Tim 2;25 gaat over gelovigen die op een dwaalspoor zijn terechtgekomen en zich door zachtmoedig onderwijs weer tot God keren.Fjodor schreef:Ok Joannah, ik zou er dan voor kiezen om, met het stuk dat memento postte, te kiezen voor het laten slaan van touto op de gehele voorgaande zin, de genade die door het geloof aangebracht wordt is Gods gave.Joannah schreef:Gezien het voornaamwoord in het onzijdige geslacht staat (niet in overeenstemming is met het vrouwelijke geslacht van het woord “geloof”), gezien Paulus spreekt over hoe een persoon wordt behouden (het behoud is duidelijk de materie die besproken wordt), en gezien het Nieuwe Testament elders verwijst naar behoudenis als de gave van God, daarom denk ik goede redenen te hebben om de behoudenis te zien als de gave van God in Efeziërs 2:8.Voornaamwoorden komen overeen met hun antecedent in geslacht en getal. [A Manual Grammar of the Greek New Testament by H. E. Dana and Julius Mantey, p. 125 (Section 135).]Fjodor schreef:Maar Joannah, arglistig is ons hart! En wat ik wil doe ik niet, maar wat ik niet wil, dat doe ik. De oude mens maakt zoveel kapot dat wij mensen zo slecht de scheidslijnen kunnen trekken tussen wat waarachtig is en wat niet.Joannah schreef: Weet je , ik beweer niets bij hoog en laag, maar als het geloof nu de gave zou zijn, in het Schriftgedeelte in Efeze, dan kan ik niet rijmen dat 2 kerkverbanden (om maar een voorbeeld te noemen) allebei deze gave zeggen te hebben ontvangen en er niet liefdevol mee omgaan, wat toch de identiteit weerspiegelt van de ware gelovige.Want wie de liefde niet heeft ...Met andere woorden, hoe kan 1 geloofsgave aan verscheidene mensen zoveel twist veroorzaken?
God roept op Hem ernstig te zoeken, wat Hij belooft te belonen.
Verder, ookal kan jij het niet rijmen, er staat in Ef 2:8 gewoon dat het geloof een gave Gods is, en Jongere heeft hier ook een heel aantal teksten gegeven die dat aangeven. Dus als je het niet kunt/wilt geloven moet je eerst maar uit proberen te leggen hoe je die teksten dan wilt lezen..
Deze regel pleit sterk tegen de identificatie van “geloof” als het antecedent, want “geloof” komt niet overeen met het voornaamwoord in geslacht. De voornaamwoord “dat” (Gr. tauto) is ONZIJDIG, maar het zelfstandig naamwoord “geloof” (Gr. “pistis”) is VROUWELIJK.
Maar mijn post bevatte nog iets, ik verwees namelijk naar de teksten van Jongere, waarom ga je daar niet op in?
Zie vooral de tekst uit 2 Tim, want jij wilt nogal graag het precieze woord gave onderzoeken. Daar wordt de bekering een 'gave' genoemd. Dat levert voor jou dezelfde moeite op als dat geloof een gave zou zijn. Het is niet anders.."Met zachtmoedigheid onderwijzende degenen, die tegenstaan; of hun God te eniger tijd bekering gave tot erkentenis der waarheid." (2 Tim 2:25)
"En een zekere vrouw, met name Lydia, een purperverkoopster, van de stad Thyatira, die God diende, hoorde ons; welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd."
God gaf haar dat ze haar hart opende.
"Een iegelijk, die gelooft, dat Jezus is de Christus, die is uit God geboren."
Het geloof wordt direct verbonden aan de geboorte van boven, zie ook wat learsi al zegt. Dat is een gave van God, want het is niet uit de wil des vleses of des mans.
In 2Tim2:20 en21 staat toch ook dat iemand die ZICHZELF reinigt, van een vat van oneer, tot een vat van eer kan worden?
De eerste stap naar God en bekering is door onderwijs en lering.Daarom evangeliseren we ook.
Ik geloof noch in arminianisme, of calvinisme. Gods Woord laat zich niet vangen in -isme's en theologieen, denk ik.
Geef van alles God de eer, ook van je bekering.Hij is een beloner van die hem ernstig zoeken, niet van degene die passief wacht en zegt, God moet me bekeren, ik kan zelf niets doen.