DWW schreef:Willem schreef:Dan leer je toch een onderscheid tussen de "de levendmaking" - het moment dat een dode zondaar de ogen worden geopend en God zijn Rechter om genade gaat bidden - en "de wedergeboorte" het moment dat de zondaar zich in Christus rechtvaardig voor God mag weten? n.b. Of welke andere termen je daarvoor wilt gebruiken, dat doet er m.i. niet toe.
Willem, de wedergeboorte is de levendmaking. Wanneer Gods volk gerechtvaardigd (en geheiligd) wordt voor God, door het zaligmakende geloof in Jezus Christus, dan zijn ze afsgeneden van de oude wortel, en ingelijfd in Hem, Rom. 5:1-2. Door die geestelijke inlijving ontvangen zij het nieuwe geestelijke leven uit Hem. Dit nieuwe leven is de nieuwe geboorte. Een geestelijke geboorte waar Christus door barensweeen wordt geboren in het hart van die gerechtvaardigde zondaar, Kol. 2:12-13, Openb. 12:1-6.
Qua tijd is er dus geen verschil tussen :
1. Het geschonken geloof, Gal. 2:16.
2. De rechtvaardigmaking voor God.
3. De wedergeboorte of levendmaking.
4. De aanbidding en dankbaarheid tot God (=evangelisch berouw)
Heilsordelijk wordt het door God Drieenig middels de bovenstaande volgorde toegepast en verheerlijkt in het hart van de zondaar.
Willem : Eens. Wedergeboorte en Levenmaking is gelijktijdig. In ieder geval, zoals de dogmatiek zegt (met dank aan Ander) wat betreft de staatsverwisseling.
Willem schreef:In een eerdere posting schreef je(=DWW) echter de volgende zin: "Toen Christus hem op de weg naar Damascus verscheen, sprak Hij geen woorden van vrede, en was Paulus nog niet gestorven aan zijn doen en laten. "Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?" Nee, God in Christus bracht daar als Rechter het gebod in, waardoor de zonden in het hart van Paulus begonnen te leven." Concluderend - deze 2 postings samenvattend - zeg je dan toch dat in de "dode" zondaar Paulus door "God in Christus als Rechter het gebod is ingebracht op de weg naar Damascus waardoor de zonden in het hart van Paulus begonnen te leven. Dit - heilige - besef van tegen God gezondigd te hebben leg jij dan toch in een nog niet levendgemaakte ziel? (Wat ook Tiberius al heeft opgemerkt)
Jij beschouwt het geloof in de wet, wat gewerkt wordt door de Geest der dienstbaarheid tot vreze, zijnde hetzelfde als het geloof in het Evangelie. Je maakt precies dezelfde fout als Tib. Het geloof in de wet maakt de zonde levend, maar NIET de zondaar levend. Jij legt het ook allemaal te vleselijk uit. Maar ik maak u bekend, broeders, dat het Evangelie, hetwelk van mij verkondigd is, niet is naar den mens, zegt de apostel in Gal. 1:11. Dat is het Evangelie van het kruis en de opstanding van de Heere Jezus. Een ander Evangelie hebben de apostelen nooit verkondigd. Toen Christus nederdaalde uit de hemel, is Hij geworden uit een vrouw, geworden onder dienstbaarheid der wet. Opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden, Gal. 4:4-5. Deze zaak heeft Hij voor Zijn verkoren kinderen verworven door Zijn gehoorzaam leven en met name door Zijn gewillig sterven op Golgotha. Daar verwierf Hij deze zaak als het Voorwerp des geloofs. Maar wanneer God deze verworven zaak gaat toepassen in het hart van een verkoren zondaar. Dan wordt die zondaar door het geloof in Gods heilige wet, gewaar dat hij (net als Christus) geboren is onder de dienstbaarheid en vloek van Gods heilige wet. Die wet brengt hem niet in de gevangenis, nee, die laat hem zien dat hij in een gevangenis van de duivel zit, vastgeketend aan de zonden, alwaar Gods wet hem vervloekt. Waaruit die zondaar zichzelf uit eigen kracht nooit kan verlossen. Zolang dit gezien wordt vanuit een houdbare nood, gebeurt er niets. Maar wanneer het een onhoudbare nood wordt in de ziel van die zondaar, dan moet hij omkomen voor God. Daar legt de zondaar met Christus, zijn bestaan af onder de vloek van Gods heilige wet. Zo dan, mijn broeders, gij zijt ook der wet gedood door het lichaam van Christus, opdat gij zoudt worden eens Anderen, namelijk Desgenen, Die van de doden opgewekt is, Rom. 7:4. Wanneer dan die zondaar met Hem uit het graf der zonden mag opstaan uit de doden, dan is Christus als de opgestane Vredevorst door geestelijke barensweeen in Zijn ziel geboren geworden, Openb. 12:2-5. Want indien wij met Hem een plant geworden zijn in de gelijkmaking Zijns doods, zo zullen wij het ook zijn in de gelijkmaking Zijner opstanding, Rom. 6:5. Daar leeft die zondaar niet meer, maar Christus leeft in zijn ziel. Die verkoren zondaar is dus met Christus gekruist; en hij leeft, doch niet meer hij, maar Christus leeft in hem; en hetgeen hij nu in het vlees leeft, dat leeft hij door het geloof des Zoons van God, Die hem liefgehad heeft, en Zichzelven voor hem overgegeven heeft, Gal. 2:20.
