Iets over de EXTRAORDINAIRE werken van God
Re: Iets over de EXTRAORDINAIRE werken van God
En nogmaals: hoe zouden we reageren als Mientje gemeenschap had gehad met Maria, de moeder des Heeren?
Met de refomatie hebben we die poespas nu net afgeschaft en nu moet je gaan verdedigen dat we daar wars van moeten zijn.
Met de refomatie hebben we die poespas nu net afgeschaft en nu moet je gaan verdedigen dat we daar wars van moeten zijn.
--------------
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
Re: Iets over de EXTRAORDINAIRE werken van God
Hoi vlinder, even een vraag naar aanleiding van wat je hier boven zegt:......Bedoel je ook te zeggen, dat diegene tegen wie Hij dat zei, er niets van gemerkt heeft, dat zijn zonden vergeven waren?vlinder schreef:Dat je gevoel en bevinding boven het Woord van God stelt. Dat is zo gevaarlijk. De Heere-Jezus zei: u zonden zijn u vergeven. Hij voegde er niet aan toe: voelt u dat, en krijgt u er een tekst bij, en voelt u gemeenschap met abraham die in de hemel is? .
b.v.d. Learsi
Re: Iets over de EXTRAORDINAIRE werken van God
Dat bevinding niet boven het Woord van God gesteld moet worden zijn we het allemaal met je eens. Dat is ook niet nodig want Gods volk heeft nog altijd hun bevinding kunnen terugvinden in Zijn dierbaar Evangelie waarin alles ligt opgesloten.vlinder schreef:Dat je gevoel en bevinding boven het Woord van God stelt. Dat is zo gevaarlijk.artistiek schreef:De openingszin van je post verklaart je 2e alinea.BJD schreef:Het komt allemaal erg vreemd op me over....al die uiterst bijzondere ervaringen. Ik hoor er juist in de prediking wel eens voor waarschuwen (zoals ik al postte in een preek van Ds Baan onlangs maar ook in een preek van Ds A.T. Vergunst.)
Daarnaast zou ik bijna een hekel aan ene Mientje krijgen, terwijl ik die vrouw niet eens ken. De roomse hebben Maria.. sommige hier hebben Mientje.
Al dat verheerlijkend over HAAR schrijven.. (ik doel op niemand) daar krijg ik een vreemd gevoel van in mijn onderbuik.
Maar ik zou graag eens willen weten waartegen deze di dan zo ernstig waarschuwen. Wat is er zo gevaarlijk volgens hen?
Maar dan nog, wat is dan dat grote gevaar...
En dit is niet gevaarlijk? Alsof dit de enigste tekst is in de Bijbel!? Gaat daar niets aan vooraf denk je? Moet de zondaar het niet eerst uitkermen: 'zeg tot mijn ziel, Ik ben uw heil...'vlinder schreef: De Heere-Jezus zei: u zonden zijn u vergeven. Hij voegde er niet aan toe: voelt u dat, en krijgt u er een tekst bij, en voelt u gemeenschap met abraham die in de hemel is? Welnee, wij moeten genoeg hebben aan Gods Woord.
-
- Berichten: 4330
- Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31
Re: Iets over de EXTRAORDINAIRE werken van God
Hebreeën 12:22-24:
Zo is er in beginsel reeds gemeenschap tussen de Kerk hier op aarde en de Kerk in de hemel.22 Maar gij zijt gekomen tot den berg Sion en de stad des levenden Gods, tot het hemelse Jeruzalem en de vele duizenden der engelen;
23 Tot de algemene vergadering en de gemeente der eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn, en tot God, den Rechter over allen, en de geesten der volmaakte rechtvaardigen;
24 En tot den Middelaar des Nieuwen Testaments, Jezus, en het bloed der besprenging, dat betere dingen spreekt dan Abel.
Re: Iets over de EXTRAORDINAIRE werken van God
Dit is verbijsterend... Hoe men het aandurft met de allerheiligste en teerste omgang van een kind Gods aan te merken (of te suggereren) dat dit duivelsweks zou zijn.
Juist daarom had ik afgelopen zaterdag een toezegging gedaan om er iets meer van te zeggen.
Ik was zaterdag al emotioneel, omdat ik zaterdag al merkte hoe verhard er werd gereageerd op een bevinding van een van de groten in de genade.
Ik vreedse toen voor een te ver gaan, en een mogelijk zondigen tegen de Heilige Geest.
Wat blijkt nu? Mijn verdere bericht (dit topic dus) heb ik gepost met het oogmerk om wat te verduidelijken, want ik merkte ook dat er hier heel weinig kennis
was van deze dingen, en dat men het allemaal rationeel wilde verklaren. Heel veel is niet rationeel te verklaren, hoewel we die dingen wel kunnen weten.
Dit topic heeft echter niet tot bezinning gebracht, maar veel meer tot verharding.
Wat zal ik zeggen. Dit schokt mij tot in het diepste. Want wat hier genoemd is, is niet niets. Later werd er teruggegrepen op wat ik zaterdag zei aangaande
een geval dat wel bijzonder mag genoemd worden. Helaas werd ook dit niet begreopen, en is ook verdacht gesteld.
Voor ik verder ga zal ik dit stukje dat ik zaterdag aanhaalde hier woordelijk citeren:
CITAAT van zaterdag:
Een voorbeeld:
Enkele jaren geleden stierf hier een jonge vrouw.
Haar leven was niet in de wereld.
Ze durfde zichzelf echter niets toe te rekenen.
Voor zichzelf was ze een buitenstaander.
Toch... er ging wat van die vrouw uit.
Ze een diep inzicht in de gangen en wegen van Gods volk.
Er kwam er een ernstige ziekte in haar leven openbaar.
Het werd sterven.
Haar sterfbed was een preekstoel, en ze waarschuwde
de omstanders van haar ziekbed met diepe ernst.
Niemand ging ongewaaarschuwd bij haar ziekbed vandaan.
Dominee vroeg toen aan haar: Maar kun jij sterven?
Daar heeft ze geen antwoord op kunnen geven,
want meteen na die vraag blies ze blies de laatste adem uit...
De dag van de begrafenis.
Er waren ook kinderen des Heeren.
De dominee wist niet van haar eeuwige bestemming.
Hij zei er dan ook niets over.
Maar. Zou God dan niet de eer van Zijn eigen werk krijgen?
Ja! Zeker!
Zondag was er bediending van het Heilig Avondmaal.
Wat gelooft gij van de gemeenschap der heiligen?
Dat kwam openbaar.
Een kind Gods werd verwaardigd heilige gemeenschap te
oefenen met de overleden ziel in de hemel.
Wat wordt dat overigens spaarzamelijk gehoord...
Het is ook de dominee bekend gemaakt.
Ik bedoel ermee te zeggen, zulke dingen gebeuren.
En dan geeft God toch getuigenis van Zijn eigen werk.
Gods werk blijft niet verborgen.
Ook al zijn er mensen die sterven zonder dat er getuigenis
wordt gegeven.
