@Johann Gottfried WaltherJohann Gottfried Walther schreef:Hengstenberg aangehaald in Dächsel Bijbelverklaring:Johann Gottfried Walther schreef:Als ze afgesneden en uitgerukt moeten worden, zijn ze toch wel in de wijnstok geweest zijn?lien75 schreef:Die niet vruchtdragende ranken waren niet geworteld in De Wijnstok. Want zonder Mij kunt gij niets doen.
Het waren dorre en dode ranken die daarom uitgerukt werden en verbrand. Zij waren namelijk niet ingelijfd in Christus, nog geworteld in Adam.
Ik geloof op grond van deze tekst dat ze op een bepaalde wijze in Christus waren.
Maar hoe (op welke wijze) kan ik niet goed verklaren.
Ze droegen geen vrucht dus ze zijn zeker verloren, want wie geen vruchten van geloof en bekering draagt komt niet in de hemel.
Het zou vreemd kunnen voorkomen, dat Jezus spreekt van ranken aan Hem, die geen vrucht
dragen en duidelijk degenen bedoelt, die ook nooit vrucht hebben gedragen. Deze kunnen, zo
schijnt het, te minder beschouwd worden als ranken aan Hem, omdat volgens vers. 29 het
geloof in Christus moet worden beschouwd als het begin van vrucht dragen. Met alle recht
merkt echter Quesnel op: "de goede en de kwade ranken behoren tot de wijnstok"; het komt
op de werkelijke aanbieding van de genade van Christus en de vrijwillige deelname aan deze
aan. Zolang deze nog wordt aangeboden en totdat Christus het versmaden van Zijn gave met
uitsluiting uit Zijn rijk straft, zijn ook de ongelovigen en bozen ranken aan Hem, de wijnstok."
Dachsel lijkt te verschillen met Calvijn. Als ik hem goed begrijp.
Dit schrijft Calvijn in zijn verklaring:
De hoofdgedachte van deze vergelijking is, dat wij van nature onvruchtbaar en dor zijn, dan voorzover wij in Christus ingeplant, nieuwe en van elders ons toekomende kracht uit Hem putten.
Verder zegt Calvijn dat we moeten letten op het doel waartoe Christus dat beeld (deze gelijkenis) gebruikt.
En dan zijn er volgens Calvijn 3 punten.
1. We kunnen niets goeds doen, tenzij hij er ons toe bekwaamt.
2. De Vader kweekt ons op door ons te reinigen, als wij in Christus geworteld zijn.
3. De onvruchtbare ranken neemt Hij weg en werpt ze in het vuur
Verderop schrijft hij:
Maar de vraag rijst, of degene, die in Christus ingeplant is, wel onvruchtbaar kan zijn. Calvijn zegt daarop: Dat velen in de schatting van de mensen gerekend worden tot de wijnstok, die in werkelijkheid in de wijnstok niet geworteld zijn. zo noemt de Heere bij de profeten zijn wijngaard het volk Israel, dat door zijn uiterlijke belijdenis de naam van kerk had.
Bij vers 5 schrijft Calvijn:
Zonder Mij kunt gij niets doen. Zolang wij buiten Hem zijn, dragen wij geen enkele goede Gode welbehagelijke vrucht, want wij zijn geenszins bekwaam om goed te doen.....
De rank, zegt Hij, draagt geen vrucht uit zichzelf. De woorden zonder Mij moeten dan verklaard worden als alleen door Mij.
Christus spreekt niet van hetgeen de rank uit zichzelf is, voordat zij in de wijnstok is, maar Hij wil veeleer zegen, dat wij dan eerst ranken beginnen te worden, als wij met Hem saamgegroeid zijn.