Even gecheckt en...je hebt inderdaad helemaal gelijk Pim!
Ik zal mijn opmerking verwijderen.
www.DsHuisman.nl
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
Een citaat uit de rondzendbrief van Ds Hegger:
IN MEMORIAM DS. L. HUISMAN
In het RD las ik dat ds. L. Huisman (78), emeritus predikant van de Gereformeerde Gemeenten, op 15 december is overleden in Potchefstroom (Zuid-Afrika). Lange tijd was hij bestuurslid van IRS. Ik voel mij daarom met hem verbonden, maar hij heeft voor mij persoonlijk nog veel meer betekend om wat ik hieronder wil vertellen.
Het was voor mij een uiterste verrassing en een verademing toen reformatorische christenen in Brazilië mij uit de Bijbel aantoonden dat Jezus aan hen die zich in geloof aan Hem toevertrouwen, de belofte heeft gegeven dat ze nooit zullen verloren gaan en dat niemand en niets hen ooit uit Zijn handen vandaan kan rukken.
Het verbaasde mij heel erg dat ik daar altijd over heen had gelezen. Maar daarom was ik erg onzeker geworden over alles wat ik vroeger in de R.-K. Kerk geleerd had. Ik wilde in het begin nadat ik de R.-k. Kerk had verlaten, dan ook vooral luisteren naar de gelovigen van de Reformatie. Ik wilde hun rijke traditie en hun gedachtegoed helemaal op mij laten inwerken.
Toen ik in Nederland terug was, kwamen er echter al vrij snel kritische vragen in mij naar boven over het protestantse christendom dat ik daar aantrof, met name over de beleving van de leer binnen de Gereformeerde Kerken (Synodaal) waarvan ik lid was geworden. Ik verwonderde er mij over dat ik daar niet of nauwelijks de verbrokenheid des harten tegenkwam. Ik beluisterde er niet het intense schreien over de zondigheid die ons nog altijd aankleeft.
Ik had daarover veel, en met hartelijke instemming, gelezen bij de grote rooms-katholieke vromen, met name ook bij Thomas a Kempis in zijn Navolging van Christus. Ik kon me maar moeilijk voorstellen dat dit een nog resterende ‘roomse zuurdeeg’ zou zijn, maar toch … wie weet?
Eens moest ik spreken voor de jeugd van de Gereformeerde Gemeente die bij elkaar was in het gebouw Silvosa in Bilthoven. In de pauze had ik een gesprek met de leider van die bezinningsdag, ds. L. Huisman. Ik legde hem de vraag voor waarmee ik worstelde. Toen gunde hij mij een kijk in zijn eigen ziel. En ik zag daarin datzelfde intense zondebesef, diezelfde rouwklacht om Hem die wij door onze zonden doorstoken hebben (Zacharia 12:10-14). En ik voelde me heel diep één met deze broeder. En op hetzelfde moment wist ik ook: dit is geen rooms restant dat ik nog zou moeten uitzuiveren. Dit is volkomen bijbels. Merkwaardig is zo’n ervaring. Want ik kreeg die zekerheid dat deze beleving bijbels is, niet omdat iemand anders het daarmee eens was. Want dat zou zeer onlogisch zijn: één mens die precies eender denkt als jij, is nog geen bewijs dat jij gelijk hebt.
Die zekerheid had iets bovenaards. Ze was alsof de Heilige Geest mij ineens liet zien: zo ìs het en niet anders. Daarom heb ik ook nooit meer getwijfeld aan de juistheid ervan. Daarom weet ik mij sindsdien innerlijk verknocht aan de bevindelijke richting. Daarom, omdat ik die richting zozeer liefheb, kan ik niet zwijgen als ik meen te zien dat hier en daar die richting zich opnieuw Rome-waarts is gaan bewegen. Daarom mijn boek ‘Vader, ik klaag u aan’.
