Posthoorn schreef:Jij denkt nu aan Hand. 2. Maar woord komt veel vaker voor, bijv. in Matth. 19:25, Matth. 22:33. En dan betekent het dat niet. Het is idd. misschien niet helemaal 1 op 1 over te zetten, maar de strekking is toch dat er iets 'gebeurt' met de luisteraars, wat niet altijd zaligmakend hoeft te zijn.
Ter aanvulling: In de grondtaal worden voor 'verslagen zijn' idd verschillende woorden gebruikt:
Hand. 2: kata-nussō betekent ‘diep steken of treffen’.
Matt. 19 en 22: ek-plēssō betekent ‘(er)uit slaan’. In het NT komt ek-plēssō alleen voor in de overdrachtelijke zin ‘uit het veld slaan’
De oorspronkelijke vraag (naast een aantal algemene opmerkingen) was:
Er kan wel uiterlijk beslag zijn, maar is dat een "garantie" voor zegen onder de prediking?
Ik vermoed dat de term 'beslag' niet uit de Bijbel, maar uit het gezelschapsleven komt. Het geeft woorden aan wat je met elkaar ervaart. Dit kan iets heel moois zijn, maar is in mijn ogen niet zaligmakend. Hoe vaak zal het niet gebeuren dat een predikant op maandagochtend tot zijn Zender zucht dat hij aan niets merkte dat de boodschap landde (geen beslag), maar dat de Geest wel degelijk aan het werk was! Het zal vast ook andersom kunnen zijn. Dus wat mij betreft: het gevoel van beslag is fijn, mooi, prettig om onderling over te praten, maar de Geest kan zonder dat we dat gevoel hebben veel mooiere dingen hebben gedaan. Ik laat me in de eeuwigheid graag verrassen door de vrucht daarvan!