Posthoorn schreef:samanthi schreef:Wel omdat je eerst in het rechthuis moet, terwijl de Bijbel dat niet speciaal leert, de een wel de ander niet. De Heere gaat met ieder een andere weg, iedereen krijg berouw, toch kun je niet alles voor de bekering plaatsen en zeker niet voor de levenmaking.
Het geloof is toch het aanvaarden van de vrijspraak? En bij een vrijspraak hoort toch ook een 'rechthuis'?
Natuurlijk, dat is logisch,
We kennen nu uw vraag: Maar waar wordt Christus mij geschonken? Antwoord: In het rechthuis. Het licht gaat op in de duisternis!
Dat zie ik bij Levi niet terug, hij heeft alles geleerd, dat zie je in zijn evangelie terug.
Je kunt niet stellen zo en zo gaat het, er zijn overeenkomsten, je kunt niet recht overeind blijven staan, je zult je zonden belijden.
De een wordt door Zijn liefde getrokken en zal dan denken ik ben nog niet in het rechthuis geweest, dus dan is Christus nog niet voor mij, dat zijn ophouders, iedereen mag bij de Heere Jezus komen, als je makkelijk over zonden heenstapt, getuigd dat niet van liefde voor Hem, je zult berouw hebben als je Hem liefhebt, omdat het Hem zoveel gekost hebt.
Je kunt er geen stramien over heen leggen. 8 13De wind 14blaast waarheen hij wil, en gij hoort zijn 15geluid; maar gij weet niet 16vanwaar hij komt en waar hij heen gaat; 17alzo is een iegelijk die uit den Geest geboren is.
13 Gr. De geest, dat is, de wind, gelijk uit het navolgende blijkt.
14 Of: waait.
15 Gr. stem.
16 Dat is, vanwaar hij gedreven wordt; waar hij zijn begin heeft, of zijn einde neemt.
17 Dat is, des Geestes werkingen wordt gij wel gewaar, maar hoe het toegaat begrijpt gij niet, Pred. 11:5. verwijsteksten
O HEERE, wat is de mens, dat Gij hem kent? Het kind des mensen, dat Gij het acht?