Dat is ook waar. We kennen allemaal wel de bekende
uitspraak van één van Gods kinderen:
Er zullen er in de hemel zijn die wij er niet verwacht hadden.
Er zullen er ook zijn die wij er zeker verwacht hadden.
Maar dan is het toch het wonder aller wonderen als IK er zijn mag.
Wat op de aarde soms verborgen blijft zaleenmaal toch
openbaar komen... Gode tot eer!
EINDE CITAAT
Vanzelf, als er verder geen getuigenis is van het leven Gods, hebben wij als mensen de zaak te laten liggen voor God. God vergist Zich niet.
Maar het ging hier om een vrouw waar wel de vruchten van het nieuwe leven in openbaar kwamen, maar deze vrouw durfde deze zaak niet toe
te eigenen, vanwege de grootheid van deze zaak.
Merk op: Het ware geloof is schuchter, het nabijkomende is brutaal en neemt aan wat hem/haar niet toekomt.
Dat God voor Zijn Eigen eer in staat blijkt uit het genoemde. Het is niet dat dit een normale weg is, maar het is aan God een zaak te verbergen
ofwel te openbaren. En het heeft de Heere behaagd deze zaak te openbaren.
Wat is hier nu aan de hand dat dit zulke wrevelige uitspraken en Godonterende woorden over moeten worden geproken? Als het nu eens tot
verwondering mocht zijn, nee, het tegengestelde bleek helaas...
Ik vrees dat sommigen hier zo verhad zijn, dat niets dit kan veranderen dan een Goddelijk halt. Ik heb dit eerlijk niet gezocht. De postings getuigen
daarvan. Maar wie zou niet wenen, als je deze dingen leest, en dan in aanmerking nemend de oorzaak van alles.
Ik zal tenslotte nog de gehele brief van Mientje Vrijdag overtypen, dan staat alles zeker in zijn verband.
Eerst een deel van een korte levensbeschrijving van Mientje Vrijdag, geschreven door haar zielenviend Bart Roest,
en zeg mij dan, of er enige aanleiding is om deze begenadigde vrouw te verdenken van duivelswerk:
Mijn hart beeft bij het overdenken van zulke gedachten, dit dringt me om iets over haar leven
Over te schrijven, verdraagt mij, en ik zal spreken; en nadat ik gesproken zal hebben, spot dan.
IETS OVER MIENTJE VRIJDAG, EN DE GENADE DES HEEREN DIE HAAR TEN DEEL MOCHT VALLEN.
Vroeg en jeugdig werkte de Heere met Zijn Geest in haar door. Helder, van begin tot einde, was de weg die God met haar gehouden heeft. Klaar was zij in de opzoekende liefde Gods. De Geest des Vaders en des Zoons overtuigde haar diep van de val en haar Godsgemis. Niet lang stond zij in de eerste toeleiding. Spoedig werd de Zone Gods in de beloften aan haar ziel geopendbaard. Zij mocht Hem als een verloren ziel in het Evangelie der beloften in het geloof omhelzen, door een geschonken toevluchtnemend geloof.
Krachtig werd zij tot God bekeerd. Steeds dieper werd zij ontdekt aan haar schuld en onverzoende staat met God. Diep werd zij in het Christus-gemis ingezet. En al had zij in de toeleidende wegen veel geloofsoefeningen, op Gods tijd werd zij met alles ingezet tot een totale verlorenheid. Zij werd daartoe naakt uitgestroopt en ontbloot en in het Godsgemis ingezet. Alle grond van zaligheid werd haar buiten Christus ontnomen.
Eindelijk bracht de Heere haar in een afgesneden weg. Met David uitroepende: Och HEERE, och werd mijn ziel door U gered, enz. Zij werd in haar erf- en dadelijke zonden teruggezet in het paradijs. Daar is vervuld: Ik wou vluchten, maar kon nergens heen, zodat mijn dood voorhanden scheen, en alle hoop mij gans ontviel, daar niemand zorgde voor mijn ziel.
Zij mocht door genade door God, onder God vallen en buigen onder het heilige Recht Gods, en met David getuigen: Ik erken mijn schuld die U tot straf bewoog. Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig. Daar werd zij in de Vierschaar Gods vrij en soeverein gerechtvaardigd, zodat Zondag 23 in haar vervuld werd.
O, wat was zij een gewaterde hof, als zij dit meedeelde, hoe tussen een rechtvaardig Goddelijk Rechter, de Middelaar en Borg Jezus Christus tussentrad. Dat zij met een heilig en rechtvaardig God werd verzoend. Dat zij in dat bloed gereinigd werd. Hem als een geschonken Zaligmaker en Verlosser, als haar Bloedbruidegom mocht eigenen, en al haarzonden, voor eeuwig uitgedelgd en verzoend werden.
Menigmaal was zij dan als boven het stof, als zij dit meedeelde dat zij Zondag 1 geheel mocht beleven.
Dat de Vader haar Zijn Zoon gaf en de Zoon als Borg haar tot de Vader bracht.
Ja, dan kon zij zo getuigen: Zijn goedheid steeg ten top, Hij nam Zijn Israël op. Dat de Vader haar overnam uit de hand van de Borg.
Zo kreeg zij een plaats in het eeuwige liefdeshart van God de Vader. De Geest heeft dit verzegeld en getuigde met haar geest dat zij een kind van God was. Zo had zij de ganse Middelaarsverdienste tot haar deel, en was zeer jong toen zij zich verliezen mocht in de Drie-enige God als haar Bondsgod.
O, wat kon zij eerbiedig van die Goddelijke Personen spreken. Al Gods volk en knechten zijn daar getuigen van, dat ik dit maar stamelen kan van haar weg en leven.
Zo had zij een thuiskomen in het hert des Vaders, Die overwint, zegt Christus, Ik zal hem geven te eten van het manna, dat verborgen is, en Ik zal hem geven een witte keursteen, waarop een nieuwe naam geschreven, welke niemand kent, dan die hem ontvangt.
(***)
Het was een zware dag voor haar, toen ze zo jong, en zo spoedig haar mankwijt raakte. Toch heeft zij een tijd gehad, dat ze veel te diep in het zwart ging. Zij wasvol smart en diep teurende. Zeverloor er zo de zoete gemeenschap Gods mee. Enige maanden kon zij niet onder God komen. Haar vlees verteerde van vleselijke smart en droefheid.
Eindelijk behaagde het de soevereine God, om Christus’ wil, haar te vernederen door Woord en Geest. Zij mocht door God onder God bukken, en buigen met zelfverfoeiing. Zij werd weer in de stand van het leven in de vrijheid gesteld, en door de voorbidding van haar Oudste Broeder, in dat bloed gewassen van de zonde van opstand, en mocht het verzoenend aangezicht des Vaders weer ontmoeten. .
Daarop volgde vanzelf dat zij mocht wandelen in de vertroosting van de Heilige Geest. Zo werd zij opnieue gelouterd en gereinigd. Nooit is deze opstand teruggekomen, maar had wel geurig gemeenschap met haar man boven, en verlangde zij om samen te zijn, zonder vlees, om God te verheerlijken. Vandaar had zij het veel over haar man. Dit alles gaf haar vroeg een plaats in Gods Kerk. In geheel Rijssen, en later in geheel Nederland werd deze weduwe in het werk der genade hooggeacht.
