Hendrikus schreef:GGotK schreef:-DIA- schreef:'t Is opmerkelijk, juist omdat hij voor velen als goed gereformeerd werd gezien. Dat maakt het nieuws in feite. (mijns inziens)
Ze lopen ermee weg en ze laten hem ook weer zo vallen. Herkenbaar.
Velen? kom nou toch... Ze waren er wel, maar inderdaad: ze zullen 'm ook zo weer laten vallen. Straks is het nieuwtje eraf, er ontstaat onenigheid binnen de club, iemand anders benoemt zichzelf óók als voorganger, heibel in de keet...
Nu moet je wel begrijpen dat het over 'velen' gaat uit een hele kleine groep, die zich nog reformatorisch noemen.
a. Dit is al een kleine groep in Nederland
b. Onder deze mensen is slechts een nog veel kleiner deel die de dwalingen zien.
c. Wie zal staande blijven als overal geroepen wordt "Hier is de Christus, of daar..." en dan lezen we: Gelooft hen niet.
Van dit kleine getal lezen we dat de Heere Jezus zegt in de gelijkenis van de onrechtvaardige rechter:
De onrechtvaardige rechter
1 EN Hij zeide ook een gelijkenis tot hen, daartoe strekkende adat men 1altijd bidden moet en niet vertragen;
VERWIJSTEKSTEN:
Rom. 12:12 Verblijdt u in de hoop. Zijt geduldig in de verdrukking. Volhardt in het gebed.
Ef. 6:18 Met alle bidding en smeking biddende te allen tijde in den geest, en tot hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen;
Kol. 4:2 Houdt sterk aan in het gebed, en waakt in hetzelve met dankzegging;
1 Thess. 5:17 Bidt zonder ophouden.
KANTTEKENING 1 Altijd bidden: Dat is, bij alle gelegenheden aanhouden met bidden, totdat men verkrijgt, en niet nalatig worden of den moed verloren geven, al is het dat men niet terstond verhoord wordt.
2 Zeggende: Er was een zeker rechter in een stad, die God niet vreesde en geen mens ontzag.
3 En er was een zekere weduwe in dezelve stad, en zij kwam tot hem, zeggende: 2Doe mij recht tegen mijn wederpartij.
KANTTEKENIN 2: Doe mij recht: Of: Wreek mij, gelijk ook vers 7:
Zal God dan geen recht doen Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, hoewel Hij lankmoedig is over hen?
4 En hij wilde voor een langen tijd niet; maar daarna zeide hij bij zichzelven: Hoewel ik God niet vrees en geen mens ontzie,
5 Nochtans omdat deze weduwe mij moeilijk valt, zo zal ik haar recht doen, opdat zij niet 3eindelijk kome en mij 4het hoofd breke.
KANTTEKENING 3 Gr. tot het einde, of: geduriglijk, dat is, met gedurig aanlopen.
KANTTEKENING 4 Of: versuft make. Het Griekse woord betekent eigenlijk: onder het gezicht slaan, of als met kinnebakslagen iemand het hoofd versuft en bedwelmd maken.
6 En de Heere zeide: Hoort wat de onrechtvaardige rechter zegt.
7 bZal God dan geen recht doen Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, hoewel Hij 5lankmoedig is over hen?
Verwijstekst Openb. 6:10 En zij riepen met grote stem, zeggende: Hoe lang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet van degenen die op de aarde wonen?
KANTTEKENING 5 Dat is, langzaam schijnt daartoe te komen om door het straffen der goddelozen Zijn uitverkorenen te verlossen.
8 Ik zeg u, dat Hij hun 6haastelijk recht doen zal. Doch de Zoon des mensen, als Hij 7komt, 8zal Hij ook geloof vinden op de aarde?
KANTTEKENING 6 Gr. inderhaast, dat is, onverwacht.
KANTTEKENING 7 Namelijk ten oordeel.
KANTTEKENING 8 Dat is, het getal der gelovigen zal alsdan klein wezen. Doch daar zullen er ook alsdan enigen zijn.
VERWIJSTEKSTEN
1 Thess. 4:15 Want dat zeggen wij u door het woord des Heeren, dat wij die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen vóórkomen degenen die ontslapen zijn.
1 Thess. 4:17 Daarna wij die levend overgebleven zijn, zullen tezamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen.[/size]