Dat denk ik ook. Maar maakt het geen verschil dat het hier ten diepste niet om individuen gaat maar om volken? Jakob en Esau representeren twee volken. Esau representeert het volk "waarop de HEER voor euwig verbolgen is". Kun je dit één op één gebruiken voor de leer van de verwerping van individuen? Want daar gaat het in deze discussie om.memento schreef:Noem je dát minder liefhebben? Ik noem dat gewoon haten...God, in Mal 1 (NBV), schreef:2 Ik heb jullie lief – zegt de HEER –, en jullie zeggen: ‘Waaruit blijkt die liefde dan?’ Zijn Jakob en Esau geen broers? – spreekt de HEER. Toch heb ik Jakob liefgehad 3 en Esau gehaat. Van Esaus bergland maakte ik een wildernis, Edoms grondgebied heb ik aan de jakhalzen van de woestijn gegeven. 4 Edom kan zeggen: ‘Al zijn we verslagen, we bouwen de puinhopen weer op,’ maar dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ze kunnen bouwen zo veel ze willen, ik zal het weer afbreken. ‘Goddeloos land’ zal men het noemen, en ook: ‘Het volk waarop de HEER voor eeuwig verbolgen is’.
En verder: de leer van de verwerping van eeuwigheid is volgens mij niet nodig. We hebben geen oorzaak uit God nodig om verworpen te worden. In dat geval zijn we slachtoffer in plaats van dader. De verwerping is een "verdienste" van de mens. Gods haat is rechtvaardig en wordt door de mens veroorzaakt. Verkiezing is er slechts vanwege de liefde van God. Zo zie ik het. Dat sommigen daarbij gepasseerd worden is niet onrechtvaardig. Volgens mij zijn bijna alle bijbelteksten op die manier te lezen. Corrigeer me als ik het fout heb.
En ook al zouden we tot de conclusie komen dat er een verwerping van eeuwigheid bestaat. Wat doe je daar dan mee in de praktijk?
En wat betekent precies een verkiezing/verwerping van eeuwigheid? Geloven we bijvoorbeeld in een God die zonder kennis van wat er in de tijd zich af zal gaan spelen een besluit neemt ten opzichte van een individu? God weet alles vooraf, maar besluit God ook alles vooraf? Daar kun je oeverloos over filosoferen. Een verwerping van eeuwigheid kan zowel betrekking hebben op het vooraf weten als op het vooraf bepalen van God. Al naar gelang onze theologie kiezen wij hoe we tegen de verkiezing/verwerping aankijken. Wij postdestineren God.