Waar is mijn kind? Nav boek ds MA Kempeneers

Geka
Berichten: 440
Lid geworden op: 11 aug 2006, 19:32

Re: Waar is mijn kind? Nav boek ds MA Kempeneers

Bericht door Geka »

Erasmiaan schreef:
Geka schreef:Zou die tekst dan in strijd zijn met de woorden van de Heere aan Abraham dat Hij Zijn verbond zal oprichten tussen Abraham en zijn nakomelingen?
Nee, want het gaat hier over het geestelijke zaad van Abraham.
Dus binnen de OT bedeling waren alleen de ware gelovigen in Israel verbondskinderen?
Erasmiaan
Berichten: 8596
Lid geworden op: 17 okt 2005, 21:25

Re: Waar is mijn kind? Nav boek ds MA Kempeneers

Bericht door Erasmiaan »

Geka schreef:
Erasmiaan schreef:
Geka schreef:Zou die tekst dan in strijd zijn met de woorden van de Heere aan Abraham dat Hij Zijn verbond zal oprichten tussen Abraham en zijn nakomelingen?
Nee, want het gaat hier over het geestelijke zaad van Abraham.
Dus binnen de OT bedeling waren alleen de ware gelovigen in Israel verbondskinderen?
Inwendig, ja. Uitwendig waren ze allen die de besnijdenis hadden (de meisjes in de jongens begrepen) in het verbond.
Geka
Berichten: 440
Lid geworden op: 11 aug 2006, 19:32

Re: Waar is mijn kind? Nav boek ds MA Kempeneers

Bericht door Geka »

Erasmiaan schreef:
Geka schreef:
Erasmiaan schreef:
Geka schreef:Zou die tekst dan in strijd zijn met de woorden van de Heere aan Abraham dat Hij Zijn verbond zal oprichten tussen Abraham en zijn nakomelingen?
Nee, want het gaat hier over het geestelijke zaad van Abraham.
Dus binnen de OT bedeling waren alleen de ware gelovigen in Israel verbondskinderen?
Inwendig, ja. Uitwendig waren ze allen die de besnijdenis hadden (de meisjes in de jongens begrepen) in het verbond.
En wat is dan de relatie tussen het (uitwendig) in het verbond zijn en de (uitwendig) aan allen verkondigde beloften?
Erasmiaan
Berichten: 8596
Lid geworden op: 17 okt 2005, 21:25

Re: Waar is mijn kind? Nav boek ds MA Kempeneers

Bericht door Erasmiaan »

Geka schreef:
Erasmiaan schreef:
Geka schreef:
Dus binnen de OT bedeling waren alleen de ware gelovigen in Israel verbondskinderen?
Inwendig, ja. Uitwendig waren ze allen die de besnijdenis hadden (de meisjes in de jongens begrepen) in het verbond.
En wat is dan de relatie tussen het (uitwendig) in het verbond zijn en de (uitwendig) aan allen verkondigde beloften?
De beloften zijn voor de uitverkorenen. Hoe kunnen immers de beloften van het eeuwige zalige leven aan niet verkorenen vermaakt worden? God is toch geen God dat Hij liegen zou? Maar de uitwendige belijders (de gedoopten) mogen er op pleiten dat God de eerste was in hun leven en bemoeienissen met hen gemaakt heeft, en ze mogen dan ook zeker geloven dat God hen wil horen, op grond van Mattheus 7 vers 7.

Zie ook Romeinen 3 Welk is dan het voordeel van den Jood? Of welk is de nuttigheid der besnijdenis? Vele in alle manier; want dit is wel het eerste, dat hun de Woorden Gods zijn toebetrouwd.
Geka
Berichten: 440
Lid geworden op: 11 aug 2006, 19:32

Re: Waar is mijn kind? Nav boek ds MA Kempeneers

Bericht door Geka »

Erasmiaan schreef:
Geka schreef:
Erasmiaan schreef:
Geka schreef:
Dus binnen de OT bedeling waren alleen de ware gelovigen in Israel verbondskinderen?
Inwendig, ja. Uitwendig waren ze allen die de besnijdenis hadden (de meisjes in de jongens begrepen) in het verbond.
En wat is dan de relatie tussen het (uitwendig) in het verbond zijn en de (uitwendig) aan allen verkondigde beloften?
De beloften zijn voor de uitverkorenen. Hoe kunnen immers de beloften van het eeuwige zalige leven aan niet verkorenen vermaakt worden? God is toch geen God dat Hij liegen zou? Maar de uitwendige belijders (de gedoopten) mogen er op pleiten dat God de eerste was in hun leven en bemoeienissen met hen gemaakt heeft, en ze mogen dan ook zeker geloven dat God hen wil horen, op grond van Mattheus 7 vers 7.

