 En ik zag een groten witten troon, en Dengene Die daarop zat, van Wiens aangezicht de aarde en de hemel wegvlood, en geen plaats is voor die gevonden.
12 En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is; en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken.
DE GROTE WITTE TROON
1. Wie op de troon zit
2. Wie voor de troon staan
3. De boeken die geopend worden
4. Het oordeel dat plaats zal vinden.
Deze preek was een zeer ernstig woord voor de tijd waarin wij leven. Aansluitend op de oudjaars- en nieuwjaarspreek.
De tijd waarin wij leven wordt getekend. En de antichrist doet zijn laatste pogingen om te verleiden, zo het mogelijk ware ook de uitverkorenen.
De nieuwjaarstekst kwam ook weer ter sprake: Zijt dan nuchter en waakt! want vijand gaat om om te verslinden wat het zal kunnen.
Vraag: Weet iemand in welk boek de preek van ds. Spaans staat?