Ik moet met deze korte levensbeschrijvg helaas stoppen, omdat ik merk dat ik nog niet halverwege ben. Er wordt nog verhaald hoe ze van God verschillende zaken kreeg te zien. Ik zal een kort stukje daarvan overnemen:
Lang voor de oorlogen en verwoestingen kwamen heeft zij, met Jeremia, op een nacht duidelijk beluisterd het grote krijgsrumoer. Zij was dan zo ontroerd en bevende, dat zij op haar aangezicht des nachts lag te wenen. Eenmaal bepaalde de Heere haar uit Jeremia 25:15 tot het einde, lees dit eens aandachtig. Nu vraag ik, is dit niet vervuld? Heeft de ganse aarde, alle volkeren der aarde, niet uit deze beker gedronken? Is dit ook niet in de grote wereldoorlog vervuld? Dan weer werd zij bepaald bij de verschrikkingen en verderfenis des Almachtigen. De hongersnood is haar in 1936 zeer krachtig bekend gemaakt. Is de honger niet op de aarde geweest?
Ik zal hier maar stoppen. Ik hoop dat er een klein beetje uit blijkt wie Mienje Vrijdag was. Ze is in de Tweede Wereldoorlog gestorven, wat ze tevoren al wist . in 1943 werd ze thuisgehaald. Voor eeuwig, zonder te scheiden. Zonder dagen, zonder uren, zonder naar de tijd te vragen, want daar is tijd en ure uit.
PS Ik ben niet toegekomen om de brief met het citaat waar over gevallen werd over te typen, want alleen al een deel van haarlevensbechrijving typen nam wat teveel rijd in beslag. Mocht het gewenst zijn dan zal ik het alsnog posten.
Juist daarom had ik afgelopen zaterdag een toezegging gedaan om er iets meer van te zeggen.
Ik was zaterdag al emotioneel, omdat ik zaterdag al merkte hoe verhard er werd gereageerd op een bevinding van een van de groten in de genade.
Ik vreedse toen voor een te ver gaan, en een mogelijk zondigen tegen de Heilige Geest.
Wat blijkt nu? Mijn verdere bericht (dit topic dus) heb ik gepost met het oogmerk om wat te verduidelijken, want ik merkte ook dat er hier heel weinig kennis
was van deze dingen, en dat men het allemaal rationeel wilde verklaren. Heel veel is niet rationeel te verklaren, hoewel we die dingen wel kunnen weten.
Dit topic heeft echter niet tot bezinning gebracht, maar veel meer tot verharding.
Wat zal ik zeggen. Dit schokt mij tot in het diepste. Want wat hier genoemd is, is niet niets. Later werd er teruggegrepen op wat ik zaterdag zei aangaande
een geval dat wel bijzonder mag genoemd worden. Helaas werd ook dit niet begreopen, en is ook verdacht gesteld.
Voor ik verder ga zal ik dit stukje dat ik zaterdag aanhaalde hier woordelijk citeren:
CITAAT van zaterdag:
Een voorbeeld:
Enkele jaren geleden stierf hier een jonge vrouw.
Haar leven was niet in de wereld.
Ze durfde zichzelf echter niets toe te rekenen.
Voor zichzelf was ze een buitenstaander.
Toch... er ging wat van die vrouw uit.
Ze een diep inzicht in de gangen en wegen van Gods volk.
Er kwam er een ernstige ziekte in haar leven openbaar.
Het werd sterven.
Haar sterfbed was een preekstoel, en ze waarschuwde
de omstanders van haar ziekbed met diepe ernst.
Niemand ging ongewaaarschuwd bij haar ziekbed vandaan.
Dominee vroeg toen aan haar: Maar kun jij sterven?
Daar heeft ze geen antwoord op kunnen geven,
want meteen na die vraag blies ze blies de laatste adem uit...
De dag van de begrafenis.
Er waren ook kinderen des Heeren.
De dominee wist niet van haar eeuwige bestemming.
Hij zei er dan ook niets over.
Maar. Zou God dan niet de eer van Zijn eigen werk krijgen?
Ja! Zeker!
Zondag was er bediending van het Heilig Avondmaal.
Wat gelooft gij van de gemeenschap der heiligen?
Dat kwam openbaar.
Een kind Gods werd verwaardigd heilige gemeenschap te
oefenen met de overleden ziel in de hemel.
Wat wordt dat overigens spaarzamelijk gehoord...
Het is ook de dominee bekend gemaakt.
Ik bedoel ermee te zeggen, zulke dingen gebeuren.
En dan geeft God toch getuigenis van Zijn eigen werk.
Gods werk blijft niet verborgen.
Ook al zijn er mensen die sterven zonder dat er getuigenis
wordt gegeven.
Dat is ook waar. We kennen allemaal wel de bekende
uitspraak van één van Gods kinderen:
Er zullen er in de hemel zijn die wij er niet verwacht hadden.
Er zullen er ook zijn die wij er zeker verwacht hadden.
Maar dan is het toch het wonder aller wonderen als IK er zijn mag.
Wat op de aarde soms verborgen blijft zaleenmaal toch
openbaar komen... Gode tot eer!
EINDE CITAAT
Vanzelf, als er verder geen getuigenis is van het leven Gods, hebben wij als mensen de zaak te laten liggen voor God. God vergist Zich niet.
Maar het ging hier om een vrouw waar wel de vruchten van het nieuwe leven in openbaar kwamen, maar deze vrouw durfde deze zaak niet toe
te eigenen, vanwege de grootheid van deze zaak.
Merk op: Het ware geloof is schuchter, het nabijkomende is brutaal en neemt aan wat hem/haar niet toekomt.
Dat God voor Zijn Eigen eer in staat blijkt uit het genoemde. Het is niet dat dit een normale weg is, maar het is aan God een zaak te verbergen
ofwel te openbaren. En het heeft de Heere behaagd deze zaak te openbaren.
Wat is hier nu aan de hand dat dit zulke wrevelige uitspraken en Godonterende woorden over moeten worden geproken? Als het nu eens tot
verwondering mocht zijn, nee, het tegengestelde bleek helaas...
Ik vrees dat sommigen hier zo verhad zijn, dat niets dit kan veranderen dan een Goddelijk halt. Ik heb dit eerlijk niet gezocht. De postings getuigen
daarvan. Maar wie zou niet wenen, als je deze dingen leest, en dan in aanmerking nemend de oorzaak van alles.
Ik zal tenslotte nog de gehele brief van Mientje Vrijdag overtypen, dan staat alles zeker in zijn verband.
Eerst een deel van een korte levensbeschrijving van Mientje Vrijdag, geschreven door haar zielenviend Bart Roest,
en zeg mij dan, of er enige aanleiding is om deze begenadigde vrouw te verdenken van duivelswerk:
Mijn hart beeft bij het overdenken van zulke gedachten, dit dringt me om iets over haar leven
Over te schrijven, verdraagt mij, en ik zal spreken; en nadat ik gesproken zal hebben, spot dan.
