Nee, Je kunt wel botweg nee, niet en nietes roepen als ik welles zeg. Jij voert zaken aan als tegenwerping en dan mag ik een correcte onderbouwing verwachten toch?Afgewezen schreef:Klavier, vind je het goed dat ik dit vraag- en antwoordspel niet voortzet?Klavier schreef:Nu even inhoudelijkWat dan wel?Afgewezen schreef:Verder heb ik geen 'verklaarder' nodig om een toepassing van een bijbeltekst te kunnen maken.1. Die tik voel ik. Terrecht.. Overigens meen ik(1) - uit mijn geheugen - dat deze tekst in de Christenreis in een dergelijke context een keer gebruikt wordt.
Het vervolg van de tekst(2) luidt overigens: "maar de ziel der vlijtigen zal vet gemaakt worden."
Als je een gedeelte van een tekst aanhaalt, en de helft weglaat, ruk je het wel degelijk uit zijn verband. En je vergeet voor het gemak te controleren of Bunyan het over hetzelfde heeft als waar het in het topic over gaat. Mij overtuig je hier nog niet mee.
Kun je Bunyan hier citeren?
De 3 sola's
"People often asked me: What is the secret of your succes? I answer always that I have no other secret but this, that I have preached the gospel, not about the gospel, but the gospel"
C.H. Spurgeon.
C.H. Spurgeon.
Sorry hoor, maar je doet heel suggestieven posts die ik met een kwinkslag heel voorzichtig probeer te weerleggen en jij maak je er op deze wijze vanaf?Afgewezen schreef:Klavier, koel even af en stop hiermee.
Het gaat hierom:
Kaw schreef:
Afgewezen schreef:
Kaw schreef:
Toch bestaat ongewenst onbekeerd zijn niet. Als je werkelijk verlangt om je kinderen inhoudelijk te dopen, werkelijk belijdenis van je geloof te doen, werkelijk het avondmaal met Christus te vieren, dan heb je een gewillige geest, al is het nog zo zwak. Een gewillige geest is het werk van een gewillige Geest.
Dit lijkt me wel een behoorlijke 'verdunning' van wat echt geloven inhoudt.
Ik zeg ook niet dat je er dan bent. Maar zeg nu zelf: bestaat er zoiets als ongewenst onbekeerd?
Afgewezen schreef: Ja. Ik denk dat veel mensen graag bekeerd willen zijn. "De ziel des luiaards is begerig, maar er is niets."
In deze context verwacht ik een correcte antwoord om mijn vragen.
Je zegt hier min of meer dat een ongewenste onbekeerde lui is.
Dat verband wil ik zien. Ik denk niet dat deze opmerking gepast was in deze diskussie.
"People often asked me: What is the secret of your succes? I answer always that I have no other secret but this, that I have preached the gospel, not about the gospel, but the gospel"
C.H. Spurgeon.
C.H. Spurgeon.
Ik heb inmiddels de Christenreis geraadpleegd en vond inderdaad de passage die mij kennelijk door het hoofd speelde toen ik op deze tekst kwam.Klavier schreef:Afgewezen schreef: Ja. Ik denk dat veel mensen graag bekeerd willen zijn. "De ziel des luiaards is begerig, maar er is niets."
In deze context verwacht ik een correcte antwoord om mijn vragen.
Je zegt hier min of meer dat een ongewenste onbekeerde lui is.
Dat verband wil ik zien. Ik denk niet dat deze opmerking gepast was in deze diskussie.
Het betreft hier een gesprek tussen Christen (die samen met Hoop is) en Onkunde. Christen vraagt aan Onkunde:
In dit hoofdstuk staat trouwens ook nog een passage die ik in licht van onze recente discussies erg belangwekkend vond en ik kon het niet nalaten deze ook over te nemen. Christen en Hoop zijn nog steeds in gesprek met Onkunde:“Vertel ons eens, wat voor gedachten het zijn, die u vervullen.”
“O, ik denk aan God en aan de hemel”, antwoordde Onkunde.
“Dat doen de duivelen en zij, die verloren gaan, óók.”
“Ja, maar ik denk aan deze dingen met een innerlijk verlangen”, wierp Onkunde tegen.
