Gelukkig slikt men het rapport Cnossen niet binnen de gehele CU als zoete koek (zie onderstaand artikel in het ND).
Alhoewel het me nog steedsverbaast, dat er betrekkelijk weinig interne kritiek tegenop komt.
Het lijkt wel de algehele tendens bij de CU te worden, zoals een opinie-schrijver het vorige week in het RD verwoordde, dat de zonde afgekeurd wordt. Totdat het "die vriendelijke man achter mij in de kerk betreft", dan is het ineens niet erg meer. En moeten we maar snel omzien naar de mantel der liefde.
----------------------------------------------------------------------------------------------------
Kritiek binnen ChristenUnie op Cnossen groeit
van onze redactie politiek
DEN HAAG - Binnen de ChristenUnie groeit de kritiek op de commissie-Cnossen. Het Wetenschappelijk Instituut vindt het rapport over de positie van praktiserende homo's binnen de partij ,,te impliciet'', ethicus Ad de Bruijne noemt het 'zwak' en de bestuursvoorzitter van de ChristenUnie in Zwolle heeft uit onvrede met het rapport haar functie neergelegd.
Het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie vindt dat de partij de komende maanden de tijd moet nemen om de conclusies van het rapport-Cnossen duidelijker te formuleren. De commissie laat in het Rapport Representatie in het midden of praktiserende homoseksuelen de partij kunnen vertegenwoordigen en benadrukt vooral dat vertegenwoordigers van de ChristenUnie de politiek die de partij voorstaat ,,geloofwaardig'' moeten kunnen uitdragen.
Voorzitter Jan Westert en beleidsmedewerker Rob Nijhoff van de Groen van Prinstererstichting, het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie, zien ,,de dubbelheid dat het rapport in theorie ruimte lijkt te bieden, die er inhoudelijk niet is''. Zij constateren in een opiniebijdrage op de website van het Nederlands Dagblad (
http://www.nd.nl/cu) onder critici één overheersende wens: ,,meer duidelijkheid of iemand die leeft in een homoseksuele relatie de partij nu kan vertegenwoordigen of niet''.
De Kamper ethicus A.L.Th. de Bruijne is eveneens kritisch. Hij vindt, in tegenstelling tot emeritushoogleraar ethiek J. Douma, weliswaar dat er in de homokwestie geen sprake is van een principiële koerswijziging bij de ChristenUnie, maar meent tegelijk dat het partijcongres op 14 juni niet zonder meer akkoord moet gaan met het rapport. Hij noemt het vandaag op de opiniepagina van deze krant 'zwak' dat een conclusie uitblijft en de plaatselijke kiesverenigingen nu zelf de conclusie moeten trekken. Volgens hem kan uit het rapport niets anders volgen dan een 'nee' tegen homoseksuele relaties bij vertegenwoordigers van de ChristenUnie. Ook vindt hij het rapport zwak, omdat mensen uit de achterban, waar de standpunten over homoseksualiteit langzaam uiteen groeien, hun eigen spoor kunnen volgen. Dat kan tot onnodige verwijdering zorgen.
Opstappen
Gisteren werd verder bekend dat het rapport-Cnossen heeft geleid tot het opstappen van de bestuursvoorzitter van de ChristenUnie in Zwolle. Liesbeth Venema-Stoppels kan zich niet vinden in de conclusies van de commissie-Cnossen en legt daarom per direct haar functie neer. Zij is voorzitter van de partij in de gemeente waar commissievoorzitter Janco Cnossen wethouder is.
De ChristenUnie is voor Venema niet meer geloofwaardig, omdat de partij volgens haar geen helder antwoord geeft op de vraag of praktiserende homoseksuelen de ChristenUnie kunnen vertegenwoordigen. Aanvankelijk wilde ze de beslissing om al dan niet af te treden, laten afhangen van het partijcongres op 14 juni. Venema treedt echter ,,met pijn in het hart'' nu al terug om vrij haar mening over het rapport te kunnen uiten, zo liet ze gisteren weten. ,,Als voorzitter voelde ik mij medeverantwoordelijk voor het beleid dat de ChristenUnie uitdraagt.''
Venema constateert een inconsequentie in het Rapport Representatie. Aan de ene kant staat daar in dat 'alternatieve relatievormen niet in overeenstemming zijn met de normen van de Bijbel' en dat vertegenwoordigers van de ChristenUnie de Bijbel aanvaarden 'als het gezaghebbende Woord van God waardoor zij zich in heel hun doen en laten willen laten leiden'. Maar de commissie-Cnossen trekt vervolgens de conclusie dat de partij 'de homoseksuele levenswijze niet louter op zichzelf beoordeelt, maar altijd in relatie tot het geheel aan opvattingen en gedragingen dat iemand tot een geloofwaardig vertegenwoordiger van de ChristenUnie maakt'. ,,Het duidelijke standpunt en de duidelijke gedragscode leiden dus niet tot een helder antwoord'', concludeert Venema. ,,Ik vindt het verdrietig dat de partij in deze interne kwestie niet de daad bij het Woord voegt.''
Bovendien gaat het om een interne kwestie, benadrukt ze. ,,Dit houdt in dat we in onze uitspraak geen concessies hoeven te doen richting andere politieke partijen en dat we ons niet hoeven te confirmeren aan het regeerakkoord. We kunnen volledig Gods Woord volgen.''
De afgetreden bestuursvoorzitter ,,hoopt en bidt'' dat de leden van de ChristenUnie tijdens het partijcongres van volgende week zaterdag het rapport van de commissie-Cnossen van de hand wijzen zodat in Nederland het christelijk geluid helder blijft klinken. Of Venema, die vijf jaar in het Zwolse partijbestuur zat, lid blijft van de partij, laat ze afhangen van de uitkomsten van dit congres.
bron: http://www.nd.nl