Ik ga mij niet bijven herhalen. Ik vond, vind en blijf het opvallend vinden dat juist het meest bekritiseerde hoofdstuk in DWS juist door ds de Heer genoemd wordt. Ik vond trouwens de hele recensie van ds de Heer keurig en eerlijk. Dat had ik anders verwacht en ook ergens in dit topic geschreven maar dat neem ik terug. Inhoudelijk ben ik het niet met de recensie altijd eens maar ds de Heer heeft absoluut ds Kort recht willen doen ondanks zijn stevige kritiek op het boek.Erasmiaan schreef:Je moet goed lezen. In dit (hoofdstuk, Erasmiaan) en andere hoofdstukken staan ook zaken waar wij wel van harte mee kunnen instemmen. En voorts zal hij het ook niet oneens zijn met de heilsorde van "ellende, verlossing, dankbaarheid".
Wedergeboorte of schijngeboorte [3]
Re: Wedergeboorte of schijngeboorte [3]
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
Re: Wedergeboorte of schijngeboorte [3]
Afgewezen schreef:Ja, ik heb echt niet de indruk gekregen dat ds. De Heer het nu plotseling met ds. Kort eens is. Iets anders is het dat hij bepaalde zorgen van ds. Kort wel deelt. Hij gaat niet volledig in de afweer, zoals ds. Roos.Erasmiaan schreef:Je moet goed lezen. In dit (hoofdstuk, Erasmiaan) en andere hoofdstukken staan ook zaken waar wij wel van harte mee kunnen instemmen. En voorts zal hij het ook niet oneens zijn met de heilsorde van "ellende, verlossing, dankbaarheid".
Lezen is ook een kunst, huisman.
Lezen is meer dan achter elkaar geplakte letters tot je te nemen. Het is idd een kunst

Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
Re: Wedergeboorte of schijngeboorte [3]
Door omstandigheden van gisteren is mijn type-werk wat te overhaast gedaan.
Ik ben er niet doorgekomen, en ook de typfoutjes heb ik er niet uit verwijderd.
Het leek me goed, om nu de hele brief van wijlen ds. F. Mallan te plaatsen.
Hij spreekt hier naar het boek van John Bunyan, duidelijk uit hoe God met Zijn
kerk handelt. Dan valt er ook licht over wat ds. Roos gezegd heeft over hetgeen
reformatorisch Nederland nu zo beroerd aangaande het boek van ds. A. Kort.
Ik heb enkele tussenkopjes geplaatst, zodat de brief wat makkelijker leest.
Ik hoop dat het geschrevene nog tot licht en leven mag zijn voor deze of gene.
De inleiding van ds. Roos op deze brief laat ik nu achterwege, omdat ik die al
wel in zijn geheel heb geplaatst.
o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o
Geachte mevrouw,
Uw brief heb ik met aandacht gelezen. Bij wat u mij deed weten over wat er bij u in de laatste jaren uit- en inwendig heeft plaatsgevonden hebt u ook geschreven welk gemis er in uw ziel is overgebleven. Dit heeft u nu gebracht tot de vraag of ik daar eens iets over zou willen schrijven. De Christenreis van Bunyan heeft u in het bijzonder zeer aangesproken. En nu vraagt u mij of ik eens iets zou willen schrijven over dat pak van zonden dat bij Christen van zijn rug gevallen is bij het zien op het kruis van Christus.
Genoodzaakt te herhalen
Over het boek van de pelgrimsreis van deze wereld naar de toekomende van Bunyan is nog wel heel wat te schrijven waarvan men zegt dat het wel het meest gelezen boek naast de Bijbel is geworden. Maar velen zullen dit werk wel op een oppervlakkige wijze hebben gelezen. Ook zijn er die aan de hand van dit boek een verkeerde stelling op nahouden. Men wil dan beweren dat bij het zien op het kruis van Christus pas het nieuwe leven bij Christus een aanvang heeft genomen. Ik meen daar in een andere brief al iets over geschreven te hebben. In het beantwoorden van uw vraag, zie ik mij genoodzaakt dit dan toch ook weer even te herhalen.
Het kruis het begin?
Het is de dwaasheid gekroond om te stellen dat al wat we in dit boek van Bunyan beschreven vinden van de weg die Christen moest gaan voordat hij bij het kruis van Christus kwam, buiten het leven der genade zou omgaan. Het zou dan geen vrucht van de daad der levendmaking zijn geweest, als Christen de stad Verderf verliet. De last van de schuld werd toen al op hem gelegd. Vrouw en kinderen heeft hij moeten verlaten. Hij zag dat het met hem op het eeuwig verderf aanging. Het pak van zijn schuld dat hij op zijn rug droeg zou hem, zoals hij tegen Evangelist gezegd heeft, dieper doen wegzinken dan het graf en in Tofeth doen vallen. Evangelist gaf hem toen een perkamenten rol, waarin geschreven was: “Vlied den toekomenden toorn”. Christen heeft toen aan Evangelist gevraagd waarheen hij moest vlieden. De enge poort werd hem toen gewezen. Christen heeft toen de stad en ook zijn huis verlaten en de vingers in de oren gestopt, als zijn vrouw en kinderenj hem toeriepen dat hij terug moest keren. En hij riep: ‘Leven! Leven! Eeuwig leven!’
Reformatoren voor het karretje
Ik geloof dat ik daar in uw brief ook iets van gelezen heb. U hebt me daarover iets geschreven, maar als ik uw brief goed gelezen heb, begeert u daarin niet opgebouwd te worden. En dat wens ik ook niet te doen. Mar ik wil u wel de weg voorstellen zoals Bunyan dat ook in zijn boek gedaan heeft. Ik acht dit noodzakelijk in deze tijd van zoveel verwarring op geestelijk gebied. Men wil daarin ook nog wel de mannen van de Reformatie en ook sommige leraars uit de tijd van de Nadere Reformatie voor dat karretje spannen, maar we hopen ons toch juist aan de zuivere leer te houden.
Dordtse Leerregels
In onze Dordtse Leerregels worden wedergeboorte en levendmaking, niet van elkaar gescheiden. Wij lezen in het 3e en 4e hoofdstuk van deze kostelijke belijdenis der vaderen: “En dit is die wedergeboorte, die vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking van de doden en levendmaking, waarvan zo heerlijk in de Schrift gesproken wordt, dewelke God zonder ons in ons werkt”.
De wedergeboorte vindt niet plaats bij het zien op het kruis van Christus. De ware overtuiging van schuld doet de zondaar vluchten uit de stad des verderfs. En daar begint het mee, als Gods geest de zondaar zaligmakend overtuigd. Wij weten verder uit dat boek van de pelgrimsreis hoe Christen in de poel Moedeloosheid is gekomen, en daar niet aan de verkeerde kant is uitgekropen, zoals dat bij een ander wel het geval geweest is. Ook moest de pelgrim nog goed aan de weet komen dat er bij de heer Wettisch geen hulp voor hem te wachten was. In het dorp Zedelijkheid, waar veel fatsoenlijke, brave en zeer deugdzame mensen woonden, zou hij niet kunnen vinden wat hij zocht.