Zie ook Romeinen 3 Welk is dan het voordeel van den Jood? Of welk is de nuttigheid der besnijdenis? Vele in alle manier; want dit is wel het eerste, dat hun de Woorden Gods zijn toebetrouwd.
1. Kun jij me een Bijbeltekst noemen die letterlijk aangeeft dat de beloften voor de uitverkorenen zijn? Die stelling kun je alleen innemen door achteraf vanuit de vervulling van de beloften aan de uitverkorenen, ook de adressering tot hen te beperken.

Nee, God is geen God dat Hij liegen zou. Maar als Hij Zijn beloften aan geheel Israel aanbiedt, dan vragen die beloften om geloof. En zonder dat geloof vervult God Zijn beloften niet. Gods belofte is geen profetie. In het laatste geval zegt God wat er, ongeacht de reactie van de mens, zal gebeuren. Terwijl Zijn beloften om geloof vragen, t.a.v. de vervulling.

Tegelijkertijd is Hij het Zelf die het geloof werkt in zondaren naar Zijn welbehagen, zodat diegenen wel door een waar geloof de beloften omhelzen en deel krijgen aan de vervulling. In deze zin zou je in tweede instantie kunnen zeggen dat de beloften uiteindelijk alleen in de uitverkorenen vervuld worden.
Maar dat doet niets af aan wat we in eerste instantie vanuit de Schrift moeten zeggen: dat de beloften aan allen worden aangeboden! (recht van toegang), met bevel van geloof en bekering. En dat aspect geef je hierdoor geen plaats.

Tot wie komt de Heere met Zijn beloften in de Schrift? Tot wie richten de profeten in het OT al die heerlijke beloften van verlossing? Toch tot het gehele volk! Je leest daar toch geen beperking tot de uitverkorenen? En waarom dan wel in de verbondsgemeente van het NT als je belijdt dat de nieuwe bedeling niet wezenlijk verschilt van de oude?
En waarom zegt Petrus in Hand. 2: 39: U komt de belofte toe, en uw kinderen. De Kanttekening zegt daarbij: Namelijk die tevoren is aangehaald uit Joel 2:28 (! Let eens op deze tekst in zijn verband, tot wie gesproken?), en dat ook volgens het verbond Gods, dat Hij met Abraham en zijn zaad gemaakt heeft, Gen. 17:7

Dus het verbond Gods is de grond van de aanbieding van de beloften. Die aanbieding komt tot een ieder, en wordt betekend en verzegeld in de Heilige Doop. Maar alleen degene die door een waar geloof de belofte omhelst, zal daadwerkelijk deel krijgen aan de vervulling van de beloften.

2. Maar de uitwendige belijders (de gedoopten) mogen er op pleiten dat God de eerste was in hun leven en bemoeienissen met hen gemaakt heeft, en ze mogen dan ook zeker geloven dat God hen wil horen, op grond van Mattheus 7 vers 7.

En waarin was God dan de eerste? Waaruit bestaan Zijn bemoeienissen? En dat God wil horen, op grond van Matth. 7:7, ben ik uiteraard geheel met je eens, maar dat lijkt me niet direct alleen maar specifiek te gelden voor de gedoopten in relatie tot het genadeverbond.
Wat is nu daadwerkelijk de grond om te mogen pleiten op het verbond? Kun je daar een Bijbelse onderbouwing van geven? Want een zin als 'dat God de eerste was in hun leven' is weliswaar waar, maar op welke manier geeft dat een rechtsgrond om te pleiten? Pleiten! Dat is een behoorlijke sterke uitdrukking. Je pleit op iets, wanneer je meent dat daar een rechtsgrond voor is. Een verleend recht, waarop je pleit. Welnu, wat is dat dan rondom de kinderdoop?
Erasmiaan
Berichten: 8596
Lid geworden op: 17 okt 2005, 21:25

Re: Waar is mijn kind? Nav boek ds MA Kempeneers

Bericht door Erasmiaan »

