Het grootste bewijs dat Jesaja 53 over de Messias gaat is dat wat met de Knecht uit Jesaja 53 gebeurt overeen lijkt te komen met Jezus Christus is gebeurd. Als je gelooft dat Jezus de Christus is, dan ligt het voor de hand om Jesaja 53 te zien als een heenwijzing naar de Messias. Hier gaat de aanvaarding van Christus als Messias vooraf aan de uitleg van Jesaja. (Wat mag, alleen is het nu geen bewijs, maar nergens in het NT wordt deze tekst als bewijs aangehaald. Hij wordt alleen uitgelegd in het licht van de Messias).
Niet alleen door de profetieën is de Messias te kennen. Er zijn meer wegen, de voornaamste is eigenlijk dat de Heere het claimt. Gezien Zijn leven, mogen wij Hem geloven, en als we vervolgens het OT gaan uitleggen vanuit de wetenschap van Zijn ambt. Verdwijnen heel wat problemen.
Geheel onlogisch is het niet om Jezus als Messias te accepteren, ondanks de in jouw ogen foute profetieën. Paulus accepteerde het. De Joden van Berea accepteerden het na bestudering van de Schriften. Het waren voornamelijk Joden die de Evangelieën schreven. En zij halen Jesaja 53 zo vaak aan, dat zij er duidelijk geen moeite mee hadden deze tekst op een ander dn het volk Israël te betrekken. (Het probleem met wie "ons" is blijft m.i. ook staan, als je Jesaja 53 op deze manier uitlegt). Ook de schrijver van Hebreeën (waarschijnlijk een Alexandrijns Joodse Christen) heeft geen moeite om veel profetieën op de Heere te betrekken. Verder is natuurlijk nog niet alles gebeurd met de Messias. Het NT verklaart dit ook. Hij komt nog een tweede keer.
Mij is verteld dat in deze discussie de "dialoog met Tripho" van Justinus martyr verhelderend kan zijn. Zelf ben ik nog niet aan dit geschrift gekomen, maar misschien ken jij het.
Vaya con Dios,
parsifal
Wie is "de knecht" in Jesaja 53?
Hoi Eliyahu,
dit had ik nog op de computer staan..
---
Jes 53:1
Johannes 1:11 ‘Hij is gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. aar zovelen Hem
aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam
geloven.’
Jes 53:2
Hij is een rijsje voor Zijn aangezicht, een wortel uit dorre aarde. Gewone onbelangrijke mensen waar hij uit geboren werd: Maria, Lukas 1:48 ‘Omdat Hij de nederheid Zijner dienstmaagd heeft aangezien; want zie, van nu aan zullen mij zalig spreken al de geslachten.’
Hij had een ‘gewone’ gedaante, als van ‘gewone’, verachte mensen. Jes 52:14 – Markus 6:3 ‘Is deze niet de
timmerman, de zoon van Maria, en de broeder van Jakobus en Joses, en van Judas en Simon, en zijn Zijn
zusters niet hier bij ons? En zij werden aan Hem geergerd.’ M.a.w. hoe kan hij nou zo bijzonder zijn, een
gewoon man?
Jes 53:3
Hij was veracht, Mattheus 26:67, 27:39-44, Markus 15:19, Lukas 8:53, 16:14, Hebreeën 12:2-3.
Een Man van smarten, Mattheus 26:37-38, Markus 14:34, Johannes 11:35, Hebreeën 2:15-18, Hebreeën 5:7.
Verzocht in krankheid, Wanneer wij krank zijn, wordt HIJ verzocht in krankheid. Omdat wij als christen zijnde niet meer leven, maar HIJ leeft in ons (Galaten 2:20). Dat betekent dat wanneer wij ziek zijn, HIJ ziek is (dit staat min of meer in Mattheus 25:36-43). Ook voor onze ziekten, die een gevolg zijn van de zonde, is Hij gestorven en opgestaan.