Willem schreef: T'is dan toch van 2'en 1, of je eerste citaat is waar, dat de levendmaking / wedergeboorte pas is bij de kennis van Christus en dan volgt daar noodzakelijkerwijs uit dat het openen van de ogen van de zondaar waardoor de zonden in het hart gaan leven plaats vind bij een nog niet levendgemaakte zondaar. Dit is natuurlijk zeer ongerijmd. Het alternatief is echter dat er wel alrede levengemaakte zielen zijn die echter - nog niet - de openbaring van Christus in hun ziel hebben, zich ook nog niet daartoe kunnen rekenen maar toch al levend gemaakt zijn door de kracht van de Heiligen Geest.
De wet ontdekt, ontgrond en ontbloot, en doodt de zondaar voor God.
Het Evangelie bedekt, overdekt en maakt de verkoren zondaar levend voor God.
Willem schreef:Dus de conclusie is dan dat Paulus STATENLIJK wedergeboren/levendgemaakt werd op weg naar Damascus en STANDELIJK in de beleving en bewustwording "In die drie dagen of aan het einde van die drie dagen dat hij niet at noch dronk" Toen " werd zijn ziel voor en door Goddrieenig gered".
Nee, Saulus was niet levendgemaakt op de weg naar Damascus. Waar de zonden levend zijn gemaakt, is de zondaar nog niet levend gemaakt. God kan niet tegelijkertijd op een zondaar toornen door Zijn wet, en hem de barmhartigheid in Christus schenken. Dan zou God Zelf ook Zijn wet en Zijn Evangelie met elkaar vermengen, met alle verschuldigde eerbied geschreven. Daartoe moet God de zondaar eerst in Zijn hemels gericht brengen. Achter de kruisdood ligt de opstanding met Christus ten eeuwige leve. Achter de vloek, de zegen. Wat betreft je opmerking over statenlijk en standelijk, het volgende. David was alrede statenlijk gerechtvaardigd door het geloof, toen hij als een herdersjong de schapen liep te hoeden. Later viel hij als koning zijnde in een vreselijke zonde met Batsheba. God zei hem door Nathan de vloek aan, aangaande zijn verdorven vlees. David komt in Psalm 51 bij vernieuwing voor God standelijk in de schuld, en getuigt er later van in Psalm 32 hoe hij standelijk gerechtvaardigd is geworden. Dit beeld is bij Saulus van Tarsen niet van toepassing, want hij werd pas statenlijk verlost, in of na die drie dagen. Waarvan de Heere tot Ananias zei:
"Want zie hij bidt." Dit was het eerste ware gebedje wat Saulus in zijn leven heeft mogen doen, en door God genadig verhoord is geworden.
Willem schreef:Deze feitelijke constatering staat natuurlijk los van hoe deze "bekommerden" aangesproken moeten worden door de dominee's, iig niet om te rusten in hun "kennis". Wij kunnen niet kijken in Gods werkingen en de doorlooptijd van de "bekering". We zullen moeten afwachten wat de uitkomst is om te bezien of de eerdere werkingen zaligmakende werkingen waren en alleen moeten wijzen op Christus als de enige Bron van behoud.
Deze zgn. bekommerden, hebben het geloof in Gods wet middels een houdbare nood. Als zij dit geloof middels een onhoudbare nood geschonken hadden gekregen, dan hadden zij ook van het zaligmakende geloof in de Heere Jezus kunnen getuigen. God bracht het tiende gericht des doods over het diensthuis van Egypteland. Velen hebben wel enkele gerichten / plagen doorleefd, maar weten niet van het dodelijke tiende gericht. Dit gericht bracht geen verlossing, want de verlossing en de behoudenis lag in het gestreken bloed en het eten van het gebraden vlees van het paaslam, vergelijk Joh. 6:53-54. Vergelijk dit ook gerust met de twaalf bijlslagen van Boston.
http://www.dewoesteweg.nl/wp-content/up ... -g-e-n.pdf Wat moest Pilatus met Jezus doen, wanneer God het gericht des doods niet in zijn ziel had gebracht...?? En waartoe zouden de Israelieten achter het bloed van het paaslam schuilen, wanneer de God de dood over Egypteland niet brengen zou....?? Begrijp je, deze twee zijn altijd onlosmakelijk aan elkaar verbonden.
Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door den eeuwigen Geest Zichzelven Gode onstraffelijk opgeofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken, om den levende God te dienen? En daarom is Hij de Middelaar des nieuwen testaments, opdat, de dood daartussen gekomen zijnde, tot verzoening der overtredingen, die onder het eerste testament waren, degenen, die geroepen zijn, de beloftenis der eeuwige erve ontvangen zouden. Want waar een testament is, daar is het noodzaak, dat de dood des testamentmakers tussen kome; Want een testament is vast in de doden, dewijl het nog geen kracht heeft, wanneer de testamentmaker leeft, Hebr. 9:14-17.