Geka schreef:Nee, God is geen God dat Hij liegen zou. Maar als Hij Zijn beloften aan geheel Israel aanbiedt, dan vragen die beloften om geloof. En zonder dat geloof vervult God Zijn beloften niet. Gods belofte is geen profetie. In het laatste geval zegt God wat er, ongeacht de reactie van de mens, zal gebeuren. Terwijl Zijn beloften om geloof vragen, t.a.v. de vervulling.
Daarom moeten we ook onderscheid maken tussen voorwaardelijke en onvoorwaardelijke beloften. De voorwaardelijke beloften moeten een ieder voorgesteld worden, de onvoorwaardelijke beloften zijn voor de ware bondelingen.
Geka schreef:En waarom zegt Petrus in Hand. 2: 39: U komt de belofte toe, en uw kinderen. De Kanttekening zegt daarbij: Namelijk die tevoren is aangehaald uit Joel 2:28 (! Let eens op deze tekst in zijn verband, tot wie gesproken?), en dat ook volgens het verbond Gods, dat Hij met Abraham en zijn zaad gemaakt heeft, Gen. 17:7
Er staat bij "zovelen als er de Heere onze God toeroepen zal". Het wordt dus beperkt tot de uitverkorenen.
En waarin was God dan de eerste? Waaruit bestaan Zijn bemoeienissen? En dat God wil horen, op grond van Matth. 7:7, ben ik uiteraard geheel met je eens, maar dat lijkt me niet direct alleen maar specifiek te gelden voor de gedoopten in relatie tot het genadeverbond.
Juist Gods bemoeienissen door hen te dopen en ze onder het Woord geboren doen worden geeft ons recht des te ernstiger God om de vervulling te vragen.
Geka
Berichten: 440
Lid geworden op: 11 aug 2006, 19:32

Re: Waar is mijn kind? Nav boek ds MA Kempeneers

Bericht door Geka »

Erasmiaan schreef:
Geka schreef:Nee, God is geen God dat Hij liegen zou. Maar als Hij Zijn beloften aan geheel Israel aanbiedt, dan vragen die beloften om geloof. En zonder dat geloof vervult God Zijn beloften niet. Gods belofte is geen profetie. In het laatste geval zegt God wat er, ongeacht de reactie van de mens, zal gebeuren. Terwijl Zijn beloften om geloof vragen, t.a.v. de vervulling.
Daarom moeten we ook onderscheid maken tussen voorwaardelijke en onvoorwaardelijke beloften. De voorwaardelijke beloften moeten een ieder voorgesteld worden, de onvoorwaardelijke beloften zijn voor de ware bondelingen.

Mag ik een Schriftbewijs waaruit blijkt dat die onderscheiding een Bijbelse onderscheiding is, die direct grond in de Schrift heeft?
Geka schreef:En waarom zegt Petrus in Hand. 2: 39: U komt de belofte toe, en uw kinderen. De Kanttekening zegt daarbij: Namelijk die tevoren is aangehaald uit Joel 2:28 (! Let eens op deze tekst in zijn verband, tot wie gesproken?), en dat ook volgens het verbond Gods, dat Hij met Abraham en zijn zaad gemaakt heeft, Gen. 17:7
Er staat bij "zovelen als er de Heere onze God toeroepen zal". Het wordt dus beperkt tot de uitverkorenen.

Dat is de exegese van Kersten ja. Die van Calvijn en Erskine is anders. Let eens op de context: zegt Petrus dit tot uitverkorenen?
En waarin was God dan de eerste? Waaruit bestaan Zijn bemoeienissen? En dat God wil horen, op grond van Matth. 7:7, ben ik uiteraard geheel met je eens, maar dat lijkt me niet direct alleen maar specifiek te gelden voor de gedoopten in relatie tot het genadeverbond.
Juist Gods bemoeienissen door hen te dopen en ze onder het Woord geboren doen worden geeft ons recht des te ernstiger God om de vervulling te vragen.
Maar wat is dopen dan? Maak die 'bemoeienis' nu eens concreet m.b.t. de doop! Waarom wordt een kind gedoopt? En wat betekent die doop voor dat kind persoonlijk?
Gebruikersavatar
refo
Berichten: 24690
Lid geworden op: 29 dec 2001, 11:45

Re: Waar is mijn kind? Nav boek ds MA Kempeneers

Bericht door refo »