Een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem, Johannes 1:10-11 ‘Hij was in de wereld, en de
wereld is door Hem gemaakt; en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij is gekomen tot het Zijne, en de
Zijnen hebben Hem niet aangenomen.’ Handelingen 3:13-15 ‘De God Abrahams, en Izaks, en Jakobs, de
God onzer vaderen, heeft Zijn Kind Jezus verheerlijkt, Welken gij overgeleverd hebt, en hebt Hem
verloochend, voor het aangezicht van Pilatus, als hij oordeelde, dat men Hem zoude loslaten. Maar gij hebt
den Heilige en Rechtvaardige verloochend, en hebt begeerd, dat u een man, die een doodslager was, zou
geschonken worden; En den Vorst des levens hebt gij gedood, Welken God opgewekt heeft uit de doden;
waarvan wij getuigen zijn.’
Jes 53:4
Krankheden op zich genomen, Mattheus 8:14-17.
Smarten gedragen; mentale smarten=zonden, Hebreeën 9:28 ‘Alzo ook Christus, eenmaal geofferd zijnde,
om veler zonden weg te nemen’, 1 Petrus 2:24 ‘Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het
hout; opdat wij, der zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden; door Wiens striemen gij
genezen zijt.’, 1 Petrus 3 :18 ‘Want Christus heeft ook eens voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig voor
de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen; Die wel is gedood in het vlees, maar levend
gemaakt door den Geest.’1 Johannes 2:2 ‘En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de
onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld.’
Wij achtten Hem.., Mattheus 26:67, 27:39-44, Markus 15:19, Lukas 8:53, 16:14, Hebreeën 12:2-3.
Van God geslagen en verdrukt, Johannes 10:17-18 ‘Daarom heeft mij de Vader lief, overmits Ik Mijn leven
afleg, opdat Ik hetzelve wederom neme. Niemand neemt hetzelve van Mij, maar Ik leg het van Mijzelven af;
Ik heb macht hetzelve af te leggen, en heb macht hetzelve wederom te nemen. Dit gebod heb Ik van
Mijn Vader ontvangen.’
Jes 53:5
Maar Hij is..verbrijzeld, Mattheus 20:28 ‘Gelijk de Zoon des mensen niet is gekomen om gediend te worden,
maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen.’, Romeinen 3:24-26, Romeinen 4:25,
Romeinen 5:6-21, 1 Korinthe 15:3, 2 Korinthe 5:21, Hebreeën 9:12-15, Hebreeën 10:10-14.
verwond, de hiel uit Genesis 3:15
de straf… geworden, 1 Petrus 2:24 ‘Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout;
opdat wij, der zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden; door Wiens striemen gij genezen
zijt.’
Jes 53:6
Wij dwaalden allen als schapen..zijn weg, Mattheus 18:12-14, Romeinen 3:10-19, Romeinen 4:25, Jakobus
5:20, 1 Petrus 2:25 ‘Want gij waart als dwalende schapen; maar gij zijt nu bekeerd tot den Herder en
Opziener uwer zielen.’
Op Hem doen aanlopen, 1 Petrus 2:24 ‘Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het
hout; opdat wij, der zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden; door Wiens striemen gij
genezen zijt.’
Jes 53:7
Als dezelve geëist werd..niet open, Mattheus 26:63, Mattheus 27:12-14, Markus 14:61, Markus 15:5, Lukas
23:9, Johannes 19:9, 1 Petrus 2:23.
Als een Lam… niet open, Lukas 22:19, Johannes 1:29, Hand 8:32-33.
Jes 53:8
Hij is uit den angst en uit het gericht weggenomen, Mattheus 25:65-66, Johannes 19:7.
Wie zal Zijn leeftijd uitspreken, Lukas 3:23.
Hij is afgesneden uit het land der levenden, Johannes 11:49-52, Johannes 19:30.
