helma schreef: ↑17 dec 2024, 07:25
@Job
Toch ben ik wel op zoek naar antwoorden op de vragen die ik je stelde nav de spreuk 'What would Jesus do'.
Het "gevaar" van deze uitspraak is dat wij misschien verleerd zijn om te wéten wat Jezus zou doen omdat wij Hem zo makkelijk omdenken zodat Hij is zoals wij denken/graag willen dat Hij is.
Dus zou je toch nog wat over mijn post willen nadenken/ zeggen?
Hey. Ja, dat wil ik proberen. Het is zoeken en tasten, dat wel, dus het wordt stuntelen, dat kan ik alvast zeggen.
Ik bracht deze quote in in combinatie met het Schriftgedeelte van Lukas 15. Dit als reactie op meerdere uitspraken dat "de verkering" van onze zoon of dochter niet binnen zou mogen komen in de woningen. Wat Jezus zou doen lezen we het beste in de Evangeliën. Daar kom ik toch steeds tegen dat de Heere Jezus mild is naar
zondaren, juist hen zoekt, het contact met hen aangaat, en dat Hij Zich scherp uitspreekt tegen mensen die zich tegen boven hen verheffen (farizeeën) of er met een boog omheen willen (zelfs discipelen). Ik vind dat kernachtig verwoord in Lukas 15: de gelijkenis van het verloren schaap. Wat een milde, tedere zorg van de Herder voor juist hen. Wat een blijdschap als Hij hen vindt...! Nu moet ik me haasten om te zeggen dat we
allemaal afgedwaalde schapen zijn. Mensen die in zonden leven op het gebied van het zevende gebod zijn dat
niet een graadje erger. Dat vind ik wel een heel belangrijke. We moeten niet pas nadenken over of we de zonde willen dulden binnen ons gezin wanneer een onderwerp rondom het zevende gebod ter tafel komt. Naar mezelf toe vind ik dit een heel gevoelige, ook in mijn eigen leven. Als het gaat om allerlei andere schijnbaar kleinere zonden zie ik zoveel door de vingers, vooral bij mezelf. Maar ook mogen we bij zo'n onderwerp binnen het gezin eerst weleens de binnenkamer opzoeken om te vragen om verootmoedigende genade en om zelf de schuldbrief over ons eigen leven te krijgen. Ik denk dat zo'n houding de gesprekken zal tekenen. Wie zijn wij zelf en Wie is de Heere daar tegenover dat wij nog elke zondag in
Zijn huis mogen komen? Dat we Hem mogen aanroepen wanneer we maar willen? En dat terwijl we zelf melaats zijn van zonden? Anderzijds kunnen we de ene zonde ook niet verkleinen met behulp van de andere zonde, zo van: ach, we doen allemaal zonden, we zijn allemaal zondaars, dus we laten hen vrijelijk toe.
Wat zou Jezus doen? Wat ik lees bij de Samaritaanse vrouw, bij de tollenaars en zondaars is dat Hij ontzaglijk mild met hen omgaat. Ontdekkend, niets in het midden latend als het over het dulden van de zonden gaat maar vooral zoekend naar hun ziel. En scherp afrekenen met de godsdienst eromheen die zich boven deze mensen verheft.
Matthew Henry bij Lukas 15:
De zorg van de God des hemels voor arme zwervende zondaars. Er moet bijzondere zorg besteed worden aan dit verloren schaap. En hoewel hij honderd schapen heeft, wil hij toch dat ene niet kwijtraken, maar hij gaat er achter aan en toont zich zeer bezorgd om het te vinden. Hij volgt hem, kijkt ernaar uit totdat hij hem gevonden heeft. God volgt afvallige zondaars totdat tenslotte de gedachte bij hen opkomt om terug te keren.
Vaak wordt er gehoord, ook bij mensen die worstelen met hun gevoelens: we mogen toch komen zoals we zijn. Dat klopt, maar we kunnen niet blijven zoals we zijn.
Al met al, ik heb geen duidelijk afgebakend antwoord. Wel de zondaar, niet de zonde, dat is wat Jezus' omgang met ons mensen tekent. Ik denk dat dat wel de kern is. Ik zou de deur niet onmiddellijk in het slot gooien (maar het is makkelijk praten, hoor). Maar ik stel me zo voor dat een zoon of dochter niet direct met een vriend of vriendin op de proppen komt, maar dat er eerst een traject aan vooraf gaat van uit de kast komen, hoe een nare benaming ik dat ook vindt. Vanaf dat eerste moment moet het gesprek gezocht worden, moet er samen gehuild, samen gezwegen, geluisterd, samen gebeden worden, én mag klip en klaar worden uitgelegd waar je staat, alleen dan volstrekt niet vanuit een verheven positie. Van zondaar tot zondaar. Laat maar zien dat je ook niet weet hoe je met de gebrokenheid van de zonde om moet gaan. Laat ook gerust het verdriet maar zien om de erfsmet, dat niemand een reine kan geven uit de onreine. Dat je als ouder niet vrijuit gaat.
En veel bidden: "O Zoon, maak me ook in dezen Uw beeld gelijk".
Ik begrijp dat jij zegt: we moeten oppassen voor de gewenning. Dat is zeker een gevaarlijke klip. Zo van: we hebben het nu gezegd, we willen je niet afstoten, je weet nu waar we staan en verder praten we er niet meer over. Daarom elke keer om getrouwheid bidden, en ook wel direct al duidelijk zijn bij het uit de kast komen van een gezinslid: we kunnen er niet aan meewerken jouw eventueel toekomstige relatie in stand te houden of die te erkennen. En dan maar weer samen een potje huilen. En bidden.
Trouwens, dit punt speelt ook bij echtscheiding. Wanneer een echtscheiding binnen de familie niet op Bijbelse gronden heeft plaatsgevonden maar er wel weer een nieuwe man of vrouw in het spel komt, dan zie ik vaak dat deze toch vrij geruisloos invoegt in de familie. Althans, dat lijkt geruislozer te gaan dan het in huis laten van een partner van hetzelfde geslacht.