Ik ken je nog niet zo goed om jou ook maar gelijk beste vriend te noemen. Ik houd het voorlopig bij beste AJN Oke.
Waar geen bijbel is daar werkt God anders. (dromen ed) Maar zodra de Schrift aanwezig is, werkt God niet meer zo over het algemeen.
Dan is het door zijn Woord en Geest. Dus de voorbeelden die jij gaf, kunnen heel goed waar zijn. En dat de Heere het spreken in tongen gebruikt is heel goed mogelijk, net als in de gemeente van Korinthe. Maar zoals ik al schreef, waar de bijbel eenmaal bereikbaar is voor de gemeenschap dat zal de Heere werken door zijn Woord en Geest.
En lees nou eerst die technische kant van het spreken in tongen. Dan is de discussie duidelijk. Als jij meent dat er nog een andere vorm van spreken in tongen is dan moet je daar maar een andere topic over openen. We zullen elkaar dan weer treffen want dat ontken is namelijk stellig!
Hier nog wat info uit eerde postings
Glossolalie is een gewoon verschijnsel. Er is niets magisch of buitengewoons aan. Toch doet de wetenschap tekort aan de gelovige als zij deze magische gloed rondom het spreken in tongen weghaalt. Spreken in tongen wordt vaak beleefd in een intieme sfeer van éénzijn met God. De Geest van God wordt letterlijk ervaren, ondergaan. De pinkstergelovige die in tongen spreekt zal over het algemeen dan ook weinig hebben aan de studies over glossolalie. Sommigen staan zelfs vijandig tegenover de wetenschappers. Zij zien in het werk van de wetenschappers een soort heiligschennis. En in zekere zin hebben zij gelijk. Het is heiligschennis om een fenomeen te ontdoen van haar religieuze lading en dit vervolgens te analyseren en te bestuderen. Maar anderszijds hebben de wetenschappers ook wat tegen de pinkstergelovigen te zeggen. Zij kunnen zeggen dat het een mens niet meer maakt als deze in tongen spreekt. Zij kunnen met Paulus zeggen: "Al ware het, dat ik in de talen der mensen en der engelen sprak, en ik had de liefde niet, ik ware niets".
Omdat ik zelf een overtuigd pinkstergelovige ben geweest, weet ik van het enorme belang van het spreken in tongen voor het persoonlijke gebedsleven. Spreken in tongen betekende voor mij inderdaad, met de term van Samarin: God is hier. Glossolalie is een stuk tastbare Godservaring. Het is, om zo te zeggen, hèt Godsbewijs voor de pinkstergelovige, het bewijs dat de Geest van God de gelovige vult en leidt. En het functioneerde voor mij ook als een demarcatielijn. Het spreken in tongen was, in de termen van Virginia Hine (Williams,1981:160) een "bridge-burning act". Het betekende in mijn geval een definitieve keuze voor de pinksterbeweging, tegen de achtergrond van mijn evangelische, anti-charismatisch geörienteerde opvoeding. Uiteindelijk is het op niets uitgelopen. De pinksterbeweging, met haar aanstekelijke en expressieve geloofsbeleving ligt inmiddels al een aantal jaren achter mij. Het spreken in tongen heeft elke religieuze betekenis verloren. Toch zijn er nog steeds (zeldzame) momenten waarop het naar boven komt, en waarop ik het praktizeer. Soms bij bepaalde melancholieke stemmingen, als uiting van angst, maar soms ook als vreugde-uiting in de schoonheid van de natuur. Het duidt erop dat tongentaal nog steeds een functie kan hebben, ook bij mensen die al lang niet meer verkeren in glossolale kringen. En alhoewel de betekenis van de klanken nonsens zijn, is het gevoel bij de beoefening echt. Inderdaad, glossolalie zegt: God is hier.
http://www.apologetique.org/nl/artikele ... studie.htm
http://www.onzetaal.nl/nieuws/tongentaal.html
[Aangepast op 11/9/03 door jacob]