Sinaï moet gepasseerd worden
Hij kwam bij een hoge berg terecht, waaruit bliksemstralen tot hem kwamen. Hij vreesde daardoor getroffen te worden. Ik behoef u8 wel niet te schrijven dat dit de berg Sinaï is geweest. Christen is niet bij het kruis van Christus gekomen zonder het passeren van de berg Sinaï.
Het heeft wel nooit aan mensen ontbroken, en daar ontbreekt het ook heden zeker niet aan, die zonder de berg Sinaï gepasseerd te hebben, bij het kruis van Golgotha gekomen zijn.
U hebt mij doen weten in uw schrijven, dat de berg Sinaï u wel niet onbekend is. Een overleden leraar onder ons werd daartoe gebruikt. Hij was ook een Evangelist en hij wees u niet de weg naar Sinaï om daar van uw schuldenpak verlost te worden. Dat heeft Evangelist in Bunyans Christenreis ook niet gedaan. Zoals u me hebt geschreven kwam u als een schuldig mens de kerk uit.
Gewezen naar het kruis
De predikant zal u ook ongetwijfeld wel naar het kruis gewezen hebben. Maar daar was toen nog geen plaats voor. Wel heeft het de Heere behaagd, zoals u me hebt geschreven, om u een andere mogelijkheid van verlossing dan door uw eigen werk te doen zien. Het heeft u wel heel wat te zeggen gehad, als u te zien kreeg dat er een Fontein geopend is voor het huis van David en voor de inwoners van Jeruzalem, tegen de zonde en tegen de onreinheid. Maar u bent daarmee in het gemis gekomen. De Persoon des Middelaars kan ons aangewezen zijn in het Evangelie, maar daarmee kennen wij die Persoon nog niet. Ook dit hebt u wel ingezien. Als Christen in de Christenreis door de bliksemstralen van de Sinaï er geen kans toe heeft gezien om in het dorp Zedelijkheid te komen en daar een lieve, beste, brave man te worden, dan heeft hij Evangelist weer ontmoet. En die heeft hem de weg naar de enge poort gewezen, maar hem ook doen weten dat het streven van de heer Wettisch altijd was om het kruis van Christus verachtelijk voor ons te maken. Christen is door de enge poort mogen ingaan en Welbehagen heeft hem de deur ontsloten. U hebt me daar ook iets van geschreven.
Het huis van Uitlegger
Al was de enge poort nu voor Christen gesloten, hij was daarmee van de last van zijn schuld nog niet bevrijd. Welbehagen heeft hem doen weten dat hij die last zou moeten blijven dragen totdat hij aan de plaats der bevrijding zou komen.
Christen is toen eerst nog in het huis van Uitlegger gekomen. Daar heeft hij veel lessen opgedaan en daar zijn hem gewichtige zaken getoond. Hij werd daardoor vervuld met hoop, maar ook met vrees. Er is hem veel getoond wat hem voor de verdere reis nodig was te weten.
In het huis van Uitlegger kon hij niet blijven. Hij moest zijn weg vervolgen. De weg was toen aan beide zijden door een muur ingesloten. Die weg ging Christen op, beladen met zijn schuld. Niet zonder grote moeite moest hij die weg gaan, want de last drukte hem zwaar neer. En die weg ging ook nog de hoogte in. Maar op een hoogte kreeg hij een kruis te zien en ook zag hij in een diepte een graf. De schrijver van de Christenreis zag, hoe de Christen het kruis in het oog kreeg en dat toen de last van zijn schuld van zijn rug afviel en in de diepte van het graf terechtkwam. Als Christen in verwondering verzonken daar stond, kwamen drie lichtende gestalten tot hem. De eerste zei: “Vrede zij u, uw zonden zijn u vergeven”. De tweede deed hem zijn gescheurde klederen uit en trok hem sierlijke klederen aan. De derde zette een merkteken op het hoofd en gaf hem een verzegelde rol. Die rol moest hij zorgvuldig bewaren en die afgeven bij de hemelpoort.
Niet zonder de rol door de Poort
Dat laatste heeft ons zeer veel te zeggen. Er zijn er dat Christen bij het kruis die rol ontving, daar dan ook pas de weg met hem begon. Hij zou immers zonder die rol de hemelpoort niet binnen kunnen gaan? Nee, er gaat niet één mens de hemelpoort binnen zonder die rol. Maar dat wil niet zeggen dat bij het kruis de weg pas begint, maar het zegt ons dat al degenen die zalig worden, zullen weten dat ze alleen door het kruis van Christus zalig worden. Ze zullen allen eeuwig weten wat ze in de hemelstad te doen hebben. Aan de geruiste Christus zal eeuwig alle lof, eer en aanbidding worden toegebracht. Zo zal er dus niet één die stad binnengaan zonder die rol. Christen is echter die rol ook nog een keer kwijtgeraakt. In een prieeltje had hij liggen slapen en daar was de rol uit zijn handen gevallen. Het heeft hem smart en moeite gekost om de rol weer terug te vinden. En het vervolg van de geschiedenis laat ons zien dat hij, nadat hij bij het kruis was geweest, en daar de rol ontvangen had, niet als een stevig bekeerd en gerechtvaardigd mens door het leven heeft kunnen gaan.
De wapenrusting Gods
Hij is ook nog in het paleis Liefelijkheid gekomen, maar hij kwam daar niet, zonder ook eerst nog die leeuwen te hebben moeten passeren. In het paleis Liefelijkheid is hij vriendelijk ontvangen. Daar heeft hij Voorzichtigheid, Godsvrucht en Liefde mogen ontmoeten. Aangename gesprekken heeft hij met die vrouwen mogen voeren.
Ze hebben hem ook nog een blik doen slaan op de Liefelijke Bergen, en hem vandaar het Land van Immanuël doen aanschouwen.
Maar waar hij niet op gerekend had, gebeurde toen ook nog. Hij werd in een wapenhuis gebracht en daar werd hem een wapenrusting aangedaan. Hij had er niet op gerekend dat hij die ook nog nodig zou hebben, maar daar kwam hij spoedig achter.
Zonder strijd geen kroon
U hebt me ook nog geschreven, dat u niet aan Apollyon moet denken, waar Christen ook nog mee te doen kreeg. Er wordt ons vermeldt dat Christen nadat hij in het paleis Liefelijkheid was geweest, in de Vallei der Vernedering kwam. Daar kwam hij met Apollyon in aanraking. De strijd werd daar zwaar. Maar als Apollyon hem de beslissende slag wilde toebrengen, gelukte het Christen om zijn zwaard te grijpen met de woorden: Verblijd u niet over mij, o mijn vijandin; wanneer ik gevallen ben, zal ik weder opstaan; wanneer ik in duisternis gezeten zal zijn, zal mij de Heere een Licht zijn.
Doorleving en bevinding
Nu ik daarover schrijf, mag ik u doen weten dat dit mij ook geen onbekende zaak is gebleven. Het is nu juist 40 jaar geleden dat ik ook in die Vallei der Vernedering ben geweest. Dat is een bange tijd geweest. Ik kon toen mijn werk niet meer doen, maar toen de HEERE mij uit de klauwen van die helse Apollyon verlostte, heb ik zo goed als onvoorbereid een preek gedaan over die woorden uit Micha 7 vers 8: Verblijd u niet over mij, o mijn vijandin, enz… En toen werd mij ook een hand toegereikt met enige bladeren van de Boom des Levens.
