Gian schreef:Ik ben wel benieuwd hoe je Zach. 12 (en vervolg) ziet. Is dat ook geestelijk?
nee zacharia 12 is gewone taal, kijk eens,
Hoofdstuk 12
De last van het woord des Heeren over Israel.
In de laatste drie hoofdstukken wordt de eerste komst van Christus omschreven, Zijn koninkrijk ontstaat door het evangelie, ook is er aandacht voor de voorrechten en de heerlijkheid van dit koninkrijk. Het eerste vers introduceert God als Soevereine Schepper, almachtig in kracht, alwetend,
Die alles ziet wat er in en mensenhart omgaat, want Hij is ook de Schepper van de geest in het binnenste. Dit is een woord van verzekering en hoe nodig hebben we dat in deze tijd, het is een woord van bemoediging in ons voortdurend conflict met de wereld.
Jeruzalem, daar is God geheel van vervuld, dat is Zijn centrale doel voor deze wereld, nee, niet die stad met die naam in Palestina maar de ware kerk van Christus, het nieuwe en hemelse Jeruzalem, tot wie de geslachten der heidenen(volken) mogen komen om Gods woord te leren
Dit Sion van het evangelie wordt een lastige steen voor allen die tegen haar zijn, want zo is de ware kerk van Christus altijd door de eeuwen heen geweest. Die God tegenwerken verwonden alleen zichzelf. De apostelen van Jezus Christus, dat zijn de leidslieden van Juda die een vurige haard onder het hout zijn. Het woord is Gods woord en is als een vuur onder de natiën. Degenen met een futuristische kijk op profetie kunnen niks met dit woord zonder hun eigen millennium te ontkennen, als er een Gods regering is op aarde, dan is satan gebonden en alle mensen bekeerd tegen wie moeten ze dan nog als een fakkel onder schoven zijn?
De zwakke als David en David als God!
Te dien dage zal de Heere de inwoners van Jeruzalem beschutten; en die, die onder hen struikelen zou, zal te dien dage zijn als David; en het huis Davids zal zijn als goden; als de Engel des Heeren voor hun aangezicht.
Letterlijke uitleg van dit vers (8)is onmogelijk.
We zijn hier op evangelische grond, al de heerlijkheid van het oude testament wordt hier gericht op het evangelie. De grote verlosser van het oude testament was David, koning en herder van het volk, het koninkrijk begon bij David.
Maar in het koninkrijk van Christus zal de kleinste gelovige zijn als het koninklijk huis van David, en het huis van David als God, God regeert Zelf in Christus Jezus, niets dan het evangelie kan uitleg geven aan dit vers, en de Heere Jezus had dit voor ogen tien hij zei,
Voorwaar zeg Ik u: onder degenen, die van vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan meerder dan Johannes de Doper; doch die de minste is in het Koninkrijk der hemelen, is meerder dan hij.
Op wat voor manier is dan de kleinste gelovige uit Christus Koninkrijk dan groter dan de grootste uit oudtestamentische tijden?
Niet in wedergeboorte, want ook de OT gelovige was wedergeboren door de Geest.
Niet in geloof, want de OT gelovige is ons ten voorbeeld in geloof. Niet in gebed en toewijding , want het boek der psalmen is voor ons nog steeds een boek van gebed en lofprijzing. Als we een modern liedboek nemen valt dat in het niet bij de diepgang van de Psalmen denk aan Ps 24, Ps 72, Ps 45 en hooglied.
Wat wordt dan bedoeld? We zijn meer in voorrecht en status. De dag was aan het dagen vertelde de Heere Jezus de discipelen”dat Hij hen vrijuit van de Vader zal spreken”. Een nieuw tijdperk in de heilsgeschiedenis brak aan.
Vader, Zoon en Heilige Geest waren niet volledig geopenbaard voor Christus hemelvaart.
De volle glorie en kracht van de Goddelijke Naam, wachtte tot de volheid der tijden wanneer God Zijn Zoon stuurde. Nog kon de Heilige Geest gegeven of volledig geopenbaard worden voordat Christus verheerlijkt was. Nu in het evangelie is God volledig geopenbaard, de Heilige Geest is over ons uit gestort als de Geest de aanneming tot kinderen, door welke wij roepen Abba, Vader! De wet is geschreven in onze harten (2Cor. 3 :3).