“Dat doen vele anderen óók, die deze hemelse dingen toch nooit zullen aanschouwen. ‘De ziel des luiaards is begerig, doch daar is niet.’(Spr. 13:4).”
”Vraag hem eens of Christus ook van de hemel in hem geopenbaard werd”, sprak Hoop.
“Wat”, antwoordde Onkunde. “Behoort gij ook tot het soort mensen, die geloven aan inwendige openbaringen? Het is voor mij een uitgemaakte zaak, dat allen, die aan een onmiddellijke openbaring Gods in het hart geloven, aan zinsbegoocheling lijden.”
“Maar mijn vriend,” vroeg Christen, “is Christus dan niet zó diep voor het natuurlijk verstand in God verborgen, dat niemand Hem kan kennen, tenzij de Vader Zelf Hem aan ons openbaart?”
“Dat kan uw opvatting wel zijn, maar de mijne is het niet! Ik twijfel er niet aan of mijn geloof is even goed als het uwe, al moet ik u ronduit bekennen, dat mijn brein niet zo verward is als dat van u.”
Er staat in dit boekje wel meer wat belangwekkend is in het licht van recente discussies:Afgewezen schreef:In dit hoofdstuk staat trouwens ook nog een passage die ik in licht van onze recente discussies erg belangwekkend vond en ik kon het niet nalaten deze ook over te nemen. Christen en Hoop zijn nog steeds in gesprek met Onkunde:
Tis wel lang maar ook wel de moeite waard.CHRISTEN. "Hoe werd Hij u geopenbaard?"
HOPENDE. "Ik zag Hem, niet met mijn lichamelijke ogen, maar met de ogen van mijn verstand (Ef. 1:18, 19) en dit ging aldus: Op zekere dag was ik eens zeer bedroefd, ik denk: bedroefder dan ik ooit was in mijn gehele leven; deze droefheid ontstond in mij door een hernieuwd gezicht van de grootheid en snoodheid van mijn zonden: en niets anders tegemoet ziende dan de hel en de eeuwige verdoemenis van mijn ziel, dacht ik, dat ik zeer schielijk de Heere Jezus zag, als tot mij neerkomende van de Hemel en zeggende: 'Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden.'
Maar ik zei: 'Heere, ik ben een groot, een zeer groot zondaar.'
En Hij antwoordde: 'Mijn genade is u genoeg.'
En toen ik vroeg: "Maar Heere, wat is geloven?' Zo zag ik uit het gezegde: 'Die tot Mij komt, zal niet hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten' (Joh.6:35), dat geloven en komen hetzelfde is en dat hij, die komt - dat is, met zijn hart en genegenheid uitgaat naar Christus, om door Hem gezaligd te worden - ook waarlijk in Christus gelooft. Toen liepen mijn ogen vol tranen; en ik vroeg verder:
'Maar Heere, kan zulk een groot zondaar als ik ben, wel door U aangenomen en zalig gemaakt worden?' en ik hoorde Hem zeggen: 'Wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen' (Joh.6:37). Toen vroeg ik verder: 'Maar Heere, hoe moet ik U beschouwen in het komen tot U, opdat mijn geloof recht op U gevestigd wordt?' en Hij zei: 'Jezus Christus is in de wereld gekomen, om zondaren zalig te maken (1 Tim. 1:15). Hij is het einde der Wet, tot rechtvaardigheid een ieder die gelooft (Rom. 10:4). Hij is overgeleverd om onze zonden en opgewekt om onze rechtvaardigmaking (Rom. 4:25). Hij heeft ons lief gehad en ons gewassen met Zijn eigen bloed (Openb. 1:5). Hij is een Middelaar tussen God en ons (1 Tim. 2:5), Welke altijd leeft, om voor ons te bidden (Hebr. 7:24, 25).'
Naar aanleiding van dit alles nu nam ik het besluit, dat ik dan moest uitzien mijn gerechtigheid in Zijn persoon en de genoegdoening voor mijn zonden in Zijn bloed te vinden; dat alles, wat Hij gedaan had in de gehoorzaamheid aan Zijns Vaders wet en in de onderwerping aan haar straf, niet was voor Hem zelf, maar voor degene, die het aanneemt tot zijn zaligheid en daarvoor dankbaar wil zijn. Hierover nu was mijn hart vol vreugde, mijn ogen vol tranen en mijn genegenheden liepen over van enkel liefde tot de naam, tot het volk en tot de wegen van Jezus Christus."
