Sola scriptura?
-
- Berichten: 4330
- Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31
Ik mis in deze beschouwingen de inwendige roeping waarin God de mens verlicht en hem bekwaam en gewillig maakt om te geloven. In deze inwendige roeping wordt het geloof geschonken.
Door het geloof worden wij (tegelijkertijd) gerechtvaardigd en wedergeboren.
Dit was de lijn van de Reformatie en b.v. de kanttekeningen van de Statenvertaling.
Wie leest deze geschriften nog?
Door het geloof worden wij (tegelijkertijd) gerechtvaardigd en wedergeboren.
Dit was de lijn van de Reformatie en b.v. de kanttekeningen van de Statenvertaling.
Wie leest deze geschriften nog?
De term "inwendige roeping" kom ik niet in de bijbel, nog in de drie formulieren van enigheid tegen. Volgens mij word echter met deze term hetzelfde bedoelt als de wedergeboorte, hetgeen aan het geloof vooraf gaat. Verder moet je uitkijken voor spraakverwarring omdat de Dortse Leerregels uitgaan van de wedergeboorte in enge zin, hetwelk onderscheiden word van de wedergeboorte in ruime zin.Zonderling schreef:Ik mis in deze beschouwingen de inwendige roeping waarin God de mens verlicht en hem bekwaam en gewillig maakt om te geloven. In deze inwendige roeping wordt het geloof geschonken.
Door het geloof worden wij (tegelijkertijd) gerechtvaardigd en wedergeboren.
Dit was de lijn van de Reformatie en b.v. de kanttekeningen van de Statenvertaling.
Wie leest deze geschriften nog?
Laatst gewijzigd door Dathenum op 22 apr 2006, 14:24, 1 keer totaal gewijzigd.
Zonderling, we hebben hier in een andere topic al over gediscussieerd. Ik heb toen ook Calvijn voor je aangehaald. De kanttekeningen en Calvijn lees ik dus nog.Zonderling schreef:Ik mis in deze beschouwingen de inwendige roeping waarin God de mens verlicht en hem bekwaam en gewillig maakt om te geloven. In deze inwendige roeping wordt het geloof geschonken.
Door het geloof worden wij (tegelijkertijd) gerechtvaardigd en wedergeboren.
Dit was de lijn van de Reformatie en b.v. de kanttekeningen van de Statenvertaling.
Wie leest deze geschriften nog?
Calvijn heeft oog voor het beginnende genadewerk, zonder dit per se op formule te willen brengen.
Wat de inwendige roeping betreft: al heb ik het woord niet genoemd, de zaak is zeker aan de orde geweest: "het wondere werk des Geestes in de verbreking van een zondaarshart".
-
- Berichten: 4330
- Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31
Dathenum,Dathenum schreef:De term "inwendige roeping" kom ik niet in de bijbel, nog in de drie formulieren van enigheid tegen. Volgens mij word echter met deze term hetzelfde bedoelt als de wedergeboorte, hetgeen aan het geloof vooraf gaat. Verder moet je uitkijken voor spraakverwarring omdat de Dortse Leerregels uitgaan van de wedergeboorte in enge zin, hetwelk onderscheiden word van de wedergeboorte in ruime zin.Zonderling schreef:Ik mis in deze beschouwingen de inwendige roeping waarin God de mens verlicht en hem bekwaam en gewillig maakt om te geloven. In deze inwendige roeping wordt het geloof geschonken.
Door het geloof worden wij (tegelijkertijd) gerechtvaardigd en wedergeboren.
Dit was de lijn van de Reformatie en b.v. de kanttekeningen van de Statenvertaling.
Wie leest deze geschriften nog?
1. Ik heb het woord "inwendige" slechts ter toelichting gebruikt. De "roeping" waar het hier om gaat, komt in deze betekenis zeker in de Bijbel voor, laten we maar een beginnen met Romeinen 8:30.
Zo komt het woord ook zeker voor in de belijdenisgeschriften.
2. De DL spreken inderdaad over wedergeboorte in enge zin, dan is er feitelijk geen verschil met de inwendige roeping. De gebruikelijke manier van spreken is echter dat de roeping aan het geloof voorafgaat en de wedergeboorte erop volgt, zoals je ook in vele kanttekeningen van de SV duidelijk kunt zien.