De plage is op Hem geweest, 1 Petrus 3:18 ‘Want Christus heeft ook eens voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen; Die wel is gedood in het vlees, maar levend gemaakt door den Geest’
Jes 53:9
Zijn graf bij de goddelozen bij de rijke in zijn dood, Mattheus 27:57-60, Markus 15:43-46, Lukas 23:50-53, Johannes 19:38-42.
Omdat Hij geen onrecht gedaan heeft, 2 Korinthe 5:21, Hebreeën 4:15, Hebreeën 7:26, 1 Petrus 2:22, 1 Johannes 3:5.
Jes 53:10
Het behaagde de Heere Hem te verbrijzelen, Johannes 6:37-40, Johannes 10:17-18 ‘Daarom heeft mij de
Vader lief, overmits Ik Mijn leven afleg, opdat Ik hetzelve wederom neme. Niemand neemt hetzelve van Mij,
maar Ik leg het van Mijzelven af; Ik heb macht hetzelve af te leggen, en heb macht hetzelve wederom te
nemen. Dit gebod heb Ik van Mijn Vader ontvangen.’
Hij heeft Hem krank gemaakt, Mattheus 25:36-41, zie teksten bij Jes 53:3
Tot een Schuldoffer gesteld, Hebreen 7:27 ‘Dien het niet allen dag nodig was, gelijk den hogepriesters,
eerst voor zijn eigen zonden slachtofferen op te offeren, daarna, voor de zonden des volks; want dat heeft
Hij eenmaal gedaan, als Hij Zichzelven opgeofferd heeft.’, Hebreeën 9:25-26, Hebreeën 10:1-18, Hebreeën
13:10-12.
Zo zal Hij Zaad zien, Johannes 12:24 (vergelijk eventueel Lukas 20:36, Romeinen 8:14-21, Galaten 3:26, 1
Johannes 3:1)
Hij zal de dagen verlengen, Lukas 1:33, Romeinen 6:9, Openbaring 1:18
Het welbehagen des Heeren (Mattheus 3:17!!) zal door Zijn hand gelukkiglijk VOORTGAAN, Johannes 6:37-
40.
Jes 53:11
Om den arbeid Zijner Ziel, Lukas 22:44, Johannes 12:27-32,
Zal Hij het zien, 1 Korinthe 15!, Openbaring 5:9-10.
Door Zijn kennis…, Johannes 17:3, Fillipenzen 3:8-10,
Hij zal hun ongerechtigheden dragen, Mattheus 20:28, Hebreeën 9:28, 1 Petrus 2:24, 1 Petrus 3:18.
Jes 53:12
Zal Ik Hem een deel geven van velen, Filippenzen 2:8-11, Kolossenzen 1:13-14, Hebreeën 2:14-15.
Zal de machtigen als een roof delen, Mattheus 28:18, 1 Korinthe 15:24.
Ziel uitgestort in de dood, Mattheus 26:38.
Met de overtreders is geteld, Lukas 23:32-33.
Veler zonden gedragen, 1 Timotheus 2:6, Hebreeën 9:26, 1 Johannes 2:2, 1 Johannes 4:9-10.
Voor de overtreders gebeden heeft, Lukas 23:34, Romeinen 8:34, Hebreeën 7:25, 1 Johannes 2:1.
----
Lebaoth
dit had ik nog op de computer staan..
---
Jes 53:1
Johannes 1:11 ‘Hij is gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. aar zovelen Hem
aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam
geloven.’
Jes 53:2
Hij is een rijsje voor Zijn aangezicht, een wortel uit dorre aarde. Gewone onbelangrijke mensen waar hij uit geboren werd: Maria, Lukas 1:48 ‘Omdat Hij de nederheid Zijner dienstmaagd heeft aangezien; want zie, van nu aan zullen mij zalig spreken al de geslachten.’