Dat was mij door mijn geliefde leermeester dr. Steenblok voorspeld. Hij had mij liefderijk onderwezen toen ik in de Vallei der Vernedering verkeerde. Niet alleen heeft hij mij doen weten dat ik in de klauwen van de vorst der duisternis verstrikt zat, maar dat ook de Heere mij daar zeker uit zou verlossen, en dan Zijn vriendelijk aangezicht weer over mij doen lichten. Dat is me geschied, want ik heb toen wat van de eerste liefde teruggekregen. Maar Christen kwam in de Christenreis daarna in het Dal van de Schaduw des Doods terecht. Toen zag hij dat de weg naar het land van Immanuël dwars door de Vallei der Vernedering en door het Dal van de Schaduwen des Doods heenliep. Hij moest toen naar een ander wapen grijpen dan wat hij tot nu toe gebruikt had, namelijk het wapen van Aanhoudend Gebed. (Efeze 4 vers 18). Hij kwam daarmee ook weer tot zijn eerste gebedje terug: Och, HEERE, bevrijd mijn ziel.
Verzegeling met de Heilige Geest
Och mevrouw, ik moet mijn brief gaan besluiten, maar ik doe dat dan wel met de wens dat de Heere u zal willen brenegen waar ge begeert te komen, namelijk aan de voet van het kruis. Daar zullen u de vuile klederen worden uitgedaan en sierlijke klederen worden aangedaan. En dan krijgt u ook nog een merkteken op uw voorhoofd, waarvan de apostel spreek in Efeze 1 vers 13: In welken ook gij zijt, nadat gij het Woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid, gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte.
Zonder troost zij niet sterven.
Alles wordt niet op één dag geleerd. De ware discipelen van Christus zijn ons daarin wel ten voorbeeld gesteld. Er mocht bij hen, ter onderscheiding van zovele anderen, een rechte zaligmakende kennis van de Persoon des Middelaars zijn, maar zij waren daarmee nog niet op Golgotha. En over wat er op Golgotha gebeurde, moest ook nog wel het volle licht vallen in hun ziel. Dat is eigenlijk pas op de Pinksterdag gebeurd. Toen zagen ze pas wat er op die rol geschreven stond. Ze hebben toen de volle Raad Gods mogen verkondigen.
Ik moet nu ophouden, maar misschien mag ik nog in een andere brief nog wel eens wat meer hierover schrijven. Maar ik wens u dan toch de volle zaligheid in de gekruiste, maar ook in de levende Jezus toe. Dan zult u ook de eerste Persoon in het Goddelijk Wezen mogen leren kennen, niet alleen als een verzoend God, maar ook als een liefderijk vader. En dan wil ook die dierbare Geest, Die van de Vader en de Zoon uitgaat, Zich doen kennen als uw Leidsman en Onderrichter tot het einde van uw pelgrimsreis toe. Ja, zoete vertroostingen zullen dan ook op het pelgrimspad onder het kruis, strijd en verdrukking, niet worden onhouden.
Wees met uw man hartelijk gegroet en Gode en Zijn genade bevolen.
Ds. F. Mallan
Ik dacht dat het wel gepast was te einigen met
Psalm 68 vers 5, in de berijming van Datheen:
Gij verkwikt Uw volk goedertier,
En maakt dat een iegelijk dier
Daar woont zonder verderven
Uwen kind'ren deelt Gij Uw goed,
In 't kruis geeft Gij hun goeden moed,
Zonder troost zij niet sterven.
Ik ben er niet doorgekomen, en ook de typfoutjes heb ik er niet uit verwijderd.
Het leek me goed, om nu de hele brief van wijlen ds. F. Mallan te plaatsen.
Hij spreekt hier naar het boek van John Bunyan, duidelijk uit hoe God met Zijn
kerk handelt. Dan valt er ook licht over wat ds. Roos gezegd heeft over hetgeen
reformatorisch Nederland nu zo beroerd aangaande het boek van ds. A. Kort.
Ik heb enkele tussenkopjes geplaatst, zodat de brief wat makkelijker leest.
Ik hoop dat het geschrevene nog tot licht en leven mag zijn voor deze of gene.
De inleiding van ds. Roos op deze brief laat ik nu achterwege, omdat ik die al
wel in zijn geheel heb geplaatst.
o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o
Geachte mevrouw,
Uw brief heb ik met aandacht gelezen. Bij wat u mij deed weten over wat er bij u in de laatste jaren uit- en inwendig heeft plaatsgevonden hebt u ook geschreven welk gemis er in uw ziel is overgebleven. Dit heeft u nu gebracht tot de vraag of ik daar eens iets over zou willen schrijven. De Christenreis van Bunyan heeft u in het bijzonder zeer aangesproken. En nu vraagt u mij of ik eens iets zou willen schrijven over dat pak van zonden dat bij Christen van zijn rug gevallen is bij het zien op het kruis van Christus.
Genoodzaakt te herhalen
Over het boek van de pelgrimsreis van deze wereld naar de toekomende van Bunyan is nog wel heel wat te schrijven waarvan men zegt dat het wel het meest gelezen boek naast de Bijbel is geworden. Maar velen zullen dit werk wel op een oppervlakkige wijze hebben gelezen. Ook zijn er die aan de hand van dit boek een verkeerde stelling op nahouden. Men wil dan beweren dat bij het zien op het kruis van Christus pas het nieuwe leven bij Christus een aanvang heeft genomen. Ik meen daar in een andere brief al iets over geschreven te hebben. In het beantwoorden van uw vraag, zie ik mij genoodzaakt dit dan toch ook weer even te herhalen.
Het kruis het begin?
Het is de dwaasheid gekroond om te stellen dat al wat we in dit boek van Bunyan beschreven vinden van de weg die Christen moest gaan voordat hij bij het kruis van Christus kwam, buiten het leven der genade zou omgaan. Het zou dan geen vrucht van de daad der levendmaking zijn geweest, als Christen de stad Verderf verliet. De last van de schuld werd toen al op hem gelegd. Vrouw en kinderen heeft hij moeten verlaten. Hij zag dat het met hem op het eeuwig verderf aanging. Het pak van zijn schuld dat hij op zijn rug droeg zou hem, zoals hij tegen Evangelist gezegd heeft, dieper doen wegzinken dan het graf en in Tofeth doen vallen. Evangelist gaf hem toen een perkamenten rol, waarin geschreven was: “Vlied den toekomenden toorn”. Christen heeft toen aan Evangelist gevraagd waarheen hij moest vlieden. De enge poort werd hem toen gewezen. Christen heeft toen de stad en ook zijn huis verlaten en de vingers in de oren gestopt, als zijn vrouw en kinderenj hem toeriepen dat hij terug moest keren. En hij riep: ‘Leven! Leven! Eeuwig leven!’