3. Mijn opmerking blijft dus overeind, dat de inwendige roeping in deze discussie gemist wordt, namelijk in de betekenis van verlichting van het hart, bekwaam- en gewilligmaking en schenking van het geloof. Toch is dat voluit de leer van de Reformatie, belijdenisgeschriften en kanttekeningen.
Hiermee heb ik meen ik ook de posting van Afgewezen beantwoord. Wedergeboorte bestaat geen ogenblik zonder de inwendige roeping, Afgewezen!
Wat denk je dan hiervan, Zonderling?Mijn opmerking blijft dus overeind, dat de inwendige roeping in deze discussie gemist wordt, namelijk in de betekenis van verlichting van het hart, bekwaam- en gewilligmaking en schenking van het geloof. Toch is dat voluit de leer van de Reformatie, belijdenisgeschriften en kanttekeningen.
Verder denk ik dat wedergeboorte en inwendige roeping verschillende uitdrukkingen zijn voor hetzelfde, Zonderling!... op Zijn tijd en wijze zal God Zich aan zo’n zondaar ook openbaren. Woelderink schrijft over dit laatste als volgt: “Het Woord, waarin God de zijnen rechtvaardig verklaart voor zijn aangezicht, breekt als een goddelijke kracht door in het menschenhart en verwekt het geloof, dat zich aan het oordeel Gods onderwerpt. Zij, die het te voren niet konden gelooven, dat Gods genade zoo groot is, gelooven het dan van ganscher harte, want hun ziel springt alsdan op van vreugde en zingt luide met de Kerk van alle eeuwen: Ik ben zeer vroolijk in den Heere, mijne ziel verheugt zich in mijnen God, want Hij heeft mij bekleed met de kleederen des heils, den mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan."
Als ik het goed begrijp gaat het hier om de rechtvaardigmaking?Afgewezen schreef:... op Zijn tijd en wijze zal God Zich aan zo’n zondaar ook openbaren. Woelderink schrijft over dit laatste als volgt: “Het Woord, waarin God de zijnen rechtvaardig verklaart voor zijn aangezicht, breekt als een goddelijke kracht door in het menschenhart en verwekt het geloof, dat zich aan het oordeel Gods onderwerpt. Zij, die het te voren niet konden gelooven, dat Gods genade zoo groot is, gelooven het dan van ganscher harte, want hun ziel springt alsdan op van vreugde en zingt luide met de Kerk van alle eeuwen: Ik ben zeer vroolijk in den Heere, mijne ziel verheugt zich in mijnen God, want Hij heeft mij bekleed met de kleederen des heils, den mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan."
Gelooft iemand dan pas na de 'bewuste' rechtvaardigmaking?
Soms lijkt het wel of alles door elkaar wordt geklutst.
Hier is het geloof tot 'doorbraak' gekomen.MBE schreef:Als ik het goed begrijp gaat het hier om de rechtvaardigmaking?Afgewezen schreef:... op Zijn tijd en wijze zal God Zich aan zo’n zondaar ook openbaren. Woelderink schrijft over dit laatste als volgt: “Het Woord, waarin God de zijnen rechtvaardig verklaart voor zijn aangezicht, breekt als een goddelijke kracht door in het menschenhart en verwekt het geloof, dat zich aan het oordeel Gods onderwerpt. Zij, die het te voren niet konden gelooven, dat Gods genade zoo groot is, gelooven het dan van ganscher harte, want hun ziel springt alsdan op van vreugde en zingt luide met de Kerk van alle eeuwen: Ik ben zeer vroolijk in den Heere, mijne ziel verheugt zich in mijnen God, want Hij heeft mij bekleed met de kleederen des heils, den mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan."
Gelooft iemand dan pas na de 'bewuste' rechtvaardigmaking?
Hoezo?Soms lijkt het wel of alles door elkaar wordt geklutst.
