elkaar opbouwen in het geloof

Gebruikersavatar
Miscanthus
Berichten: 5306
Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
Locatie: Heuvelrug

Bericht door Miscanthus »

--------------------------------------------------------------------------------
NBV: En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede.

SV: En wij weten, dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen, die naar Zijn voornemen geroepen zijn.

Romeinen 8:28
--------------------------------------------------------------------------------


Dag 25: Alles draagt bij aan het goede
We hebben in ons leven allemaal te maken met lijden en verdriet, met pijn en teleurstelling. En dat is moeilijk, zoals het ook voor Jezus moeilijk is geweest. Hij kent ons lijden omdat Hij erin gedeeld heeft. Heel vaak stellen we de vraag naar het waarom van lijden en teleurstelling. Soms komen we dan niet verder dan: ‘ik weet het niet’. En dan raak je snel in een neerwaartse spiraal. De bijbel geeft duidelijkheid over de waarom-vraag: God gebruikt alles (ook het lijden dat ons overkomt) ten goede. En dat goede is: dat we dichter bij Hem komen, dat we gelijkvormig worden aan het beeld van Christus, dat we ook in ons lijden in het voetspoor van Jezus gaan.
Gebruikersavatar
Pim
Berichten: 4033
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:42
Locatie: Zuid-Holland
Contacteer:

Bericht door Pim »

Uit het RD:

Niet verharden
„Roep uit de keel, houd niet in, verhef uw stem als een bazuin…”

Indien u heden Zijn stem hoort, zo verhardt uw harten niet. Een boetvaardig hart zoekt de tegenwoordige tijd, want het is een nederig hart. Het schudt en beeft wanneer het Woord der genade wordt gepredikt. Dat Woord is scherpsnijdend wanneer dat hart wordt gestraft. Zo’n hart is ontstoken met brandende ijver als het wordt vermaand.

O, geliefden laat ons deze tegenwoordige tijd niet verwaarlozen. Het is de tijd die ons zo vriendelijk wordt aangeboden. Laat het geluid van de gouden trompet altijd in onze oren klinken. Onze Zaligmaker zei van Johannes de Doper: „Zo gij het wilt aannemen, hij is Elía die komen zou.” Zo zeg ik van deze tegenwoordige tijd: Dit ogenblik is de tijd van onze bekering. Dit is de zalige dag. Dit is de aangename ure.

Wij lezen dat de mannen van Ninevé zich bekeerden op de prediking van Jona. Hij verkondigde: Er zijn nog veertig dagen en de stad zal ten onder gaan. Het geluid van de prediking daar veroorzaakte niet alleen bij de inwoners, maar ook bij de koning van die stad een vernedering. Hij stond op van zijn koninklijke troon, legde zijn purperen kleed af, deed een zak om zijn lendenen en verootmoedigde zich. Velen in Azië en Europa zijn bekeerd op de prediking van Paulus. Zij hebben de tijd waargenomen.

John Andrewes, predikant in Schotland (”De Gouden trompet”, 1644)
Hartelijke groet,

Pim.

Het is vandaag een dag van Goede Boodschap. PrekenWeb.nl
Gebruikersavatar
Miscanthus
Berichten: 5306
Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
Locatie: Heuvelrug

Bericht door Miscanthus »

--------------------------------------------------------------------------------
NBV: Gelukkig is de mens die in de beproeving staande blijft. Want wie de proef doorstaat, ontvangt als lauwerkrans het leven, zoals God heeft beloofd aan iedereen die hem liefheeft.

SV: Zalig is de man, die verzoeking verdraagt; want als hij beproefd zal geweest zijn, zal hij de kroon des levens ontvangen, welke de Heere beloofd heeft dengenen, die Hem liefhebben.
Jakobus 1:12
--------------------------------------------------------------------------------


Dag 26: Groeien door verleiding
Op alle mogelijke manieren worden we in deze wereld in verleiding gebracht om niet de weg van God te gaan maar zelfgekozen wegen. De duivel doet er alles aan om ons los te weken van Christus. Deze verleidingen hoeven ons niet moedeloos te maken. Integendeel: elke verleiding of beproeving mogen we leren zien als een gelegenheid om God door zijn Geest de sterkste in ons leven te laten zijn. Want hoe vaak we ook struikelen, we mogen er aan vasthouden dat we in Christus staande kunnen blijven. Zo wil God de vrucht van de Geest (zelfbeheersing, zachtmoedigheid, geduld) in ons leven laten rijpen.
Gebruikersavatar
Miscanthus
Berichten: 5306
Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
Locatie: Heuvelrug

Bericht door Miscanthus »

--------------------------------------------------------------------------------
NBV: U hebt geen beproevingen te doorstaan die niet voor mensen te dragen zijn. God is trouw en zal niet toestaan dat u boven uw krachten wordt beproefd: hij geeft u mét de beproeving ook de uitweg, zodat u haar kunt doorstaan.