Reformatoren voor het karretje
Ik geloof dat ik daar in uw brief ook iets van gelezen heb. U hebt me daarover iets geschreven, maar als ik uw brief goed gelezen heb, begeert u daarin niet opgebouwd te worden. En dat wens ik ook niet te doen. Mar ik wil u wel de weg voorstellen zoals Bunyan dat ook in zijn boek gedaan heeft. Ik acht dit noodzakelijk in deze tijd van zoveel verwarring op geestelijk gebied. Men wil daarin ook nog wel de mannen van de Reformatie en ook sommige leraars uit de tijd van de Nadere Reformatie voor dat karretje spannen, maar we hopen ons toch juist aan de zuivere leer te houden.
Dordtse Leerregels
In onze Dordtse Leerregels worden wedergeboorte en levendmaking, niet van elkaar gescheiden. Wij lezen in het 3e en 4e hoofdstuk van deze kostelijke belijdenis der vaderen: “En dit is die wedergeboorte, die vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking van de doden en levendmaking, waarvan zo heerlijk in de Schrift gesproken wordt, dewelke God zonder ons in ons werkt”.
De wedergeboorte vindt niet plaats bij het zien op het kruis van Christus. De ware overtuiging van schuld doet de zondaar vluchten uit de stad des verderfs. En daar begint het mee, als Gods geest de zondaar zaligmakend overtuigd. Wij weten verder uit dat boek van de pelgrimsreis hoe Christen in de poel Moedeloosheid is gekomen, en daar niet aan de verkeerde kant is uitgekropen, zoals dat bij een ander wel het geval geweest is. Ook moest de pelgrim nog goed aan de weet komen dat er bij de heer Wettisch geen hulp voor hem te wachten was. In het dorp Zedelijkheid, waar veel fatsoenlijke, brave en zeer deugdzame mensen woonden, zou hij niet kunnen vinden wat hij zocht.
Sinaï moet gepasseerd worden
Hij kwam bij een hoge berg terecht, waaruit bliksemstralen tot hem kwamen. Hij vreesde daardoor getroffen te worden. Ik behoef u8 wel niet te schrijven dat dit de berg Sinaï is geweest. Christen is niet bij het kruis van Christus gekomen zonder het passeren van de berg Sinaï.
Het heeft wel nooit aan mensen ontbroken, en daar ontbreekt het ook heden zeker niet aan, die zonder de berg Sinaï gepasseerd te hebben, bij het kruis van Golgotha gekomen zijn.
U hebt mij doen weten in uw schrijven, dat de berg Sinaï u wel niet onbekend is. Een overleden leraar onder ons werd daartoe gebruikt. Hij was ook een Evangelist en hij wees u niet de weg naar Sinaï om daar van uw schuldenpak verlost te worden. Dat heeft Evangelist in Bunyans Christenreis ook niet gedaan. Zoals u me hebt geschreven kwam u als een schuldig mens de kerk uit.
Gewezen naar het kruis
De predikant zal u ook ongetwijfeld wel naar het kruis gewezen hebben. Maar daar was toen nog geen plaats voor. Wel heeft het de Heere behaagd, zoals u me hebt geschreven, om u een andere mogelijkheid van verlossing dan door uw eigen werk te doen zien. Het heeft u wel heel wat te zeggen gehad, als u te zien kreeg dat er een Fontein geopend is voor het huis van David en voor de inwoners van Jeruzalem, tegen de zonde en tegen de onreinheid. Maar u bent daarmee in het gemis gekomen. De Persoon des Middelaars kan ons aangewezen zijn in het Evangelie, maar daarmee kennen wij die Persoon nog niet. Ook dit hebt u wel ingezien. Als Christen in de Christenreis door de bliksemstralen van de Sinaï er geen kans toe heeft gezien om in het dorp Zedelijkheid te komen en daar een lieve, beste, brave man te worden, dan heeft hij Evangelist weer ontmoet. En die heeft hem de weg naar de enge poort gewezen, maar hem ook doen weten dat het streven van de heer Wettisch altijd was om het kruis van Christus verachtelijk voor ons te maken. Christen is door de enge poort mogen ingaan en Welbehagen heeft hem de deur ontsloten. U hebt me daar ook iets van geschreven.
Het huis van Uitlegger
Al was de enge poort nu voor Christen gesloten, hij was daarmee van de last van zijn schuld nog niet bevrijd. Welbehagen heeft hem doen weten dat hij die last zou moeten blijven dragen totdat hij aan de plaats der bevrijding zou komen.
Christen is toen eerst nog in het huis van Uitlegger gekomen. Daar heeft hij veel lessen opgedaan en daar zijn hem gewichtige zaken getoond. Hij werd daardoor vervuld met hoop, maar ook met vrees. Er is hem veel getoond wat hem voor de verdere reis nodig was te weten.
In het huis van Uitlegger kon hij niet blijven. Hij moest zijn weg vervolgen. De weg was toen aan beide zijden door een muur ingesloten. Die weg ging Christen op, beladen met zijn schuld. Niet zonder grote moeite moest hij die weg gaan, want de last drukte hem zwaar neer. En die weg ging ook nog de hoogte in. Maar op een hoogte kreeg hij een kruis te zien en ook zag hij in een diepte een graf. De schrijver van de Christenreis zag, hoe de Christen het kruis in het oog kreeg en dat toen de last van zijn schuld van zijn rug afviel en in de diepte van het graf terechtkwam. Als Christen in verwondering verzonken daar stond, kwamen drie lichtende gestalten tot hem. De eerste zei: “Vrede zij u, uw zonden zijn u vergeven”. De tweede deed hem zijn gescheurde klederen uit en trok hem sierlijke klederen aan. De derde zette een merkteken op het hoofd en gaf hem een verzegelde rol. Die rol moest hij zorgvuldig bewaren en die afgeven bij de hemelpoort.
Niet zonder de rol door de Poort
Dat laatste heeft ons zeer veel te zeggen. Er zijn er dat Christen bij het kruis die rol ontving, daar dan ook pas de weg met hem begon. Hij zou immers zonder die rol de hemelpoort niet binnen kunnen gaan? Nee, er gaat niet één mens de hemelpoort binnen zonder die rol. Maar dat wil niet zeggen dat bij het kruis de weg pas begint, maar het zegt ons dat al degenen die zalig worden, zullen weten dat ze alleen door het kruis van Christus zalig worden. Ze zullen allen eeuwig weten wat ze in de hemelstad te doen hebben. Aan de geruiste Christus zal eeuwig alle lof, eer en aanbidding worden toegebracht. Zo zal er dus niet één die stad binnengaan zonder die rol. Christen is echter die rol ook nog een keer kwijtgeraakt. In een prieeltje had hij liggen slapen en daar was de rol uit zijn handen gevallen. Het heeft hem smart en moeite gekost om de rol weer terug te vinden. En het vervolg van de geschiedenis laat ons zien dat hij, nadat hij bij het kruis was geweest, en daar de rol ontvangen had, niet als een stevig bekeerd en gerechtvaardigd mens door het leven heeft kunnen gaan.
De wapenrusting Gods
Hij is ook nog in het paleis Liefelijkheid gekomen, maar hij kwam daar niet, zonder ook eerst nog die leeuwen te hebben moeten passeren. In het paleis Liefelijkheid is hij vriendelijk ontvangen. Daar heeft hij Voorzichtigheid, Godsvrucht en Liefde mogen ontmoeten. Aangename gesprekken heeft hij met die vrouwen mogen voeren.