Ziehier wat de kracht is der belofte, die aan Abrahams nakomelingschap is gegeven, en met welke maat zij gemeten moet worden. Daarom, ofschoon wij er niet aan twijfelen, dat alleen Gods verkiezing met vrij recht heerst tot het onderscheid maken tussen de erfgenamen des Koninkrijks en de bastaarden en vreemdelingen, zien wij toch tevens, dat het Hem behaagd heeft, het zaad Abrahams in het bijzonder met zijn barmhartigheid te omhelzen, en opdat die des te beter betuigd zou zijn, haar door de besnijdenis te bezegelen. Met de Christelijke kerk nu staat het evenzo. Want evenals Paulus daar betoogt, dat de Joden door hun ouders geheiligd worden, zo leert hij elders (1 Kor. 7:14), dat de kinderen der Christenen dezelfde heiligmaking van hun ouders ontvangen. En daaruit volgt, dat ze terecht afgescheiden worden van de anderen, die daarentegen beschuldigd worden van onreinheid. Wie kan er nu nog aan twijfelen, of geheel vals is, hetgeen zij verder beweren, namelijk, dat de kinderen, die oudtijds besneden werden, slechts het geestelijke kinderdom afbeeldden, dat uit de wedergeboorte van Gods Woord voortkomt? Immers de apostel redeneert niet zo scherpzinnig (Rom. 15:8), wanneer hij schrijft, dat Christus een dienaar der besnijdenis is, om de beloften, die de vaderen gedaan waren, te vervullen, alsof hij op deze manier sprak: daar het verbond, dat met Abraham gesloten is, ziet op zijn zaad, is Christus om het eenmaal door de vader gegeven woord te vervullen en in te lossen, het Joodse volk tot zaligheid gekomen. Ziet ge, hoe hij oordeelt, dat ook na de opstanding van Christus, de belofte des verbonds niet alleen zinnebeeldig, maar, gelijk de woorden luiden, aan het vleselijk zaad van Abraham moest vervuld worden? Daarop heeft ook betrekking hetgeen Petrus (Hand. 2:39) de Joden verkondigt, dat hun en hun zaad, volgens het recht des verbonds, de weldaad van het evangelie toekomt; en in het eerstvolgende hoofdstuk (Hand. 3:25) noemt hij hen kinderen, dat is erfgenamen des verbonds. Daarvan verschilt ook niet veel de andere boven aangehaalde plaats van de apostel (Ef. 2:11), waar hij de besnijdenis, die de kinderen is ingedrukt, houdt en stelt voor een getuigenis van de gemeenschap, die ze met Christus hebben. En waarlijk, wanneer we naar hun gebazel luisteren, waar zal dan die belofte blijven, waarmee de Heere in het tweede gebod van zijn wet zijn dienstknechten belooft, dat Hij hun zaad genadig zal zijn tot in het duizendste geslacht? Zullen wij hier onze toevlucht nemen tot allegorieën? Maar dat zou een al te onbeduidende uitvlucht zijn. Zullen wij zeggen, dat dit afgeschaft is? Maar zo zou de wet uiteengerukt worden, tot welker bevestiging veeleer Christus gekomen is, voorzover zij ons ten goede en ten leven gedijt. Laat het dus buiten geschil zijn, dat God de zijnen zo goed en milddadig is, dat Hij ook om hunnentwil de kinderen, die zij hebben voortgebracht, tot zijn volk gerekend wil hebben.
--------------
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
Erasmiaan
Berichten: 8596
Lid geworden op: 17 okt 2005, 21:25

Re: Waar is mijn kind? Nav boek ds MA Kempeneers

Bericht door Erasmiaan »

Geka schreef:Mag ik een Schriftbewijs waaruit blijkt dat die onderscheiding een Bijbelse onderscheiding is, die direct grond in de Schrift heeft?
Dit volgt uit de aard der beloften.
Dat is de exegese van Kersten ja. Die van Calvijn en Erskine is anders. Let eens op de context: zegt Petrus dit tot uitverkorenen?]
Daar gaat het niet om, het wordt beperkt.
Maar wat is dopen dan? Maak die 'bemoeienis' nu eens concreet m.b.t. de doop! Waarom wordt een kind gedoopt? En wat betekent die doop voor dat kind persoonlijk?
Het kind krijgt het zegel van het verbond. Dat gaat dan om de verzegeling en het teken van de objectieve genade. In dit kind, deze kinderen, ligt Gods kerk. In wie weten we niet.