SV: Ulieden heeft geen verzoeking bevangen dan menselijke; doch God is getrouw, Die u niet zal laten verzocht worden boven hetgeen gij vermoogt; maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven, opdat gij ze kunt verdragen.

1 Korintiërs 10:13
--------------------------------------------------------------------------------


Dag 27: Kracht in beproeving
Als je beproefd wordt vanwege moeilijkheden in je leven, is de verleiding groot om te denken dat je het toch niet aankunt en dat vechten geen zin heeft. Maar God belooft aan zijn kinderen dat Hij er bij zal zijn in onze beproevingen. Dat is precies waar de duivel ons aan wil laten twijfelen: ‘De Heere zal je vast niet helpen; denk niet daar hier iets goeds uit voort kan komen.’ Onze eerste strijd in beproeving is altijd de strijd tegen deze duivelse gedachten. We moeten leren om onze gedachten te richten op de betrouwbare woorden van God: in Christus is er altijd een uitweg, in Hem is er altijd nieuw leven, in Hem is er altijd weer meer kracht dan je ooit had gedacht.
Jongere
Berichten: 7763
Lid geworden op: 14 apr 2004, 15:45

Re: elkaar opbouwen in het geloof

Bericht door Jongere »

Leid mij in Uw waarheid en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils; U verwacht ik de ganse dag.
Psalm 25:5

O, hoe gelukkig zijn we als we ons verdriet kunnen verzachten door te zeggen: 'Wij verwachten het alleen van God.' O, christenen, onteer uw godsdienst niet door altijd maar weer met een bezorgd gezicht rond te lopen; werp uw last toch op de Heere. Kijk toch eens! De Almachtige buigt Zijn schouders en Hij zegt: 'Hier, leg uw zorgen op Mij. Komt tot Mij en Ik zal u rust geven.'
Ik zal niet behouden worden door de wetenschap dat Christus een Zaligmaker is, maar ik zal behouden worden omdat ik Hem vertrouw mijn Zaligmaker te zijn. Ik zal niet verlost worden van de toekomende toorn door te geloven dat Zijn verzoening genoegzaam is, maar ik zal behouden worden door erop te vertrouwen dat die verzoening mijn redding en mijn alles is. De kern, het wezen van het geloof, ligt hierin: zichzelf overgeven aan de belofte. Het zwemvest aan boord van een schip redt iemand niet als hij dreigt te verdrinken, noch het geloof dat het een prachtige en nuttige uitvinding is. Nee! Hij moet het aangetrokken hebben of zijn hand erop gelegd hebben, want anders zal hij verdrinken.

C.H. Spurgeon
Affilato
Berichten: 36
Lid geworden op: 28 jan 2009, 10:03
Locatie: Casa

Re: elkaar opbouwen in het geloof

Bericht door Affilato »

Geloven is een levend, onwankelbaar vertrouwen in de genade van God; men is er dan zo zeker van, dat men daar duizend keer voor zou willen sterven. Dit soort vertrouwen in en die wetenschap van Gods genade geeft iemand vreugde, blijdschap en goede moed in de dingen van God en in alles wat Hij heeft geschapen. Dat doet de Heilige Geest voor ons door het geloof. Uit geloof doet men voor iedereen goede dingen, zonder het uit plicht te doen, men doet het met genoegen en men is blij om het te doen; men is voor iedereen een dienaar, men is bereid om alle ontberingen te lijden uit liefde en tot lof van God, die hen zoveel genade gegeven had. Het is net zo onmogelijk om werken en geloof te scheiden, als branden en licht geven te scheiden is van vuur. Wees daarom voorzichtig met eigen onjuiste denkbeelden en met de mooie woorden van mensen die menen dat ze genoeg bekwaamheid bezitten om een oordeel te kunnen vellen over geloof en goede werken, maar in werkelijkheid de grootste dwazen zijn. Bidt dat God het geloof in u werke; anders blijft men eeuwig zonder, wát men ook probeert of hoe men dat ook nabootst.