Hij had een ‘gewone’ gedaante, als van ‘gewone’, verachte mensen. Jes 52:14 – Markus 6:3 ‘Is deze niet de
timmerman, de zoon van Maria, en de broeder van Jakobus en Joses, en van Judas en Simon, en zijn Zijn
zusters niet hier bij ons? En zij werden aan Hem geergerd.’ M.a.w. hoe kan hij nou zo bijzonder zijn, een
gewoon man?
Jes 53:3
Hij was veracht, Mattheus 26:67, 27:39-44, Markus 15:19, Lukas 8:53, 16:14, Hebreeën 12:2-3.
Een Man van smarten, Mattheus 26:37-38, Markus 14:34, Johannes 11:35, Hebreeën 2:15-18, Hebreeën 5:7.
Verzocht in krankheid, Wanneer wij krank zijn, wordt HIJ verzocht in krankheid. Omdat wij als christen zijnde niet meer leven, maar HIJ leeft in ons (Galaten 2:20). Dat betekent dat wanneer wij ziek zijn, HIJ ziek is (dit staat min of meer in Mattheus 25:36-43). Ook voor onze ziekten, die een gevolg zijn van de zonde, is Hij gestorven en opgestaan.
Een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem, Johannes 1:10-11 ‘Hij was in de wereld, en de
wereld is door Hem gemaakt; en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij is gekomen tot het Zijne, en de
Zijnen hebben Hem niet aangenomen.’ Handelingen 3:13-15 ‘De God Abrahams, en Izaks, en Jakobs, de
God onzer vaderen, heeft Zijn Kind Jezus verheerlijkt, Welken gij overgeleverd hebt, en hebt Hem
verloochend, voor het aangezicht van Pilatus, als hij oordeelde, dat men Hem zoude loslaten. Maar gij hebt
den Heilige en Rechtvaardige verloochend, en hebt begeerd, dat u een man, die een doodslager was, zou
geschonken worden; En den Vorst des levens hebt gij gedood, Welken God opgewekt heeft uit de doden;
waarvan wij getuigen zijn.’
Jes 53:4
Krankheden op zich genomen, Mattheus 8:14-17.
Smarten gedragen; mentale smarten=zonden, Hebreeën 9:28 ‘Alzo ook Christus, eenmaal geofferd zijnde,
om veler zonden weg te nemen’, 1 Petrus 2:24 ‘Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het
hout; opdat wij, der zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden; door Wiens striemen gij
genezen zijt.’, 1 Petrus 3 :18 ‘Want Christus heeft ook eens voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig voor
de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen; Die wel is gedood in het vlees, maar levend
gemaakt door den Geest.’1 Johannes 2:2 ‘En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de
onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld.’
Wij achtten Hem.., Mattheus 26:67, 27:39-44, Markus 15:19, Lukas 8:53, 16:14, Hebreeën 12:2-3.
Van God geslagen en verdrukt, Johannes 10:17-18 ‘Daarom heeft mij de Vader lief, overmits Ik Mijn leven
afleg, opdat Ik hetzelve wederom neme. Niemand neemt hetzelve van Mij, maar Ik leg het van Mijzelven af;
Ik heb macht hetzelve af te leggen, en heb macht hetzelve wederom te nemen. Dit gebod heb Ik van
Mijn Vader ontvangen.’
Jes 53:5
Maar Hij is..verbrijzeld, Mattheus 20:28 ‘Gelijk de Zoon des mensen niet is gekomen om gediend te worden,
maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen.’, Romeinen 3:24-26, Romeinen 4:25,
Romeinen 5:6-21, 1 Korinthe 15:3, 2 Korinthe 5:21, Hebreeën 9:12-15, Hebreeën 10:10-14.
verwond, de hiel uit Genesis 3:15
de straf… geworden, 1 Petrus 2:24 ‘Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout;
opdat wij, der zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden; door Wiens striemen gij genezen
zijt.’