Woelderink heeft het toch over het Woord waarin God de Zijnen rechtvaardig verklaart? Dat is dan toch de rechtvaardigmaking? Is dat hetzelfde al het geloof dat tot 'doorbraak' komt?Afgewezen schreef:Hier is het geloof tot 'doorbraak' gekomen.MBE schreef:Als ik het goed begrijp gaat het hier om de rechtvaardigmaking?Afgewezen schreef:... op Zijn tijd en wijze zal God Zich aan zo’n zondaar ook openbaren. Woelderink schrijft over dit laatste als volgt: “Het Woord, waarin God de zijnen rechtvaardig verklaart voor zijn aangezicht, breekt als een goddelijke kracht door in het menschenhart en verwekt het geloof, dat zich aan het oordeel Gods onderwerpt. Zij, die het te voren niet konden gelooven, dat Gods genade zoo groot is, gelooven het dan van ganscher harte, want hun ziel springt alsdan op van vreugde en zingt luide met de Kerk van alle eeuwen: Ik ben zeer vroolijk in den Heere, mijne ziel verheugt zich in mijnen God, want Hij heeft mij bekleed met de kleederen des heils, den mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan."
Gelooft iemand dan pas na de 'bewuste' rechtvaardigmaking?Hoezo?Soms lijkt het wel of alles door elkaar wordt geklutst.
Woelderink maakt onderscheid tussen de 'bediening van de rechtvaardigmaking'= de prediking van het evangelie en de rechtvaardigmaking zoals ze plaatsvindt door het geloof.
Overigens moeten we ervoor oppassen dat we door het preciseren van al dit soort zaken geen verwarring stichten.
Ik zou de bewuste rechtvaardigmaking willen vergelijken met het moment dat de verloren zoon in de armen van de vader valt.
Ja, maar hoe zat het dan met het moment dat hij tot zichzelf kwam en het besluit nam om naar zijn vader terug te keren?
In feite is dat een irrelevante vraag. Het ging erom dat hij met de vader VERZOEND werd. Zo gaat het erom dat ook wij met God verzoend worden. En dat moet je ervaren en niet gaan beredeneren. Net zo min als dat de verloren zoon kon beredeneren: ja, maar ik ga toch naar mijn vader, dus ik ben op de goede weg, dus komt het wel goed.
Overigens moeten we ervoor oppassen dat we door het preciseren van al dit soort zaken geen verwarring stichten.
Ik zou de bewuste rechtvaardigmaking willen vergelijken met het moment dat de verloren zoon in de armen van de vader valt.
Ja, maar hoe zat het dan met het moment dat hij tot zichzelf kwam en het besluit nam om naar zijn vader terug te keren?
In feite is dat een irrelevante vraag. Het ging erom dat hij met de vader VERZOEND werd. Zo gaat het erom dat ook wij met God verzoend worden. En dat moet je ervaren en niet gaan beredeneren. Net zo min als dat de verloren zoon kon beredeneren: ja, maar ik ga toch naar mijn vader, dus ik ben op de goede weg, dus komt het wel goed.
Als het gaat om het werk van de Heilige Geest in de ziel van degenen die behouden worden, hebben wij mensen het nodig om daar een bepaalde volgorde in te zien. Maar we moeten ons wel bedenken dat de volgorde waar wij op uit komen niet de volgorde hoeft te zijn waarin de Heilige Geest werkt.
Ik citeer een aantal fragmenten van Martyn Lloyd-Jones in zijn boek God de Heilige Geest, uit het hoofdstuk Het werk van de Heilige Geest in de verlossing:
"De volgende vraag waarmee we ons gaan bezighouden is dus deze: Als er dan sprake is van een speciaal werk in de ziel van degenen die behouden worden, welke volgorde hanteert de Heilige Geest daar dan bij?
[...]
Stel uzelf eens deze vragen: Welke stappen en stadia kent het verlossingswerk? Hoe gaat de Heilige Geest hierin te werk? Aan de gegeven antwoorden komt geen einde.
Nu geeft de Schrift zelf geen nauwkeurige volgorde aan. Romeinen 8:28-30 komt in zekere zin het dichtst in de buurt. [...]
Dat is de volgorde nietwaar? Verordineerd, geroepen, gerechtvaardigd, verheerlijkt. Zeker, het is een volgorde, maar jammer genoeg is de lijst niet compleet. [...]