Dr. Martinus Luther
Affilato=Scherp
Gebruikersavatar
helma
Berichten: 19336
Lid geworden op: 11 sep 2006, 10:36
Locatie: Veenendaal

Re: elkaar opbouwen in het geloof

Bericht door helma »

Deze tekst was vanmorgen via de mial mijn houvast voor vandaag:


Latijn / Latin (Genesis XII,xvii “Percussit autem Jehova Pharaonem percussionibus magnis et domum eius, causa Sarai uxoris Abram”):

Sciamus nos eius praesidio tegi, ne eorum qui plus possunt, libido et violentia nos opprimant.



donderdag 29 januari 2009

Calvijn over Genesis 12:17 (“Maar de HEERE plaagde Farao met grote plagen, ook zijn huis, ter oorzake van Saraï, Abrams vrouw”):

Laten wij bedenken dat wij door Zijn hulp worden beschermd, zodat de wellust en het geweld van hen die meer kunnen dan wij, ons niet kunnen onderdrukken.



Thursday, January 29, 2009

Calvin on Genesis 12:17 (“And the LORD plagued Pharaoh and his house with great plagues because of Sarai Abram’s wife”):

Let us know, that we are covered by His protection, in order that the lust and violence of those who are more powerful may not oppress us.

(met dank aan ds Pieters)
Affilato
Berichten: 36
Lid geworden op: 28 jan 2009, 10:03
Locatie: Casa

Re: elkaar opbouwen in het geloof

Bericht door Affilato »

Hieronder zijn begrepen twee soorten van mensen. De onzuiverheid der consciëntie bewijst, dat beide soorten nog niet door Gods Geest wedergeboren zijn. Wederom verraadt het feit, dat in hen geen wedergeboorte is, dit, dat het ontbreekt aan geloof. En daaruit blijkt, dat ze met God nog niet zijn verzoend, en dat ze voor zijn aangezicht nog niet gerechtvaardigd zijn; want tot deze goederen komt men slechts door het geloof. Wat kunnen de zondaars, die van God vervreemd zijn, anders voortbrengen dan wat verfoeilijk is voor zijn oordeel? Door dit dwaze vertrouwen zijn zowel alle goddelozen opgeblazen, als vooral de huichelaars, dat, ook al weten ze, dat hun ganse hart vol is van vuilheid, ze toch, wanneer ze enige schoonschijnende werken doen, die werken waardig achten om niet door God versmaad te worden. Vanhier die verderfelijke dwaling, dat ze, hoewel overtuigd van hun boze en goddeloze hart, toch er niet toe gebracht kunnen worden om te erkennen, dat ze ontbloot zijn van gerechtigheid; maar hoewel ze erkennen, dat ze onrechtvaardig zijn, omdat ze dat niet kunnen loochenen, matigen ze zichzelf toch enige rechtvaardigheid aan. Deze ijdelheid weerlegt de Heere uitnemend door de profeet (Hag. 2:12) e.v.: "Vraag," zegt Hij, " de priesters, zeggende: indien niemand heilig vlees draagt in de slip van zijn kleed, en het brood of de andere spijs aanroert, zal het heilig worden? En de priesters antwoordden: neen. En Haggai zeide: indien iemand, die onrein is van een dood lichaam, iets van deze dingen aanroert, zal het dan onrein worden? En de priesters antwoordden: het zal onrein worden. Toen zeide Haggai: zo is dit volk voor mijn aangezicht, spreekt de Heere, en zo is al het werk hunner handen, en alles, wat zij Mij zullen offeren, zal onrein zijn." Och, of de uitspraak bij ons volkomen geloof kon verkrijgen, of zich goed in ons geheugen kon hechten. Want er is niemand, hoe schandelijk hij anders in zijn ganse leven ook is, die zich wil laten overtuigen van wat de Heere hier duidelijk uitspreekt. Zodra een der allerslechsten één of twee plichten der wet vervuld heeft, twijfelt hij er niet aan, dat hem dat tot gerechtigheid gerekend wordt; maar de Heere roept daartegen, dat daaruit geen heiligmaking verkregen wordt, tenzij het hart tevoren goed gezuiverd is. En daarmee niet tevreden, betuigt Hij, dat alle werken, die van zondaars voortkomen, bezoedeld worden door de onreinheid des harten. Verre zij dus de naam rechtvaardigheid van die werken, die door de mond Gods veroordeeld worden wegens onreinheid. En met hoe schone vergelijking toont Hij dat aan. Want men zou hebben kunnen tegenwerpen, dat onschendbaar heilig is, wat de Heere geboden heeft. Maar Hijzelf stelt daartegenover, dat het geen wonder is, dat hetgeen geheiligd is in de wet des Heeren, door de vuilheid der goddelozen bezoedeld wordt, daar een onreine hand het heilige ontheiligt, wanneer ze het aanroert.

