DDD schreef:De bijbel verbiedt rente uitdrukkelijk, maar in onze cultuur en economische situatie is zo'n verbod niet meer geldig, vinden de meeste gereformeerden.
Ik ben heel benieuwd hoe jij vanuit het OT en NT het renteverbod kan toelichten.
Persoonlijk denk ik dat de Bijbelse lijn ten aanzien van handelen, winst maken en rente vragen altijd in combinatie gezien moet worden met de grondhouding die de Heere Jezus van ons vraagt. Daarin verschilt ons geloof van bijv. het wettische gedachtegoed van de Islam. Althans, op dit punt.
De Koran is heel duidelijk in het verbieden van rente. Soerah 2 : 275-279 is er duidelijk in, handel is toegestaan maar rente niet. Dat heeft een aantal redenen waarbij de zorg voor de medemens een belangrijk rol speelt, zorg voor het morele, sociale en economische welzijn van de mens. Rente is bij hen verboden omdat;
1. Rente is het toe-eigenen van eigendommen, zonder daar iets voor terug te geven.
2. Rente ontmoedigt mensen om goed te zijn voor anderen.
3. De uitlener is vaak rijk, de lener arm. Rijken trekken dus voordeel uit het lijden van armen.
4. Rente is 'iets maken uit niets' en de enige die dat mag is hun god.
De Bijbel staat m.i. niet haaks op bovenstaande 4 redenen, maar wel op het gedeelte uit Soerah 2. In Soerah 2 wordt vanuit het wettische gedachtegoed de mens naar de hel verwezen. De Bijbel spreekt in geheel andere termen en ik denk dat wij om die reden al geen absoluut renteverbod kunnen verdedigen.
In het OT (Lev. 25) staat de tekst
"U zult geen woeker, noch overwinst van hem nemen". Woeker verwijst naar een
onredelijke rente.
Verder staat in het OT (Ex. 22:25) geschreven
"Als u iemand van Mijn volk, een van de armen onder u, geld leent, dan mag u zich niet als een schuldeiser tegenover hem gedragen. U mag hem geen rente opleggen." Expliciet worden hier de
armen genoemd, heeft ons dus iets te zeggen.
Daarnaast wijst de Bijbel ook naar onze houding in dit geheel. In OT (Deut. 14) wordt gewezen op het geven van tienden en de getrouwheid die men hierin behoorde te hebben.
Tevens staan er stukken geschreven in o.a. Lev. 25 waarin tijdens het Sabbatsjaar het land rust moest krijgen. Maar ook worden daar, en op andere plaatsen, opdrachten gegeven om de armen dan wel toestemming te geven om van de vrucht van het land te genieten. Denk hierbij ook aan Boaz en Ruth, zij mocht het land op om van het overgebleven deel te nemen.
In Lev. 25:10 wordt ook nog het Jubeljaar genoemd, waarin de bezittingen in het 50e jaar terug moesten naar de oorspronkelijke familie.
Uit al deze plaatsen in het OT staan twee dingen centraal. Allereerst de armenzorg. En ten tweede ook het feit dat bezit van God is en niet als persoonlijk eigendom gezien kan worden.
Toch wordt er in het OT ook over rente gesproken. Onderkoning Jozef had in de goede tijden de graanschuren vol laten gaan door te sparen. In de tijden van honger ging hij dat verkopen. Maar in Genesis 47 is de nood op den duur zo groot geworden dat de inwoners dat al hun geld en vee kwijt zijn geraakt aan de Farao. En toch is er nog honger. Jozef koopt dan het land over voor de farao (Gen. 47:20). Dan wordt er vervolgens in vers 23-27 gesproken over rente, zelfs over "
een vijfde deel" dus 20%. Jozef gaf ze mensen zaad om te zaaien, maar van de opbrengst moest er
een vijfde deel worden afgestaan aan de farao. En wat lezen we dan in vers 27?
"Zo woonde Israël in het land Egypte, in de landstreek Gosen. Daar verwierven zij bezit. Zij waren vruchtbaar en werden zeer talrijk."
Het NT heeft echter ook een andere boodschap. Het is dan wel goed om als achtergrond te nemen dat het de tijd van de Genade is waarin de Wet door de Heere Jezus is vervuld. Dat betekent niet dat wetten waardeloos zijn geworden, maar er hoeft in die zin geen
vervulling meer uit gehaald te worden.
De Heere Jezus heeft tijdens zijn omwandeling op aarde ook enkele keren over 'economische vraagstukken' gesproken. Zomaar een greep:
- We zijn verplicht de belasting aan de overheid te betalen, maar Hij zet er wel iets anders bóven. (
"Geef Gode wat Gods is")
- Handel mag niet boven geloof komen te staan en zeker niet de eerste plaats innemen. (
"U maakt het huis van Mijn Vader tot een koophuis")
- De discipelen krijgen zelfs een bestraffing omdat ze de armen boven God zetten. (
"De armen hebt u altijd met u")
- Ook in het NT is aards bezit 'leengoed' en niet van ons. We moeten leren geven zonder recht op ontvangst. (
"Maar geef een ieder die iets van u vraagt, en eis niet terug van hem die neemt wat van u is")
We zien in het NT dus ook op dit vlak een hele praktische toepassing van Gods wet:
God lief te hebben boven alles en de naaste als onszelf. God verbiedt heel duidelijk uitbuiting, hebzucht en onderdrukking van de armen. Zowel in het OT als NT.
Tegelijkertijd geldt het
gebod om rentmeester te zijn. Tevens is eerlijke handel en rijkdom niet door God verboden.
Wat betreft rente is Mattheüs 25 : 20-27 een passend gedeelte over handel en rente.
- Compliment:
"Heere, vijf talenten hebt u mij gegeven; zie, nog vijf talenten heb ik aan winst gemaakt. Zijn heer zei tegen hem: Goed gedaan, goede en getrouwe knecht..."
- Bestraffing:
"Dan had u mijn geld aan de bankiers moeten geven, en ik zou bij mijn komst het mijne met rente teruggekregen hebben".
Ik ben van mening dat een renteverbod dus niet persé Bijbels is. Wel dat God een houding van christenen vraagt. Namelijk die van God lief te hebben boven alles en de naaste als onszelf. Dat geldt ook in het vragen van rente, zeker wanneer er sprake is van een ongelijke situatie rijk vs. arm. Als wij ons bezit zien in het licht van een gegeven goed van God, dan zou in ieder geval terughoudendheid met het vragen van rente een opdracht en uitdaging zijn voor christenen.