CHRISTEN. "Dat was waarlijk een openbaring van Jezus aan uw ziel. Maar zeg mij toch eens in het bijzonder, welke uitwerking dit op uw gemoed had."
HOPENDE. "Dit deed mij zien, dat de gehele wereld, niettegenstaande al haar gerechtigheden, in een staat van verdoemenis is. Het deed mij zien, dat God de Vader, rechtvaardig zijnde, op een betamelijke wijze de komende zondaar rechtvaardigen kan. Het maakte mij zeer beschaamd over de snoodheid van mijn voorgaand leven en het besef van mijn eigen onkunde verbaasde mij; want nooit te voren was mijn hart getroffen door het gezicht van de schoonheid en beminnelijkheid van Jezus Christus, zoals ik die nu zag. Het deed mij een heilig leven beminnen en maakte mij zeer begerig, iets tot Zijn eer en heerlijkheid te mogen doen. Ja, ik dacht: had ik nu duizend zielen, ik wilde ze wel alle overgeven voor de zaak van de Heere Jezus."
Afgewezen: Waarom gebruik jij de 19e eeuwse uitgave met een weergave van de openbaring van Christus die nét even anders staat in de oorspronkelijke versie van Bunyan?Afgewezen schreef:In dit hoofdstuk staat trouwens ook nog een passage die ik in licht van onze recente discussies erg belangwekkend vond en ik kon het niet nalaten deze ook over te nemen. Christen en Hoop zijn nog steeds in gesprek met Onkunde:”Vraag hem eens of Christus ook van de hemel in hem geopenbaard werd”, sprak Hoop.
“Wat”, antwoordde Onkunde. “Behoort gij ook tot het soort mensen, die geloven aan inwendige openbaringen? Het is voor mij een uitgemaakte zaak, dat allen, die aan een onmiddellijke openbaring Gods in het hart geloven, aan zinsbegoocheling lijden.”
“Maar mijn vriend,” vroeg Christen, “is Christus dan niet zó diep voor het natuurlijk verstand in God verborgen, dat niemand Hem kan kennen, tenzij de Vader Zelf Hem aan ons openbaart?”
“Dat kan uw opvatting wel zijn, maar de mijne is het niet! Ik twijfel er niet aan of mijn geloof is even goed als het uwe, al moet ik u ronduit bekennen, dat mijn brein niet zo verward is als dat van u.”
Vergelijk eens met http://www.bunyanstichting.nl/index_cr.html
en google eens naar een engelstalige versie en zoek de verschillen.
Je ziet de 19e eeuw erin terug! Het andere bevindelijke accent is er later ingezet door de uitgever. Ik raad dat jij de reproprint van de versie uit 1868 met aantekeningen van Maguire (Van den Tol 1981) gebruikt. Klopt dat?
Laatst gewijzigd door Klavier op 02 mar 2007, 21:30, 1 keer totaal gewijzigd.
"People often asked me: What is the secret of your succes? I answer always that I have no other secret but this, that I have preached the gospel, not about the gospel, but the gospel"
C.H. Spurgeon.
C.H. Spurgeon.
En even aanvullen:Afgewezen schreef: Ik heb inmiddels de Christenreis geraadpleegd en vond inderdaad de passage die mij kennelijk door het hoofd speelde toen ik op deze tekst kwam.
Het betreft hier een gesprek tussen Christen (die samen met Hoop is) en Onkunde. Christen vraagt aan Onkunde:“Vertel ons eens, wat voor gedachten het zijn, die u vervullen.”
“O, ik denk aan God en aan de hemel”, antwoordde Onkunde.
“Dat doen de duivelen en zij, die verloren gaan, óók.”
“Ja, maar ik denk aan deze dingen met een innerlijk verlangen”, wierp Onkunde tegen.
“Dat doen vele anderen óók, die deze hemelse dingen toch nooit zullen aanschouwen. ‘De ziel des luiaards is begerig, doch daar is niet.’(Spr. 13:4).”
Christen: Maar op welke grond zijt gij er zeker van, adt gij alles voor God en de hemel verlaten hebt?