Wat het voor dat kind persoonlijk betekent heb ik al diverse malen herhaald, dat lijkt me nu toch wel duidelijk.
Geka
Berichten: 440
Lid geworden op: 11 aug 2006, 19:32

Re: Waar is mijn kind? Nav boek ds MA Kempeneers

Bericht door Geka »

Erasmiaan schreef:
Geka schreef:Mag ik een Schriftbewijs waaruit blijkt dat die onderscheiding een Bijbelse onderscheiding is, die direct grond in de Schrift heeft?
Dit volgt uit de aard der beloften.
Dat is de exegese van Kersten ja. Die van Calvijn en Erskine is anders. Let eens op de context: zegt Petrus dit tot uitverkorenen?]
Daar gaat het niet om, het wordt beperkt.
Maar wat is dopen dan? Maak die 'bemoeienis' nu eens concreet m.b.t. de doop! Waarom wordt een kind gedoopt? En wat betekent die doop voor dat kind persoonlijk?
Het kind krijgt het zegel van het verbond. Dat gaat dan om de verzegeling en het teken van de objectieve genade. In dit kind, deze kinderen, ligt Gods kerk. In wie weten we niet.

Wat het voor dat kind persoonlijk betekent heb ik al diverse malen herhaald, dat lijkt me nu toch wel duidelijk.
1. Waarom volgt dit uit de aard der beloften? Dat is een cirkelredenering waartoe je alleen kunt komen door uit te gaan van de gedachte dat Gods absolute beloften ongeacht het geloof vervuld zullen worden, en dat te combineren met het Bijbels gegeven dat alleen de uitverkorenen delen in de vervulling van de beloften.
Maar zou je dan aan willen geven hoe het mogelijk is dat die absolute beloften in de Schrift nu juist tot het gehele volk gericht worden?
Daarom nogmaals de vraag: toon nu eens aan vanuit de Schrift dat de absolute beloften daar beperkt worden tot de uitverkorenen. Dat is toch geen irrealistische vraag wanneer je zelf die stelling poneert?

2. Daar gaat het niet om, het wordt beperkt. Inderdaad, het wordt beperkt tot de geroepenen. En heidenen horen daar niet bij. Het gaat dus om de vraag of het roepen hier als inwendig of uitwendig verstaan moet worden. En dan is de context wel degelijk belangrijk! Want Petrus zegt dit tot de Joden die onder zijn gehoor zaten en die hij aanwijst als kruisigers van de Zoon van God, en die vervolgens verslagen in het hart zijn. En let er nu op dat Petrus de belofte niet alleen aan die verslagenen doet toekomen (want dan zou dat weer als een teken van de verkiezing worden gezien), maar ook aan hun kinderen! Ook hen komt de belofte toe!
Erskins merkt daar bij op: niet in de zin van het bezit, maar in de zin van het recht van toegang. En ook Calvijn maakt daar schitterende opmerkingen over, zie citaat van Refo.
Waarom heb je hier zo'n moeite mee?

3. Wat betreft de doop. Je doopt daarmee dus alleen op grond van de mogelijke uitverkorenen die zich onder de kinderen bevinden. Wat een arme boodschap. Want als er nu concreet een klein kind aan je vraagt wat de doop betekent moet dan het antwoord zijn: misschien ben je een uitverkorene, dan mag je op Gods beloften hopen. Maar een duidelijk antwoord wat het genadeverbond betekent in relatie tot dat kind, kun je dan niet geven.
Waarom zou je met deze visie de kinderdoop nog handhaven? Is het dan niet veel eerlijker om gewoon baptist te worden?
Want in dit opzicht wijk je niet alleen af van Calvijn, maar ook van iemand als Erskine, die met zijn tweeverbondenleer toch heel duidelijk het recht van toegang tot Gods beloften, dat verzegeld wordt in de belofte van de doop, te handhaven.
Gebruikersavatar
Ariene
Berichten: 2687
Lid geworden op: 08 jul 2005, 15:44

Re: Waar is mijn kind? Nav boek ds MA Kempeneers

Bericht door Ariene »