Jes 53:6
Wij dwaalden allen als schapen..zijn weg, Mattheus 18:12-14, Romeinen 3:10-19, Romeinen 4:25, Jakobus
5:20, 1 Petrus 2:25 ‘Want gij waart als dwalende schapen; maar gij zijt nu bekeerd tot den Herder en
Opziener uwer zielen.’
Op Hem doen aanlopen, 1 Petrus 2:24 ‘Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het
hout; opdat wij, der zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden; door Wiens striemen gij
genezen zijt.’
Jes 53:7
Als dezelve geëist werd..niet open, Mattheus 26:63, Mattheus 27:12-14, Markus 14:61, Markus 15:5, Lukas
23:9, Johannes 19:9, 1 Petrus 2:23.
Als een Lam… niet open, Lukas 22:19, Johannes 1:29, Hand 8:32-33.
Jes 53:8
Hij is uit den angst en uit het gericht weggenomen, Mattheus 25:65-66, Johannes 19:7.
Wie zal Zijn leeftijd uitspreken, Lukas 3:23.
Hij is afgesneden uit het land der levenden, Johannes 11:49-52, Johannes 19:30.
De plage is op Hem geweest, 1 Petrus 3:18 ‘Want Christus heeft ook eens voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen; Die wel is gedood in het vlees, maar levend gemaakt door den Geest’
Jes 53:9
Zijn graf bij de goddelozen bij de rijke in zijn dood, Mattheus 27:57-60, Markus 15:43-46, Lukas 23:50-53, Johannes 19:38-42.
Omdat Hij geen onrecht gedaan heeft, 2 Korinthe 5:21, Hebreeën 4:15, Hebreeën 7:26, 1 Petrus 2:22, 1 Johannes 3:5.
Jes 53:10
Het behaagde de Heere Hem te verbrijzelen, Johannes 6:37-40, Johannes 10:17-18 ‘Daarom heeft mij de
Vader lief, overmits Ik Mijn leven afleg, opdat Ik hetzelve wederom neme. Niemand neemt hetzelve van Mij,
maar Ik leg het van Mijzelven af; Ik heb macht hetzelve af te leggen, en heb macht hetzelve wederom te
nemen. Dit gebod heb Ik van Mijn Vader ontvangen.’
Hij heeft Hem krank gemaakt, Mattheus 25:36-41, zie teksten bij Jes 53:3
Tot een Schuldoffer gesteld, Hebreen 7:27 ‘Dien het niet allen dag nodig was, gelijk den hogepriesters,
eerst voor zijn eigen zonden slachtofferen op te offeren, daarna, voor de zonden des volks; want dat heeft
Hij eenmaal gedaan, als Hij Zichzelven opgeofferd heeft.’, Hebreeën 9:25-26, Hebreeën 10:1-18, Hebreeën
13:10-12.
Zo zal Hij Zaad zien, Johannes 12:24 (vergelijk eventueel Lukas 20:36, Romeinen 8:14-21, Galaten 3:26, 1
Johannes 3:1)
Hij zal de dagen verlengen, Lukas 1:33, Romeinen 6:9, Openbaring 1:18
Het welbehagen des Heeren (Mattheus 3:17!!) zal door Zijn hand gelukkiglijk VOORTGAAN, Johannes 6:37-
40.
Jes 53:11
Om den arbeid Zijner Ziel, Lukas 22:44, Johannes 12:27-32,
Zal Hij het zien, 1 Korinthe 15!, Openbaring 5:9-10.
Door Zijn kennis…, Johannes 17:3, Fillipenzen 3:8-10,
Hij zal hun ongerechtigheden dragen, Mattheus 20:28, Hebreeën 9:28, 1 Petrus 2:24, 1 Petrus 3:18.
Jes 53:12
Zal Ik Hem een deel geven van velen, Filippenzen 2:8-11, Kolossenzen 1:13-14, Hebreeën 2:14-15.
Zal de machtigen als een roof delen, Mattheus 28:18, 1 Korinthe 15:24.
Ziel uitgestort in de dood, Mattheus 26:38.