Onkunde: Mijn hart (!) zegt mij dit.
En wat antwoord Christen vervolgens: Weet gij wel dat de Wijze gezegd heeft: die op zijn hart vertrouwt is een zot?
kortom: Ik zie eerder geen aanleiding de genoemde tekst uit spreuken op te werpen op de plaats waar dat gedaan werd. Het zou suggereren dat er enkel vanuit het hart werd geredeneerd in plaats van gebouwd op Gods Woord en daar volledig mee instemmen.
"People often asked me: What is the secret of your succes? I answer always that I have no other secret but this, that I have preached the gospel, not about the gospel, but the gospel"
C.H. Spurgeon.
C.H. Spurgeon.
- JolandaOudshoorn
- Berichten: 11271
- Lid geworden op: 15 mar 2006, 20:53
- Locatie: Groot Ammers
WAT MOET JE EEN KIND MINIMAAL LEREN?Marnix schreef:Ja maar hoe ver moet je daar in gaan? Ik zie dat mensen op grond van hun geloof werden gedoopt en het avondmaal gingen vieren in de eerste gemeenten. Het evangelie was ze door Petrus heel beknopt uitgelegd. Ze wisten in het begin niet meer dan de kern van het evangelie: Jezus is Gods Zoon en Hij stierf voor onze zonden en wie in Hem gelooft gaat niet verloren maar wordt behouden. Ze bekeerden zich, beleden hun geloof, werden gedoopt... en werden daarna pas in de rest van de leer onderwezen.
Kortom, kennis van allerlei dingen in de leer is wat dat betreft niet van belang voor deelname aan avondmaal. Voordat ze daar alles van weten mogen ze al deelnemen als de Christus als Zaligmaker kennen en zich door Hem kind van God weten. Belijdenis van de leer is dan niet noodzakelijk in de geloofsbelijdenis op basis waarvan je aan het avondmaal mag deelnemen.
1. Dat er een hemel is. Op. 21, Joh 14:1-4.
2. Dat het een zondaar is. Rom 3:23.
3. Dat God liefde is. 1 Joh. 4:16.
4. Dat Jezus ons redt, uit genade. 1 Joh. 5:12.
5. Dat Jezus de macht heeft angst weg te jagen. Jes. 25:8.
6. Dat God alles weet wat je doet. (Oordeel) Op. 20:12.
7. Dat haat de wereld kapot maakt. Spr. 10:12
8. Dat liefde sterk is. Hooglied 8:6
9. De tien Geboden.
10. Het Onze Vader.
11. Wat er met je gebeurt als je sterft. Joh.11:26
12. Hoe de bijbel verdeeld is, Oude Testament, Nieuwe Testament.
Waar je de Psalmen kunt vinden. Waar de verhalen over Jezus staan.
De weg vinden in de Bijbel.
13. Hoe te bidden. Hebr. 11:6.
14. Dat we bij een gemeente horen. Hebr.10:25.
15. Hoe wij God kunnen behagen. Ef. 5:19
16. Wat je kunt doen als je in de put zit. Fil. 4:4
17. Wie de Heilige Geest is en wat Hij doet. Rom 8:14
Ik denk dat dit een goede basis is van wat men moet weten om belijdenis te doen en dus aan het Avondmaal te mogen
Ik weet, mijn Verlosser leeft
mee een,s hoewel sommige dingen nog wel wat persoonlijker mogen. Dat God van je houdt, daarom Jezus stuurt... en jou ook wil redden... jij mag dat geloven, dat is het enige wat je kan doen en wat je ook moet doen. Misschien wat persoonlijker dan "ons" gebruiken, het gaat toch ook om het persoonlijk geloof van het kind, die dan weet dat het ook voo hem geldt.JolandaOudshoorn schreef:WAT MOET JE EEN KIND MINIMAAL LEREN?Marnix schreef:Ja maar hoe ver moet je daar in gaan? Ik zie dat mensen op grond van hun geloof werden gedoopt en het avondmaal gingen vieren in de eerste gemeenten. Het evangelie was ze door Petrus heel beknopt uitgelegd. Ze wisten in het begin niet meer dan de kern van het evangelie: Jezus is Gods Zoon en Hij stierf voor onze zonden en wie in Hem gelooft gaat niet verloren maar wordt behouden. Ze bekeerden zich, beleden hun geloof, werden gedoopt... en werden daarna pas in de rest van de leer onderwezen.
