Maar in Christus zijn is ook nogal verschillend, zie de catechismus verklaringen van Kersten en Moerkerken en wat zij uitleggen over zondag 7, het ware geloof.Marieke schreef: Daar ga je dus de fout in: dat zegt ook niemand. Je kunt namelijk pas weten dat je wedergeboren bent als je mag weten in Christus te zijn. Ds. Moerkerken en Comrie zeggen nergens en tegen niemand: je bent wel wedergeboren, maar je kent Christus nog niet. Nee, lees mijn citaten eens na (en die van Zucht) van ds. Moerkerken, waar wijst hij nou op? Toch op Christus alleen als Fundament?
Die gedachte maak jij er nu van en dat is de karikatuur die ik bestrijd. Hoewel ik je gelukkig nu heel wat milder vindt dan in je eerste posting hierover.
In zondag 7 gaat het over wat een waar zaligmakend geloof is, ik meen dat ds Kort hier ook de rechtvaardigmaking verklaard, evenals ds vd Groe en vele anderen, de eerste vrucht van de wedergeboorte is de rechtvaardigmaking.
Comrie, Kersten, Moerkerken en anderen plaatsen de rechtvaardigmaking in een later stadium van het geestelijke leven, als een soort vervolgstap op het ware geloof, en de openbaring, dus met openstaande maar bedekte schuld, word wel gezien als het ware geloof, echter de vierschaar moet nog plaatsvinden, men kent Christus nog niet in al z'n weldaden.
Het verschil zit hem ook dat in zondag 7 (= waar geloof) verklaard word dat Christus is geopenbaard, maar nog niet toegepast, de zonden en schuld liggen bedekt, maar later komen ze er achter dat de schuld nog niet weg is, dat is bij de rechtvaardigmaking (zondag 23) waarna er nog meerdere stappen te maken zijn zoals een liefhebbend Vader.
In tegenstelling tot eerder genoemde die bij het begin van het geloof zeggen dat de zonden en schuld volkomen weggenomen is als eerste vrucht van de wedergeboorte.
Persoonlijk houd ik het bij wat ds van Voorthuizen zei, we hebben te maken met de mens, vanuit God gezien kunnen we al wedergeboren zijn (toeleidende weg) maar daar hebben wij mensen niks mee te maken, we moeten vergeving van zonden (rechtvaardigmaking) hebben ontvangen, dan kunnen we pas zeggen behouden te zijn, met minder kunnen we het niet doen.