Altijd over alles lief en aardig, is dat het doel? Ik lees in Matth.: "Wee der wereld vanwege de ergernissen; want het is noodzakelijk dat de ergernissen komen; doch wee dien mens door welken de ergernis komt."
Johannes schrijft over het herkennen van de Herder door Zijn schapen:
- Ik heb nog andere schapen, die van dezen stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen; en zij zullen Mijn stem horen, en het zal worden één kudde en één Herder. Daarom heeft Mij de Vader lief, overmits Ik Mijn leven afleg, opdat Ik hetzelve wederom neme. Niemand neemt hetzelve van Mij, maar Ik leg het van Mijzelven af; Ik heb macht hetzelve af te leggen en heb macht hetzelve wederom te nemen. Dit gebod heb Ik van Mijn Vader ontvangen. Er werd dan wederom tweedracht onder de Joden, om dezer woorden wil.
En Ezechiel schrijft over het gepruts van de onderherders:
- Daarom zegt de Heere HEERE alzo tot hen: Zie, Ik, ja, Ik zal richten tussen het vette kleinvee en tussen het magere kleinvee. Omdat gij al de zwakken met de zijde en met den schouder verdringt, en met uw hoornen stoot, totdat gij dezelve naar buiten toe verstrooid hebt, daarom zal Ik Mijn schapen verlossen, dat zij niet meer tot een roof zullen zijn; en Ik zal richten tussen kleinvee en kleinvee. En Ik zal een enigen Herder over hen verwekken, en Hij zal hen weiden, namelijk Mijn Knecht David; Die zal hen weiden en Die zal hun tot een Herder zijn.
Twisten mogen niet. Paulus schrijft daarom onderzoekend aan Korinthe:
- Want eerstelijk, als gij samenkomt in de gemeente, zo hoor ik dat er scheuringen zijn onder u, en ik geloof het ten dele. Want er moeten ook ketterijen onder u zijn, opdat degenen die oprecht zijn, openbaar mogen worden onder u.
De Kanttek. leggen uit: "Ketterij is een twist, ontstaande over de leer, wanneer enigen hardnekkiglijk enige dwalingen drijven of aannemen, strijdende tegen de grondstukken der zaligmakende leer. Zodat ketterij erger en schadelijker is dan scheuring. En hiermede geeft de apostel reden waarom hij gelooft dat er onder hen scheuringen zijn, omdat er ook nog erger kwaad onder hen gevonden werd, namelijk ketterij, die hij daarna beschrijft en wederlegt, 1 Korinthe 15. Wanneer de gemeente in vrede is, zonder scheuring of ketterij, zo worden allen die de religie belijden, voor oprecht gehouden; maar als daar scheuring en ketterij ontstaat, zo wordt het openbaar en bekend, wie bij de enigheid der kerk en bij de gezondheid der leer standvastig blijven of niet; gelijk het kaf van het koren door den wan gescheiden wordt, Matth. 3:12."
Wat gebeurt er veelal, in plaats van op de wacht te staan voor de leer naar de godzaligheid? - het zoeken van eigen eer, eigen haan moet koning kraaien, zelfs zo nodig ten koste van Gods kudde. Dan zegt Christus: "Maar zo wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, ergert, het ware hem nutter dat een molensteen aan zijn hals gehangen en dat hij verzonken ware in de diepte der zee."
Ging Paulus vrijuit, daar er twist ontstond met Barnabas over het meenemen van Markus? Hoe het verder gegaan is, weten we niet, wel volgt uit Kolossenzen 4: 10 (met kanttek.) dat Markus, middels de verbinding aan het Hoofd, door Gods niet na te rekenen goedheid weer verbinding kreeg met Paulus.
De Kerk, met de Filistijn en de Tyriër, komt er, terwijl al hun goede bedoelingen eerst gedood moeten worden. Dat omdat het Hoods des lichaams Boven is. "Want wij weten dat het ganse schepsel tezamen zucht en tezamen als in barensnood is tot nu toe. En niet alleen dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, zeg ik, zuchten in onszelven, verwachtende de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing onzes lichaams."
"En de slang wierp uit zijn mond achter de vrouw water als een rivier, opdat hij haar door de rivier zou doen wegvoeren. En de aarde kwam de vrouw te hulp, en de aarde opende haar mond en verzwolg de rivier welke de draak uit zijn mond had geworpen. En de draak vergrimde op de vrouw, en ging heen om krijg te voeren tegen de overigen van haar zaad, die de geboden Gods bewaren en de getuigenis van Jezus Christus hebben. En ik stond op het zand der zee."