Dat is de exegese van Kersten ja. Die van Calvijn en Erskine is anders. Let eens op de context: zegt Petrus dit tot uitverkorenen?
Erasmiaan schreef:Daar gaat het niet om, het wordt beperkt.
Zovelen als de Heere er toe roepen zal.
Ten eerste een verwijzing naar Joël 2:32
En dan nog, hebben wij een reden deze belofte te verwerpen omdat we niet weten dat we uitverkoren zijn?
Is het gebed uw stuurwiel of uw reservewiel?
Erasmiaan
Berichten: 8596
Lid geworden op: 17 okt 2005, 21:25

Re: Waar is mijn kind? Nav boek ds MA Kempeneers

Bericht door Erasmiaan »

@ Geka: ik hoop hier vanavond op terug te komen. Ik heb bijna een dagtaak aan reageren ;). En ik kom graag beslagen ten ijs. Sommige zaken eisen meer dan een beantwoording uit losse de pols.
Geka
Berichten: 440
Lid geworden op: 11 aug 2006, 19:32

Re: Waar is mijn kind? Nav boek ds MA Kempeneers

Bericht door Geka »

Erasmiaan schreef:@ Geka: ik hoop hier vanavond op terug te komen. Ik heb bijna een dagtaak aan reageren ;). En ik kom graag beslagen ten ijs. Sommige zaken eisen meer dan een beantwoording uit losse de pols.
Prima hoor. Mooi dat het mogelijk is om hier zo van gedachten over te wisselen. Ik zie je reactie met belangstelling tegemoet.

Gr.
Gebruikersavatar
Jean le Fontain
Berichten: 688
Lid geworden op: 24 jan 2005, 12:04
Locatie: Neveldijk
Contacteer:

Kinderen, welke God in hun kindsheid uit dit leven wegneemt

Bericht door Jean le Fontain »

In de Saambinder van vandaag een nieuw pennevrucht van ds. A. Schot:

1. Kinderen, welke God in hun kindsheid uit dit leven wegneemt

In de bespreking van het boekje van ds. Kempeneers Waar is ons kind? zijn verschillende vragen gesteld. Een aantal conclusies die in dit boekje worden getrokken zijn, mijns inziens, niet op grond van de Schrift te onderbouwen. We hebben die bespreking afgerond en gaan dat nu niet herhalen. Maar ik kan me wel voorstellen dat er bij de lezers van De Saambinder, na de uitvoerige recensie, toch een vraag is overgebleven. 'Wat hebben onze vaderen dan wèl bedoeld te zeggen in de Dordtse Leerregels, hoofdstuk I, artikel 17?' Heeft ds. Kempeneers dan geen punt als hij in zijn boekje dit artikel als grond ziet voor zijn opvatting dat er hoop mag zijn voor jonggestorven kinderen? In de boekbespreking ben ik op de bete¬kenis van Artikel 17 niet nader ingegaan. Het viel mijns inziens buiten het bestek van een recensie om de eigen gedachten hierover naar voren te brengen. Nu daar toch wel behoefte aan blijkt te bestaan onder onze lezers, lijkt het mij goed om de artikelenreeks nog een vervolg te geven.

Vooraf moeten we het volgende vaststellen. Artikel 17 van de Dordtse Leerregels maakt deel uit van een veel groter geheel. Het eerste hoofdstuk bevat totaal 18 artikelen die handelen over 'De Goddelijke verkiezing en verwerping'. Het is van belang om het artikel ook in dat grotere verband te lezen. Het staat niet los van hetgeen eerder beleden is aangaande de verkiezing en de verwerping. En dit gehele eerste hoofdstuk maakt ook weer deel uit van een veel groter geheel, namelijk 'De Vijf artikelen', die gericht zijn tegen de opvattingen van de Remonstranten. Voor dat doel zijn de Dordtse Leerregels opgesteld. We moeten die historische achtergrond bij het lezen van een los artikel wel voor ogen blijven houden. De Dordtse Leerregels bevatten geen volledige dogmatiek. We vinden hier geen systematische beschrijving van al onze geloofsstukken. De artikelen zijn een reactie op de dwaalleer van de Remonstranten. Zo heeft ook Artikel17 die specifieke achtergrond.