Jean Calvin
Affilato=Scherp
Affilato
Berichten: 36
Lid geworden op: 28 jan 2009, 10:03
Locatie: Casa

Re: elkaar opbouwen in het geloof

Bericht door Affilato »

Alle verlossing is van iets, en tot iets; zoals bij voorbeeld: uit de gevangenis, tot de vrijheid. Want alle mensen zijn van nature als het ware in boeien gesloten en ge vangen gehouden door de zonde, de duivel en de dood, 2 Tim. 2 : 26, Hebr. 2 : 14v.
Men kan daarom 's mensen verlossing niet beter verstaan, dan na overweging van zijn ellende. Want zoals de ellende allereerst uit het verlies der oprechtheid en uit aangeboren boosheid, d.w.z. uit de zonde bestaat, en ten andere uit de straf der zonde: evenzo bevat de verlossing allereerst de vergeving en wegneming der zonde en het herstel van de verloren oprechtheid in ons; en ten andere de verlossing van de straffen en van alle ellenden. Zoals dus de ellende uit twee stukken bestaat, n.l. de zonde en de dood, zo heeft ook de verlossing twee stukken; deze zijn de bevrijding van de zonde en van de dood. De verlossing van de zonde bestaat voor het ene deel in de vergeving der zonde, zodat deze ons niet toegerekend wordt; en anderdeels in haar vernietiging in ons, door de vernieuwing der natuur, opdat ze in ons niet heerse. De verlossing van de dood bestaat in de bevrijding van wanhoop, van het gevoel van Gods toorn, van de rampen en ellenden van dit leven, en tenslotte van de tijdelijke en eeuwige dood. Hieruit blijkt, dat de verlossing van de gevallen mens een volkomen bevrijding betekent uit alle ellende, en een teruggave van de gerechtigheid, heiligheid, het eeuwige leven en de gelukzaligheid door en óm Christus; welke verlossing in dit leven door het geloof en de Heilige Geest in ons een aanvang neemt, maar pas in het toekomende leven volmaakt worden zal.

Dr. Zacharias Ursinus
Affilato=Scherp
Lapressa
Berichten: 582
Lid geworden op: 12 jun 2008, 11:36

Re: elkaar opbouwen in het geloof

Bericht door Lapressa »

Kwam van de week via de mail binnen. Blijft een enorm mooie tekst met veel troost:
Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed, ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard? -- Romeinen 8:35
'Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?'
Affilato
Berichten: 36
Lid geworden op: 28 jan 2009, 10:03
Locatie: Casa

Re: elkaar opbouwen in het geloof

Bericht door Affilato »

Sinds Adams val nu is de mens niet beroofd van zijn wezen, of van de krachten en vermogens der ziel, maar alleen van het derde, namelijk van de zuiverheid en oprechtheid der natuur. En daarom is de bekering van een zondaar waarvan de Stelling spreekt niet de verandering van 's mensen wezen, of van de vermogens der ziel, maar een vernieuwing en herstel van die reinheid en heiligheid, die door 's mensen val verloren was, met de vernietiging van die natuurlijke verdorvenheid, die in al de krachten der ziel is. Dit is het werk van God, en van God alleen, en dat op deze manier:

• Allereerst, wanneer het Gode behaagt in iemand verandering te werken, zo doet Hij dat niet eerst in het ene deel, en dan daarna in het andere, gelijk hij die een vervallen huis bij stukken en brokken herstelt; maar het werk, zowel wat aangaat het begin als de voortgang en de voltooiing, is in de gehele mens, en in ieder deel tegelijk, inzonderheid in het verstand, geweten, wil en genegenheden, gelijk integendeel, toen Adam het beeld Gods verloor, hij het in ieder deel verloor.
• Ten tweede, de bekering van een zondaar wordt niet geheel en al in één ogenblik gewrocht, maar in voortgang van tijd, en dat in zekere maten en trappen. Nu, een mens is dan in de eerste trap van zijn bekering, wanneer de Heilige Geest door het middel des Woords hem aanblaast met enige geestelijke bewegingen, en Hij aanvangt de inwendige krachten zijner ziel te wederbaren en te vernieuwen. En hij kan in dit geval zeer bekwaam vergeleken worden bij de nacht, in de eerste schemering van de dag, waarin, hoewel de duisternis blijft, en in grootheid meerder is dan het licht, zo heeft toch de zon reeds enige lichtstralen in de lucht gezonden; waarom wij het noemen het aanbreken van de dag. Nu dan, het eigen stuk, dat ik leer, is dit, dat een mens in dit ogenblik en in deze staat wanneer God nog slechts zekere beginselen van ware bekering in zijn hart gelegd heeft is een waar kind van God (en dat niet alleen in het eeuwig voornemen Gods), gelijk de uitverkorenen zijn, (maar inderdaad door dadelijke aanneming). En dit is klaarblijkelijk door een duidelijke reden.

Mr. William Perkins
Affilato=Scherp
Affilato
Berichten: 36
Lid geworden op: 28 jan 2009, 10:03
Locatie: Casa

Re: elkaar opbouwen in het geloof

Bericht door Affilato »

Nu moeten we zien, hoe tot ons komen de goederen, die de Vader Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, niet tot Zijn persoonlijk gebruik, maar opdat Hij de armen en behoeftigen zou rijk maken.
En in de eerste plaats moeten wij weten, dat al wat Christus tot zaligheid van het menselijke geslacht geleden en gedaan heeft, voor ons zonder nut en van geen gewicht is, zo lang Christus buiten ons is en wij van Hem gescheiden zijn. Dus moet Hij, om ons te kunnen meedelen wat Hij van de Vader ontvangen heeft, de onze worden en in ons wonen.

En ofschoon het waar is, dat wij dit door het geloof verkrijgen, leert toch, daar wij zien, dat niet allen zonder onderscheid de gemeenschap met Christus, die door het evangelie aangeboden wordt, omhelzen, de rede ons hoger te stijgen en onderzoek te doen naar de verborgen werking des Geestes, door welke het geschiedt, dat wij Christus en al zijn goederen genieten.

Hierop komt de hoofdzaak neer, dat de Heilige Geest de band is, waardoor Christus ons krachtdadig aan zich verbindt. Daarop heeft ook betrekking, wat wij in het vorige boek over zijn zalving geleerd hebben.

Maar, opdat een zaak, die bovenal waardig is gekend te worden, des te zekerder blijke, moeten wij weten, dat Christus gekomen is, op een bijzondere wijze toegerust met de Heilige Geest, en wel opdat Hij ons van de wereld zou afzonderen en ons zou verzamelen tot de hoop op de eeuwige erfenis. Daarom wordt Hij de Geest der heiligmaking genoemd, omdat Hij ons niet slechts door een algemene kracht, die zowel in het menselijk geslacht als in de overige levende wezens gezien wordt, onderhoudt en voedt, maar omdat Hij de wortel en het zaad is van het hemelse leven in ons.

Maar daar het geloof zijn voornaamste werk is, wordt daarop voor een groot deel betrokken, wat men op vele plaatsen leest om zijn kracht en werking uit te drukken: want slechts door het geloof leidt Hij ons tot het licht des evangelies, zoals Johannes de Doper 1) leert, dat degenen, die in Christus geloven, het voorrecht geschonken is, dat ze kinderen Gods zijn, die niet uit vlees en bloed, maar uit God geboren zijn (Joh. 1:12). En doordat hij daar God stelt tegenover vlees en bloed, verzekert hij, dat het een bovennatuurlijke gave is, dat zij, die anders in hun ongelovigheid zouden blijven, door het geloof Christus aannemen.

