Vierschaar

england

Bericht door england »

Dank je, Rhode!
Ja, dat vond ik nou ook het moeilijkst, om mijn hele leven uit handen te geven! Een gedeelte ging nog wel, en een groot gedeelte ook, maar alles...
En dat vind ik nog steeds moeilijk! Maar toch, spijt heb ik nooit gehad! Wel dat ik zo lang niet heb gewilt!
england

Bericht door england »

Inderdaad, Maninne! Daarom heb ik vaak in tranen boven Jeremia gezeten met voorbereiden!
En nu Dinsdag weer! Hoe Juda zondigde! Net zo erg als ik doe! En toch:
Ik weet de gedachten, die Ik over u denk, spreekt de HEERE, gedachten des vredes, en niet des kwaads...!
england

Bericht door england »

Inderdaad, Rhode, en dachten we daar maar wat vaker aan!
Hoe vaak denken we niet dat Gods liefde van onze goede werken afhangt: als ik maar minder zondigde, dan zou God mij wel liever hebben...!
Orckie

Bericht door Orckie »

Oorspronkelijk gepost door Zeeuw2
RJ,

"En hoe moet ik dan de uitspraak van Comrie zien: "Dit vonnis (vrijspraak, RJ) wordt ook aan de gerechtvaardigde vroeger of later inwendige bekendgemaakt, door de middelijke of onmiddelijke werking des Geestes"

Mooie uitspraak; misschien mag ik er even op reageren. Let erop dat Comrie schrijft "middelijk of onmiddellijk". De vierschaarervaring kun je denk ik gelijk stellen met de onmiddelijke verzekering. Smijtegeld schrijft ergens dat de meeste van Gods kinderen echter middelijk verzekerd worden van hun aandeel aan Christus en het in Hem rechtvaardig zijn voor God. Dat lijkt mij het meest naar de Schrift. De Heere werkt dit middelijk; d.w.z. door de verkondiging van het Woord wat door de H. Geest word toegepast.

De verkondiging van het Woord ? Jazeker; kijk maar eens wat de HC zegt over de prediking van de sleutelen des hemelrijks. Gods knechten dienen te verkondigen "aan de gelovigen, aan allen en een iegelijk, dat, zo dikwijls zij de belofte van het Evangelie met een waar gelovig hart aannemen, al hun zonden om Christus' wil vergeven zijn".

Deze gepredikte boodschap wil de H. Geest gebruiken ter versterking en verzekering van de rechtvaardiging in Christus. Daarnaast zijn de sacramenten door de Heere ook hiervoor gegeven.

Kijk ook maar eens hoe mooi de DLR spreken over de verzekering in de middelijke weg; dwz door Woordbediening, sacramentsbediening toegepast door de Geest.

Wie tegen de kleinen in de genade (kleinen in het geloof), die iets door het geloof van Christus mochten zien vervolgens zegt dat zien geen hebben is en dat hun schuld nog openstaat; gaat daarmee als dienaar des Woord lijnrecht in tegen hetgeen de boodschap voor zulken volgens de HC moet zijn. Gebrek aan verzekering mag je dan middelijkerwijs ook zoeken in de prediking.

Herman; bedankt voor je prachtige verwoording. Ik ben het er geheel mee eens.

Refo,

"Ze spreekt niet over meer of minder nut, dat kan namelijk niet. De rechtvaardigmaking is er of is er niet. Met een klein geloof ben je volledig rechtvaardig, met een groot geloof evenzeer en niet meer."

Van harte mee eens.

