nogmaals, wie zijn de 'ons' waarover Petrus spreekt?huisman schreef:Ik denk dat je de tekst dan te beperkt invult. Wat Calvijn erbij zegt vond ik wel mooi en evenwichig: Calvijn verklaart die voor de in het Evangelie geopenbaarde wil van God, waardoor hij zeker aan allen zonder onderscheid de hand ter redding biedt; maar naar Zijn verborgen raadsbesluit grijpt Hij in werkelijkheid alleen hen aan, om ze tot Zich te trekken, die Hij van eeuwigheid daartoe verkoren heeftBert Mulder schreef:En wij zijn de 'ons' in die tekst van Petrus?huisman schreef:Dat zeg je m.i. niet goed. De HEERE heeft geen lust in de dood van een zondaar maar dat hij zich bekeert en leeft.Over de inhoud van de DL zijn we het dus eens. Mijn punt was, dat het niet altijd de bedoeling van de prediking is, dat men zich bekeerd.
Of 2 Petrus 3:9 met verklaring9 De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten ), maar is lankmoedig over ons, niet willende, dat enigen verloren gaan , maar dat zij allen tot bekering komen .
Deze plaats is veelvuldig aangehaald tegen de leer van de predestinatie. Calvijn verklaart die voor de in het Evangelie geopenbaarde wil van God, waardoor hij zeker aan allen zonder onderscheid de hand ter redding biedt; maar naar Zijn verborgen raadsbesluit grijpt Hij in werkelijkheid alleen hen aan, om ze tot Zich te trekken, die Hij van eeuwigheid daartoe verkoren heeft
Petrus geeft hier uitleg, dat de wederkomst van Christus niet zijn zal, totdat alle uitverkorenen ingebracht zullen zijn.
en hoe leg je dan deze teksten uit:
Lukas 8:10 En Hij zeide: U is het gegeven, de verborgenheden van het Koninkrijk Gods te verstaan; maar tot de anderen spreek Ik in gelijkenissen, opdat zij ziende niet zien, en horende niet verstaan.
2 Kor. 2: 15 Want wij zijn Gode een goede reuk van Christus, in degenen, die zalig worden, en in degenen, die verloren gaan;
16 Dezen wel een reuk des doods ten dode; maar genen een reuk des levens ten leven. En wie is tot deze dingen bekwaam?
Markus 4:11 En Hij zeide tot hen: Het is u gegeven te verstaan11) de verborgenheid van het Koninkrijk Gods; maar dengenen, die buiten zijn,12) geschieden al deze dingen door gelijkenissen;
Jes 6:9
9 Toen zeide Hij: Ga henen, en zeg tot dit volk:29) Horende hoort, maar verstaat niet,30) en ziende ziet, maar merkt niet.
10 Maak het35) hart32) dezes volks vet, en maak hun oren zwaar, en sluit hun ogen,33) opdat het niet zie met zijn ogen, noch met zijn oren hore, noch met zijn hart versta, noch zich bekere, en Hij34) het geneze.36)