Kortom, kennis van allerlei dingen in de leer is wat dat betreft niet van belang voor deelname aan avondmaal. Voordat ze daar alles van weten mogen ze al deelnemen als de Christus als Zaligmaker kennen en zich door Hem kind van God weten. Belijdenis van de leer is dan niet noodzakelijk in de geloofsbelijdenis op basis waarvan je aan het avondmaal mag deelnemen.
1. Dat er een hemel is. Op. 21, Joh 14:1-4.
2. Dat het een zondaar is. Rom 3:23.
3. Dat God liefde is. 1 Joh. 4:16.
4. Dat Jezus ons redt, uit genade. 1 Joh. 5:12.
5. Dat Jezus de macht heeft angst weg te jagen. Jes. 25:8.
6. Dat God alles weet wat je doet. (Oordeel) Op. 20:12.
7. Dat haat de wereld kapot maakt. Spr. 10:12
8. Dat liefde sterk is. Hooglied 8:6
9. De tien Geboden.
10. Het Onze Vader.
11. Wat er met je gebeurt als je sterft. Joh.11:26
12. Hoe de bijbel verdeeld is, Oude Testament, Nieuwe Testament.
Waar je de Psalmen kunt vinden. Waar de verhalen over Jezus staan.
De weg vinden in de Bijbel.
13. Hoe te bidden. Hebr. 11:6.
14. Dat we bij een gemeente horen. Hebr.10:25.
15. Hoe wij God kunnen behagen. Ef. 5:19
16. Wat je kunt doen als je in de put zit. Fil. 4:4
17. Wie de Heilige Geest is en wat Hij doet. Rom 8:14
Ik denk dat dit een goede basis is van wat men moet weten om belijdenis te doen en dus aan het Avondmaal te mogen
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
Ik heb wel eens een preek gehad van een dominee vlak voor het avondmaal waarin het volgende gezegt werd: Alleen mensen die oprechte droefheid naar God kennen mogen aan het avondmaal. God's volk kent die oprechte droefheid naar God. Dan is het hun om God te doen. Dan schreien ze hun bedstede bij nacht vol, niet om hun angst om verloren te gaan, maar omdat God niet tot Zijn eer komt.
En tja, vervolgens bleven er een hoop mensen af. Toch veel geroepen en weinigen uitverkoren.
Ik geloof wel dat je de deur naar Gods koninkrijk kan sluiten voor de mensen. Dominees zijn herders en als ze zich als huurling gedragen en niet eens de stem kennen van de Ware herder, dan kunnen ze best de gehele kudde de woestijn in sturen, waar ze omkomen in dogmatische gerechtigheid, maar zonder God.
Edit: Ik zie dat dit nu een beetje verdwaald staat. Dit ging over de tekst die Marnix aanhaalde over de farizeeërs, verder terug in deze topic.
En tja, vervolgens bleven er een hoop mensen af. Toch veel geroepen en weinigen uitverkoren.
Ik geloof wel dat je de deur naar Gods koninkrijk kan sluiten voor de mensen. Dominees zijn herders en als ze zich als huurling gedragen en niet eens de stem kennen van de Ware herder, dan kunnen ze best de gehele kudde de woestijn in sturen, waar ze omkomen in dogmatische gerechtigheid, maar zonder God.
Edit: Ik zie dat dit nu een beetje verdwaald staat. Dit ging over de tekst die Marnix aanhaalde over de farizeeërs, verder terug in deze topic.
Dat mag ook geen verwondering wekken. Een kind van God klaagt zichzelf ook vaak aan omdat hij/zij zo weinig van die echte droefheid kent: te weinig zicht op onze zonden en te weinig zicht op Zijn wonden. Als je als prediker dan ook nog eens gaat zeggen dat je dan maar af moet blijven (dat is de impliciete boodschap), zal het sacrament dat bedoeld is tot versterking van het geloof, ook niet gebruikt worden.Kaw schreef:Ik heb wel eens een preek gehad van een dominee vlak voor het avondmaal waarin het volgende gezegt werd: Alleen mensen die oprechte droefheid naar God kennen mogen aan het avondmaal. God's volk kent die oprechte droefheid naar God. Dan is het hun om God te doen. Dan schreien ze hun bedstede bij nacht vol, niet om hun angst om verloren te gaan, maar omdat God niet tot Zijn eer komt.