De Remonstranten stelden: 'Van kleinere kinderen, vóór het gebruik der rede stervende, is geen verkiezing.' Volgens hen worden alle kleine kinderen die in hun jonkheid sterven zalig. Zij ontkenden dat zowel de verkiezing als verwerping zouden gaan over deze jonge kinderen. Er kan bij jong stervende kinderen immers geen sprake zijn van voorgezien geloof of ongeloof. Dus voor de Remonstranten vervalt daarmee de achterliggende grond voor de verkiezing en verwerping. De Contraremonstranten leerden daarentegen wel dat het besluit van de verkiezing en verwerping ook gaat over de jonggestorven kinderen. Dat blijkt duidelijk als we het Besluit van de Dordtse Leerregels lezen. Daaruit blijkt dat de Remonstranten onze gereformeerde vaderen wreedheid verweten omdat zij de verkiezing en verwerping leerden. In dat Besluit staat dat volgens de Remonstranten de leer van onze vaderen zou inhouden 'dat vele onnozele kinderkens der gelovigen van de borsten der moeders worden afgerukt en tiranniglijk in het helse vuur geworpen, alzo dat noch het bloed van Christus baten kan, noch de Doop, noch het gebed der Kerk, bij hun Doop.' Dat zijn aangrijpende woorden, geschreven in een tijd waarin de kindersterfte vele malen groter was dan in de tijd waarin wij leven. Wat hebben onze vaderen met betrekking tot dit tere punt scherpe verwijten gekregen! De verkiezingsleer zou een vreselijke leer zijn die ouders wanhopig maakt. Tegen die opvatting is de Synode in verweer gekomen. Dat er bij kinderen geen sprake zou zijn van de verkiezing wordt door de Synode in Artikel 17 weerlegd. Artikel 17 legt de nadruk op de troost der verkiezing. Over de verwerping wordt in dit stuk mijns inziens helemaal geen uitspraak gedaan. Dat moeten we zien tegen de achtergrond van de beschuldiging. Heeft de Synode daarmee dan in ArtikeI 17 uitgesproken dat alle jongstervende kinderen dus verkoren kinderen zijn? Het is wel al te kort door de bocht om deze conclusie eruit te trekken. Naar ik meen wordt daarmee aan de historische feiten geen recht gedaan. Bovendien ontbreekt ons ook de Schriftuurlijke grond voor een dergelijke conclusie.

De uitspraak dat alle jongstervende kinderen verkoren zouden zijn, is niet waarschijnlijk als we letten op de verschillende reacties van de afgevaardigden die uiteindelijk met de Leerregels zullen hebben ingestemd. Een groot aantal afgevaardigden had zich zeker niet kunnen vinden in een artikel waarin werd gesteld dat alle jonggestorven kinderen gelukzalig zijn. Dat blijkt duidelijk als we de Acta raadplegen van de Synode 1618-1619. Samengevat hebben de afgevaardigden de volgende opvattingen. De Engelse afgevaardigden: 'Sommigen worden aangenomen tot erfgenaam en sommigen worden gehouden voor schuldenaars'. De Zwitserse afgevaardigden: 'Wij hopen van hen het beste'. De Nassausche en Wetteravische afgevaardigden: 'De ouders moeten niet twijfelen' en zij beroepen zich op het verbond en wijzen op de belofte uit Genesis 17 e.a. De Bremense afgevaardigden: 'God heeft dezelve lief, uit datzelfde welbehagen uit hetwelk Hij de volwassenen liefheeft'. De Nederlandse professoren menen wel dat deze kinderen onder de uitverkorenen gerekend mogen worden. De theoloog Sybrandus Lubbertus zegt echter: 'Er is enige verkiezing en verwerping volgens Romeinen 9:7'. Gomarus leert: 'Wij geloven godvruchtiglijk dat zij mede verkoren zijn'. De Utrechtse theologen: 'Zowel verkiezing als verwerping gaan over jonge kinderen'. De Overijselse afgevaardigden: 'De verkiezing en verwerping heeft ook plaats in de jonge kinderen'. De Drentse theologen: 'Gelovige ouders kunnen een zekere hoop hebben, want de Schrift bevat geen voorbeelden van verwerping'. Al deze reacties laten ons zien dat uit de inhoud van Artikel 17 niet de conclusie getrokken kan worden 'dat voor de meeste oudvaders verbond en verkie-zing - voor wat betreft de jonggestorven verbondskinderen - samenvallen'. In reactie op de eerdergenoemde stelling van de Remonstranten wijst een deel van de afgevaardigden inderdaad op de troost der verkiezing. Maar andere afgevaardigden spreken heel duidelijk zowel van verkiezing als van verwerping, ook bij jonggestorven kinderen.