Over het geloof: waarin ook een bepaling van het geloof gegeven wordt en de eigenaardigheden, die het heeft, worden uitgelegd.
Dit kwaad dus, evenals talloze andere kwade dingen, moeten wij schrijven op rekening van de Scholastieken, die Christus verborgen hebben door als het ware een gordijn voor Hem te trekken, en wanneer wij niet recht onze blik op Hem slaan, zal het ons overkomen, dat we door veel doolhoven ronddwalen. En behalve dat ze door hun duistere bepaling de ganse kracht van het geloof verzwakken en bijna te niet doen, hebben ze een verzinsel opgesteld, namelijk van een “ingewikkeld geloof” 1), met welke naam zij een zeer grove onwetendheid opsieren en zo het ongelukkige volkje tot groot verderf misleiden. Ja (om meer naar waarheid en openlijker te zeggen, wat de zaak is), dit verzinsel begraaft niet alleen het ware geloof, maar verwoest het geheel en al. Is dat geloven, niets te begrijpen, als ge maar uw gevoelen gehoorzaam aan de kerk onderwerpt? Niet in onwetendheid, maar in kennis is het geloof gelegen, en wel kennis niet alleen van God, maar ook van de Goddelijke wil. Immers wij krijgen de zaligheid niet daaruit, dat wij bereid zijn als waarheid te omhelzen al wat de kerk voorschrijft, of dat wij de taak om te onderzoeken en te leren kennen aan haar overdragen, maar wanneer wij erkennen, dat God ons een genadig Vader is, door de verzoening, die door Christus is geschied, en dat Christus ons gegeven is tot rechtvaardigheid, heiligmaking en leven. Door deze kennis, zeg ik, en niet door de onderwerping van ons gevoelen, verkrijgen wij de toegang tot het Koninkrijk der hemelen. Want wanneer de apostel zegt (Rom. 10:10), dat men met het hart gelooft ter rechtvaardigheid en met de mond belijdt ter zaligheid, dan geeft hij te kennen, dat het niet genoeg is, indien men met een “ingewikkeld” geloof gelooft wat men niet begrijpt, en niet ook onderzoekt; maar hij eist een “ontwikkelde” erkenning van Gods goedheid, waarin onze gerechtigheid gelegen is.

Men kan ook een “ingewikkeld” geloof noemen, wat echter eigenlijk niets anders is dan een voorbereiding des geloofs. De evangelisten melden van zeer velen, dat ze geloofd hebben, die, slechts door de wondertekenen gebracht tot bewondering, niet verder gegaan zijn, dan te geloven, dat Christus de Messias was, die beloofd was, hoewel ze zelfs niet in een gering deel van de leer des evangelies waren onderwezen geworden. Zulk een verering, die hen er toe bracht om zich gaarne aan Christus te onderwerpen, wordt versierd met de naam geloof, hoewel ze daarvan slechts het begin was.

Dit is dus de ware kennis van Christus, wanneer wij Hem aannemen, zoals Hij door de Vader wordt aangeboden, namelijk met zijn evangelie bekleed: want gelijk Hij bestemd is tot doel van ons geloof, zo zullen wij slechts wanneer het evangelie ons voorgaat, recht op Hem afgaan. En voorwaar, daar worden ons de schatten der genade geopend: wanneer die gesloten waren, zou Christus ons weinig voordeel aanbrengen.

Maar aangezien het hart des mensen niet op iedere mogelijke stem Gods tot geloof wordt opgewekt, moet er nog onderzocht worden, waarop eigenlijk het geloof in het Woord let. ... Want wij worden aangelokt om God te zoeken dan, wanneer we geleerd hebben, dat de zaligheid voor ons bij Hem is weggelegd: en dit wordt ons bevestigd, wanneer Hij verklaart, dat zij Hem een voorwerp van zorg en naarstigheid is. Daarom is de belofte der genade nodig, waardoor Hij ons betuigt, dat Hij een goedgunstig Vader is; aangezien wij ook niet op andere wijze tot Hem naderen kunnen, en het hart des mensen op de genade alleen steunen kan. Daarom worden op vele plaatsen in de psalmen deze twee: barmhartigheid en waarheid, samengevoegd, gelijk ze ook met elkander samenhangen: want het zou ons niets helpen te weten, dat God waarachtig is, wanneer Hij ons niet goedertieren tot zich trok.

