huisman schreef: ↑07 mei 2025, 16:56
Bertiel schreef: ↑07 mei 2025, 09:22
in de door @huisman en anderen verafschuwde terdege stond een mooi artikel over de doop bij Kohlbrugge met ds J.M.J. Kieviet
Voor de goede orde. Ik verguis Terdege maar niet Kohlbrugge en zeker niet ds J.M.J. Kieviet.

Lijkt mij een interessant artikel.
De opvatting van Kohlbrugge is duidelijk op te maken uit onderstaand citaat
Kolossensen 2
10 En gij zijt in Hem volmaakt, Die het Hoofd is van alle overheid en macht;
11 In Welken gij ook besneden zijt met een besnijdenis, die zonder handen geschiedt, in de uittrekking van het lichaam der zonden des vleses, door de besnijdenis van Christus;
12 Zijnde met Hem begraven in den doop, in welken gij ook met Hem opgewekt zijt door het geloof der werking Gods, Die Hem uit de doden opgewekt heeft.
De Apostel Paulus bestrijdt met deze woorden de goddeloze leer, die toen door vele valse broeders, dwaalleraars en antichristen verbreid werd, dat namelijk voor de gelovigen uit de Heidenen de doop, welken zij ontvangen hadden, niet genoegzaam ware, dat zij bovendien nog moesten besneden worden. Deze valse broeders en dwaalleeraars kenden noch de betekenis der Besnijdenis, noch die van de Doop. Zij brachten een andere verborgenheid dan de verborgenheid van Christus, dan de verborgenheid des Geloofs en des Doops.
Wat deze mensen doordreven, was geen gezond geloof, maar gevolg van een ziekelijke toestand van ziel en verstand, die alle brandstof voor de vleselijke lusten en allerlei ondeugd en hartstocht in zich geborgen hield. Zij hadden iets geheimzinnigs, iets bijzonders, waarmede zij de eenvoudigen voor zich wisten in te nemen, hen overigens in de war brachten en van het geloof in Christus aftrokken.
Dit gelukte hun te gemakkelijker, omdat zij zich voordeden als bijzondere dragers en dienaars der heiligheid. De Apostel noemt evenwel dit hun gedrag een "wandelen in eigenwillige godsdienst en in nederigheid en dienst der engelen, een te vergeefs opgeblazen-zijn door het verstand des vleses". (Col. 2: 18.)
Deze mensen wilden dus - wat het vlees, wat ons aller hart doorgaans wil - het geloof kunnen bezien en bepalen; wilden de heiligheid en het geestelijke leven en bestaan in eigen hand en macht hebben; zij wilden, naar het gezicht der ogen, aan het vlees afmeten, in hoeverre er Geest aanwezig was, - en wat niet geestelijk was naar hunne filosofie, dat heette bij hen "vlees" en "vleselijk".
Voor den rechterstoel dezer dwaalleeraars was bijgevolg de Apostel en zijne leer vleselijk; de Christus, Die Paulus predikte, een vleselijke; vleselijk ook de Doop, en niet minder was het in hun ogen vleselijk, om alles van het Woord te verwachten, zonder dat vooraf iets gezien werd. Deswege wilden zij de Besnijdenis bovendien: immers daarin lag (naar hun beweren) de ware heiligmaking en doding van het lichaam der zonden des vleses.
Dezelfde dwaalleraars, die Paulus bestrijdt, ontmoeten wij in de Wederdopers, zoals deze zich van oudsher doen kennen.
Met hen op een lijn staan allen, die de kinderdoop niet toelaten, en evenzo erg, ja,
erger nog dan dezen, zijn allen, die hun eigen doop en de kinderdoop op een of andere wijze voor niets achten. Men is onverschillig voor de hoogste barmhartigheid Gods, of men wil aan het stervende kind eerst dan de moederborst reiken, als het tekenen van weder-opleven geeft; zo zoekt
men het altijd in en bij het vlees, wat men zoeken moest in en bij het Woord, hetwelk het leven te voorschijn roept uit den dood.