Dit is de ene passage; er is er nog één en de lutheranen zijn er dol op. In Handelingen 26 vindt u een volgorde gesuggereerd in de opdracht die Paulus op de weg naar Damascus van de Heere Jezus Christus ontving: "Verlossende u van dit volk, en van de heidenen, tot welke Ik u nu zend." Waartoe? "Om hun ogen te openen, en hen te bekeren van de duisternis tot het licht, en van de macht van de satan tot God; opdat zij vergeving der zonden ontvangen, en een erfdeel onder de geheiligden, door het geloof in Mij" (Hand. 26:17,18).
Ook hier geldt, dat de lijst duidelijk niet compleet en volmaakt is. [...]
Als u bijvoorbeeld de vooraanstaande figuren van de Reformatie raadpleegt, zult u ontdekken dat er nauwelijks twee te vinden zijn die deze onderdelen in precies dezelfde volgorde zetten. Ook hier kunnen we dus geen precisie bereiken. Waarom niet? Wat is het probleem? Wel, de moeite is te wijten aan het feit, dat alles afhangt van de manier waarop u de kwestie benadert.
Er zijn tenminste twee belangrijke benaderingswijzen mogelijk. U kunt de volgorde in het verlossingswerk bekijken vanuit het standpunt van God: God kijkt vanuit ZIjn heiligheid neer op mensen, die als gevolg van de val in zonde leven, en Hij bedenkt een plan om hen te verlossen. Er moet een volgorde geweest zijn. U kunt die als u wilt beschouwen als de logica in het denken van de Eeuwige. De andere voor de hand liggende benadering is precies de tegenovergestelde. Daarin bezien we deze dingen op een chronologische manier, zoals ze in de tijd en in de ervaring hun beslag nemen.
[...]
Ik wil nogmaals opmerken, dat dit alles niet essentieel is voor onze redding. [...]
Ik wil eindigen met het volgende: het gevaar hierbij is, dat we veel te chronologisch te werk gaan. We lopen het risico, dat we aan het tijdselement te grote waarde gaan hechten en dan zeggen dat de onderdelen op elkaar moeten volgen in een zeer strak en mechanisch tijdsschema. Hierin ligt inderdaad een groot gevaar; het leidt zelfs altijd tot dwaling, want uiteindelijk vindt Gods werk buiten de tijd plaats."
Ik citeer een aantal fragmenten van Martyn Lloyd-Jones in zijn boek God de Heilige Geest, uit het hoofdstuk Het werk van de Heilige Geest in de verlossing:
"De volgende vraag waarmee we ons gaan bezighouden is dus deze: Als er dan sprake is van een speciaal werk in de ziel van degenen die behouden worden, welke volgorde hanteert de Heilige Geest daar dan bij?
[...]
Stel uzelf eens deze vragen: Welke stappen en stadia kent het verlossingswerk? Hoe gaat de Heilige Geest hierin te werk? Aan de gegeven antwoorden komt geen einde.
Nu geeft de Schrift zelf geen nauwkeurige volgorde aan. Romeinen 8:28-30 komt in zekere zin het dichtst in de buurt. [...]
Dat is de volgorde nietwaar? Verordineerd, geroepen, gerechtvaardigd, verheerlijkt. Zeker, het is een volgorde, maar jammer genoeg is de lijst niet compleet. [...]
Dit is de ene passage; er is er nog één en de lutheranen zijn er dol op. In Handelingen 26 vindt u een volgorde gesuggereerd in de opdracht die Paulus op de weg naar Damascus van de Heere Jezus Christus ontving: "Verlossende u van dit volk, en van de heidenen, tot welke Ik u nu zend." Waartoe? "Om hun ogen te openen, en hen te bekeren van de duisternis tot het licht, en van de macht van de satan tot God; opdat zij vergeving der zonden ontvangen, en een erfdeel onder de geheiligden, door het geloof in Mij" (Hand. 26:17,18).
Ook hier geldt, dat de lijst duidelijk niet compleet en volmaakt is. [...]