Dat wij door het geloof wedergeboren worden. Over de boetvaardigheid.
Ik zeg slechts, dat er geen oprechtheid kan gevonden worden, waar die Geest niet heerst, die Hij ontvangen heeft om Hem aan zijn leden mede te delen. Vervolgens, naar het woord van de psalm (Ps. 130:4): “Bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt”, zal niemand ooit God met eerbied vrezen, dan wie vertrouwt, dat Hij hem genadig is;

Dit echter moge ik nog invoegen, dat, wanneer uitwendige betoning de naam boetvaardigheid wordt bracht, men op oneigenlijke wijze spreekt en afwijkt rechte zin, die ik gesteld heb. Want die betoning is niet zozeer bekering tot God, als wel belijdenis van schuld met afbidding van straf en schuld. Zo is boete doen in as en in een harig kleed niets anders dan getuigenis geven van mishagen, wanneer God wegens zware zonden toornig op ons is. En dit is een openlijke vorm van belijdenis, waardoor wij ons veroordelen voor de engelen en de wereld, en Gods oordeel voorkomen. Want wanneer Paulus wijst op de traagheid van hen, die aan hun zonden toegeven, zegt hij: “Indien wij onszelf oordeelden, zouden wij niet geoordeeld worden” (1 Cor. 11:31). Maar het is niet altijd noodzakelijk de mensen openlijk deelgenoten en getuigen van onze inkeer te maken; maar in het verborgen Gode te belijden is een deel der ware boetvaardigheid, dat niet nagelaten mag worden. Want niets is minder natuurlijk, dan dat God de zonden zou vergeven, waarin wij onszelf vleien, en die wij door huichelarij verbergen, opdat Hij ze niet in het licht zou brengen. En wij moeten niet slechts de zonden belijden, die wij dagelijks bedrijven; maar de ernstiger misstappen moeten ons verder trekken en in de herinnering terugroepen de zonden, die al lang begraven schijnen; wat David ons met zijn voorbeeld voorschrijft (Ps. 51:7).

Jean Calvin
Affilato=Scherp
Rochus
Berichten: 451
Lid geworden op: 26 jun 2007, 21:38

Re: elkaar opbouwen in het geloof

Bericht door Rochus »

Zelfbeproeving

Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart. (Ps. 139)

Gebed
Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart; beproef mij en ken mijn gedachten. En zie, of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op de eeuwige weg.
Heere, laat mij zien hoe erg het met mij gesteld is. Breng mij op de plaats waar ik thuishoor. Laat mij voelen en weten wie ik werkelijk ben. En verbreek dan mijn hart zoals het nog nooit verbroken is, en heel het als het verbroken is. Ontledig mij van mijzelf en vervul mij met U. Keer mij helemaal ondersteboven tot de laatste druppel van mijn zelfgenoegzaamheid is weggelopen en stort dan de volheid van Uw genade in Christus Jezus in mij uit, tot ik tot daan de rand toe gevuld zal zijn.

C.H. Spurgeon
Jongere
Berichten: 7763
Lid geworden op: 14 apr 2004, 15:45

Re: elkaar opbouwen in het geloof

Bericht door Jongere »

