Parsifal,Ik ben bang dat zowel de predikant hier als de jongen die de vraag stelt als doel "het zalig worden" ziet. Als we nu het Koninkrijk (wat ook inhoudt het Koningschap) van God zoeken, en het verheerlijken van God na streven en als ons doel zien, vallen veel problemen weg. (En ja het geloven en zalig worden, is een noodzakelijke stap).
Je bent hierin VEEL strenger dan de Bijbel en je legt de lat wel ERRUG hoog om tot Christus te komen. De Bijbel dringt TALLOZE malen aan op het zalig worden:
Ik postte dit in dit topic: http://www.omsionswil.nl/forum2/viewthread.php?tid=2788
Zaligheid als afgod?
1 Kor. 15:19: "Indien wij alleen in dit leven op Christus zijn hopende, zo zijn we de ellendigste van alle mensen"
Hebr. 11:26: "Achtende de versmaadheid van Christus meerdere rijkdom te zijn, dan de schatten in Egypte; want hij zag op de vergelding des loons"
Hand. 4:12: "En de zaligheid is in geen Ander; want er is ook onder de hemel geen andere Naam, Die onder de mensen gegeven is, door Welken wij moeten zalig worden"
Maar wat baat het u nu dat gij dit alles gelooft?
Dat ik in Christus voor God rechtvaardig ben, en een erfgenaam des eeuwigen levens.
1 Kor. 9:25: "En een ieder, die om prijs strijdt, onthoudt zich in alles. Dezen dan doen wel dit, opdat zij een verderfelijke kroon zouden ontvangen, maar wij een onverderfelijke"
2 Tim. 4:7,8: "Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop geeindigd, ik heb het geloof behouden; Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in die dag geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning liefgehad hebben"
Dus de zaligheid als afgod? Nee, de zaligheid als einddoel! Wat in dit leven een voorsmaak mag zijn als je bekeerd mag zijn, zal in het toekomende volledig zijn!
Reactie Anemoon
Waarom toch zoveel nadruk op het niet-kunnen van de mens?
Ik zou graag weer een gepast stukje van ds. L. Vroegindeweij willen posten:
Korte samenvatting: De doodstaat moet benadrukt worden opdat mensen ophouden zichzelf op de been te houden en de nood van hun leven gevoelen en door de nood gedreven tot Christus gaan. Opdat genade ook werkelijk genade zij!!!Ik vrees toch, dominee, dat er bij u maar weinigen zalig worden.
Ik heb er niets over te beslissen, Thomas, doch als je bedoelt, dat er weinigen zichzelf tot de allerslechtste leren rekenen en daarom de Heere Jezus Christus zoeken, dan kan je gelijk hebben.
Was het dan bij de Heiland van zondaren niet ruimer, dominee?
De Zaligmaker, Thomas, heeft dit gezegd: "Want de poort is eng en de weg is nauw, die tot het leven leidt en weinigen zijn er, die dezelven vinden." Is dat niet duidelijk genoeg? Waarom willen velen toch altijd weer zogenaamd ruimer en liefelijker en zachter en barmhartiger zijn dan God Zelf?
Daar staat toch ook van de Heere Jezus, dominee, dat Hij het gekrookte riet niet zal verbreken en de rokende vlaswiek niet zal uitblussen.
Gelukkig dat dit er staat, Thomas, want elk van Gods kinderen leert zich als zo'n gekrookt riet kennen. Maar wat zijn er weinig gekrookte rieten! Want bij zulken is het zalig worden juist onmogelijk geworden. Die zitten op de plek van psalm 130 en psalm 40. Zij kunnen er zelf niets meer aan doen. Zij leven het in, wat de Heere Jezus zegt: "Bij de mensen is het onmogelijk."
Over dit stuk, mijn goede vriend, lopen de opvattingen uiteen. Velen willen een wat ruimer Evangelie. Het moet niet zo onmogelijk zijn aan onze kant, het moet eigenlijk een beetje makkelijk zijn. Wat godsdienst en wat bidden en wat geloven en dan gaat het wel.
Maar blijf nu eens even bij dat beeld van het gekrookte riet. Hoe kan dat nu ooit overeind komen? Jij weet toch zeker wel wat een gekrookt riet is? Dat is toch hulpeloos? Welnu, dat gaat de Heere Jezus weer recht overeind zetten. Want men vergist zich als men meent, dat hier bedoeld wordt: gekrookt laten. Neen, het is een wijze van spreken, die negatief klinkt, doch positief bedoeld is. De Heere Jezus gaat dat gekrookte riet zo maken, alsof het nooit gekrookt is geweest.
Daar zijn wel predikanten, dominee, die zien geen Evangelie meer in dat strenge.
Dat is niets nieuws, Thomas. De Farizeeën zagen ook geen Evangelie in de prediking van de Heere Jezus en het volk evenmin. Zij zeiden: "Deze rede is hard, wie kan dezelve horen!"
Waar zouden toch al die grote verschillen vandaan komen, dominee?
Die komen van de boze, Thomas, van wie staat, dat hij onkruid in de akker Gods zaaide.
En waar komt het volgens u opaan, dominee?
Op het woord van de Heere Jezus: "Den armen wordt het Evangelie verkondigd."
Elk mens is toch van nature arm, dominee?
Volgens Gods Woord niet, Thomas. Ik ontmoet niet vaak een arm mens. De mannen en vrouwen zonder godsdienst zijn al net zo rijk als die mèt godsdienst. Beide groepen danken God, of zichzelf, dat zij niet zijn gelijk andere mensen. Maar de Heere Jezus sprak, en dat gold vooral voor de godsdienstige christenen van Laodicea: gij houdt u voor rijk en verrijkt in uzelf en gij weet niet, dat gij zijt blind, naakt, ellendig, jammerlijk, arm. Daarom moet er aan ieder mens een reeks van wonderen gebeuren.
Daar zijn toch wel vrome mensen, dominee, die niet zo hoog met zichzelf weglopen, en die zich stoten aan anderen, die zo hoog praten.
Dezulken willen er meest met hun niet al te strenge vroomheid komen, Thomas. Zij voelen zich in hun eigenwillige godsdienst bedreigd en nu gaan ze zich verdedigen. Maar het is de echte armoede niet. De echte armoede is een gave Gods.
Moet dan bij ieder mens eerst een ontlediging plaats- vinden, dominee?
Je kunt gerust zeggen, Thomas: een ontmaskering. Hoogmoed was de paradijszonde en hoogmoedig gaat ieder mens over de wereld. Hij wìl zich niet tot God bekeren en kàn zich niet tot God bekeren. Gods eerste werk aan Zijn uitverkorenen is daarom altijd om te ontbloten en uit te schudden, te ontledigen en arm te maken.
Waarin bestaat dan die armoede, dominee?
In een openleggen van de schuld, Thomas. God laat zien hoe deze mens schuldig staat aan al Zijn geboden.
Weet hij dat de eerste dag al, dominee?
Welneen, Thomas, daar komt hij in de loop van de tijd achter. Daar staat: "Ik zal ze lokken." Velen worden uit de wereld weggelokt. Doch allen moeten hun schuld leren kennen, want hoe zou het anders ooit een vlak veld tussen hen en God kunnen worden? Het is zo terecht gezegd door één der ouden: "Ik zou verloren gaan, als ik niet verloren gegaan was."