Vraag:
Bij ons (Ger. Gem.) wordt er geleerd dat de doop een teken is (zichtbaar). Je wordt er niet door 'bekeerd'. Klopt toch ook? Maar het formulier van de doop is eigenlijk tegenstrijdig met de preken bij ons. Ten eerste staat er boven het formulier voor de doop: "Formulier om de Heilige Doop te bedienen aan de kleine kinderen der gelovigen". Dat zou dus betekenen dat alleen "gelovige ouders" hun kinderen zouden mogen dopen. Dat gebeurt bij ons niet. Tenminste... ik weet natuurlijk niet wie er bekeerd zijn, maar anders zouden er ook mensen zijn die hun kinderen niet lieten dopen. In sommige bijbels is deze zin er trouwens al uitgehaald en vervangen door: "Formulier om de heilige doop aan de kinderen te bedienen". Ten tweede staat er in het dankgebed na de doop: "Almachtige, barmhartige God en Vader, wij danken en loven U dat Gij ons en onze kinderen, door het bloed van Uw lieve Zoon Jezus Christus, al onze zonden vergeven, en ons door Uw Heilige Geest tot lidmaten van Uw eniggeboren Zoon, en alzo tot Uw kinderen aangenomen hebt, en ons dit met de Heilige Doop bezegelt en bekrachtigt." Eigenlijk staat hier dat de kinderen die gedoopt zijn, nu aangenomen zijn tot Gods kinderen en dat hun zonden vergeven zijn. En dat deze aanneming enkel "bezegelt en bekrachtigt" is. Het doopsformulier klopt dan toch niet met de preken?
Antwoord:
Als het formulier niet klopt met de preken moeten de preken anders worden. Het doopformulier is geschreven "in het wezen van de zaak". Dat wil zeggen wat de betekenis van de Heilige Doop is voor het geloof. De doopouders worden in het formulier ook aangesproken als gelovige ouders. Kijk maar naar de aanspraak van de ouders als ze gaan staan en de vragen moeten beantwoorden. Daar staat: Geliefden in de Heere Christus. Onze vaderen, die het formulier opstelden gingen dus uit van gelovige ouders die hun kind in geloofsgehoorzaamheid laten dopen.
Als in het dankgebed wordt gedankt voor de vergeving van zonden en dat God onze kinderen tot Zijn kinderen aangenomen heeft geldt ook daarvoor dat dit werkelijkheid is in het geloof. Een gedoopt kind is een kind van Gods
verbond. En in de bediening van het genadeverbond wordt de vergeving van zonden aangeboden. Wie dat gelooft ontvangt het en wie dat niet gelooft heeft het niet. Je kunt zelf om je heen zien dat hier nooit bedoeld kan zijn de alle zonden van alle gedoopte kinderen vergeven zijn. Dan zou de doop zaligmaken en dat is niet zo. Alleen Christus maakt zalig en dat ontvang je door het geloof.
Mag ik jou tenslotte nog de vraag stellen: mag jij weten dat je zonden vergeven zijn? Sterkte met het verwerken van de antwoorden en als het niet duidelijk is mag je er op terug komen.
Ds. C. G. Vreugdenhil
________________________
Gelukkig hebben we ds. Vreugdenhil nog

Nog zo'n karikatuur:
Vraag:
De jonge predikanten van de Geref. Gemeenten, onder wie ook onze predikant, slaan een woord over in het doopformulier: in de zin, dat wij een eeuwig verbond (der genade) met God hebben. Het woord "genade" wordt overgeslagen. Weet u de reden waarom dit gebeurt?
Antwoord:
Eerlijk gezegd heb ik geen idee waarom mijn medebroeders dat woord "genade" overslaan. Het lijkt me toch het beste om hen dat persoonlijk te vragen. Zelf heb ik weinig of geen contact met hen aangezien ik aan het andere einde van de wereld woon. Ik vind het daarom beter dat ik niet een antwoord geef waarom zij dat doen.
Het is duidelijk dat er altijd veel vragen zijn over het doopsformulier. Ik heb die zelf ook gehad. Toch durf ik er geen veranderingen aan te brengen in dit formulier dat gloeit als een schitterende juweel van het diepe, rijke en geestelijk begrip van het Woord van God.
Zoals Ds. Lamain vroeger wel eens gezegd heeft over onze voorvaders: "Wij zijn maar nachtpitjes vergeleken met hen." Jaren geleden heb ik het hele formulier doorgesproken in m'n vorige gemeente en heb toen veel profijt gehad van het boek van Ds. C. Harinck, "Het Doopformulier." Ik raad dit boek van harte jullie aan. Het is heel leerzaam en leesbaar.
Ds. A. T. Vergunst
________________________
Na de verhuizing, dus na 1 mei kan ik bij wat boekjes omtrent de doop van de Ger. Gem. citeren. Ik kan niet wachten. Er zit een hele prikkelende tussen van ds. Moerkerken.