En tja, vervolgens bleven er een hoop mensen af. Toch veel geroepen en weinigen uitverkoren.
Het probleem is dat hier gesteld wordt, dat het gevoel van de gelovige altijd overeen moet komen met de inhoud van het geloof. Maar in de praktijk is dat nu eenmaal niet zo. Luther heeft eens gezegd: "Soms voel ik wat ik geloof, soms voel ik niet wat ik geloof, en soms voel ik het tegenovergestelde van wat ik geloof." Laten we dat ook in het oog houden en niet ons gevoel als de toetssteen bij uitstek voor de genade gaan maken.
- Bert Mulder
- Berichten: 9097
- Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
- Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
- Contacteer:
Je kunt ook gewoon de Heidelberger gebruiken:JolandaOudshoorn schreef:WAT MOET JE EEN KIND MINIMAAL LEREN?
1. Dat er een hemel is. Op. 21, Joh 14:1-4.
2. Dat het een zondaar is. Rom 3:23.
3. Dat God liefde is. 1 Joh. 4:16.
4. Dat Jezus ons redt, uit genade. 1 Joh. 5:12.
5. Dat Jezus de macht heeft angst weg te jagen. Jes. 25:8.
6. Dat God alles weet wat je doet. (Oordeel) Op. 20:12.
7. Dat haat de wereld kapot maakt. Spr. 10:12
8. Dat liefde sterk is. Hooglied 8:6
9. De tien Geboden.
10. Het Onze Vader.
11. Wat er met je gebeurt als je sterft. Joh.11:26
12. Hoe de bijbel verdeeld is, Oude Testament, Nieuwe Testament.
Waar je de Psalmen kunt vinden. Waar de verhalen over Jezus staan.
De weg vinden in de Bijbel.
13. Hoe te bidden. Hebr. 11:6.
14. Dat we bij een gemeente horen. Hebr.10:25.
15. Hoe wij God kunnen behagen. Ef. 5:19
16. Wat je kunt doen als je in de put zit. Fil. 4:4
17. Wie de Heilige Geest is en wat Hij doet. Rom 8:14
Ik denk dat dit een goede basis is van wat men moet weten om belijdenis te doen en dus aan het Avondmaal te mogen
Dat is nog 1 van onze belijdenisgeschriften ookVr.1. Wat is uw enige troost, beide in het leven en sterven?
Antw. Dat ik met lichaam en ziel, beide in het leven en sterven a, niet mijn b, maar mijns getrouwen Zaligmakers Jezus Christus eigen ben c, Die met Zijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomenlijk betaald d en mij uit alle heerschappij des duivels verlost heeft e, en alzo bewaart f, dat zonder den wil mijns hemelsen Vaders geen haar van mijn hoofd vallen kan g, ja ook, dat mij alle ding tot mijn zaligheid dienen moet h; waarom Hij mij ook door Zijn Heiligen Geest van het eeuwige leven verzekert i, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt k.
a Ro 14:8 b 1Co 6:19 c 1Co 3:23 Tit 2:14 d 1Pe 1:18,19 1Jo 1:7 1Jo 2:2,12 e Heb 2:14 1Jo 3:8 Joh 8:34-36 f Joh 6:39 Joh 10:28 2Th 3:3 1Pe 1:5 g Mt 10:30 Lu 21:18 h Ro 8:28 i 2Co 1:22 2Co 5:5 Eph 1:14 Ro 8:16 k Ro 8:14 1Jo 3:3
Vr.2. Hoeveel stukken zijn u nodig te weten, opdat gij in dezen troost zaliglijk leven en sterven moogt?
