eilander schreef:Ik heb de opmerking van mara zo opgevat, dat het zou gaan om een gemeente waarin iedereen beschouwd wordt als wedergeboren, en waar het gebruikelijk is dat men massaal aan het Avondmaal gaat. Maar als je dan zou vragen of iemand ook door een geschonken geloof heeft mogen zien op de Heere Jezus als hun Zaligmaker en Borg, Die hun schuld betaald heeft, en als men niet kan vertellen over een ontmoeting met Christus door Zijn Woord... En als dat dan niet incidenteel is, maar massaal...
Ja dan durf ik wel te zeggen dat er dan geen zuivere prediking is. En dus voldoet zo'n gemeente niet aan de voorwaarden van een ware kerk uit de NGB. Waarom krijgt een gemeente die het Avondmaal niet bedient, wel met deze criteria om de oren geslagen, maar een gemeente waarin in het geheel geen separatie plaatsvindt, niet?
Volgens mij haal je nu twee dingen door elkaar.
1. Een gemeente waarin de door @huisman genoemde onderscheiding niet gepreekt wordt, waardoor alle belijdende leden automatisch (!) aangaan.
2.Een gemeente waar dat onderscheid wel degelijk wordt gemaakt, maar waarin grote groepen leden niet begrijpen wat dat betekent, of op lichtvaardige wijze zich toeëigenen wat gepreekt wordt.
Ik ben het met @huisman eens dat m.b.t. 2 alleen de prediking leidend kan zijn. Mensen die niet onder de tucht staan en belijdend lid zijn, kunnen altijd aan het HA gaan.
Als je hebt bedoeld te zeggen dat ook een gemeente zoals onder 2 een valse kerk is, dan vraag ik me af of er nog ware kerken zijn. Of ligt er ergens een numeriek omslagpunt?
Veel prangender zaak is het volgende: de kerk van de Reformatie heeft altijd het standpunt gehad dat het oordeel der liefde geldt wanneer men met de mond belijdt wat met de levenswandel niet weersproken wordt. Waar ligt de grens als het over dat weerspreken met de levenswandel gaat?
Je ziet in alle kerken een tendens van informalisering. Twee decennia terug was aan het HA deelnemen zonder stropdas al 'het weerspreken met de levenswandel', dat is bijna nergens meer zo. Maar hoe zit het met vrijetijdskleding, met het meedoen aan wedstrijdsport, met een doordeweekse presentatie waarin iemand nauwelijks meer te onderscheiden is van een niet-kerkganger, het bezitten van tv of open internet, etc.? (Ik zou nog zo'n twintig items kunnen noemen die in de ene of andere gemeente spelen.)
De kracht van het Evangelie zit in de bezittelijke voornaamwoorden. (Maarten Luther, WA 101, 2, 25)