Geplaatst: 22 jan 2003, 15:58
Beste Parsifal,
Misschien zijn stukjes van ds. P. de Vries wel heel goed omdat ze precies op deze problemen ingaan.
Vraag: Ik heb een aantal vragen. 1. Ik voel mij op dit moment niet echt heel zondig en toch zou ik graag een kind van God willen zijn. Nu wordt er altijd gepreekt dat je eerst goed je ellende moet kennen voordat je naar Jezus mag gaan. Maar als je nou je ellende niet voelt, mag je dan vragen of God je die ellendekennis wil geven? 2. Aan de andere kant wordt er ook gepreekt dat als je in Jezus gelooft, ("Geloof in de Heere Jezus en gij zult zalig worden.") dat je dan bekeerd bent. Maar ik merk dat ik uit mijzelf helemaal niet geloven kan. 3. De gelijkenis van het verloren schaap zegt toch dat de Heere Jezus zelf zijn verloren schaap opzoekt, zonder dat dat schaap ook maar moeite doet om de kudde terug te vinden. Dat is toch in strijd met bovenstaande vragen, want dat schaap voelde zich niet ellendig, maar toch vond de Goede Herder hem ("Ik ben gevonden van degenen die mij niet zochten") en dat schaap geloofde ook niet eerst voordat de Goede Herder hem vond. Ik hoop dat het allemaal nog een beetje duidelijk is. Ik zit hier echt mee en weet niet hoe ik een kind van God kan worden.
Antwoord:
Heel hartelijk dank voor je vraag. Je voelt je niet zondig en zou toch graag een kind van God willen zijn en dat is toch iemand die vergeving van zonden heeft ontvangen in de Naam van de Heere Jezus Christus. In Gods Woord wordt ons onze schuld aangewezen opdat wij die gevoelen zoals een dokter een patiënt kan vertellen dat hij veel ernstiger ziek is dan hij zich voelt. Ook hierin geldt dat het geloof uit het gehoor is. Laten we Gods heilige majesteit overdenken opdat wij ons van onze verdorvenheid bewust worden.
Zeker is dat wij aan de Heere om een verbroken en een verslagen hart mogen vragen. De Heere eist van ons geloof en geeft ons geloof. Wij zullen nooit geloven als de Heere ons niet trekt. In Zijn trekkende liefde gaan wij echter onze verlorenheid ervaren. Er kunnen aan het beoefenen van het waarachtige geloof allerlei zielenroerselen en overtuigingen voorafgaan. Zeker is dat als de Heere Zijn goed werk in ons begint wij niet alleen weten van onze verlorenheid, maar ook van de zaligheid in Christus. In de wedergeboorte vloeien het werk van de wet die ons onze schuld laat zien en dat van het Evangelie dat ons wijst op de vergeving in Christus. Wij worden een bedelaar aan de troon van genade die toegang tot God leert zoeken en krijgt door het bloed van de Middelaar.
Laten we om deze dingen te leren eenvoudig vragen: "Heere maak Gij mij Uw wegen door Uw Woord en Geest bekend." Laten we smeken dat de Heere ons ontneemt wat wij teveel hebben en ons schenkt wat ons ontbreekt. Dit is zeker dat de Heere met Zijn Woord tot ons komt, opdat wij ons tot Hem bekeren en leven.
Vraag: Naar aanleiding van de preek die afgelopen zondag bij ons in de kerk werd gelezen, heb ik een vraag. In die preek ging het over het belijden van je zonden. Nu weet ik met mijn verstand wel dat ik zonden doe, maar met mijn hart voel ik dat niet zo. Maar als dat zo is kan ik toch nooit oprecht bidden om de vergeving van mijn zonden? En ook niet of God mijn ogen wil openen voor mijn zonden, want eigenlijk wil ik dat helemaal niet. Ik heb als ik bid ook nooit het gevoel zoals je dat wel eens hoort van: "Fijn, nu weet God ervan en nu zal het wel goed komen." Ik zie er juist altijd heel erg tegenop om te bidden en ik heb vaak het gevoel dat God mij niet hoort, maar waarom zou Hij ook, want ik heb dat helemaal niet verdiend. Wat moet ik doen?