Ze hebben hem ook nog een blik doen slaan op de Liefelijke Bergen, en hem vandaar het Land van Immanuël doen aanschouwen.
Maar waar hij niet op gerekend had, gebeurde toen ook nog. Hij werd in een wapenhuis gebracht en daar werd hem een wapenrusting aangedaan. Hij had er niet op gerekend dat hij die ook nog nodig zou hebben, maar daar kwam hij spoedig achter.
Zonder strijd geen kroon
U hebt me ook nog geschreven, dat u niet aan Apollyon moet denken, waar Christen ook nog mee te doen kreeg. Er wordt ons vermeldt dat Christen nadat hij in het paleis Liefelijkheid was geweest, in de Vallei der Vernedering kwam. Daar kwam hij met Apollyon in aanraking. De strijd werd daar zwaar. Maar als Apollyon hem de beslissende slag wilde toebrengen, gelukte het Christen om zijn zwaard te grijpen met de woorden: Verblijd u niet over mij, o mijn vijandin; wanneer ik gevallen ben, zal ik weder opstaan; wanneer ik in duisternis gezeten zal zijn, zal mij de Heere een Licht zijn.
Doorleving en bevinding
Nu ik daarover schrijf, mag ik u doen weten dat dit mij ook geen onbekende zaak is gebleven. Het is nu juist 40 jaar geleden dat ik ook in die Vallei der Vernedering ben geweest. Dat is een bange tijd geweest. Ik kon toen mijn werk niet meer doen, maar toen de HEERE mij uit de klauwen van die helse Apollyon verlostte, heb ik zo goed als onvoorbereid een preek gedaan over die woorden uit Micha 7 vers 8: Verblijd u niet over mij, o mijn vijandin, enz… En toen werd mij ook een hand toegereikt met enige bladeren van de Boom des Levens.
Dat was mij door mijn geliefde leermeester dr. Steenblok voorspeld. Hij had mij liefderijk onderwezen toen ik in de Vallei der Vernedering verkeerde. Niet alleen heeft hij mij doen weten dat ik in de klauwen van de vorst der duisternis verstrikt zat, maar dat ook de Heere mij daar zeker uit zou verlossen, en dan Zijn vriendelijk aangezicht weer over mij doen lichten. Dat is me geschied, want ik heb toen wat van de eerste liefde teruggekregen. Maar Christen kwam in de Christenreis daarna in het Dal van de Schaduw des Doods terecht. Toen zag hij dat de weg naar het land van Immanuël dwars door de Vallei der Vernedering en door het Dal van de Schaduwen des Doods heenliep. Hij moest toen naar een ander wapen grijpen dan wat hij tot nu toe gebruikt had, namelijk het wapen van Aanhoudend Gebed. (Efeze 4 vers 18). Hij kwam daarmee ook weer tot zijn eerste gebedje terug: Och, HEERE, bevrijd mijn ziel.
Verzegeling met de Heilige Geest
Och mevrouw, ik moet mijn brief gaan besluiten, maar ik doe dat dan wel met de wens dat de Heere u zal willen brenegen waar ge begeert te komen, namelijk aan de voet van het kruis. Daar zullen u de vuile klederen worden uitgedaan en sierlijke klederen worden aangedaan. En dan krijgt u ook nog een merkteken op uw voorhoofd, waarvan de apostel spreek in Efeze 1 vers 13: In welken ook gij zijt, nadat gij het Woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid, gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte.
Zonder troost zij niet sterven.
Alles wordt niet op één dag geleerd. De ware discipelen van Christus zijn ons daarin wel ten voorbeeld gesteld. Er mocht bij hen, ter onderscheiding van zovele anderen, een rechte zaligmakende kennis van de Persoon des Middelaars zijn, maar zij waren daarmee nog niet op Golgotha. En over wat er op Golgotha gebeurde, moest ook nog wel het volle licht vallen in hun ziel. Dat is eigenlijk pas op de Pinksterdag gebeurd. Toen zagen ze pas wat er op die rol geschreven stond. Ze hebben toen de volle Raad Gods mogen verkondigen.
Ik moet nu ophouden, maar misschien mag ik nog in een andere brief nog wel eens wat meer hierover schrijven. Maar ik wens u dan toch de volle zaligheid in de gekruiste, maar ook in de levende Jezus toe. Dan zult u ook de eerste Persoon in het Goddelijk Wezen mogen leren kennen, niet alleen als een verzoend God, maar ook als een liefderijk vader. En dan wil ook die dierbare Geest, Die van de Vader en de Zoon uitgaat, Zich doen kennen als uw Leidsman en Onderrichter tot het einde van uw pelgrimsreis toe. Ja, zoete vertroostingen zullen dan ook op het pelgrimspad onder het kruis, strijd en verdrukking, niet worden onhouden.
Wees met uw man hartelijk gegroet en Gode en Zijn genade bevolen.
Ds. F. Mallan
Ik dacht dat het wel gepast was te einigen met
Psalm 68 vers 5, in de berijming van Datheen:
Gij verkwikt Uw volk goedertier,
En maakt dat een iegelijk dier
Daar woont zonder verderven
Uwen kind'ren deelt Gij Uw goed,
In 't kruis geeft Gij hun goeden moed,
Zonder troost zij niet sterven.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Wedergeboorte of schijngeboorte [3]
[quote="-DIA-"]
Sinaï moet gepasseerd worden
Hij kwam bij een hoge berg terecht, waaruit bliksemstralen tot hem kwamen. Hij vreesde daardoor getroffen te worden. Ik behoef u8 wel niet te schrijven dat dit de berg Sinaï is geweest. Christen is niet bij het kruis van Christus gekomen zonder het passeren van de berg Sinaï.
Het heeft wel nooit aan mensen ontbroken, en daar ontbreekt het ook heden zeker niet aan, die zonder de berg Sinaï gepasseerd te hebben, bij het kruis van Golgotha gekomen zijn.
U hebt mij doen weten in uw schrijven, dat de berg Sinaï u wel niet onbekend is. Een overleden leraar onder ons werd daartoe gebruikt. Hij was ook een Evangelist en hij wees u niet de weg naar Sinaï om daar van uw schuldenpak verlost te worden. Dat heeft Evangelist in Bunyans Christenreis ook niet gedaan. Zoals u me hebt geschreven kwam u als een schuldig mens de kerk uit.[quote]
Zeg me, u die zo graag onder de wet wilt staan,
luistert u wel naar de wet? Er staat immers geschreven dat Abraham twee zonen kreeg, een van de
slavin en een van de vrije vrouw. Maar de zoon van
de slavin werd geboren uit de kracht van de natuur,
die van de vrije vrouw uit de kracht van de belofte.
Deze dingen zijn allegorisch bedoeld. Want de
twee vrouwen zijn twee verbonden: het ene, dat
van de berg Sinai, brengt slaven voort, en dat is
Hagar. De Sinai is namelijk een berg in Arabië.
