jakobmarin schreef:Geka schreef:De Bijbel is daar niet onduidelijk over. De eerste hoofdstukken van Genesis geven een helder verslag. Exegetisch gezien is het m.i. overduidelijk dat de schrijver van Genesis een verslag van historische gebeurtenissen heeft willen geven. (...)
Wie het boek Genesis leest, ziet dat het zich aandient als historisch verslag. Dat is het genre. Er is exegetisch gezien geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat het woord 'dag' iets anders betekent dan zoals wij het kennen. Ook al staat er niet dat het precies 24 uur was; er staat dat het avond en morgen geweest was, dat is een dag. Dus in ieder geval een dag in de vorm zoals wij die kennen. De wetgeving op Sinai bevestigt die uitleg. Ook de overige inhoud van het boek Genesis heeft hetzelfde genre.
Dit is ook een uitleg die voortkomt uit vooronderstellingen, en is niet Gods Woord zelf. Om het even te relativeren.
Geka schreef:De eindvraag is: willen wij ons in ons denken allereerst laten leiden door de Bijbel als het onfeilbare Woord van God, of willen we graag de 'bewijzen' (dat zijn het niet, omdat ze rusten op bepaalde vooronderstellingen. Wijzig je die vooronderstellingen dan kunnen de data ook andere 'bewijzen' leveren) van de overgrote evolutionistisch denkende meerderheid van de wetenschap overnemen en op hun gezag de Bijbel lezen?
Wie beweert christen te zijn en de Bijbel als Woord van God te willen lezen, heeft dan niet allereerst te maken met de 'resultaten' van de wetenschap, maar slechts met de vraag hoe we Genesis 1-3 moeten lezen. Ik heb nog geen steekhoudende argumenten gezien die de hier bovenstaande uitleg tegenspreken.
Het was ook een lastige vraag voor prof. Dekker waarom hij nu juist wel de evangelien als historische gebeurtenis leest, maar het boek Genesis niet. Daar zit een stuk willekeur in, wat in ieder geval niet berust op een serieuze exegese van dit Bijbelboek.
Ik meende dat hij dan nogal duidelijk deed: in de evangeliën waren er oog- en oorgetuigen, en die diverse verslagen komen zeer eenduidig overeen. In Genesis 1-3 was er geen mens als oor- en ooggetuige aanwezig.
1. Nee, dit is een poging om vast te stellen hoe wij het boek Genesis hebben te exegetiseren. Luisterend naar het boek zelf, het woordgebruik, het taaleigene, etc. Op grond van die gegevens lijkt een letterlijke historische lezing van het boek nog steeds verreweg het meest aannemelijk. Ook op grond van de andere gegevens over de schepping binnen de canon.
Nu mag je dat relativeren door te stellen dat dit een visie is die ook berust op vooronderstellingen. Dat is waar, ze berust in ieder geval op de vooronderstelling dat de Bijbel het Woord van God is. Maar als dat je enige argument is, is dat wel zeer zwak. Het gaat namelijk om de vraag of dit de
juiste vooronderstelling is. Delen we die vooronderstelling eigenlijk wel? Zo niet, dan is de vooringenomenheid tegen de scheppingsleer niet meer dan logisch.
En als je - staande op die vooronderstelling - meent dat Genesis anders gelezen dient te worden, dan verwacht ik daar argumenten voor op basis van de exegese van de Bijbeltekst zelf. En niet op basis van de 'resultaten' van de evolutionistische wetenschap. En het laatste is wel wat er nu gebeurt in het debat.
2. Wat betreft je weergegeven reactie van prof. Dekker over de evangelien: daar zijn nogal wat vragen bij te stellen.
Als eerste: waarom zou je een Bijbelboek pas accepteren als historisch als het een o
oggetuigenverslag is zoals het evangelie, en anders niet? Terecht wijst Afgewezen op het feit dat er geen enkele ooggetuige van de opstanding van Christus is. Waarom zou die dan wel historisch zijn, en Gen 1-3 niet? Dat is echt pure willekeur.
Vervolgens: dit is dan een puur
subjectief criteria. Naar mijn overtuiging hebben we van elk Bijbelboek te onderzoeken welk genre literatuur het betreft. En op basis van een dergelijk onderzoek kunnen argumenten voor een bepaald genre gegeven worden vanuit de tekst van het boek zelf. Die argumenten wijzen als het gaat om het boek Genesis heel duidelijk om een letterlijke en historische lezing, al moeten we blijvend beducht zijn voor onze westerse leesbril van 2009 in de uitleg ervan.
Tot slot: Al ben ik het met je eens dat de hoofdlijn van de evangelien zeer eenduidig is. Dat neemt niet weg dat er diverse voorbeelden van bepaalde details zijn die je niet kunt harmoniseren. Denk bijv. aan de precieze gang van zaken rondom de gebeurtenissen op de morgen van de opstanding.
De achterliggende vraag is echter: betekent
dit dat de evangelien daarmee niet historisch zijn? Hangt het aanvaarden van de historiciteit dan alleen maar af van het rationeel en logisch kunnen volgen van de gebeurtenissen?
Een christen gelooft in de waarheid van de Bijbel; niet allereerst omdat die 100% logisch begrijpelijk in elkaar zit, maar allereerst vanwege het getuigenis van de H. Geest in het hart. Daarom is de Schrift autopistia; ze heeft gezag van zichzelf.
Het is van levensbelang daar persoonlijk iets van te kennen. Ook in deze kwestie. Daarom blijft mijn slotopmerking recht overeind staan:
De eindvraag is: willen wij ons in ons denken allereerst laten leiden door de Bijbel als het onfeilbare Woord van God, of willen we graag de 'bewijzen' (dat zijn het niet, omdat ze rusten op bepaalde vooronderstellingen. Wijzig je die vooronderstellingen dan kunnen de data ook andere 'bewijzen' leveren) van de overgrote evolutionistisch denkende meerderheid van de wetenschap overnemen en op hun gezag de Bijbel lezen?