Oorspronkelijk gepost door Majorca
Mensen,
ik betreur het dat nog niemand, ondaks het feit dat dit draadje steeds langer wordt, serieus is ingegaan op de openingsposting.
De discussie gaat allang weer heel ergens anders over, en is overigens een herhaling van zetten.
Mijn vraag was, of iemand aan kan tonen, waar we in de Bijbel kunnen vinden dat elke preek een oproep tot geloof zou moeten bevatten.
Ik heb een aantal preken die in de Bijbel staan geanalyseerd, van Paulus, meerdere van Petrus, van Stefanus, etc. en ik vind daarin wél een zeer ontdekkende, afsnijdende prediking, ook dat de Christus gepreekt wordt, maar niet dat er een actieve oproep tot geloof aan de luisteraars gericht wordt.
Ik zeg daarmee dus niet dat dat laatste verkeerd is, zeker niet, maar ik zeg wél, dat een preek waarin Christus voorgesteld wordt, en aangeboden ["er is een gestorven Christus voor u"] een zeer goede en bijbelse preek kan zijn ook al wordt er geen actieve oproep tot geloof gedaan (Geloof in Hem en U zult zalig worden). Dus nogmaals, dat laatste moet zeker ook af en toe aan de orde komen, maar moet het persé in elke preek genoemd worden?
In Philpots preken bijv. vind je het niet.
[Aangepast op 6/8/04 door Majorca]
Je hebt helemaal gelijk wat betreft het verloop van deze thread (het gaat weer over heel iets anders).
De vraag waar we in de Bijbel kunnen vinden dat er in elke preek opgeroepen moet worden tot geloof is denk ik niet op die manier te beantwoorden, omdat er in de Bijbel geen voorschriften staan hoe een preek in elkaar moet zitten. Wat wel in de Bijbel staat is hoe er gepreekt en gehandeld is door de Heere Jezus, de profeten en de apostelen en de grondtoon is wel zo dat er opgeroepen werd tot bekering en geloof in de Heere Jezus.
Bijv. Hand. 20:21 "Betuigende, beiden Joden en Grieken, de bekering tot God en het geloof in onzen Heere Jezus Christus."
Mark. 1:15: "En zeggende: De tijd is vervuld, en het Koninkrijk Gods nabij gekomen; bekeert u, en gelooft het Evangelie."
Hand. 28:23: "En als zij hem een dag gesteld hadden, kwamen er velen in zijn woonplaats; denwelken hij het Koninkrijk Gods uitlegde, en betuigde, en poogde hen te bewegen tot het geloof in Jezus, beide uit de wet van Mozes en de profeten, van des morgens vroeg tot den avond toe."
Joh. 14:1 "Uw hart worde niet ontroerd; gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij."
Joh. 20:31 "Maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods; en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam."
(het hele Johannes evangelie en niet alleen het Johannes evangelie staat vol van oproepen (direct of indirect) van Jezus om in Hem te geloven). Eigenlijk is de hele Bijbel een getuigenis dat wijst op Jezus.
Wanneer nu de Bijbel die grondtoon heeft van de oproep tot bekering en geloof in de Heere Jezus, dan moet de prediking die grondtoon ook hebben.
Hoewel je de preek van Petrus op de eerste Pinksterdag afsnijdend kunt noemen, is deze grondtoon daar ook aanwezig, want na de preek komt de toepassing:
"37 En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen mannen broeders?
38 En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.
39 Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal.
40 En met veel meer andere woorden betuigde hij, en vermaande hen, zeggende: Wordt behouden van dit verkeerd geslacht!
41 Die dan zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt;"
Hoewel het woord geloof in deze geschiedenis niet rechtstreeks voorkomt, is toch de ondertoon van de preek van Petrus: "Wordt behouden van dit verkeerd geslacht" en dit kan alleen door het geloof in de Zoon van God (daar liep zijn prediking dus wel op aan).
Kenmerkend voor de eerste preken in Handelingen is trouwens dat de apostelen uitvoerig aantonen dat het de profeten in het O.T. zijn die geprofeteerd hebben over Jezus, nl. dat Hij de Messias is (zie ook Hand. 3,4 enz).
Ook Hand:5:42 "En zij hielden niet op, allen dag, in den tempel en bij de huizen, te leren, en Jezus Christus te verkondigen."