IETS OVER MIENTJE VRIJDAG, EN DE GENADE DES HEEREN DIE HAAR TEN DEEL MOCHT VALLEN.
Vroeg en jeugdig werkte de Heere met Zijn Geest in haar door. Helder, van begin tot einde, was de weg die God met haar gehouden heeft. Klaar was zij in de opzoekende liefde Gods. De Geest des Vaders en des Zoons overtuigde haar diep van de val en haar Godsgemis. Niet lang stond zij in de eerste toeleiding. Spoedig werd de Zone Gods in de beloften aan haar ziel geopendbaard. Zij mocht Hem als een verloren ziel in het Evangelie der beloften in het geloof omhelzen, door een geschonken toevluchtnemend geloof.
Krachtig werd zij tot God bekeerd. Steeds dieper werd zij ontdekt aan haar schuld en onverzoende staat met God. Diep werd zij in het Christus-gemis ingezet. En al had zij in de toeleidende wegen veel geloofsoefeningen, op Gods tijd werd zij met alles ingezet tot een totale verlorenheid. Zij werd daartoe naakt uitgestroopt en ontbloot en in het Godsgemis ingezet. Alle grond van zaligheid werd haar buiten Christus ontnomen.
Eindelijk bracht de Heere haar in een afgesneden weg. Met David uitroepende: Och HEERE, och werd mijn ziel door U gered, enz. Zij werd in haar erf- en dadelijke zonden teruggezet in het paradijs. Daar is vervuld: Ik wou vluchten, maar kon nergens heen, zodat mijn dood voorhanden scheen, en alle hoop mij gans ontviel, daar niemand zorgde voor mijn ziel.
Zij mocht door genade door God, onder God vallen en buigen onder het heilige Recht Gods, en met David getuigen: Ik erken mijn schuld die U tot straf bewoog. Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig. Daar werd zij in de Vierschaar Gods vrij en soeverein gerechtvaardigd, zodat Zondag 23 in haar vervuld werd.
O, wat was zij een gewaterde hof, als zij dit meedeelde, hoe tussen een rechtvaardig Goddelijk Rechter, de Middelaar en Borg Jezus Christus tussentrad. Dat zij met een heilig en rechtvaardig God werd verzoend. Dat zij in dat bloed gereinigd werd. Hem als een geschonken Zaligmaker en Verlosser, als haar Bloedbruidegom mocht eigenen, en al haarzonden, voor eeuwig uitgedelgd en verzoend werden.
Menigmaal was zij dan als boven het stof, als zij dit meedeelde dat zij Zondag 1 geheel mocht beleven.
Dat de Vader haar Zijn Zoon gaf en de Zoon als Borg haar tot de Vader bracht.
Ja, dan kon zij zo getuigen: Zijn goedheid steeg ten top, Hij nam Zijn Israël op. Dat de Vader haar overnam uit de hand van de Borg.
Zo kreeg zij een plaats in het eeuwige liefdeshart van God de Vader. De Geest heeft dit verzegeld en getuigde met haar geest dat zij een kind van God was. Zo had zij de ganse Middelaarsverdienste tot haar deel, en was zeer jong toen zij zich verliezen mocht in de Drie-enige God als haar Bondsgod.
O, wat kon zij eerbiedig van die Goddelijke Personen spreken. Al Gods volk en knechten zijn daar getuigen van, dat ik dit maar stamelen kan van haar weg en leven.
Zo had zij een thuiskomen in het hert des Vaders, Die overwint, zegt Christus, Ik zal hem geven te eten van het manna, dat verborgen is, en Ik zal hem geven een witte keursteen, waarop een nieuwe naam geschreven, welke niemand kent, dan die hem ontvangt.
(***)
Het was een zware dag voor haar, toen ze zo jong, en zo spoedig haar mankwijt raakte. Toch heeft zij een tijd gehad, dat ze veel te diep in het zwart ging. Zij wasvol smart en diep teurende. Zeverloor er zo de zoete gemeenschap Gods mee. Enige maanden kon zij niet onder God komen. Haar vlees verteerde van vleselijke smart en droefheid.
Eindelijk behaagde het de soevereine God, om Christus’ wil, haar te vernederen door Woord en Geest. Zij mocht door God onder God bukken, en buigen met zelfverfoeiing. Zij werd weer in de stand van het leven in de vrijheid gesteld, en door de voorbidding van haar Oudste Broeder, in dat bloed gewassen van de zonde van opstand, en mocht het verzoenend aangezicht des Vaders weer ontmoeten. .
Daarop volgde vanzelf dat zij mocht wandelen in de vertroosting van de Heilige Geest. Zo werd zij opnieue gelouterd en gereinigd. Nooit is deze opstand teruggekomen, maar had wel geurig gemeenschap met haar man boven, en verlangde zij om samen te zijn, zonder vlees, om God te verheerlijken. Vandaar had zij het veel over haar man. Dit alles gaf haar vroeg een plaats in Gods Kerk. In geheel Rijssen, en later in geheel Nederland werd deze weduwe in het werk der genade hooggeacht.
Ik moet met deze korte levensbeschrijvg helaas stoppen, omdat ik merk dat ik nog niet halverwege ben. Er wordt nog verhaald hoe ze van God verschillende zaken kreeg te zien. Ik zal een kort stukje daarvan overnemen:
Lang voor de oorlogen en verwoestingen kwamen heeft zij, met Jeremia, op een nacht duidelijk beluisterd het grote krijgsrumoer. Zij was dan zo ontroerd en bevende, dat zij op haar aangezicht des nachts lag te wenen. Eenmaal bepaalde de Heere haar uit Jeremia 25:15 tot het einde, lees dit eens aandachtig. Nu vraag ik, is dit niet vervuld? Heeft de ganse aarde, alle volkeren der aarde, niet uit deze beker gedronken? Is dit ook niet in de grote wereldoorlog vervuld? Dan weer werd zij bepaald bij de verschrikkingen en verderfenis des Almachtigen. De hongersnood is haar in 1936 zeer krachtig bekend gemaakt. Is de honger niet op de aarde geweest?
Ik zal hier maar stoppen. Ik hoop dat er een klein beetje uit blijkt wie Mienje Vrijdag was. Ze is in de Tweede Wereldoorlog gestorven, wat ze tevoren al wist . in 1943 werd ze thuisgehaald. Voor eeuwig, zonder te scheiden. Zonder dagen, zonder uren, zonder naar de tijd te vragen, want daar is tijd en ure uit.