Antw. Drie stukken a. Ten eerste: hoe groot mijn zonden en ellende zijn b. Ten andere: hoe ik van al mijn zonden en ellende verlost worde c. En ten derde: hoe ik Gode voor zulke verlossing zal dankbaar zijn d.
a Mt 11:28-30 Eph 5:8 b Joh 9:41 Mt 9:12 Ro 3:10 1Jo 1:9,10 c Joh 17:3 Han 4:12 Han 10:43 d Eph 5:10 Ps 50:14 Mt 5:16 1Pe 2:12 Ro 6:13 2Ti 2:15
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
- JolandaOudshoorn
- Berichten: 11271
- Lid geworden op: 15 mar 2006, 20:53
- Locatie: Groot Ammers
Het een sluit het ander niet uit. Waar het op aan komt, en dat is idd in de HC heel mooi verwoord, is of wij een levend, persoonlijk geloof hebben, een relatie met God.Bert Mulder schreef:Je kunt ook gewoon de Heidelberger gebruiken:JolandaOudshoorn schreef:WAT MOET JE EEN KIND MINIMAAL LEREN?
1. Dat er een hemel is. Op. 21, Joh 14:1-4.
2. Dat het een zondaar is. Rom 3:23.
3. Dat God liefde is. 1 Joh. 4:16.
4. Dat Jezus ons redt, uit genade. 1 Joh. 5:12.
5. Dat Jezus de macht heeft angst weg te jagen. Jes. 25:8.
6. Dat God alles weet wat je doet. (Oordeel) Op. 20:12.
7. Dat haat de wereld kapot maakt. Spr. 10:12
8. Dat liefde sterk is. Hooglied 8:6
9. De tien Geboden.
10. Het Onze Vader.
11. Wat er met je gebeurt als je sterft. Joh.11:26
12. Hoe de bijbel verdeeld is, Oude Testament, Nieuwe Testament.
Waar je de Psalmen kunt vinden. Waar de verhalen over Jezus staan.
De weg vinden in de Bijbel.
13. Hoe te bidden. Hebr. 11:6.
14. Dat we bij een gemeente horen. Hebr.10:25.
15. Hoe wij God kunnen behagen. Ef. 5:19
16. Wat je kunt doen als je in de put zit. Fil. 4:4
17. Wie de Heilige Geest is en wat Hij doet. Rom 8:14
Ik denk dat dit een goede basis is van wat men moet weten om belijdenis te doen en dus aan het Avondmaal te mogen
Dat is nog 1 van onze belijdenisgeschriften ookVr.1. Wat is uw enige troost, beide in het leven en sterven?
Antw. Dat ik met lichaam en ziel, beide in het leven en sterven a, niet mijn b, maar mijns getrouwen Zaligmakers Jezus Christus eigen ben c, Die met Zijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomenlijk betaald d en mij uit alle heerschappij des duivels verlost heeft e, en alzo bewaart f, dat zonder den wil mijns hemelsen Vaders geen haar van mijn hoofd vallen kan g, ja ook, dat mij alle ding tot mijn zaligheid dienen moet h; waarom Hij mij ook door Zijn Heiligen Geest van het eeuwige leven verzekert i, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt k.
a Ro 14:8 b 1Co 6:19 c 1Co 3:23 Tit 2:14 d 1Pe 1:18,19 1Jo 1:7 1Jo 2:2,12 e Heb 2:14 1Jo 3:8 Joh 8:34-36 f Joh 6:39 Joh 10:28 2Th 3:3 1Pe 1:5 g Mt 10:30 Lu 21:18 h Ro 8:28 i 2Co 1:22 2Co 5:5 Eph 1:14 Ro 8:16 k Ro 8:14 1Jo 3:3
Vr.2. Hoeveel stukken zijn u nodig te weten, opdat gij in dezen troost zaliglijk leven en sterven moogt?
Antw. Drie stukken a. Ten eerste: hoe groot mijn zonden en ellende zijn b. Ten andere: hoe ik van al mijn zonden en ellende verlost worde c. En ten derde: hoe ik Gode voor zulke verlossing zal dankbaar zijn d.
a Mt 11:28-30 Eph 5:8 b Joh 9:41 Mt 9:12 Ro 3:10 1Jo 1:9,10 c Joh 17:3 Han 4:12 Han 10:43 d Eph 5:10 Ps 50:14 Mt 5:16 1Pe 2:12 Ro 6:13 2Ti 2:15
Maar daarnaast zijn praktische dingen, zoals weten hoe de Bijbel werkt ed. ook van belang.
Ik weet, mijn Verlosser leeft