Zij beantwoordt aan het tegenwoordige Jeruzalem, dat immers met zijn kinderen in slavernij
leeft. Maar het Jeruzalem van boven is vrij en dat
is ónze moeder. Want er staat geschreven: Verheug
u, onvruchtbare, die niet baart, jubel en juich, u
die geen weeën kent. Want de kinderen van de
eenzame zullen talrijker zijn dan de kinderen van
haar die de man heeft. Welnu, broeders en zusters, u bent evenals Isaak kinderen van de belofte.
Maar zoals indertijd het kind van de natuur het
kind van de geest vervolgde, zo gaat het ook nu.
Maar wat zegt de Schrift? VERJAAG de slavin en haar
zoon, want de zoon van de slavin hoort de erfenis
NIET te DELEN met de zoon van de vrije vrouw. Dus
broeders en zusters, wij zijn geen kinderen van een
slavin, maar van de vrije vrouw.
Sinaï moet gepasseerd worden
Hij kwam bij een hoge berg terecht, waaruit bliksemstralen tot hem kwamen. Hij vreesde daardoor getroffen te worden. Ik behoef u8 wel niet te schrijven dat dit de berg Sinaï is geweest. Christen is niet bij het kruis van Christus gekomen zonder het passeren van de berg Sinaï.
Het heeft wel nooit aan mensen ontbroken, en daar ontbreekt het ook heden zeker niet aan, die zonder de berg Sinaï gepasseerd te hebben, bij het kruis van Golgotha gekomen zijn.
U hebt mij doen weten in uw schrijven, dat de berg Sinaï u wel niet onbekend is. Een overleden leraar onder ons werd daartoe gebruikt. Hij was ook een Evangelist en hij wees u niet de weg naar Sinaï om daar van uw schuldenpak verlost te worden. Dat heeft Evangelist in Bunyans Christenreis ook niet gedaan. Zoals u me hebt geschreven kwam u als een schuldig mens de kerk uit.[quote]
Zeg me, u die zo graag onder de wet wilt staan,
luistert u wel naar de wet? Er staat immers geschreven dat Abraham twee zonen kreeg, een van de
slavin en een van de vrije vrouw. Maar de zoon van
de slavin werd geboren uit de kracht van de natuur,
die van de vrije vrouw uit de kracht van de belofte.
Deze dingen zijn allegorisch bedoeld. Want de
twee vrouwen zijn twee verbonden: het ene, dat
van de berg Sinai, brengt slaven voort, en dat is
Hagar. De Sinai is namelijk een berg in Arabië.
Zij beantwoordt aan het tegenwoordige Jeruzalem, dat immers met zijn kinderen in slavernij
leeft. Maar het Jeruzalem van boven is vrij en dat
is ónze moeder. Want er staat geschreven: Verheug
u, onvruchtbare, die niet baart, jubel en juich, u
die geen weeën kent. Want de kinderen van de
eenzame zullen talrijker zijn dan de kinderen van
haar die de man heeft. Welnu, broeders en zusters, u bent evenals Isaak kinderen van de belofte.
Maar zoals indertijd het kind van de natuur het
kind van de geest vervolgde, zo gaat het ook nu.
Maar wat zegt de Schrift? VERJAAG de slavin en haar
zoon, want de zoon van de slavin hoort de erfenis
NIET te DELEN met de zoon van de vrije vrouw. Dus
broeders en zusters, wij zijn geen kinderen van een
slavin, maar van de vrije vrouw.
“Wij prediken tot mensen alsof zij zich ervan bewust zijn stervende zondaars te zijn; dat zijn zij niet; zij hebben een goede tijd, en ons spreken over wedergeboren worden ligt op een domein waarvan zij niets weten. De natuurlijke mens wil niet wedergeboren worden”.
- Oswald Chambers -
- Oswald Chambers -
Re: Wedergeboorte of schijngeboorte [3]
Wat wil je hiermee zeggen?Simon schreef:Zeg me, u die zo graag onder de wet wilt staan,-DIA- schreef: Sinaï moet gepasseerd worden
Hij kwam bij een hoge berg terecht, waaruit bliksemstralen tot hem kwamen. Hij vreesde daardoor getroffen te worden. Ik behoef u8 wel niet te schrijven dat dit de berg Sinaï is geweest. Christen is niet bij het kruis van Christus gekomen zonder het passeren van de berg Sinaï.
Het heeft wel nooit aan mensen ontbroken, en daar ontbreekt het ook heden zeker niet aan, die zonder de berg Sinaï gepasseerd te hebben, bij het kruis van Golgotha gekomen zijn.
U hebt mij doen weten in uw schrijven, dat de berg Sinaï u wel niet onbekend is. Een overleden leraar onder ons werd daartoe gebruikt. Hij was ook een Evangelist en hij wees u niet de weg naar Sinaï om daar van uw schuldenpak verlost te worden. Dat heeft Evangelist in Bunyans Christenreis ook niet gedaan. Zoals u me hebt geschreven kwam u als een schuldig mens de kerk uit.
luistert u wel naar de wet? Er staat immers geschreven dat Abraham twee zonen kreeg,
een van de slavin en een van de vrije vrouw. Maar de zoon van
de slavin werd geboren uit de kracht van de natuur,
die van de vrije vrouw uit de kracht van de belofte.
Deze dingen zijn allegorisch bedoeld. Want de
twee vrouwen zijn twee verbonden: het ene, dat
van de berg Sinai, brengt slaven voort, en dat is
Hagar. De Sinai is namelijk een berg in Arabië.
Zij beantwoordt aan het tegenwoordige Jeruzalem,
dat immers met zijn kinderen in slavernij
leeft. Maar het Jeruzalem van boven is vrij en dat
is ónze moeder. Want er staat geschreven: Verheug
u, onvruchtbare, die niet baart, jubel en juich, u
die geen weeën kent. Want de kinderen van de
eenzame zullen talrijker zijn dan de kinderen van
haar die de man heeft. Welnu, broeders en zusters,
u bent evenals Isaak kinderen van de belofte.
Maar zoals indertijd het kind van de natuur het
kind van de geest vervolgde, zo gaat het ook nu.
Maar wat zegt de Schrift? VERJAAG de slavin en haar
zoon, want de zoon van de slavin hoort de erfenis
NIET te DELEN met de zoon van de vrije vrouw. Dus
broeders en zusters, wij zijn geen kinderen van een
slavin, maar van de vrije vrouw.
Ik vat het verband even niet.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Wedergeboorte of schijngeboorte [3]
We lopen het gevaar nu een beetje af te dwalen, maar ik kan het toch niet laten: heeft ds. Mallan ook al eens een brief geschreven over de Christinnereis?
Re: Wedergeboorte of schijngeboorte [3]
Werd Sara de woestijn ingestuurd om de berg Sinai te ''passeren'', waar ze eerst slavin moest worden voordat ze vrij werd?-DIA- schreef:Wat wil je hiermee zeggen?Simon schreef:Zeg me, u die zo graag onder de wet wilt staan,-DIA- schreef: Sinaï moet gepasseerd worden
Hij kwam bij een hoge berg terecht, waaruit bliksemstralen tot hem kwamen. Hij vreesde daardoor getroffen te worden. Ik behoef u8 wel niet te schrijven dat dit de berg Sinaï is geweest. Christen is niet bij het kruis van Christus gekomen zonder het passeren van de berg Sinaï.