PS Ik ben niet toegekomen om de brief met het citaat waar over gevallen werd over te typen, want alleen al een deel van haarlevensbechrijving typen nam wat teveel rijd in beslag. Mocht het gewenst zijn dan zal ik het alsnog posten.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Iets over de EXTRAORDINAIRE werken van God
@DIA, jouw verhaal wijs ik af als occult, namelijk dit:
Hier vormt de ervaring van die persoon aan het avondmaal (waar trouwens de dood van Christus herdacht behoort te worden) de reden voor mensen om te geloven dat iemand behouden is. Terwijl men daarvoor "niet wist van haar eeuwige bestemming". Hier wordt dus nieuwe informatie verschaft door de "heilige gemeenschap die geoefend werd met de overleden ziel in de hemel". Daar is dus sprake van wederkerigheid, contact. Dat kan niet anders geduid worden als occult.De dominee wist niet van haar eeuwige bestemming.
Hij zei er dan ook niets over.
Maar. Zou God dan niet de eer van Zijn eigen werk krijgen?
Ja! Zeker!
Zondag was er bediending van het Heilig Avondmaal.
Wat gelooft gij van de gemeenschap der heiligen?
Dat kwam openbaar.
Een kind Gods werd verwaardigd heilige gemeenschap te
oefenen met de overleden ziel in de hemel.
Re: Iets over de EXTRAORDINAIRE werken van God
@Zonderling: Eens met je punten, behalve die ik hieronder behandel.
Echter, uit de discussie is duidelijk dat met de "gemeenschap der heiligen" die gaat over het graf heen géén wederkerigheid bedoelt wordt. Dan is inderdaad Dt 18 niet van toepassing. Meent men dat er wel sprake is van wederkerigheid, contact, dan is Dt 18 wél van toepassing. Maar alleen DIA beweert dat hier, meen ik.
Wie dat uitsluit, zoals oa DIA doet, plaatst in praktijk bevinding boven de Schrift. Dan behoeven bevindingen niet meer aan de Schrift getoetst te worden. Dan hoeven bevindingen niet door de Schrift gecorrigeerd te worden (terwijl die correctie vaak zo heilzaam en leerzaam is).
-----------------
PS> Of Jes 63:16 over kennen gaat, in de betekenis zoals jij bedoelt, is nog maar de vraag. Hier enige commentaren, ter consideratie, leringe en (naar ik hoop) ter vermaak:
Word Biblical Commentary
“Abraham did not know us” confesses that they cannot claim to be descended from Abraham. Who, in Jerusalem of the fifth century B.C.E., could this be? Is it one of “the people of the land,” persons brought to occupy sections of northern Israel under the empires (2 Kgs 17:24–28) who learned to worship at YHWH sanctuaries (cf. Zech 7:1–3)? The Zadokite priests would also fit into this classification, but not into the one that follows. “Israel does not recognize us” complains of a current disenfranchisement. This points to the people of the land (see Zech 7:4–14; Ezra 4:1–3) who Ezra and Nehemiah also excluded from cooperation or marriage with Israelites. The verse shows the diversity of persons seeking to work and worship in Jerusalem at this time. The Vision calls for openness toward them. Other leaders suspected them and refused cooperation.
Watts, J. D. W. (2005). Vol. 25: Word Biblical Commentary : Isaiah 34-66 (Revised Edition). Word Biblical Commentary (903). Nashville: Thomas Nelson, Inc.
Calvijn
Of Calvijn: The true meaning is, “Though our fathers deny us, yet God will reckon us as children, and will act toward us as a Father.”
They who say that Abraham and other believers care no more about the affairs of men, torture by excessive ingenuity the words of the Prophet. I do not speak of the fact itself, but I say that those words do not prove that the saints have no care about us. The natural and true meaning is, “O Lord, that thou art our Father will be so sure and so firmly established, that even though all parentage and all relationship should cease among men, yet thou wilt not fail to be our Father. Sooner shall the rights of nature perish than thou shalt not act toward us as a Father, or the sacred adoption shall be infringed, which was founded on thy unchangeable decree, and ratified by the death of thine only-begotten Son.”
Matthew Henry
It was the honour of their nation that they had Abraham to their father (Mt. 3:9), who was the friend of God, and Israel, who was a prince with God; but what the better were they for that unless they had God himself for their Father? “Abraham and Israel cannot help us; they have not the power that God has; they are dead long since, and are ignorant of us, and acknowledge us not; they know not what our case is, nor what our wants are, and therefore know not which way to do us a kindness. If Abraham and Israel were alive with us, they would intercede for us and advise us; but they have gone to the other world, and we know not that they have any communication at all with this world, and therefore they are not capable of doing us any kindness any further than that we have the honour of being called their children.’
1. Wat je stelt over geesten "vragen" klopt. Echter, er staat in die zin meer. Het woord in Dt 18:11, wat de SV met "duivelskunstenaar" vertaald (יִדְּעֹנִי), betekend iemand die gemeenschap heeft met de geesten der overledenen. Daar gaat het niet expliciet om "vragen", maar om communiceren of gemeenschap hebben met een overleden geest.5. Memento koppelt zijn veroordeling aan het hebben van 'wederkerige gemeenschap'. Dan is naar zijn mening sprake van 'de doden vragen' zoals door God is verboden. Memento vergeet hier dat 'de doden vragen' inderdaad verboden is, maar dat dit iets geheel anders is dan het hebben van geestelijke gemeenschap als leden van hetzelfde lichaam in Christus. 'de doden vragen' betreft een occulte praktijk door de werken des satans, het betreft ook duidelijk een vorm van waarzeggerij, wat uit dit woord 'vragen' blijkt. Een wederzijds ervaren geestelijke gemeenschap tussen leden van hetzelfde lichaam door de Geest mag echter nooit occult genoemd worden, ook al zijn deze leden lichamelijk van elkaar gescheiden.
Echter, uit de discussie is duidelijk dat met de "gemeenschap der heiligen" die gaat over het graf heen géén wederkerigheid bedoelt wordt. Dan is inderdaad Dt 18 niet van toepassing. Meent men dat er wel sprake is van wederkerigheid, contact, dan is Dt 18 wél van toepassing. Maar alleen DIA beweert dat hier, meen ik.
Een interessante vraag, maar ik denk dat we over die dingen niet moeten speculeren. Als we ons druk maken over de dingen waar de Schrift wél over spreekt, hebben we onze handen al meer dan vol. Ik vrees namelijk dat de hang naar het "bijzondere" Gods duidelijke Woord in een vergetelhoekje drukt.Zonderling schreef:6. Ik heb zelf naar voren gebracht de vraag of de hemelingen onze toestand kennen, laat staan of het mogelijk is dat de hemelingen vergund wordt geestelijke gemeenschap te ondervinden met gelovigen die op de aarde zijn. Jes. 63:16 zou erop kunnen wijzen dat dit niet het geval is, hoewel dit niet met stelligheid uit deze tekst kan worden afgeleid. De engelen weten in vele zaken zeker van ons, en zou het dan onmogelijk zijn dat de hemelingen iets van ons weten indien hun dat door God vergund wordt?