Als u bijvoorbeeld de vooraanstaande figuren van de Reformatie raadpleegt, zult u ontdekken dat er nauwelijks twee te vinden zijn die deze onderdelen in precies dezelfde volgorde zetten. Ook hier kunnen we dus geen precisie bereiken. Waarom niet? Wat is het probleem? Wel, de moeite is te wijten aan het feit, dat alles afhangt van de manier waarop u de kwestie benadert.
Er zijn tenminste twee belangrijke benaderingswijzen mogelijk. U kunt de volgorde in het verlossingswerk bekijken vanuit het standpunt van God: God kijkt vanuit ZIjn heiligheid neer op mensen, die als gevolg van de val in zonde leven, en Hij bedenkt een plan om hen te verlossen. Er moet een volgorde geweest zijn. U kunt die als u wilt beschouwen als de logica in het denken van de Eeuwige. De andere voor de hand liggende benadering is precies de tegenovergestelde. Daarin bezien we deze dingen op een chronologische manier, zoals ze in de tijd en in de ervaring hun beslag nemen.
[...]
Ik wil nogmaals opmerken, dat dit alles niet essentieel is voor onze redding. [...]
Ik wil eindigen met het volgende: het gevaar hierbij is, dat we veel te chronologisch te werk gaan. We lopen het risico, dat we aan het tijdselement te grote waarde gaan hechten en dan zeggen dat de onderdelen op elkaar moeten volgen in een zeer strak en mechanisch tijdsschema. Hierin ligt inderdaad een groot gevaar; het leidt zelfs altijd tot dwaling, want uiteindelijk vindt Gods werk buiten de tijd plaats."
Wanneer je aan het ontleden en benoemen gaat, loop je altijd ergens vast. Daarom gaat het vooral om het praktikale en dan verwijs ik graag naar het patroon van de bekering zoals dat in de Bijbel genoemd wordt en waar ik in een van mijn vorige postings aan gerefereerd heb.
Zó gaat het toe in de praktijk, maar dogmatisch gezien krijg je het nooit helemaal glad. Dat moeten we dus ook maar niet willen.
Zó gaat het toe in de praktijk, maar dogmatisch gezien krijg je het nooit helemaal glad. Dat moeten we dus ook maar niet willen.
Toch kun je ook zeggen dat de verloren al lang verzoend was met zijn vader. Die stond immers al op de uitkijk. Die verzoening is er dus al - in Christus. Deze verzoening moest nog wel werkelijkheid worden in het leven van de verloren zoon.Afgewezen schreef:Het ging erom dat hij met de vader VERZOEND werd. Zo gaat het erom dat ook wij met God verzoend worden. En dat moet je ervaren en niet gaan beredeneren.
Maar ook dan geldt dat je niet kunt spreken over één volgorde. Er zijn lijnen zichtbaar, patronen zo je wilt. Daar kun je over spreken en nadenken en God er voor prijzen. Maar die kun niet als een sjabloon over ieder waar christen leggen.Afgewezen schreef:Wanneer je aan het ontleden en benoemen gaat, loop je altijd ergens vast. Daarom gaat het vooral om het praktikale en dan verwijs ik graag naar het patroon van de bekering zoals dat in de Bijbel genoemd wordt en waar ik in een van mijn vorige postings aan gerefereerd heb.
Zó gaat het toe in de praktijk, maar dogmatisch gezien krijg je het nooit helemaal glad. Dat moeten we dus ook maar niet willen.
Precies. Maar je ziet dus hoe lastig het is om het helemaal op formule te krijgen.volgeling schreef:Toch kun je ook zeggen dat de verloren al lang verzoend was met zijn vader. Die stond immers al op de uitkijk. Die verzoening is er dus al - in Christus. Deze verzoening moest nog wel werkelijkheid worden in het leven van de verloren zoon.Afgewezen schreef:Het ging erom dat hij met de vader VERZOEND werd. Zo gaat het erom dat ook wij met God verzoend worden. En dat moet je ervaren en niet gaan beredeneren.
Met dit soort uitspraken kun je alle bijbelse gegevens krachteloos maken.Maar ook dan geldt dat je niet kunt spreken over één volgorde. Er zijn lijnen zichtbaar, patronen zo je wilt. Daar kun je over spreken en nadenken en God er voor prijzen. Maar die kun niet als een sjabloon over ieder waar christen leggen.