Verloren onder het wenend oog van Christus?
Ik probeer op dat punt juist de Schrift te laten spreken.
God zegt van Zichzelf dat Hij barmhartig is. Dat betekent dan volgens mij dat dat een eigenschap is van Hem. Een eigenschap van God is onveranderlijk. En wordt niet opzijgezet omdat Hij op een gegeven moment alleen nog rechtvaardig kan zijn.
Even voor de duidelijkheid: ga me nu geen alverzoening in de schoenen schuiven. Want dan loop je weer vooruit op de discussie. Gewoon de Schrift lezen en niet er iets bij bedenken.
De feiten zijn:
God is rechtvaardig.
God is barmhartig.
God straft de ongehoorzamen.
God noemt die straf Zelf: de dood.
God wil echter verheven die in Hem geloven
God heeft daarvoor Zelf de straf gedragen.
Na de dood volgt daarom een opstanding.
God zegt van Zichzelf dat Hij barmhartig is. Dat betekent dan volgens mij dat dat een eigenschap is van Hem. Een eigenschap van God is onveranderlijk. En wordt niet opzijgezet omdat Hij op een gegeven moment alleen nog rechtvaardig kan zijn.
Even voor de duidelijkheid: ga me nu geen alverzoening in de schoenen schuiven. Want dan loop je weer vooruit op de discussie. Gewoon de Schrift lezen en niet er iets bij bedenken.
De feiten zijn:
God is rechtvaardig.
God is barmhartig.
God straft de ongehoorzamen.
God noemt die straf Zelf: de dood.
God wil echter verheven die in Hem geloven
God heeft daarvoor Zelf de straf gedragen.
Na de dood volgt daarom een opstanding.
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
de (eerste) dood is dan de straf voor de ongehoorzamen -wat we allemaal zijn. Is er in straf en heil nog verschil tussen gelovigen en ongelovigen? Want gelovigen sterven ook. (de eerste dood).refo schreef:Ik probeer op dat punt juist de Schrift te laten spreken.
God zegt van Zichzelf dat Hij barmhartig is. Dat betekent dan volgens mij dat dat een eigenschap is van Hem. Een eigenschap van God is onveranderlijk. En wordt niet opzijgezet omdat Hij op een gegeven moment alleen nog rechtvaardig kan zijn.
Even voor de duidelijkheid: ga me nu geen alverzoening in de schoenen schuiven. Want dan loop je weer vooruit op de discussie. Gewoon de Schrift lezen en niet er iets bij bedenken.
De feiten zijn:
God is rechtvaardig.
God is barmhartig.
God straft de ongehoorzamen.
God noemt die straf Zelf: de dood.
God wil echter verheven die in Hem geloven
God heeft daarvoor Zelf de straf gedragen.
Na de dood volgt daarom een opstanding.
De ongelovigen staan ook op (tot eeuwig afgrijzen).
Na de opstanding is het oordeel. Daarna de 'eeuwige poel des vuurs' voor degenen die niet geschreven zijn in het boek des levens:de (eerste) dood is dan de straf voor de ongehoorzamen -wat we allemaal zijn. Is er in straf en heil nog verschil tussen gelovigen en ongelovigen? Want gelovigen sterven ook. (de eerste dood).
De ongelovigen staan ook op (tot eeuwig afgrijzen).
Op 20:15 En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, die werd geworpen in den poel des vuurs.
Maar, als opmerking mijnerzijds, je naam staat of wel of niet opgetekend in het Boek des Levens al vóór de grondlegging der wereld. Klopt toch?memento schreef:
Op 20:15 En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, die werd geworpen in den poel des vuurs.
Dus.....even héél erg kort door de bocht en héél bot gesteld (maar wil het voor mijzelf even héél helder hebben):
wat je ook nog doet in het leven, tot volle wasdom komen in het geloof of totaal niet, feitelijk geen fluit uitmaakt, want je naam staat tóch ja of nee opgetekend.
Sorry dat het vreselijk bot klinkt, maar die gedachte schoot ineens bij mij omhoog.
Niet waar:Petrus schreef:Maar, als opmerking mijnerzijds, je naam staat of wel of niet opgetekend in het Boek des Levens al vóór de grondlegging der wereld. Klopt toch?memento schreef:
Op 20:15 En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, die werd geworpen in den poel des vuurs.
Dus.....even héél erg kort door de bocht en héél bot gesteld (maar wil het voor mijzelf even héél helder hebben):
wat je ook nog doet in het leven, tot volle wasdom komen in het geloof of totaal niet, feitelijk geen fluit uitmaakt, want je naam staat tóch ja of nee opgetekend.
Sorry dat het vreselijk bot klinkt, maar die gedachte schoot ineens bij mij omhoog.
Ongelovigen
Zij weten niet dat zij niet in Gods boek staan, zij weten alleen dat God hen oproept om zich bekeren, en indien zij dat doen, dat zij behouden worden.