Met de overtreders is geteld, Lukas 23:32-33.
Veler zonden gedragen, 1 Timotheus 2:6, Hebreeën 9:26, 1 Johannes 2:2, 1 Johannes 4:9-10.
Voor de overtreders gebeden heeft, Lukas 23:34, Romeinen 8:34, Hebreeën 7:25, 1 Johannes 2:1.
----
Lebaoth
'Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden.'
En dat is je 'bijzonder sterke' argument? Niet echt overtuigend, zoals ik je al eerder uitlegde. Op andere plaatsen in Jesaja slaat de naam 'de knecht des Heren' namelijk niet op het volk Israël, want dan zou de context niet meer kloppen. Zoals de teksten die ik aanhaalde uit Jesaja 49.Origineel geplaatst door Eliyahu
Ja, ik heb wel bijzonder sterke argumenten die mij met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid mededelen dat de knecht in Jes 53 het volk Israel is.
Ja, in Jesaja 42 wordt het letterlijk uitgespeld dat "de knecht" het volk Israel is. Dat wordt ook gedaan in Jesaja 41:8.
Ik zie nog steeds geen argumenten dat Jesaja 53 op het volk Israël slaat. En dan heb ik het niet over de 'naam' - al dan niet 'knecht des Heren': maar laten we het eens hebben over de invulling.
Bewijs maar eens regel voor regel dat Jesaja 53 op het volk Israël slaat, op hun doen en laten, en waar dat dan weer te lezen is in de schrift, met verwijzing en al. Dat wil zeggen dat je net zoals Lebaoth voor Jezus Christus heeft gedaan, hetzelfde voor die twaalf teksten voor het volk Israël moet doen.
Niettegenstaande dat claimt Eliyahu dat het als een geschiedenisverhaal/profetie over het volk Israël. Dit zonder enig bewijs, zonder ook maar de moeite te nemen om te bewijzen waarom het dan wel op het volk Israël moet slaan. Dan zou namelijk elke regel overeen moeten komen met het doen en laten van het volk Israël.Niettegenstaande dat claimt het NT dit toch als een messiaanse profetie. Dit zonder enig bewijs, zonder ook maar enige aanwijzing.
M'n beste Eliyahu, waarom poog je dat toch zo krampachtig te bewijzen?Het hele concept van een messias die God zelf is, die dood moet gaan voor de zonden der mensheid, enz, is simpelweg niet te vinden in het OT.
Voeg hieraan toe het feit dat JC de messiaanse profetieen niet vervuld heeft; hij was nooit een messias, nooit een gezalfde koning, had nooit geen heerschappij, verloste Israel niet, en dan is het overduidelijk dat Jesaja 53 niet over JC gaat.
Ik ben christen en je gaat niet in op mijn eerdere uitleg over wat ik geloof. Je scheert iedereen en alles het liefst over één kam, om maar 'het christendom' onderuit te schoppen. Enige verdieping daarin vind jij niet nodig. Je bent naar mijn idee overigens ook vrij selectief in het reageren op argumenten. Het lijkt me nogal frusterend voor je dat je zo weinig succes hebt - of heb je al 'navolgelingen'?
Groeten, Rose.
[Veranderd op 10/1/03 door roseline]
Madtice,
Dat betekent dus dat je van de 12 teksten in Jesaja 53 stuk voor stuk moet bewijzen waarom het slaat op het volk Israël. Met verwijzingen naar andere bijbelpassages erbij en historisch juiste bronnen. Is er één passage - al is het maar één zinsdeel - dat niet overeenkomt met de geschiedenis en doen en laten van het volk Israël, dan is de bewering dat Jesaja 53 op het volk Israël slaat net zo onaannemelijk als dat de bewering dat het op Jezus Christus slaat (volgens Eliyahu dan).