De kerk is overgegaan van de oudtestamentische fase van dienstbaarheid aan de wet,tot de vrijheid waarmede Christus ons heeft vrijgemaakt. We hebben toegang tot God door het bloed van Zijn Zoon, in het OT hadden we alleen de typen en schaduwen van dierlijke offers.
We hebben Mozes geruild voor Christus, de aardse tempel en priester voor een hemelse in de orde van Melchizedek. In al deze dingen genieten we in het evangelie veel grotere zegeningen dan mogelijk was onder de wet, en zijn we groter dan de grootste heilige voor Christus.
Dit is de betekenis van Zacharia’s tekst laat niemand er een futuristische uitleg aan geven, want wij zullen onze grond verdedigen als Samma in de akker vol linzen(2 Sam.23:11-12).
We geven niks weg aan deze “uitleggers” die het aan de joden willen geven en ons beroven van de vrijheid die we in Christus hebben.
Door het hoofdstuk heen horen we telkens weer “te dien dage”, welke dag wordt daarmee bedoeld? Welke andere dag zou daarmee bedoeld kunnen worden dan de dag van het evangelie, de dag der zaligheid, Gods lange dag, die gloorde boven Golgotha, de dag die nu al 2000 jaar duurt en die zal eindigen in de dag der eeuwigheid. Die dag wanneer Christus zal terugkomen voor Zijn volk, wanneer dit sterfelijke, onsterfelijkheid zal aandoen, wanneer het Lam ons zal voeden en God Zelf bij ons zal wonen en alle tranen van onze ogen afwissen.
Hoe wordt dan het huis van David geopenbaard als God, als de Engel des Heeren voor hun aangezicht. Christus is het huis van David en de Engel voor het Goddelijk Aangezicht, de Engel des Heeren in het oude testament, openbaarde God, in het nieuwe testament is Hij geopenbaard als God, dat is het verschil.
De zwakste onder de gelovigen zal worden als David, Petrus zegt, gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk, woorden ontleent aan Deut.14:2, wie is nou Israël in Gods ogen?
Vers 9 toont de onverwoestbare natuur van Christus koninkrijk.
Vers 10 omschrijft de uitstorting van de geest op de pinksterdag, het huis van David en de inwoners van Jeruzalem zijn dezelfde als in vers 8 dus laat niemand de kerk van Christus beroven van deze uitstorting en het aan een toekomstige Joodse generatie geven.
Het aanschouwen van” Dien zij doorstoken hebben” is niet exclusief Joods, wie ontkent dat dit alle gelovigen zijn, is een gevaar voor het geloof en de waarheid. Geen toekomstige Joodse generatie zal de Zoon van God doorsteken, net zomin als wij heidenen uit de 21e eeuw, wij waren er niet bij! Maar onze zonden hebben Hem aan het hout genageld, het was om ons dat Jezus aan het kruishout leed, iedere verloste ziel mag op Jezus zien als degene die ze doorstoken hebben.
Vers 11-14 spreekt weer over het huis van David en de inwoners van Jeruzalem, met dezelfde betekenis als in vers 8, als deel van het geheel worden belangrijke families uit de geschiedenis van David genoemd, want hier is Davids Grote Zoon en Davids Koninkrijk is hier de gehele kerk van al degenen die verlost zijn door Jezus bloed.
Het rouwklagen van de geslachten en de mannen en vrouwen afzonderlijk, toont het individuele karakter van de zaligheid en de noodzaak van de persoonlijke bekering, ieder mens zal op zichzelf moeten zien.
Het evangelie ken geen nationale bekering, bekering in het evangelie is altijd individueel!
De rouwklage van Hadadrimmon, in het dal van Megiddon, wordt hier genoemd in vers 11 omdat het de rouwklage is voor de goede koning Josia.
Hier eindigt de effectieve monarchie van Davids huis in bloed, in het dal van Megiddon( de koningen na Josia waren geen echte koningen meer, maar knechten van de grootmachten Egypte en Babel). De oudtestamentische monarchie eindigde met Josia in het vreselijke veld van Armageddon. De diepe rouw van de mensen toen wordt genoemd om een vergelijk te treffen met de diepe rouw van degenen die het leven van hun Zaligmaker en Koning in doodsstrijd en bloed zagen eindigen, maar hun rouw zal verandert worden in vrolijkheid, want Hij stierf voor hun zonden en stond op uit de doden, en komt weder zonder zonde tot zaligheid.
Dit is geen Joods privilegie, deze laatste hoofdstukken uit Zacharia is EVANGELIE!!