Gelovigen
Op meerdere plaatsen wordt in Gods woord gesteld dat God een ieder zal vergelden naar zijn werk. De man die er 10 talenten had bijgewonnen kreeg meer macht, dan hij die maar 5 had bijgewonnen. Zoals McChayne zei: Genade is net genoeg om je over de drempel te helpen van de hemelpoort. Voor derest zal je moeten werken...
Werken betekend dan: Een hogere plaats verdienen in de hemel.Petrus schreef:Helder, dan nu een stap vérder.memento schreef:Voor derest zal je moeten werken...
Je werken tellen niet voor je behoudenis. Althans niet in de zin dat je werken zullen kunnen bewerkstelligen dat je behouden zult worden.................
Wat is de betekenis van het "werken" in deze context???
PS> Over de juistheid van deze visie (zoals door veel reformatoren en puriteinen is gehouden) ben ik nog niet uit...
Wel door de werken, net zoals de RK.Petrus schreef:Hoe verdien je dan een hogere plaats in de Hemel, als het niet uit de werken is? (zoals in de RK wordt geproclameerd)
Het verschil met de RK is dat zij zeggen dat goede werken nódig zijn ter zaligheid. Deze puriteinen zeggen: Genade is wat zalig maakt, goede werken zijn nodig om een hogere plaats te krijgen in de hemel. De RK ontzegt je de hemel als je geen goede werken doet, de puriteinen niet, zij kennen je dan alleen een lagere plaats toe in de hemel.
Ik vraag me af of de puriteinen daarin gelijk hebben.memento schreef:Het verschil met de RK is dat zij zeggen dat goede werken nódig zijn ter zaligheid. Deze puriteinen zeggen: Genade is wat zalig maakt, goede werken zijn nodig om een hogere plaats te krijgen in de hemel. De RK ontzegt je de hemel als je geen goede werken doet, de puriteinen niet, zij kennen je dan alleen een lagere plaats toe in de hemel.
Lees zondag 24 maar, gebaseerd op bijvoorbeeld Jesaja 64: al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed.
Of Lukas 17: Alzo ook gij, wanneer gij zult gedaan hebben al hetgeen u bevolen is, zo zegt: Wij zijn onnutte dienstknechten; want wij hebben [maar] gedaan, hetgeen wij schuldig waren te doen.
Daarnaast geloof ik niet, dat bijvoorbeeld koning Manasse en de moordenaar aan het kruis slechts op een lage plaats in de hemel komen.
Sterker nog: zijn er wel hoge en lage plaatsen in de hemel?
(Ik zeg niet, dat die er niet zijn, maar waar kan ik dat vinden?)
In Openbaring 14:13 lezen we: "Zalig zijn de doden, die in de Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid; en hun werken volgen met hen."
De kanttekenaar verwijst naar 2 Tim. 4:7,8. Hier lezen we echter niets van gradaties in beloning, integendeel: Paulus spreekt hier over de kroon die hij ontvangen zal als hij de goede strijd gestreden zal hebben, maar die kroon krijgt niet alleen hij, "maar ook allen, die Zijn verschijning liefgehad hebben".
Waar misschien wél iets van gradatie te lezen is, is Daniël 12:2,3:
"En velen van die, die in het stof der aarde slapen, zullen ontwaken, dezen ten eeuwigen leven, en genen tot versmaadheden en tot eeuwige afgrijzing. De leraars nu zullen blinken als de glans des uitspansels en die er velen rechtvaardigen, gelijk de sterren, altoos en eeuwiglijk."
In de gelijkenis van de talenten en van de ponden, zien we dat er verschil in 'beloning' is: wie de meeste talenten bij de hem toevertrouwde talanten had verworven, kreeg de meeste steden toebetrouwd. Evenwel zegt de heer: Over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u zetten. Toch ook weer geen beloning naar verdienste, zou je zeggen.
De kanttekenaar verwijst naar 2 Tim. 4:7,8. Hier lezen we echter niets van gradaties in beloning, integendeel: Paulus spreekt hier over de kroon die hij ontvangen zal als hij de goede strijd gestreden zal hebben, maar die kroon krijgt niet alleen hij, "maar ook allen, die Zijn verschijning liefgehad hebben".
Waar misschien wél iets van gradatie te lezen is, is Daniël 12:2,3:
"En velen van die, die in het stof der aarde slapen, zullen ontwaken, dezen ten eeuwigen leven, en genen tot versmaadheden en tot eeuwige afgrijzing. De leraars nu zullen blinken als de glans des uitspansels en die er velen rechtvaardigen, gelijk de sterren, altoos en eeuwiglijk."
In de gelijkenis van de talenten en van de ponden, zien we dat er verschil in 'beloning' is: wie de meeste talenten bij de hem toevertrouwde talanten had verworven, kreeg de meeste steden toebetrouwd. Evenwel zegt de heer: Over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u zetten. Toch ook weer geen beloning naar verdienste, zou je zeggen.