Dat leerden we vroeger op school in de Scheikundeles: water is H2O. Dat was een formule. Waterstof en zuurstof samen in één verband, en dat was water. Mooi, die formule, je kunt er veel mee doen en ik geloof dat die hele scheikunde geweldig belangrijk is. Maar als je in de woestijn op het punt bent van dorst om te komen, dan doe je met de formule niet veel, je hebt water nodig, echt, levend water.
Zo doe je met formules over God op zichzelf ook niet zo veel. Ik ken mensen die over God veel te vertellen hebben: God is heilig, almachtig, rechtvaardig. Ze weten het allemaal te zeggen, zonder blikken of blozen. Ze worden er niet heet of koud van. Het past allemaal in elkaar als een logisch spel van begrippen. Ik zeg weer niet dat dat onbelangrijk is. Dat is theologie, of dogmatiek of hoe u het noemen wilt en dat is zonder twijfel van grote waarde. Maar er moet één ding bij: de levende aanraking. God is heilig, ja, heeft het je wel eens naar de keel gegrepen? Zijn al die begrippen wel eens ooit in hun vlammende kracht op je aangekomen? Heb je wel eens ooit met God zelf te doen gehad? Ben je wel eens in Zijn armen gevlucht?
Voelt u wel, dat daar nog een machtige kloof tussen ligt, tussen dat scheikunde-begrip uit het klaslokaal en dat water voor de woestijnreiziger? Ook tussen de rustig nadenkende mens en de mens die in de branding van het leven ineens voor God zelf te staan komt? Er staat in Psalm 42 dat welbekende vers: "Gelijk een herst dat naar waterbeken smacht, zo smacht mijn ziel naar U, o God." Dat is echt. Dat hert vraagt niet naar H2O, maar naar water, naar fris, tintelend water. En die arme mens van Psalm 42 vraagt niet naar allerlei definities en theorieën over God, maar naar God zelf. We lopen altijd gevaar weg te zakken in de theorie, in allerlei beschouwingen over God. Mooi, goed, waardevol, maar als het daarbij blijft, is het allemaal voor niets. We zullen God zelf nodig hebben, nodig hebben in ogenblikken van gevaar, nodig hebben als we iets gaan verstaan van wat zonde is, nodig hebben om ons vast te grijpen aan Zijn genade in Jezus Christus.

dr. J. H. Bavinck
Jongere
Berichten: 7763
Lid geworden op: 14 apr 2004, 15:45

Re: elkaar opbouwen in het geloof

Bericht door Jongere »

Christus leed en stierf om Zijn hemelse Vader te behagen.

Doch het behaagde den HEERE Hem te verbrijzelen; Hij heeft Hem krank gemaakt. Jesaja 53:10

[Zoals] Christus ons liefgehad heeft en Zichzelven voor ons heeft overgegeven tot een offerande en een slachtoffer, Gode tot een welriekenden reuk. Efeziërs 5:2

Jezus nam Zijn vertoornde Vader de zweep niet uit handen. Hij dwong Hem niet de mensheid genadig te zijn. Zijn dood betekende niet dat God er met tegenzin in toestemde toegeeflijk te zijn jegens zondaren. Nee, wat Jezus deed toen Hij leed en stierf, was Zijn Vaders idee. Het was een adembenemende strategie die nog vóór de schepping werd bedacht, toen God de geschiedenis van de wereld in ogenschouw nam en plande. Om die reden spreekt de Bijbel over Gods 'eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus, voor de tijden der eeuwen' (2 Tim. 1:9).
In het Oude Testament ontvouwde dit plan zich al. De profeet Jesaja voorzegde het lijden en sterven van de Messias in de plaats van zondaren.

Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was. Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden. Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een iegelijk naar zijn weg; doch de HEERE heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen. (Jes. 53: 4-6)

Het meest verbazingwekkend aan dit plaatsvervangend lijden en sterven van Christus is dat het Gods idee was. Christus ging niet in tegen Gods plan om zondaren te straffen. Hij aanvaardde de rol die Zijn Vader Hem in Zijn heilsplan had toebedeeld. 'Het behaagde den HEERE Hem te verbrijzelen; Hij heeft Hem krank gemaakt' (Jes. 53:10).
Hiermee is de paradox van het Nieuwe Testament verklaard. Enerzijds is het lijden en sterven van Christus het uitgieten van Gods toorn vanwege de zonde. Anderzijds is Christus' lijden en sterven een daad van onderwerping en gehoorzaamheid aan de wil van de Vader. Christus riep vanaf het kruis: 'Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten!' (Matth. 27:46). En toch zegt de Bijbel dat het lijden en sterven van Christus 'Gode tot een welriekende reuk' (Ef. 5:2) was.
Laten we ons erop toeleggen God te verheerlijken om het wonder dat Hij ons, zondaren, liefheeft! Dat is niet sentimenteel. Dat is niet dwaas. Omwille van ons deed God het onmogelijke: Hij goot Zijn toorn uit over Zijn eigen Zoon, hoewel Jezus dat in Zijn onderworpenheid aan de wil van Zijn Vader absoluut niet had verdiend. Maar juist de bereidheid van de Zoon om de straf voor de zonden te dragen, was kostbaar in de ogen van God. De drager van Gods toorn was onvoorstelbaar geliefd.

Uit: Waarom moest Christus lijden en sterven? Vijftig redenen - John Piper
Plaats reactie