"Rechtvaardigmaking kun je daarom moeilijk 'bevinden'. Wie wel gelooft, maar niet weet van de rechtvaardiging, gelooft niet echt. Hij of zij maakt God een leugenar. Dat klinkt zwart-wit, maar het was een dogmatische verhandeling, weet je nog? "

Toch wijk je zelf hier ook van de dogmatische verhandeling af. Wanneer je stelt dat "Wie wel gelooft, maar niet weet van de rechtvaardiging, gelooft niet echt." Leg je toch het criterium voor een waar geloof in de bevindelijke kennis van de gelovige van diens rechtvaardigmaking. Dat lijkt mij niet Schriftuurlijk. Het geloof richt zich niet op de rechtvaardigmaking; het enige Voorwerp is Christus. Daar richt het zich op. Onlosmakelijk aan dat geloof verbonden is de rechtvaardiging, maar altijd in Christus. Kortom; de kennis van de rechtvaardigmaking kan nooit een toetsteen zijn van het ware geloof; dat is alleen te toetsen aan de kennis van het Voorwerp ervan; Christus alleen.
Als je het boek van ds. Vreugdenhil "Alles uit Hem" leest, zul je al deze zaken op een zeer evenwichtige manier behandeld zien.
england

Bericht door england »

Comrie schijnt heel mooi te zijn, alleen moet je wel de hele Comrie nemen, en ik denk dat daar de fout ligt...!
Gebruikersavatar
refo
Berichten: 24629
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:45

Bericht door refo »

Misschien mag ik nog eens even voortborduren op de hoofdman en Jaïrus.

Stel dat die twee elkaar eens tegenkwamen (ze woonden beide in Kapernaüm?). Ze komen te spreken over de wonderlijke genezingen.

De hoofdman vertelt dat zijn knecht zo ziek was en hij wist dat Jezus kon genezen. Daarom is hij naar Hem gegaan en zo is zijn knecht weer genezen.

Jaïrus vindt dit maar bedenkelijk. "Ik ben ook naar Jezus gegaan, net als jij. Maar dat is niet genoeg. Als je naar Hem gaat, dan heb je nog het gevoel dat er wat aan te doen is. Maar dat is verkeerd! Je moet zover komen, dat je niet meer weet hoe het moet. Dat leerde de Heere mij namelijk wél. We kregen zoveel oponthoud dat mijn dochtertje stierf voor we bij huis aankwamen. Toen kon het voor mij niet meer en tóen pas kon Jezus enkele troostwoorden aan me kwijt. Zolang mijn dochtertje nog leefde niet. Maar toen ze gestorven was? Alles was ik kwijt en toen pas was er plaats voor Hem, eerder niet.

Beste hoofdman, bij jou is dat te snel gegaan. Jij hebt steeds gemeend: de Heere zal mij helpen, en daar moet je juist afgebracht worden? Heb jij gezien dat de Heere je knecht genas? Nee, maar ik heb gezien dat mijn dochter opgewekt werd en daar gaat het om! Eerst moet er plaats gemaakt worden en zelfs daarna doet hij alles en ben je zelf een nietswaardige. Je moet dat geloof van jou echt eens onderzoeken."
limosa

Bericht door limosa »

Oorspronkelijk gepost door england
Comrie schijnt heel mooi te zijn, alleen moet je wel de hele Comrie nemen, en ik denk dat daar de fout ligt...!
En ik zou ds. Comrie nemen. Met dr. Comrie zou je nog wel eens op het verkeerde been gezet kunnen worden.
Gerrie

Bericht door Gerrie »

Oorspronkelijk gepost door refo
In de Bergrede toont de Heere eigenschappen van de ware gelovigen. Alle ware gelovigen zijn: arm van geest, treurenden, zachtmoedigen, hongerende en dorstende om zo rechtvaardig als Jezus te zijn, barmhartig, rein van hart en vreedzaam. Als iemand 'hongert en dorst', welke betekenis men daar ook aan geeft, alleen de persoon die aan deze 7 kenmerken voldoet is een gelovige. Ze zijn niet los verkrijgbaar.
Is de bergrede daarvoor bedoeld, refo?

Het gaat om vruchten, maar niet om allerlei soort van vrucht.
Iemand die oprecht hongert en dorst naar de gerechtigheid is zalig, ook al zijn de andere vruchten misschien minder herkenbaar.

Matthijs,
Ik heb het ABC des geloofs van Comrie gedownload, Bedankt voor je tip.
Goed om het weer opnieuw te lezen.