Dat zou kunnen. Zo lang zulke ervaringen niet tegen Gods woord ingaan, of zó belangrijk gevonden worden dat het bóven de Bijbel gewaardeerd wordt, is er niets op tegen. Wel ben ik voorstander van om zulke verhalen niet in boekjes te gaan uitgeven, omdat er altijd mensen zijn die helemaal dol zijn op zulke verhalen (vaak onbekeerden), en die zulke extreem bijzondere ervaringen als toppunt van geestelijkheid waarderen, als het neusje van de zalm. Terwijl voor mij het toppunt van geestelijkheid het worden als een kind is: een eenvoudig vertrouwen op dat wat God in Zijn woord zegt waar is. Want dat is - bevindelijk gesproken - de meest moeilijke houding...Zonderling schreef:7. Ik beschouw het als zeker dat er gevallen zijn geweest waarin mensen op aarde geestelijke gemeenschap met elkaar hebben ondervonden, hoewel zij ver van elkaar verwijderd waren en er geen communicatiemiddelen waren waardoor zij contact hadden. De geschiedenis van de Kerk op aarde vermeldt deze wonderlijke gevallen. Zij waren één in de Geest en als leden van hetzelfde lichaam van Christus en ondervonden die geestelijke eenheid ook wederzijds op dezelfde tijd. Ook dit is een zeer bijzondere ervaring die we niet als norm of regel mogen stellen, maar die we ook niet mogen ontkennen of veroordelen.
Ik zeg niet dat het tot de onmogelijkheden behoort. Het kan zelfs een goede, christelijke ervaring, bevinding zijn. Maar, wanneer we er de kant mee opgaan die DIA gaat, dan keur ik zulke bevindingen af als occult. Daarmee is trouwens niet gezegd dat ze niet waar gebeurt zijn, maar dat ze niet van God afkomstig zijn. Ook kinderen Gods kunnen - hetzij door de duivel, hetzij door eigen arglistige hart of emoties - bevindingen hebben die niet van God afkomstig zijn.Zonderling schreef:8. Gezien punt 7 en punt 6 denk ik niet dat we met grote stelligheid kunnen beweren dat iets dergelijks wat Mientje Vrijdag en Betje Duijzer beschreven hebben, tot het onmogelijke behoort. Nogmaals: Ik zeg niet dat het WAAR gebeurd is wat zij beschrijven, maar ik zeg ook niet dat het NIET WAAR gebeurd is. Ik onthoud mij hierin liever van een oordeel en ik denk dat dit het verstandigste is wanneer wij in deze zaken geen zekerheid hebben.
Wie dat uitsluit, zoals oa DIA doet, plaatst in praktijk bevinding boven de Schrift. Dan behoeven bevindingen niet meer aan de Schrift getoetst te worden. Dan hoeven bevindingen niet door de Schrift gecorrigeerd te worden (terwijl die correctie vaak zo heilzaam en leerzaam is).
Dat klopt, dogmatisch. Maar daar gaat het betreffende tekstgedeelte niet over, dat gaat duidelijk over de opstanding der doden. Maar er zijn wel andere teksten te vinden, waarmee dat te bewijzen valt. Hoewel ook hiervan geldt, dat we denk ik niet te curieuselijk die dingen moeten onderzoeken.Zonderling schreef:9. Dat God een God is der levenden sluit in dat Abraham, Izak en Jakob ook thans een levende ziel/geest hebben. Want God is niet alleen een God der levenden ná de opstanding uit de doden, maar evenzeer een God der levenden vóór de opstanding uit de doden.
-----------------
PS> Of Jes 63:16 over kennen gaat, in de betekenis zoals jij bedoelt, is nog maar de vraag. Hier enige commentaren, ter consideratie, leringe en (naar ik hoop) ter vermaak:
Word Biblical Commentary
“Abraham did not know us” confesses that they cannot claim to be descended from Abraham. Who, in Jerusalem of the fifth century B.C.E., could this be? Is it one of “the people of the land,” persons brought to occupy sections of northern Israel under the empires (2 Kgs 17:24–28) who learned to worship at YHWH sanctuaries (cf. Zech 7:1–3)? The Zadokite priests would also fit into this classification, but not into the one that follows. “Israel does not recognize us” complains of a current disenfranchisement. This points to the people of the land (see Zech 7:4–14; Ezra 4:1–3) who Ezra and Nehemiah also excluded from cooperation or marriage with Israelites. The verse shows the diversity of persons seeking to work and worship in Jerusalem at this time. The Vision calls for openness toward them. Other leaders suspected them and refused cooperation.
Watts, J. D. W. (2005). Vol. 25: Word Biblical Commentary : Isaiah 34-66 (Revised Edition). Word Biblical Commentary (903). Nashville: Thomas Nelson, Inc.
Calvijn
Of Calvijn: The true meaning is, “Though our fathers deny us, yet God will reckon us as children, and will act toward us as a Father.”
They who say that Abraham and other believers care no more about the affairs of men, torture by excessive ingenuity the words of the Prophet. I do not speak of the fact itself, but I say that those words do not prove that the saints have no care about us. The natural and true meaning is, “O Lord, that thou art our Father will be so sure and so firmly established, that even though all parentage and all relationship should cease among men, yet thou wilt not fail to be our Father. Sooner shall the rights of nature perish than thou shalt not act toward us as a Father, or the sacred adoption shall be infringed, which was founded on thy unchangeable decree, and ratified by the death of thine only-begotten Son.”
Matthew Henry
It was the honour of their nation that they had Abraham to their father (Mt. 3:9), who was the friend of God, and Israel, who was a prince with God; but what the better were they for that unless they had God himself for their Father? “Abraham and Israel cannot help us; they have not the power that God has; they are dead long since, and are ignorant of us, and acknowledge us not; they know not what our case is, nor what our wants are, and therefore know not which way to do us a kindness. If Abraham and Israel were alive with us, they would intercede for us and advise us; but they have gone to the other world, and we know not that they have any communication at all with this world, and therefore they are not capable of doing us any kindness any further than that we have the honour of being called their children.’
Re: Iets over de EXTRAORDINAIRE werken van God
Wat een brutaliteit van Zacheus. Roetsjte daar zo de boom uit en richt een feestmaal met Jezus aan.Merk op: Het ware geloof is schuchter, het nabijkomende is brutaal en neemt aan wat hem/haar niet toekomt.
We zijn heel ver heen als we twijfel zo gaan verheerlijken en vrijmoedigheid als grootste dwaling zien.
Veritas odium parit
Re: Iets over de EXTRAORDINAIRE werken van God
Ik zeg niet dat het tot de onmogelijkheden behoort. Het kan zelfs een goede, christelijke ervaring, bevinding zijn. Maar, wanneer we er de kant mee opgaan die DIA gaat, dan keur ik zulke bevindingen af als occult. Daarmee is trouwens niet gezegd dat ze niet waar gebeurt zijn, maar dat ze niet van God afkomstig zijn. Ook kinderen Gods kunnen - hetzij door de duivel, hetzij door eigen arglistige hart of emoties - bevindingen hebben die niet van God afkomstig zijn.
Wie dat uitsluit, zoals oa DIA doet, plaatst in praktijk bevinding boven de Schrift. Dan behoeven bevindingen niet meer aan de Schrift getoetst te worden. Dan hoeven bevindingen niet door de Schrift gecorrigeerd te worden (terwijl die correctie vaak zo heilzaam en leerzaam is).
