Als God een mens bekeert, krijgt hij een boekenziekte’ – ds. L. Boone (1860-1935)
In het leven van de piëtist nam het lezen een belangrijke plaats in. Aan zijn lectuur ontleende hij een belangrijk deel van zijn identiteit. Hij eigende zich de boodschap van zijn lectuur toe om troost te ervaren, om onderwijs te ontvangen, om verder geleid te worden op de weg van het heil. Daarom las hij alleen ‘goede boeken’. Die lectuur werd intensief en reflectief gelezen.
Wat, hoeveel en waarom lazen de piëtisten eigenlijk? Wandelende bijbels gaat over voorlezen en preeklezen, over het contrast tussen Letter en Geest, over het vrome leven van opoe Ruit, die brieven schreef zonder te schrijven en boeken las zonder te lezen. Deze uitgave wil gelezen worden als een opmaat naar een mediageschiedenis van het gereformeerde piëtisme, want er liggen nog talloze bekeringsgeschiedenissen en briefwisselingen die op nadere exploratie wachten.
Aan de hand van 10 ‘bekeringsgeschiedenissen’ vertelt Wandelende bijbels een boeiend verhaal over de spirituele lezing van de bijbel en stichtelijke lectuur door:
· Bliekendaal, Johanna Wilhelmina [1840-1897]
· Braal, Willemina Paulina [1886-1966]
· Giesen, Marinus van de [1797-1837]
· Hartog, Johannes (Hannes de Doper) [1840-1916]
· Kamphuis, Maria Wilhelmina (Mina) [1876-1941]
· Roos, Dina Elizabeth [1912-1995]
· Ruit, Cornelia (Keetje) [1893-1986]
· Vuuren, Johannes van [1856-1932]
· Wachter, Anna de [1867-1961]
· Zuidam, Aaltje [1894-1927]
· Theologen in de piëtistische traditie
Dr. John Exalto (1977) is als wetenschappelijk medewerker verbonden aan het studiecentrum van de Gereformeerde Bijbelstichting. Hij publiceerde verschillende studies over de geschiedenis van het Nederlandse protestantisme, waaronder Gereformeerde heiligen. De religieuze exempeltraditie in vroegmodern Nederland (2005).