Een tussenopmerking:
Het veelszins ontbreken van de verbrokenheid des harten is volgens mij de eigenlijke oorzaak geweest van de aftakeling van de Gereformeerde Kerken (Synodaal). Al in 1960 schreef ik in De strijdende kerk: “De gereformeerden teren nog op een vroomheidkapitaal van de vorige eeuw, vooral van de Afscheiding. Dat kapitaal zou wel eens spoedig opgeteerd.â€
IN MEMORIAM DS. L. HUISMAN
In het RD las ik dat ds. L. Huisman (78), emeritus predikant van de Gereformeerde Gemeenten, op 15 december is overleden in Potchefstroom (Zuid-Afrika). Lange tijd was hij bestuurslid van IRS. Ik voel mij daarom met hem verbonden, maar hij heeft voor mij persoonlijk nog veel meer betekend om wat ik hieronder wil vertellen.
Het was voor mij een uiterste verrassing en een verademing toen reformatorische christenen in Brazilië mij uit de Bijbel aantoonden dat Jezus aan hen die zich in geloof aan Hem toevertrouwen, de belofte heeft gegeven dat ze nooit zullen verloren gaan en dat niemand en niets hen ooit uit Zijn handen vandaan kan rukken.
Het verbaasde mij heel erg dat ik daar altijd over heen had gelezen. Maar daarom was ik erg onzeker geworden over alles wat ik vroeger in de R.-K. Kerk geleerd had. Ik wilde in het begin nadat ik de R.-k. Kerk had verlaten, dan ook vooral luisteren naar de gelovigen van de Reformatie. Ik wilde hun rijke traditie en hun gedachtegoed helemaal op mij laten inwerken.
Toen ik in Nederland terug was, kwamen er echter al vrij snel kritische vragen in mij naar boven over het protestantse christendom dat ik daar aantrof, met name over de beleving van de leer binnen de Gereformeerde Kerken (Synodaal) waarvan ik lid was geworden. Ik verwonderde er mij over dat ik daar niet of nauwelijks de verbrokenheid des harten tegenkwam. Ik beluisterde er niet het intense schreien over de zondigheid die ons nog altijd aankleeft.
Ik had daarover veel, en met hartelijke instemming, gelezen bij de grote rooms-katholieke vromen, met name ook bij Thomas a Kempis in zijn Navolging van Christus. Ik kon me maar moeilijk voorstellen dat dit een nog resterende ‘roomse zuurdeeg’ zou zijn, maar toch … wie weet?
Eens moest ik spreken voor de jeugd van de Gereformeerde Gemeente die bij elkaar was in het gebouw Silvosa in Bilthoven. In de pauze had ik een gesprek met de leider van die bezinningsdag, ds. L. Huisman. Ik legde hem de vraag voor waarmee ik worstelde. Toen gunde hij mij een kijk in zijn eigen ziel. En ik zag daarin datzelfde intense zondebesef, diezelfde rouwklacht om Hem die wij door onze zonden doorstoken hebben (Zacharia 12:10-14). En ik voelde me heel diep één met deze broeder. En op hetzelfde moment wist ik ook: dit is geen rooms restant dat ik nog zou moeten uitzuiveren. Dit is volkomen bijbels. Merkwaardig is zo’n ervaring. Want ik kreeg die zekerheid dat deze beleving bijbels is, niet omdat iemand anders het daarmee eens was. Want dat zou zeer onlogisch zijn: één mens die precies eender denkt als jij, is nog geen bewijs dat jij gelijk hebt.
Die zekerheid had iets bovenaards. Ze was alsof de Heilige Geest mij ineens liet zien: zo ìs het en niet anders. Daarom heb ik ook nooit meer getwijfeld aan de juistheid ervan. Daarom weet ik mij sindsdien innerlijk verknocht aan de bevindelijke richting. Daarom, omdat ik die richting zozeer liefheb, kan ik niet zwijgen als ik meen te zien dat hier en daar die richting zich opnieuw Rome-waarts is gaan bewegen. Daarom mijn boek ‘Vader, ik klaag u aan’.
Een tussenopmerking:
Het veelszins ontbreken van de verbrokenheid des harten is volgens mij de eigenlijke oorzaak geweest van de aftakeling van de Gereformeerde Kerken (Synodaal). Al in 1960 schreef ik in De strijdende kerk: “De gereformeerden teren nog op een vroomheidkapitaal van de vorige eeuw, vooral van de Afscheiding. Dat kapitaal zou wel eens spoedig opgeteerd.â€