Hieronder wil ik een mooi stukje plaatsen over 'kiezen'. Je ziet daar niets van een hebbelijkheid of dadelijkheid.
Is die theorie eigenlijk wel uit z'n pastorale geschriften te herkennen?

Hierbij het stukje uit "ABC des geloofs".

Onder de letter K zullen ons ook enige geloofsbenamingen voor, onze overweging dubbel waardig. Het geloof wordt hier genoemd een

KIEZEN

Jozua 24: 15, Kiest u heden, wie gij dienen zult, enz. Psalm 119: 30, Ik heb verkoren de weg der waarheid, Uw rechten heb ik mij voorgemeld Vergelijkt ook vs. 173, Laat Uw hand mij te hulp komen, want ik heb Uw bevelen verkoren. In Jesaja 56: 4 wordt van de gesnedenen gesproken, die verkoren datgene, waarin God lust heeft.
Om nu iets met uw Christelijke aandacht van het zaligmakende geloof als een kiezen te spreken, zullen wij een aanmerking vooraf laten gaan, en dan de zaak zelf uithalen.

De aanmerking is, dat bijna in al de plaatsen, waar kiezen, verkiezen voorkomt, hetzelfde tot zijn voorwerp heeft het Woord, de bevelen van God, datgene, waaraan God lust heeft; zodat uw Christelijke aandacht met mij kan opmaken, dat, ofschoon Jezus Christus het voorwerp van het zaligmakende geloof is, als de grote Hogepriester in de rechtvaardigmaking van de zondaar in Gods vierschaar, dat datzelfde zaligmakende geloof ook andere voorwerpen van deszelfs zaligmakende werkzaamheden heeft. O ja, al wat God in Zijn Woord geopenbaard heeft, is een voorwerp van de zaligmakende werkzaamheid des geloofs. Niets anders behoef ik tot bevestiging van deze zaak bij te brengen, dan het 11e hoofdstuk van Paulus' Brief aan de Hebreeën. Wie dat nagaat, en de zeer geleerde en Godvruchtige verklaring van de grote OWEN, zal daarin niet alleen bevestigd worden, maar groot licht ontvangen van het geloof in deszelfs verscheidene werkzaamheden; had men dit meer in het oog, men zou de werkzaamheden van zichzelf en anderen dikwerf zo niet veroordelen, omdat Jezus Christus op een duidelijke wijze er niet in voorkomt.

Wat de zaak nu betreft: ofschoon dat de mens dood is in zonden en misdaden, God handelt evenwel met hem niet alsof hij een blok was, maar als met een redelijk schepsel, de zaken, betreffende zijn eeuwige zaligheid, in zijn keuze gevend, en hem door zijn onwederstandelijke genade bekwaam makende om recht te kiezen. Zie Deut. 30: 19, Ik neem heden tegen ulieden tot getuige de hemel en de aarde: het leven en de dood heb Ik u voorgesteld, de zegen en de vloek, kiest dan het leven, opdat gij leeft en uw zaad. En Psalm 110: 2, 3, De Heere zal de scepter uwer sterkte uit Sion zenden, zeggende: Heers in het midden uwer vijanden; Uw volk zal zeer gewillig zijn op de dag Uwer heirkracht.
Zodat dan dit kiezen der ziel door Gods voorkomende genade zal bestaan:

1. In een bedaard neerzitten, in stille eenzaamheid zich van al wat in de wereld is afzonderend en stellend onder het alziend oog van God, om twee grote zaken te overwegen.
a. De ziel overweegt, wat de zonde en de bezoldiging van die is. Hij zoekt het masker van de zonde af te trekken; zolang de arme mens zonder nadenken leeft, heeft de zonde een strelende en betoverende kracht op de ziel, de zondige daden brengen hem enige verkwikking toe; de hoogmoedige verheugt zich in zijn opschik, de dartele in zijn lichtvaardige medemakkers, een dronkaard in de wijn, de wereldse mens in zijn schatten, de trotse in zijn ambten en bekwaamheden; elk is daarmee verblijd. Maar de ziel begint nu te denken, dat dit alles maar tijdelijk is, voorbijgaande en met vele smarten vergezeld. Ja, dat de zonde, schoon ze vele voorstanders heeft, anders niet is dan een aankanten van zich tegen de Almachtige, met dikke verheven schilden; en dat zij hem legt onder Gods toorn en vloek; ja hem, zo hij in die zondige weg voortgaat, onvermijdelijk in de hel, in de eeuwige verdoemenis brengen zal, waar anders niet ondervonden zal worden tot loon van die kortstondige ijdelheid, dan wening der ogen en knersing der tanden, doordat God om alle dezen hem in het gericht zal brengen, Pred. 11: 9.
b. Aan de andere kant beschouwt hij de deugd, de weg van Godzaligheid; zoals die genoegen en blijdschap brengt in de ziel, ofschoon er geen beloning van was. Hij ziet met David, dat in het houden van die, grote loon is, en hij beschouwt het leven, hetwelk God in zijn zalige nabijheid geven wil al degenen, die Hem in waarheid en zonder geveinsdheid gezocht hebben. Zal men tot een keuze komen, het een moet tegenover het ander gesteld worden, en met nauwkeurigheid beschouwd worden, opdat men niet kiest hetgeen eeuwiglijk zal berouwen; zonde stelt de ziel tegen deugd, en leven tegen dood; welke zaken de beweegraderen zijn van doen en laten; want vrees schrikt af, en liefde doet omhelzen. Vrees en hoop zijn de twee voornaamste dingen, waarop elk Godvruchtig leraar moet zoeken te werken.

2. Het kiezen zal zeggen, dat de mens tot het ene overslaat, met verwerping van het andere, na dit bedaard overwegen. De ziel kiest nu Christus en de weg der Godzaligheid boven alles, wat in de wereld is. Ja, de ziel komt tot dit besluit, om voortaan al haar vorige wegen te verlaten, en haar heil en leven te allen tijde in God te zoeken; want zij zal zich nu afvragen: ziel, waar helt uw genegenheid het meest naar toe, naar de zonde en werelds vermaak, of naar Jezus en het leven bij God? En dan zal zij uitroepen: Tot Jezus en Hem alleen, al het andere is maar schade en drek.
Nu komt de ziel met Mozes, zelfs de smaadheden van Christus groter rijkdom te achten, dan al de schatten van Egypte, Hebr. 11: 26.

3. Die recht kiest, berust in zijn keuze; zijn ziel hunkert niet wederom naar de vleespotten van Egypte. De ogen, die gezien hebben, zullen niet terugzien, het berouwt nooit, maar de ziel heeft een standvastig voornemen, om altijd bij de Heere te blijven; dood noch leven kan zijn hart aftrekken.

4. Eindelijk, zegt het een innig verblijden van zich over zijn keuze, en een danken van God voor Zijn bekwaammakende genade, om die keuze te doen, gelijk wij van gans Israël vinden, dat zij zich verblijdden over de eed.

Andere zaken, tot ons oogmerk niet dienend, gaan wij voorbij; wensend, dat God de onherboren zondaars, die de keuze nog niet gedaan hebben, genade wil geven om het leven te kiezen, opdat zij leven mogen in der eeuwigheid en dat 's Heeren kinderen hun keuze mogen vernieuwen, en zich in God over hun keuze verblijden.
Refojongere

Bericht door Refojongere »

Hoi iedereen,

Mag ik uit dit topic concluderen dat het toevluchtnemen tot Christus en de beleving dat je vrijgesproken bent van Gods oordeel een tijd kan zitten?

We hebben het hier dus over de beleving! van de heilsfeiten.
Gerrie

Bericht door Gerrie »

Oorspronkelijk gepost door Refojongere
Mag ik uit dit topic concluderen dat het toevluchtnemen tot Christus en de beleving dat je vrijgesproken bent van Gods oordeel een tijd kan zitten?

We hebben het hier dus over de beleving! van de heilsfeiten.
RJ,

Je kunt toevlucht nemen tot Christus, zonder daarbij beleven dat je bent vrijgesproken.
Die beleving kan later komen.

We noemen dat een 'toevluchtnemend geloof'.
Plaats reactie