-------------------------------------------
Ik zeg niets, dat wil ik niet, het betreft hier een beschuldiging,
en ik ga niet voor mezelf vechten, want doe je dat dan vecht je je dood.
Ik lees trouwens ook nog in Hand. 18:
En hij trok zich geen van deze dingen aan...
Wie dat uitsluit, zoals oa DIA doet, plaatst in praktijk bevinding boven de Schrift. Dan behoeven bevindingen niet meer aan de Schrift getoetst te worden. Dan hoeven bevindingen niet door de Schrift gecorrigeerd te worden (terwijl die correctie vaak zo heilzaam en leerzaam is).
-------------------------------------------
Ik zeg niets, dat wil ik niet, het betreft hier een beschuldiging,
en ik ga niet voor mezelf vechten, want doe je dat dan vecht je je dood.
Ik lees trouwens ook nog in Hand. 18:
En hij trok zich geen van deze dingen aan...
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Iets over de EXTRAORDINAIRE werken van God
En met dat argument blijf je bevinding bóven Schrift plaatsen?-DIA- schreef:Ik lees trouwens ook nog in Hand. 18:
En hij trok zich geen van deze dingen aan...
~~Soli Deo Gloria~~
Re: Iets over de EXTRAORDINAIRE werken van God
En waarom blijven jullie stellen dat bevinding bóven de Schrift wordt geplaatst? Wijs eens aan waar dat wordt gedaan dan.Hendrikus schreef:En met dat argument blijf je bevinding bóven Schrift plaatsen?-DIA- schreef:Ik lees trouwens ook nog in Hand. 18:
En hij trok zich geen van deze dingen aan...
Re: Iets over de EXTRAORDINAIRE werken van God
@artistiek: DIA stelt steeds, direct of indirect: Het is een bevinding van een kind van God, dús moet het van God afkomstig zijn. Want een écht kind van God herkent of een bevinding van God is of niet.
Het resultaat van die denkwijze is, dat de bevinding altijd waar is, en niet aan Gods woord getoetst hoeft te worden. Als het strijdig is met Gods woord, moet niet de bevinding gecorrigeerd te worden, maar moeten we Gods woord anders gaan lezen.
Het voorbeeld daarvan is wat DIA stelt, over iemand die heenging zonder dat men iets wist over haar eeuwige staat, maar dat na haar dood iemand aan het avondmaal gemeenschap met de ziel van de overledene oefende, waardoor men wél wist dat ze goed heen was. Dan is er dus sprake van nieuwe informatie die, buiten de Schrift om, van een dode ontvangen wordt. Informatieoverdracht = wederkerigheid = contact met een dode = occult (volgens Deut).
Ware bevinding komt voort uit Gods Woord, richt zich op God en Zijn Woord en heeft dat centraal staan, en toetst zich aan Gods Woord. Dááraan zijn m.i. ware bevindingen te herkennen. Niet alles is bevinding hetgeen bevinding genaamd wordt. Ook Gods volk houdt soms gevoelens (bv liefde tot een overleden iemand, die men graag de zaligheid gunt), of misleidingen van de Satan of van hun eigen arglistige hart, voor ware bevinding, terwijl het het niet is. Wat mij opvalt aan ware bevinding, is dat deze vaak bestraffend en corrigerend is. Gods kind zou graag een vertroosting van God ontvangen, en het krijgt een vermaning. Of het voelt zich zondig, en verwacht een vermaning, maar krijgt onverwacht een vertroosting. En achteraf zal gezegd worden: Wat was God toch weer wijs in Zijn handelen met mij. Een wijs kind van God zal de waarheid die hij beleven heeft opzoeken in Gods Woord, opdat wanneer het weer donker is geworden, hij zijn vinger bij die objectieve waarheid kan leggen, en zeggen: Heere, hier staat het, doe zoals U gesproken hebt! Maar ook leert het onderzoeken van die Schriftplaatsen die God gebruikt (door commentaren zoals Calvijn, Matthew Henry, Dachsel, etc) ons het Woord dat God tot de ziel gesproken heeft récht verstaan, en wordt die waarheid verdiept in ons.
Het resultaat van die denkwijze is, dat de bevinding altijd waar is, en niet aan Gods woord getoetst hoeft te worden. Als het strijdig is met Gods woord, moet niet de bevinding gecorrigeerd te worden, maar moeten we Gods woord anders gaan lezen.
Het voorbeeld daarvan is wat DIA stelt, over iemand die heenging zonder dat men iets wist over haar eeuwige staat, maar dat na haar dood iemand aan het avondmaal gemeenschap met de ziel van de overledene oefende, waardoor men wél wist dat ze goed heen was. Dan is er dus sprake van nieuwe informatie die, buiten de Schrift om, van een dode ontvangen wordt. Informatieoverdracht = wederkerigheid = contact met een dode = occult (volgens Deut).
Ware bevinding komt voort uit Gods Woord, richt zich op God en Zijn Woord en heeft dat centraal staan, en toetst zich aan Gods Woord. Dááraan zijn m.i. ware bevindingen te herkennen. Niet alles is bevinding hetgeen bevinding genaamd wordt. Ook Gods volk houdt soms gevoelens (bv liefde tot een overleden iemand, die men graag de zaligheid gunt), of misleidingen van de Satan of van hun eigen arglistige hart, voor ware bevinding, terwijl het het niet is. Wat mij opvalt aan ware bevinding, is dat deze vaak bestraffend en corrigerend is. Gods kind zou graag een vertroosting van God ontvangen, en het krijgt een vermaning. Of het voelt zich zondig, en verwacht een vermaning, maar krijgt onverwacht een vertroosting. En achteraf zal gezegd worden: Wat was God toch weer wijs in Zijn handelen met mij. Een wijs kind van God zal de waarheid die hij beleven heeft opzoeken in Gods Woord, opdat wanneer het weer donker is geworden, hij zijn vinger bij die objectieve waarheid kan leggen, en zeggen: Heere, hier staat het, doe zoals U gesproken hebt! Maar ook leert het onderzoeken van die Schriftplaatsen die God gebruikt (door commentaren zoals Calvijn, Matthew Henry, Dachsel, etc) ons het Woord dat God tot de ziel gesproken heeft récht verstaan, en wordt die waarheid verdiept in ons.
Re: Iets over de EXTRAORDINAIRE werken van God
Ik ben het met je eens waar het gaat om de plaats van de bevinding. Niet iedereen is het echter met je eens dat informatieoverdracht gelijk staat met contact met een dode. Het betreft informatie over de dode. De vraag is alleen of je dat moet scharen onder extraordinaire werken.memento schreef:@artistiek: DIA stelt steeds, direct of indirect: Het is een bevinding van een kind van God, dús moet het van God afkomstig zijn. Want een écht kind van God herkent of een bevinding van God is of niet.