Antwoord: Vragen om genade en vergeving. Met de catechisanten bespreek ik op het ogenblik in de lessen de eigenschappen van God. De afgelopen keren kwamen Gods rechtvaardigheid en Zijn barmhartigheid aan de orde. In Zijn rechtvaardigheid en heiligheid haat God de zonde en straft Hij de zonde. De eerste stap op weg naar de hemel is de belijdenis dat wij schuldig staan en de aanvaarding van de rechtmatigheid van de straf. Naar Gods oordeel hebben wij de eeuwige rampzaligheid verdient. Zonder het bijvallen van het Gods heilig recht is er geen zaligheid.
Hoevelen gaan verloren omdat zij nooit om zaligheid hebben gevraagd. Anderen gaan verloren, omdat zij weliswaar om zaligheid vroegen, maar dat vanuit de gedachte dat God hen eigenlijk de zaligheid niet kon weigeren. Wie werkelijk om vergeving vraagt, weet dat hij op vergeving geen recht heeft. Die erkent dat God recht is, ook als hem de vergeving van zonden niet wordt geschonken.
Het mysterie van de zaligheid is dat degene die vraag om vergeving in de erkentenis er geen recht op te hebben en slechts een beroep doet op het offer van Jezus Christus, nu juist de zaligheid krijgt. Wie het anders vraagt, krijgt het niet. Wie het zo vraagt, wordt boven bidden en denken gehoord. Dat blijkt ons duidelijk in de geschiedenis van de moordenaar aan het kruis.
Daarom wil ik iedereen wijzen op de ernst van Gods gericht, maar ook op de grote Advocaat Jezus Christus. Hij nam de plaats in van schuldigen. Zalig zijn wij als wij onze schuld erkennen en onze straf aanvaarden en op grond van het offer de Middelaar Jezus Christus vrijspraak van zonden en het recht op het eeuwige leven ontvangen. Het middel om in de vrijspraak te delen is het geloof in de Zoon van God. Met minder kan het niet, meer is niet nodig.
Vraag of de Heere het geloof in uw hart werkt en versterkt. Sla acht op de roepstem van Christus tot vermoeiden en belasten om te komen tot Hem. Wie tot Hem komt, wordt geenszins uitgeworpen. Christus is gisteren, heden, ja tot in alle eeuwigheid Dezelfde. Met Hem komen we nooit beschaamd uit.
Misschien zijn stukjes van ds. P. de Vries wel heel goed omdat ze precies op deze problemen ingaan.
Vraag: Ik heb een aantal vragen. 1. Ik voel mij op dit moment niet echt heel zondig en toch zou ik graag een kind van God willen zijn. Nu wordt er altijd gepreekt dat je eerst goed je ellende moet kennen voordat je naar Jezus mag gaan. Maar als je nou je ellende niet voelt, mag je dan vragen of God je die ellendekennis wil geven? 2. Aan de andere kant wordt er ook gepreekt dat als je in Jezus gelooft, ("Geloof in de Heere Jezus en gij zult zalig worden.") dat je dan bekeerd bent. Maar ik merk dat ik uit mijzelf helemaal niet geloven kan. 3. De gelijkenis van het verloren schaap zegt toch dat de Heere Jezus zelf zijn verloren schaap opzoekt, zonder dat dat schaap ook maar moeite doet om de kudde terug te vinden. Dat is toch in strijd met bovenstaande vragen, want dat schaap voelde zich niet ellendig, maar toch vond de Goede Herder hem ("Ik ben gevonden van degenen die mij niet zochten") en dat schaap geloofde ook niet eerst voordat de Goede Herder hem vond. Ik hoop dat het allemaal nog een beetje duidelijk is. Ik zit hier echt mee en weet niet hoe ik een kind van God kan worden.
Antwoord:
Heel hartelijk dank voor je vraag. Je voelt je niet zondig en zou toch graag een kind van God willen zijn en dat is toch iemand die vergeving van zonden heeft ontvangen in de Naam van de Heere Jezus Christus. In Gods Woord wordt ons onze schuld aangewezen opdat wij die gevoelen zoals een dokter een patiënt kan vertellen dat hij veel ernstiger ziek is dan hij zich voelt. Ook hierin geldt dat het geloof uit het gehoor is. Laten we Gods heilige majesteit overdenken opdat wij ons van onze verdorvenheid bewust worden.
