"Natuurlijk gaat het om Jezus Christus en Dien gekruisigd. Maar dan wel op de manier: hoe heb/krijg ík daar deel aan?"Posthoorn schreef: ↑16 nov 2023, 17:32De ultieme toetssteen is de Bijbel. Eerlijk gezegd denk ik dat de leeruitspraken van 1931 Bijbelser zijn dan de verbondsopvatting uit de tijd van de Reformatie, die ook doorklinkt in de belijdenisgeschriften en het doopsformulier.JanRap schreef: ↑16 nov 2023, 17:11 Posthoorn, u brengt glashelder onder woorden wat ik bedoelde met afwijken van de gereformeerde leer.
Later nuanceerde ik dat wat, en noemde het andere accenten. Inmiddels schrok ik van uw posting. Dit kan toch niet waar zijn? Was de strekking van de Leeruitspraken anders dan de HC en de NGB? Dan kunnen ze toch herroepen worden, dan moeten ze toch herroepen worden?Natuurlijk gaat het om Jezus Christus en Dien gekruisigd. Maar dan wel op de manier: hoe heb/krijg ík daar deel aan? Dat kun je nooit loskoppelen.En zijn de Dordtse leerregels geen triomfzang op Gods genadige ontferming ? Gelukkig spreken alle predikanten uit de GG u tegen als u stelt dat het daar gaat om de bevinding, het doorleven van zonde en genade. Als u vraagt aan een predikant van de GG waar gaat het u om in de prediking, dan zal hij Gode zij dank zeggen: om Jezus Christus en Dien gekruisigd. Het is een andere zaak dat de beleving van zonde en genade een voorname plaats krijgt in de prediking.Laat die klomp maar heel, hoor. De HC is inderdaad niet zo'n bevindelijk geschrift. Het is meer leerstellig, ook al wordt er vaak wel bevindelijk over gepreekt. De DL is eigenlijk nog het meest bevindelijke van de 3FvE.En als u stelt dat de Drie Formulieren van Enigheid niet zo gek veel zeggen over de doorleving van zonde en genade dan breekt mijn klomp. Dan zou de Catechismus bijvoorbeeld geen bevindelijk geschrift zijn? Onvoorstelbaar in één woord. En de oudvaders verschillen totaal niet als het over de beleving van zonde en genade gaat. Noch Brakel, noch Beukelman, noch Costerus en noem ze allemaal maar op. Ze hameren allemaal op hetzelfde aambeeld. Voor de duidelijkheid: Comrie reken ik niet tot de oudvaders.
Comrie behoort wel tot de oudvaders, al is hij u mogelijk niet welgevallig. Bij de oudvaders tref je zeker onderling verschil aan als het gaat om doorleving van zonde en genade. Smytegelt spreekt daar heel anders over dan bijv. Boston en de Erskines. Ook spreken ze zichzelf weleens tegen, wat heel menselijk is.
Zo wordt het vaak wel gepresenteerd dat het om Christus gaat en Dien gekruisigd, maar is dat wel echt zo? In de praktijk lijkt het 'hoe' belangrijker te zijn geworden dan Christus Zelf. De angst voor inbeelding overheerst vaak in de prediking met als gevolg dat de ruimte voor Christus verdwijnt.