Het resultaat van die denkwijze is, dat de bevinding altijd waar is, en niet aan Gods woord getoetst hoeft te worden. Als het strijdig is met Gods woord, moet niet de bevinding gecorrigeerd te worden, maar moeten we Gods woord anders gaan lezen.
Het voorbeeld daarvan is wat DIA stelt, over iemand die heenging zonder dat men iets wist over haar eeuwige staat, maar dat na haar dood iemand aan het avondmaal gemeenschap met de ziel van de overledene oefende, waardoor men wél wist dat ze goed heen was. Dan is er dus sprake van nieuwe informatie die, buiten de Schrift om, van een dode ontvangen wordt. Informatieoverdracht = wederkerigheid = contact met een dode = occult (volgens Deut).
Ware bevinding komt voort uit Gods Woord, richt zich op God en Zijn Woord en heeft dat centraal staan, en toetst zich aan Gods Woord. Dááraan zijn m.i. ware bevindingen te herkennen. Niet alles is bevinding hetgeen bevinding genaamd wordt. Ook Gods volk houdt soms gevoelens (bv liefde tot een overleden iemand, die men graag de zaligheid gunt), of misleidingen van de Satan of van hun eigen arglistige hart, voor ware bevinding, terwijl het het niet is. Wat mij opvalt aan ware bevinding, is dat deze vaak bestraffend en corrigerend is. Gods kind zou graag een vertroosting van God ontvangen, en het krijgt een vermaning. Of het voelt zich zondig, en verwacht een vermaning, maar krijgt onverwacht een vertroosting. En achteraf zal gezegd worden: Wat was God toch weer wijs in Zijn handelen met mij. Een wijs kind van God zal de waarheid die hij beleven heeft opzoeken in Gods Woord, opdat wanneer het weer donker is geworden, hij zijn vinger bij die objectieve waarheid kan leggen, en zeggen: Heere, hier staat het, doe zoals U gesproken hebt! Maar ook leert het onderzoeken van die Schriftplaatsen die God gebruikt (door commentaren zoals Calvijn, Matthew Henry, Dachsel, etc) ons het Woord dat God tot de ziel gesproken heeft récht verstaan, en wordt die waarheid verdiept in ons.
Ik denk van wel, tenminste als het echt om informatie gaat: als de gemeenschappelijkheid die men voelt (ik verander bewust het woord een beetje) meer is dan het voelen op zich. Als het méér is dan het met hart (en met de mond) uitspreken dat je in de gemeenschap van de heiligen leeft: de kerk van alle tijden en plaatsen, en dat ook zo ervaart.
Maar als dat het geval is, dan ben ik er huiverig voor. Niet alleen omdat het dan naar tweerichtingverkeer neigt. Maar ook hierom: we belijden met ons allen om het hardst dat geloof kenbaar is uit de vruchten. Een dergelijke bevestiging dat iemand bij de Heer mag zijn kan best voorkomen, maar het kan nauwelijks zo zijn dat die bevestiging nodig was om uitsluitsel te krijgen.
Re: Iets over de EXTRAORDINAIRE werken van God
Zouden we niet wat meer met onszelf bezig moeten zijn, en wat minder met een ander, en met name met een ander's bestemming?Marco schreef:Ik ben het met je eens waar het gaat om de plaats van de bevinding. Niet iedereen is het echter met je eens dat informatieoverdracht gelijk staat met contact met een dode. Het betreft informatie over de dode. De vraag is alleen of je dat moet scharen onder extraordinaire werken.memento schreef:@artistiek: DIA stelt steeds, direct of indirect: Het is een bevinding van een kind van God, dús moet het van God afkomstig zijn. Want een écht kind van God herkent of een bevinding van God is of niet.
Het resultaat van die denkwijze is, dat de bevinding altijd waar is, en niet aan Gods woord getoetst hoeft te worden. Als het strijdig is met Gods woord, moet niet de bevinding gecorrigeerd te worden, maar moeten we Gods woord anders gaan lezen.
Het voorbeeld daarvan is wat DIA stelt, over iemand die heenging zonder dat men iets wist over haar eeuwige staat, maar dat na haar dood iemand aan het avondmaal gemeenschap met de ziel van de overledene oefende, waardoor men wél wist dat ze goed heen was. Dan is er dus sprake van nieuwe informatie die, buiten de Schrift om, van een dode ontvangen wordt. Informatieoverdracht = wederkerigheid = contact met een dode = occult (volgens Deut).
Ware bevinding komt voort uit Gods Woord, richt zich op God en Zijn Woord en heeft dat centraal staan, en toetst zich aan Gods Woord. Dááraan zijn m.i. ware bevindingen te herkennen. Niet alles is bevinding hetgeen bevinding genaamd wordt. Ook Gods volk houdt soms gevoelens (bv liefde tot een overleden iemand, die men graag de zaligheid gunt), of misleidingen van de Satan of van hun eigen arglistige hart, voor ware bevinding, terwijl het het niet is. Wat mij opvalt aan ware bevinding, is dat deze vaak bestraffend en corrigerend is. Gods kind zou graag een vertroosting van God ontvangen, en het krijgt een vermaning. Of het voelt zich zondig, en verwacht een vermaning, maar krijgt onverwacht een vertroosting. En achteraf zal gezegd worden: Wat was God toch weer wijs in Zijn handelen met mij. Een wijs kind van God zal de waarheid die hij beleven heeft opzoeken in Gods Woord, opdat wanneer het weer donker is geworden, hij zijn vinger bij die objectieve waarheid kan leggen, en zeggen: Heere, hier staat het, doe zoals U gesproken hebt! Maar ook leert het onderzoeken van die Schriftplaatsen die God gebruikt (door commentaren zoals Calvijn, Matthew Henry, Dachsel, etc) ons het Woord dat God tot de ziel gesproken heeft récht verstaan, en wordt die waarheid verdiept in ons.
Ik denk van wel, tenminste als het echt om informatie gaat: als de gemeenschappelijkheid die men voelt (ik verander bewust het woord een beetje) meer is dan het voelen op zich. Als het méér is dan het met hart (en met de mond) uitspreken dat je in de gemeenschap van de heiligen leeft: de kerk van alle tijden en plaatsen, en dat ook zo ervaart.
Maar als dat het geval is, dan ben ik er huiverig voor. Niet alleen omdat het dan naar tweerichtingverkeer neigt. Maar ook hierom: we belijden met ons allen om het hardst dat geloof kenbaar is uit de vruchten. Een dergelijke bevestiging dat iemand bij de Heer mag zijn kan best voorkomen, maar het kan nauwelijks zo zijn dat die bevestiging nodig was om uitsluitsel te krijgen.
Why do we spend money we don’t have on things we don’t need to create impressions that don’t last on people we don’t care about ?
Re: Iets over de EXTRAORDINAIRE werken van God
Inderdaad. Hoe zou het toch komen dat men daar zo vreselijk op gefocust is in de kerken die zich graag als 'behoudend' profileren.Joannah schreef: Zouden we niet wat meer met onszelf bezig moeten zijn, en wat minder met een ander, en met name met een ander's bestemming?
--------------
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.