De troost voor bedroefde ouders, die hun kinderen in hun kindsheid uit dit leven zien weggenomen, hebben onze vaderen gezocht in het genadeverbond. De opstellers van de Dordtse Leerregels hebben hierbij geen verwijsteksten gezocht om de leer van verkiezing en verwerping te staven. Deze teksten hadden zeker gegeven kunnen worden. Romeinen 9 is overduidelijk. Maar onze vaderen kozen wel teksten die erop wijzen dat de troost van het genadeverbond zich ook uitstrekt tot kinderen en niet alleen tot volwassenen. Er zijn ook kinderen in het genadeverbond begrepen. Laat de Remonstranten maar schimpen met hun harde woorden. Hebben onze vaderen daarmee uitgesproken dat jongstervende kinderen hoofd voor hoofd in de weldaden van het genadeverbond zullen delen? Die conclusie lijkt mij even¬eens te kort door de bocht. Bovendien ontbreekt ons ook hier de Schriftuurlijke grond voor een dergelijke concIusie.
(slot volgt)

Nunspeet,
ds. A. Schot
hervormde
Berichten: 522
Lid geworden op: 25 jan 2008, 21:49

Re: Waar is mijn kind? Nav boek ds MA Kempeneers

Bericht door hervormde »

En hiermee plaatst ds. Schot zich in de rij die de drie formulieren van enigheid niet onderschrijven zoals ze aanvaard zijn binnen het geheel van de kerk. Die trek komt meer voor. Men slaat de acta er nog eens op na, of er niet een aantal afgevaardigden zijn geweest die jouw smalstroom deelden. En zie daar: Eureka! Zo blijven we gereformeerd. Maar of dat zo is zal de vraag maar zijn. Hooguit eng gereformeerd.

Richting Erasmiaan. Graag hoor ik nog eens een reactie op mijn schrijven richting jouw.

Geka. Het heeft weinig zin om deze discussie aan te gaan met mensen die geen onderscheid [willen of kunnen] maken tussen de objectiviteit van het Woord en de subjectiviteit van de mens. Het zekere van Gods kant wordt vermengd met het onzekere van onze kant. Typisch dopers trekje. Zo worden Gods zekere beloften afhankelijk van onze inwilliging. Dat laatste zullen ze ontkennen en dat doen ze heel godsdienstig door de stellen dat alleen de uitverkorenen Gods beloften inwilligen. Hiermee is de spanning weggemasseerd en kan ik 'lijdelijk' afwachten of er nog iets zal gebeuren. Want ja dat laatste moet toch. Er moet wat gebeuren. Nou, het is iets anders. Er moest iets gebeuren en er iets gebeurt. Een machtige gebeurtenis. God heeft Zich geopenbaard in het vlees. God moest het doen en heeft het gedaan. God is mens geworden. Immanuël! Wij hebben alle wegen af- en toegesloten. De brug opgehaald. Maar de HEERE heeft de brug weer neer gehaald. Door Zijn Zoon Jezus Christus. Daarom getuigt deze Zoon van Zichzelf: Ik ben de Weg. Hij is inderdaad de enige Weg terug. Alle andere wegen lopen dood. Letterlijk dood! Maar in Hem openbaart God Zich. Daarom stelde Maarten Luther dat hij alleen God wilde en kon kennen in het vleesgeworden Woord. Die weg wordt iedereen verkondigd. Er is een toegang ontsloten. In Hem. Wie tot God wil komen, zal moeten gaan naar deze Mensenzoon. Een andere weg is er niet. Dat is nu de zekerheid van Gods Woord en Zijn belofte. Zo zegt de Heilige Doop het ook. God heeft ons een blanco cheque gegeven met daarop de handtekeningen van God de Vader; God de Zoon en God de Heilige Geest. Er mist nog één handtekening aan: de onze. Wat is er dan nodig? Naar de bank des geloofs te gaan. In deze bank zit de kassier der armen. Deze kassier zit er alleen voor mensen die niets meer hebben. Moede kom ik arm en naakt. Maar wel met Gods belofte. Omhangen met Gods belofte. Hij heeft het beloofd. Hier is de blanco cheque. Hij is ondertekend met het bloed van de Zoon. Deze kassier stuurt ons niet weg, maar hij verzilvert hem.
Plaats reactie