Het heeft wel nooit aan mensen ontbroken, en daar ontbreekt het ook heden zeker niet aan, die zonder de berg Sinaï gepasseerd te hebben, bij het kruis van Golgotha gekomen zijn.
U hebt mij doen weten in uw schrijven, dat de berg Sinaï u wel niet onbekend is. Een overleden leraar onder ons werd daartoe gebruikt. Hij was ook een Evangelist en hij wees u niet de weg naar Sinaï om daar van uw schuldenpak verlost te worden. Dat heeft Evangelist in Bunyans Christenreis ook niet gedaan. Zoals u me hebt geschreven kwam u als een schuldig mens de kerk uit.
luistert u wel naar de wet? Er staat immers geschreven dat Abraham twee zonen kreeg,
een van de slavin en een van de vrije vrouw. Maar de zoon van
de slavin werd geboren uit de kracht van de natuur,
die van de vrije vrouw uit de kracht van de belofte.
Deze dingen zijn allegorisch bedoeld. Want de
twee vrouwen zijn twee verbonden: het ene, dat
van de berg Sinai, brengt slaven voort, en dat is
Hagar. De Sinai is namelijk een berg in Arabië.
Zij beantwoordt aan het tegenwoordige Jeruzalem,
dat immers met zijn kinderen in slavernij
leeft. Maar het Jeruzalem van boven is vrij en dat
is ónze moeder. Want er staat geschreven: Verheug
u, onvruchtbare, die niet baart, jubel en juich, u
die geen weeën kent. Want de kinderen van de
eenzame zullen talrijker zijn dan de kinderen van
haar die de man heeft. Welnu, broeders en zusters,
u bent evenals Isaak kinderen van de belofte.
Maar zoals indertijd het kind van de natuur het
kind van de geest vervolgde, zo gaat het ook nu.
Maar wat zegt de Schrift? VERJAAG de slavin en haar
zoon, want de zoon van de slavin hoort de erfenis
NIET te DELEN met de zoon van de vrije vrouw. Dus
broeders en zusters, wij zijn geen kinderen van een
slavin, maar van de vrije vrouw.
Ik vat het verband even niet.
Nee, de belofte gold haar, zelfs nadat ze had gelachen uit ongeloof.
“Wij prediken tot mensen alsof zij zich ervan bewust zijn stervende zondaars te zijn; dat zijn zij niet; zij hebben een goede tijd, en ons spreken over wedergeboren worden ligt op een domein waarvan zij niets weten. De natuurlijke mens wil niet wedergeboren worden”.
- Oswald Chambers -
- Oswald Chambers -
Re: Wedergeboorte of schijngeboorte [3]
Ik kan daar zo geen antwoord op geven. Zeker is dat Gods Recht ons niet onbekendSimon schreef:Werd Sara de woestijn ingestuurd om de berg Sinai te ''passeren'', waar ze eerst slavin moest worden voordat ze vrij werd?-DIA- schreef:Wat wil je hiermee zeggen?Simon schreef:Zeg me, u die zo graag onder de wet wilt staan,-DIA- schreef: Sinaï moet gepasseerd worden
Hij kwam bij een hoge berg terecht, waaruit bliksemstralen tot hem kwamen. Hij vreesde daardoor getroffen te worden. Ik behoef u8 wel niet te schrijven dat dit de berg Sinaï is geweest. Christen is niet bij het kruis van Christus gekomen zonder het passeren van de berg Sinaï.
Het heeft wel nooit aan mensen ontbroken, en daar ontbreekt het ook heden zeker niet aan, die zonder de berg Sinaï gepasseerd te hebben, bij het kruis van Golgotha gekomen zijn.
U hebt mij doen weten in uw schrijven, dat de berg Sinaï u wel niet onbekend is. Een overleden leraar onder ons werd daartoe gebruikt. Hij was ook een Evangelist en hij wees u niet de weg naar Sinaï om daar van uw schuldenpak verlost te worden. Dat heeft Evangelist in Bunyans Christenreis ook niet gedaan. Zoals u me hebt geschreven kwam u als een schuldig mens de kerk uit.
luistert u wel naar de wet? Er staat immers geschreven dat Abraham twee zonen kreeg,
een van de slavin en een van de vrije vrouw. Maar de zoon van
de slavin werd geboren uit de kracht van de natuur,
die van de vrije vrouw uit de kracht van de belofte.
Deze dingen zijn allegorisch bedoeld. Want de
twee vrouwen zijn twee verbonden: het ene, dat
van de berg Sinai, brengt slaven voort, en dat is
Hagar. De Sinai is namelijk een berg in Arabië.
Zij beantwoordt aan het tegenwoordige Jeruzalem,
dat immers met zijn kinderen in slavernij
leeft. Maar het Jeruzalem van boven is vrij en dat
is ónze moeder. Want er staat geschreven: Verheug
u, onvruchtbare, die niet baart, jubel en juich, u
die geen weeën kent. Want de kinderen van de
eenzame zullen talrijker zijn dan de kinderen van
haar die de man heeft. Welnu, broeders en zusters,
u bent evenals Isaak kinderen van de belofte.
Maar zoals indertijd het kind van de natuur het
kind van de geest vervolgde, zo gaat het ook nu.
Maar wat zegt de Schrift? VERJAAG de slavin en haar
zoon, want de zoon van de slavin hoort de erfenis
NIET te DELEN met de zoon van de vrije vrouw. Dus
broeders en zusters, wij zijn geen kinderen van een
slavin, maar van de vrije vrouw.
Ik vat het verband even niet.
Nee, de belofte gold haar, zelfs nadat ze had gelachen uit ongeloof.
zal blijven als God in ons Zijn werk begint. Daarom moeten wij aannemen dat ook
Sara dit gekend heeft, daar er geen enkel kind van God zonder de kennis van
Wet en Evangelie zal zalig worden.
Maar goed, natuurlijk is het goed de Bijbel erop na te kijken. Maar ik kan dan toch
niet tot een ander zicht op de zaak komen.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Wedergeboorte of schijngeboorte [3]
Ik weet het ook niet. Maar we hoeven hierdoor niet af te dwalen, mits we blijven bijeilander schreef:We lopen het gevaar nu een beetje af te dwalen, maar ik kan het toch niet laten: heeft ds. Mallan ook al eens een brief geschreven over de Christinnereis?
het weerleggen, waar deze brief een goed hadvat voor geeft, van de leer die ds. A. Kort
ons voor wil houden. Hierin zijn duidelijke en goede handvaten om de dwalingen te weerleggen.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Wedergeboorte of schijngeboorte [3]
Als je een dwaling bestrijd moet je hem eerst goed kennen. Vraag aan DIA : Waar bestaat volgens jou de leer van ds Kort uit en waar dwaalt deze predikant t.o.v. de Schrift ?-DIA- schreef:Ik weet het ook niet. Maar we hoeven hierdoor niet af te dwalen, mits we blijven bijeilander schreef:We lopen het gevaar nu een beetje af te dwalen, maar ik kan het toch niet laten: heeft ds. Mallan ook al eens een brief geschreven over de Christinnereis?
het weerleggen, waar deze brief een goed hadvat voor geeft, van de leer die ds. A. Kort
ons voor wil houden. Hierin zijn duidelijke en goede handvaten om de dwalingen te weerleggen.