Je kunt er dus zelf voor zorgen of er over je argument wordt heen gestapt... Een bewering zonder argumenten zet geen zoden aan de dijk, zeker niet in deze discussie. Wil je iemand - en wel Eliyahu - overtuigen, dan moet je met bijbelse feiten komen. Moet hij of zij zelf dan ook doen - zijn/haar bewering dat het in Jesaja 53 slechts om het volk Israël gaat, is nog niet voldoende inhoudelijk beargumenteerd. De inhoud van de teksten moet dan ook op het volk slaan.
Groeten, Rose.
Dat betekent dus dat je van de 12 teksten in Jesaja 53 stuk voor stuk moet bewijzen waarom het slaat op het volk Israël. Met verwijzingen naar andere bijbelpassages erbij en historisch juiste bronnen. Is er één passage - al is het maar één zinsdeel - dat niet overeenkomt met de geschiedenis en doen en laten van het volk Israël, dan is de bewering dat Jesaja 53 op het volk Israël slaat net zo onaannemelijk als dat de bewering dat het op Jezus Christus slaat (volgens Eliyahu dan).
Je kunt er dus zelf voor zorgen of er over je argument wordt heen gestapt... Een bewering zonder argumenten zet geen zoden aan de dijk, zeker niet in deze discussie. Wil je iemand - en wel Eliyahu - overtuigen, dan moet je met bijbelse feiten komen. Moet hij of zij zelf dan ook doen - zijn/haar bewering dat het in Jesaja 53 slechts om het volk Israël gaat, is nog niet voldoende inhoudelijk beargumenteerd. De inhoud van de teksten moet dan ook op het volk slaan.
Groeten, Rose.
Nee, dat was dus geen goed argument, aangezien in Jes. 49 ook over 'de knecht van God' gesproken wordt en dit niet alleen over het volk Israel gaat, omdat dit - zoals ik reeds eerder aanhaalde - onlogisch is alleen al gezien het feit dat het niet in de zin past. De benaming 'knecht van God' heeft God dus voor meerdere personen weggelegd dan alleen voor 'het volk Israel'.Origineel geplaatst door Eliyahu
Bs'd
Ik heb bewijs dat Jesaja 53 over het volk Israel spreekt.
Dat is: De contekst. Lees Jesaja 52 en 54 en zie dat het over Israel gaat.
De context die bij Jes. 53 hoort is m.i. nog Jes. 52 vs. 13-15.
In de rest van de versen van Jes. 52 en 54 wordt de benaming 'de knecht des Heren' niet gebruikt (behalve in het meervoud in Jes. 54:17). Alles wat over de 'knecht des Heren' staat, begint in Jes. 52:13, en eindigt in Jes. 53:12.
Als je meent dat deze bijbelpassage dus op iemand slaat, moet je dat tekst voor tekst - zin voor zin - kunnen aantonen, d.m.v. de Schrift.
Je kunt dit argument dus wel oneindig blijven herhalen, maar het heeft geen overtuigingskracht als je niet a.d.h.v. de Schrift bewijst dat elke zin in het hoofdstuk op het volk Israel slaat.
Maar niet alle malen. Zie hierboven.Dat is: Vele malen in Jesaja wordt Israel door God "mijn knecht" genoemd.
Ik zie nog steeds geen 12 teksten, stuk voor stuk beargumenteerd waarom elke frase op het volk Israel slaat. En dit met verwijzingen naar andere bijbelpassages en historische gegevens.Dat is: Je komt dan op het hele simpele principe wat je ziet door het hele OT, namelijk dat het volk Israel gestraft wordt voor de zonden van het volk Israel.
Daarom vind ik Lebaoths argumenten - die dat heeft geprobeerd voor Jezus Christus - veel sterker dan de jouwe.
Jij levert daar kritiek op, maar komt niet met een zelfde soort 'bijbels' bewijs.
Dus is dan de logische conclusie: Jesaja 53 slaat op niemand, omdat niemand voldoet aan wat er geschreven staat.
Groeten, Rose.