Roos2017 schreef:Koninklijk schreef:
Mijn stelling is dat dit nog steeds geldt tegen de mensen die hij aansprak, en niet voor het lunterse platte dak, of de zwangere vrouw in ermelo

Het gaat mij niet niet om het feit dat de tempel in Jerusalem in het jaar 70 verwoest is. Dat is een historisch feit.
Ik quotte je stelling omdat je schrijft `dat dit nog steeds geldt tegen de mensen die Hij aansprak, ... ´
Wat bedoel je daarmee?
Die mensen zijn toch al eeuwen geleden overleden? In het huidige Israel heeft het grootste deel van de huizen geen platte daken, dus dat kan geen bijbelse referentie zijn.
Wat de Heere Jezus in Mattheus 24 bedoelt is dat het Evangelie in de gehele wereld gepredikt zal worden (vs 14) en daarna zal het einde zijn.
Daaruit mogen we concluderen dat dit veel verder strekt dan de verwoesting van de Tempel en dat dit verwijst naar het laatste oordeel op de jongste dag. Dat geldt niet alleen voor de joden uit die tijd, maar voor alle mensen die op aarde geleefd hebben of nog in leven zijn.
Ik sluit me hierbij aan wat DIA eerder heeft geschreven.
even voor de duidelijkheid, ik doelde dat de uitspraken van jezus tegen zijn discipelen dat het oordeel zou komen binnen een generatie voor hun bedoeld was en natuurlijk alle mensen van die tijd, en niet van nu.
Jezus voorspelde zelf het einde van Israel
Jezus zou komen op de wolken om te vergelden, om wraak te nemen, om Zijn volk te oordelen, de maat van hun zonde was volgemaakt, de toorn was over hen gekomen tot het einde, ze zouden het oordeel niet kunnen ontlopen, Hij zou komen met vuur om te vernietigen, Jeruzalem en de tempel zouden volkomen verwoest worden.
De totale vernietiging van Jeruzalem en de tempel zou het einde betekenen van Israel zelf. Want heel Israel was gecentraliseerd rond Jeruzalem en de tempel. Deze twee elementen waren de identiteit van Israel: de heilige stad en de heilige tempel. Jezus' aankondiging dat ze allebei zouden verwoest worden, betekende niets minder dan het einde van het toenmalige Israel.
Daarom spraken Jezus en de apostelen altijd over het einde en de voltooing van het tijdperk. Zijn komst zou het einde betekenen van het oude Israel.
Sommige westerse bijbelvertalingen hebben zijn woorden foutief vertaald alsof het
einde van de 'wereld' zou komen. Maar dat is absoluut niet wat Jezus zei. Telkens Jezus sprak over het einde of de voltooiing, gebruikte Hij het Griekse woord 'AION' wat niet wereld betekent, maar 'TIJDPERK'. De leerlingen vroegen Hem niet wanneer het einde van de 'wereld' zou komen, zoals verkeerde bijbelvertalingen ons wijsmaken, ze vroegen Jezus wanneer het einde zou komen van hun tijdperk. Jezus kondigde immers niet de verwoesting aan van alle steden ter wereld, Hij voorspelde de verwoesting van slechts deze ene stad: Jeruzalem!
Als we de Griekse grondtekst lezen, zien we dat Jezus nooit sprak over het einde van de wereld, maar over het einde van een tijdperk.
Zoals we intussen begrijpen, kwam het tijdperk van het oude Israel ten einde. De tijd was vervuld, de maat van hun zonden was vol, ze konden er niet aan ontkomen, Gods oordeel zou over hen komen, Jezus zou als Koning verschijnen op de wolken om te vergelden en wraak te nemen. Het einde was in zicht. Dat waren de 'laatste dagen' en 'de eindtijd'.