Er gaan er met twee verbonden verloren en met drie en er worden er met twee verbonden behouden en met drie. Prof. G. Wisse.
Re: Wedergeboorte of schijngeboorte [3]
Ik kan het ook niet laten om wat -aangepast- te citeren van C.H. Spurgeon uit het boek "De wonderen van de Heiland". Uit de preek "De weg des eenvoudigen tot den vrede"eilander schreef:We lopen het gevaar nu een beetje af te dwalen, maar ik kan het toch niet laten: heeft ds. Mallan ook al eens een brief geschreven over de Christinnereis?
Spurgeon vertelt hier over een gesprek tussen een jonge evangelist en een oude visvrouw. De oude vrouw droeg een zware last, toen vroeg die evangelist: "Hebt gij wel eens een geestelijken last gevoeld?" Ja, zei zij, jaren geleden al en ik ben hem kwijt geraakt ook; maar ik ben niet zo te werk gegaan als de pelgrim van John Bunyan. Nee, zei zij, toen ik bekommerd was over het heil mijner ziel, hoorde ik een echte evangelie-dienaar, die tot mij zei dat ik op het kruis van Christus moest zien en daar verloor ik de last der zonde. Die ik daar hoorde, was niet een van die melk en water predikers, gelijk Bunyan's Evangelist.
Hij had niet over de enge poort moeten spreken, maar zeggen: ziet gij Jezus Christus hangende aan het kruis? Zie op Hem!
De evangelist vroeg ook nog aan haar of ze in de poel der wanhoop geweest was. Ja, tal van malen, maar het is veel gemakkelijker om door dien poel te komen zonder die last op mijn schouders.
Had John Bunyan dan geen gelijk? Jawel, maar hij schrijft zoals het gewoonlijk toegaat. De oude vrouw beschreef de dingen zoals het behoort toe te gaan. Veel van de bevinding der Christenen is geen christelijke bevinding. Tot zover uit het boek van Spurgeon.
Re: Wedergeboorte of schijngeboorte [3]
Hier wil ik nog één ding opmerken. Ik neem aan dat de vrouw wel opreccht was. En het is waar dat God niet met iedereen dezelfde weg gaat. Maar wel de hoofdzaken, die worden door allen gekend. Dan moet ik ook aannemen dat genoemde vrouw, toen ze sprak: "Nee, toen ik bekommerd was over het heil mijner ziel, hoorde ik een echte evangelie-dienaar, die tot mij zei dat ik op het kruis van Christus moest zien en daar verloor ik de last der zonde" ook bekommerd was om haar zonden tegen God. Want als we alleen ons heil zoeken om van de straf ontheven te worden lijkt me dat niet geheel juist. Voorop zou toch moeten staan: Ik heb door mijn zonden tegen een rechtvaardig, heilig en goeddoend God gezondigd. Dit wil ik niet zozeer als kritiek opvatten, maar slechts opmerken zoals het nu bij me overkomt.Hendrien schreef:Ik kan het ook niet laten om wat -aangepast- te citeren van C.H. Spurgeon uit het boek "De wonderen van de Heiland". Uit de preek "De weg des eenvoudigen tot den vrede"eilander schreef:We lopen het gevaar nu een beetje af te dwalen, maar ik kan het toch niet laten: heeft ds. Mallan ook al eens een brief geschreven over de Christinnereis?
Spurgeon vertelt hier over een gesprek tussen een jonge evangelist en een oude visvrouw. De oude vrouw droeg een zware last, toen vroeg die evangelist: "Hebt gij wel eens een geestelijken last gevoeld?" Ja, zei zij, jaren geleden al en ik ben hem kwijt geraakt ook; maar ik ben niet zo te werk gegaan als de pelgrim van John Bunyan. Nee, zei zij, toen ik bekommerd was over het heil mijner ziel, hoorde ik een echte evangelie-dienaar, die tot mij zei dat ik op het kruis van Christus moest zien en daar verloor ik de last der zonde. Die ik daar hoorde, was niet een van die melk en water predikers, gelijk Bunyan's Evangelist.
Hij had niet over de enge poort moeten spreken, maar zeggen: ziet gij Jezus Christus hangende aan het kruis? Zie op Hem!
De evangelist vroeg ook nog aan haar of ze in de poel der wanhoop geweest was. Ja, tal van malen, maar het is veel gemakkelijker om door dien poel te komen zonder die last op mijn schouders.
Had John Bunyan dan geen gelijk? Jawel, maar hij schrijft zoals het gewoonlijk toegaat. De oude vrouw beschreef de dingen zoals het behoort toe te gaan. Veel van de bevinding der Christenen is geen christelijke bevinding. Tot zover uit het boek van Spurgeon.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Wedergeboorte of schijngeboorte [3]
http://www.digibron.nl/search/detail/01 ... er-brief/9eilander schreef:We lopen het gevaar nu een beetje af te dwalen, maar ik kan het toch niet laten: heeft ds. Mallan ook al eens een brief geschreven over de Christinnereis?
Re: Wedergeboorte of schijngeboorte [3]
Maar hiervoor zou beter een apart topic kunnen worden geopend, want anders is hetAnker schreef:http://www.digibron.nl/search/detail/01 ... er-brief/9eilander schreef:We lopen het gevaar nu een beetje af te dwalen, maar ik kan het toch niet laten: heeft ds. Mallan ook al eens een brief geschreven over de Christinnereis?
wel degelijke zaak dat we van de kern van ze zaken afdwalen.
De brief die ik geplaatst heb kan zonder meer goed dienen in het topic over het
boek van ds. A. Kort. Het is dan ook juist dát boek, dat ds. Roos ertoe bracht déze
brief in DWS te plaatsen.
© -DIA- 33.630 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Wedergeboorte of schijngeboorte [3]
Toch kan het wel werken tot, zie maar: "Wij dan, wetende de schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof" ( II Korinthiërs 5 vers 11)?-DIA- schreef: Hier wil ik nog één ding opmerken. Ik neem aan dat de vrouw wel opreccht was. En het is waar dat God niet met iedereen dezelfde weg gaat. Maar wel de hoofdzaken, die worden door allen gekend. Dan moet ik ook aannemen dat genoemde vrouw, toen ze sprak: "Nee, toen ik bekommerd was over het heil mijner ziel, hoorde ik een echte evangelie-dienaar, die tot mij zei dat ik op het kruis van Christus moest zien en daar verloor ik de last der zonde" ook bekommerd was om haar zonden tegen God. Want als we alleen ons heil zoeken om van de straf ontheven te worden lijkt me dat niet geheel juist. Voorop zou toch moeten staan: Ik heb door mijn zonden tegen een rechtvaardig, heilig en goeddoend God gezondigd. Dit wil ik niet zozeer als kritiek opvatten, maar slechts opmerken zoals het nu bij me overkomt.
http://dspieters.refoweb.nl/1543511.htm