Zeker is dat wij aan de Heere om een verbroken en een verslagen hart mogen vragen. De Heere eist van ons geloof en geeft ons geloof. Wij zullen nooit geloven als de Heere ons niet trekt. In Zijn trekkende liefde gaan wij echter onze verlorenheid ervaren. Er kunnen aan het beoefenen van het waarachtige geloof allerlei zielenroerselen en overtuigingen voorafgaan. Zeker is dat als de Heere Zijn goed werk in ons begint wij niet alleen weten van onze verlorenheid, maar ook van de zaligheid in Christus. In de wedergeboorte vloeien het werk van de wet die ons onze schuld laat zien en dat van het Evangelie dat ons wijst op de vergeving in Christus. Wij worden een bedelaar aan de troon van genade die toegang tot God leert zoeken en krijgt door het bloed van de Middelaar.
Laten we om deze dingen te leren eenvoudig vragen: "Heere maak Gij mij Uw wegen door Uw Woord en Geest bekend." Laten we smeken dat de Heere ons ontneemt wat wij teveel hebben en ons schenkt wat ons ontbreekt. Dit is zeker dat de Heere met Zijn Woord tot ons komt, opdat wij ons tot Hem bekeren en leven.
Vraag: Naar aanleiding van de preek die afgelopen zondag bij ons in de kerk werd gelezen, heb ik een vraag. In die preek ging het over het belijden van je zonden. Nu weet ik met mijn verstand wel dat ik zonden doe, maar met mijn hart voel ik dat niet zo. Maar als dat zo is kan ik toch nooit oprecht bidden om de vergeving van mijn zonden? En ook niet of God mijn ogen wil openen voor mijn zonden, want eigenlijk wil ik dat helemaal niet. Ik heb als ik bid ook nooit het gevoel zoals je dat wel eens hoort van: "Fijn, nu weet God ervan en nu zal het wel goed komen." Ik zie er juist altijd heel erg tegenop om te bidden en ik heb vaak het gevoel dat God mij niet hoort, maar waarom zou Hij ook, want ik heb dat helemaal niet verdiend. Wat moet ik doen?
Antwoord: Vragen om genade en vergeving. Met de catechisanten bespreek ik op het ogenblik in de lessen de eigenschappen van God. De afgelopen keren kwamen Gods rechtvaardigheid en Zijn barmhartigheid aan de orde. In Zijn rechtvaardigheid en heiligheid haat God de zonde en straft Hij de zonde. De eerste stap op weg naar de hemel is de belijdenis dat wij schuldig staan en de aanvaarding van de rechtmatigheid van de straf. Naar Gods oordeel hebben wij de eeuwige rampzaligheid verdient. Zonder het bijvallen van het Gods heilig recht is er geen zaligheid.
Hoevelen gaan verloren omdat zij nooit om zaligheid hebben gevraagd. Anderen gaan verloren, omdat zij weliswaar om zaligheid vroegen, maar dat vanuit de gedachte dat God hen eigenlijk de zaligheid niet kon weigeren. Wie werkelijk om vergeving vraagt, weet dat hij op vergeving geen recht heeft. Die erkent dat God recht is, ook als hem de vergeving van zonden niet wordt geschonken.
Het mysterie van de zaligheid is dat degene die vraag om vergeving in de erkentenis er geen recht op te hebben en slechts een beroep doet op het offer van Jezus Christus, nu juist de zaligheid krijgt. Wie het anders vraagt, krijgt het niet. Wie het zo vraagt, wordt boven bidden en denken gehoord. Dat blijkt ons duidelijk in de geschiedenis van de moordenaar aan het kruis.
Daarom wil ik iedereen wijzen op de ernst van Gods gericht, maar ook op de grote Advocaat Jezus Christus. Hij nam de plaats in van schuldigen. Zalig zijn wij als wij onze schuld erkennen en onze straf aanvaarden en op grond van het offer de Middelaar Jezus Christus vrijspraak van zonden en het recht op het eeuwige leven ontvangen. Het middel om in de vrijspraak te delen is het geloof in de Zoon van God. Met minder kan het niet, meer is niet nodig.
Vraag of de Heere het geloof in uw hart werkt en versterkt. Sla acht op de roepstem van Christus tot vermoeiden en belasten om te komen tot Hem. Wie tot Hem komt, wordt geenszins uitgeworpen. Christus is gisteren, heden, ja tot in alle eeuwigheid Dezelfde. Met Hem komen we nooit beschaamd uit.